,MET DARTMOUTH ACHTER DE RUG VIELEN JAPANSE KAMPEN WEL MEE" DUITSERS LEREN NEDERLANDS ALS VOLWAARDIGE CULTUURTAAL staat een huis Spelling geeft meeste last bij ons in nederland ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1971 Dartmouth dateert van 1905. Vóór die tijd werden de vlootofficieren ge en t vormd te Greenwich bij Londen. fles zal in Dartmouth minder tijd 'brengett dan zijn voorzaten. Nd intensieve opleiding van zes we- j--L ken zal hij het Naval College al j s verlaten om negen maanden te gaan ftt varen aan boord van de destroyer ^.Norfolk", die bewapend is met gelei projectielen. Charles is van plan drie jaar te dienen in de Navy. Het „Britannia Royal Naval College" beruchte leerschool. Na de weede wereldoorlog werd ïoge Britse officier gevraagd, of het de Japanse kampen voor de iigsgevangenen een harde dobber [eweest was. Hij antwoordde: „Als je jrtmouth achter de rug had, viel het si.-mee." Gelukkig voor prins Char- i (22) behoren de dagen van niets ïtziende tucht en staalharde zelfdis cipline alweer tot het verleden. Wat Tsj"iet belet, dat vele jonge zich geroepen achten, het leven 2P JDarthmouth niet aankunnen. -e3 Lang haar driemaal zo groot als de meeste ande- De prins mag verlof vragen om 's nachts buiten de school te blijven. Hij kan zijn wagen naar Dartmouth bren gen en zal een welkome gast zijn in de bar van de onderluitenants, Wally Turner, die al 34 jaar werkt in het Naval College, achter de tapkast staat. Charles móet met drie andere officieren een steward delen. Deze taak wordt toevertrouwd aan Joseph Atkinson, 17 jaar dienst, die hem ie dere morgen trouw zal wekken om 7 uur. De klok van de zeevaartschool slaat echter niet de uren. Net zoals dit aan boord van een schip gebeurt, geeft hij het sein voor de taken en gebeurtenissen van de dag. De steward zal Charles' hut schoon maken en zijn bed opmaken. De kroonprins moet echter zelf zijn schoenen poetsen en ervoor zorgen dat zijn uniform onberispelijk blijft. Om kwart over zeven gaat hij ontbijten in de mess van de onderluitenants. Spek en eieren, nieren of „kippers" (gerook te haring), haar gelang van de dag. Qf twe£ \yorstjes met bruine bonen1; in tomatensaus. Öm 'tien voor- acht het dagelijks aan treden, gevolgd door ochtendgymnas tiek op het oefenplein. De kadetten (zonder sabels) en de officieren (mét) marcheren voorbij het Stenen Fregat, terwijl de muziekkapel 'm van katoen Een typische „hut", zoals prins Charles er ook één krijgt „aan boord" van het Naval College van Dartmouth. Betaaldag in Dartmouth. De kadetten treden aan op het „achterdek" dat in feite de fraaie ingangshal van het Naval College is. Om kwart over vier is het „tea time". Sport of bootoefeningen op de Dart houden de koninklijke kadet verder bezig tot aan het avondeten dat om half acht opgediend wordt. Hard Charles zal deel uitmaken van een „divisie", die tweemaal per week vol ledig geschouwd wordt op het oefen plein. De kadetten worden al geïn specteerd voor zij naar het oefenplein marcheren. Hun schoenen moeten ge poetst. hun uniformen afgeborsteld en hun broeken geperst zijn. Hun das moet behoorlijk om de stijve boord zitten, wat altijd een probleem is. Het witte overtrek van hun pet mag niet vuil zijn en hun insignes moeten recht zitten. Van onderluitenants wordt ver wacht, dat zij het goede voorbeeld geven. Zij moeten manschappen kun nen lelden en dus goed kunnen comman deren, uiterst stipt zijn en vlug kunnen handelen. Zij leren, dat wanneer zij dingen overlaten aan anderen, zonder ze daarna te controleren, het resul taat meestal negatief is. De lichamelijke opleiding is ook niet mals. Alle kadetten moeten in overalls achter elkaar de volle lengte zwem men van een 100 meter lang zwem bad; zich vervolgens drie minuten drijvende houden en dan uit het diep ste deel van het zwembad (bijna 2,5 meter) een baksteen ophalen. De ka detten krijgen dertien gymnastiekles sen van 55 minuten. Sommige oefe ningen zijn erop berekend om de jon ge mannen in de kortst mogelijke tijd de grens van hun uithoudingsvermo gen te doen bereiken. Prins Charles brengt slechts zes we ken door in het Naval College van Dartmouth omdat hij al enige kennis opgedaan heeft in de luchtmacht. Of schoon hij zich door Dai-tmouth spoedt op wat de Navy „een gesmeerde glij baan" noemt, zal hij toch de nodige geestdrift en volharding aan de dag moeten leggen om de vereiste diplo ma's te kunnen bemachtigen. Geld In het Stenen Fregat* strijkt de Britse kroonprins 35 gulden per dag op. waarvan acht gulden afgetrokken wordt voor kost en inwoning. Hij zal er geen speciale gunsten genieten. In een be paald opzicht wordt hem zelfs een voorrecht ontnomen. Hij is kapitein vlieger in de RAF. Iemand die met deze rang overstapt naar de vloot, zou daar normaal een volle luitenant zijn, maar prins Charles moet het met de graad van tijdelijk onderluitenant Het personeel van de school en de andere onderluitenants zullen de kroonprins gewoon Charles noemen. Voor de gewone kadetten en de ma trozen is hij „sir". De toekomstige koning van Engeland zal zijn meerde ren in het Naval College zelf ook met „sir" aanspreken. Zowel de comman dant als de leerkrachten zijn ervan overtuigd, dat Charles' verblijf in hun midden hem veel goed zal doen. Zegt kapitein Tait, een van de leraren» „Onze opleiding ontwikkelt het initia tief en versterkt het karakter. Wie zich hier doorheenslaat, zal zich hi het latere leven door geen enkel pro bleem laten afschrikken. ROGER SIMONS. Te3, 31. petty officer Henry Philips, 21 aar dienst en nu instructeur op het Th oefenplein van het Naval College; t m« zegt: .-Dartmouth is niet voor gewone itervelingen, maar dat begrijp je pas opleiding gekregen Tf hebt. Voor mij is het de enige kazerne Lc van het Verenigd Koninkrijk met heeft bloembedden rond het oefenplein.' »Ze komen hier aan met lang, ruig |haar en bleke gezichten. Na veertien iad L dagen zien ze er helemaal anders uit, tel °°k al wordt hun haar niet afgesneden tot aan het hout. zoals dat L, Ld vroeger gebruikelijk was. Je kan het -g2, hier letterlijk beleven, dat jongens mannen veranderen." kt 'n de omgang heet Dartmouth „Het 'h4—Stenen Fregat". Op de voorgevel van Ta3-de school prijken deze woorden: „Het g2,1 is van de vloot, onder Gods goe- Td! de voorzienigheid, dat onze gezondheid; helvaart en de vrede afhangen". Op de ,f3—t ftmpus hangt de atmosfeer van een -c8, Provinciale universiteit, met alleen dit en h<! verschil, dat iedereen doet alsof het l. Pbouw een schip is. Wie er binnen- Pat, begeeft zich aan boord. De hal is 1 r' achterdek. De muren zijn water- fchte schot en en de kamers worden hutten genoemd. Naast een van de ■kuren hangt een hoge spiegel, waar- d ?°Ven cleze boodschap prijkt: „Ben ik P( F^Tlijk gekleed?" de „common room" (een gezamen- 6. zitkamer voor de studenten) Rorden de „gentlemen" via een ande- 86 f® dienstmededeling op de hoogte ge- g blljt bt van het feit, dat tijdens het irsen Mste gastendiner van het trimester sen. B ou.dere genodigden aanwezig zullen •rloor, 2i.'n- „Gelieve dus geen bier uit te lende tf£'e'en over hun kleren." Op de ban- »n had tan in de kapel liggen strooibiljetten Jjffln M een boeiende uiteenzetting onder (Daar ®e aangrijpende titel: „Wat doe ik L4. 1met mijn zonden?" De zeevaartschool 16. II Nt haar studenten echter niet veel meer hjd om daarover na te denken. De8-i bedeelde steward d5, Db-Tijdelijk onderluitenant Charles krijgt 1f2,1 hut A30. Zijn vader en grootvader je bier jliepen in Dartmouth met andere ka- g3, B detten in grote slaapzalen, maar van- fl, daag de dag mogen de onderluitenants a7dl tover een eigen „cabin" beschikken, die 'lxfliVr'J comfo tabel ingericht is. De hut _b3, P' Vau prins Charles bevindt zich op de Tfi' forste verdieping. Door het raam i 36. T| heeft hij een prachtig uitzicht op de b5xdt-i Dart, Ofschoon de bevelhebber van de ixe6, 31 zeevaartschool beweert, dat de kroon- Teö—i Prins als een gewone kadet behandeld *ordt, is de kamer die men voor "harles uitgekozen heeft, ongeveer Waarom antwoorden wij niet in het Nederlands Een voorjaarsverschijnsel. Een Mercedes komt aan, stopt, raam open en een vriendelijk hoofd met hoedje wordt rood als het zegt „Koikenhoof?", waarna het zichtbaar tevreden over deze internationale uitwisseling terugduikt in de auto en ritmisch knikt als de Nederlander zijn school- cn televisie-Duits bij elkaar raapt om de weg te wijzen. „Auf wiedersehn". „Auf wiedersehn." Het komt geen moment bij de Duitser op om in het Nederlands de weg te vragen, evenmin als de Nederlander op het idee komt om in zijn moedertaal te antwoorden. Zo is het altijd geweest en zo is het dus goed. Behalve voor een kleine groep propagandisten van het Nederlands, een paar honderd studenten aan Duitse universiteiten en vooral niet te vergeten ruim 16.000 volgers van een radiocursus Nederlands bij de Westdcutsche Reundfunk. Er is steeds meer belangstelling voor het Nederlands en de Nederlandse cultuur. Geleidelijk aan, heel geleidelijk aan, dringt het tot onze oosterburen door, dat het Neder lands geen schimmige zijtak is van het Nederduits, maar een volwaardige cultuurtaal. De belangstelling uit zich op universitair niveau overigens nog uitermate bescheiden en bij een veel grotere groep die om praktische redenen het Nederlands wil leren (voor zaken, vakantie, grenscontacten etc). Het apostelwerk, dat. deze mentaliteitsverandering op gang heeft gebracht, is voor een groot deel verricht door de her M. Mourik, hoofd van de culturele afdeling aan de Nederlandse ambassade in Bonn, en door' de propagandist prof. dr K. Heeroma, hoogleraai Groningen en lid van de Inter- N eerl andistiek. groen ligt in Bad Godesberg dt Nederlandse ambassade. De zomerlucht komt de koek vertrekken binnen waar gedistingeerde heren en meisjes bezig zijn met de verspreiding van de boodschap, dal Nederland geen afgevallen brokje is van het Grootduit- se rijk, maar een zelfstandig land met achter zich eeuwen van .'ultuur. De heer M. Mourik. in een wilte kamer met enkek moderne schilderijen, laat de telefoon en de paperassen in de steek om gegevens te verstrekken. Hij is een van de ein tarsus von Hendrik entjes radio nederland-hHversum „De meeste moeite, toen ik Nederlands ging leren had ik met de spelling", zegt de Duitse wetenschap pelijke medewerker van prof. dr. K. Heeroma, de heer R. A. Ebeling. De heer Ebeling kan voor een Nederlander door gaan. Zijn beheersing van de taal en de uitspraak daarvan zijn verbluffend correct, en alleen als men bewust luistert, hoort men af en toe een klank die duidt op het land van afkomst van de spreker. De heer Ebeling studeerde Nederlands in Münster, ging vervolgens naar Amsterdam en belandde ten slotte op het instituut van prof. Heeroma te Gronin gen. „Ik heb met het Nederlands minder moeite dan met het Engels. Laatst was ik in Spanje en daar zeiden ze tegen me: „U spreekt Engels, maar u bent een Nederlander met een Duits accent". Moeilijke Nederlandse klanken voor een Duitse keel zijn de „ui" die „oi" wordt en de „ach" (de vangvraag uit de oorlog: „Scheveningen"). De spelling van het Nederlands is vol voetangels. „Het duurde lang eer ik lets van het systeem door had. Neem het woord „koning": in het Duits is dat König en d&t blijft ook König als er iets achter komt. Dus Königlein, königlich. In bet Ne derlands daarentegen aldus de heer Ebeling is het koninkje, met een k. En daar heb ik moeite mee". geestelijke vaders va ieders verbazing 16.i zelfs bereid waren te volgen. Er is ook een tv-cur: i de radiocursus va 100 cursisten trok, .Niederlandisch fiir! Nederlands gewe i de WDR, die tot waarvan er 4500 Fortgeschrittene" het allereerste aan de universiteit nationale vereniging v kleine spreekt de heer Mourik slechts met wenkbrauwenge- frons. „Die tv-cursus was van zo'n slecht allooi, die deed de zaak eerder kwaad dan goed De cursus was samengesteld door een Duitser met een Vlaamse moeder eiT toen ik het zag, belde ik meteen in hoge nood op: „Wat is dat vooi een taal?". Ze hebben toen uit 1000 exemplaren de gruwelijkste fouten gehaald, maar omdat alles op video tape was vastgelegd, kon je toch niet veel meer verbete ren. Was de tv-cursus een flop, de radiocursus heeft het zeer goed gedaan. De cursus is al tweemaal uitgezonden door de WDR. die sedert november nu ook een vervolg cursus heeft. De cursus is overgenomen door radio Bre men. waar al 3000 man hebben ingeschreven. Bremen zal ook de vervolgcursus nemen." De cursus wordt begeleid door twee boekjes, samengesteld door de oud-lector aan de universiteit van Münster. tegenwoordig medewerker van' prof. Heeroma in Gronin gen. dr. H. Entjes, die zijn werkstukken „In Holland staat ;en huis", en „Bij ons in Nederland" heeft genoemd. Deze cursus, waaraan ook radio Nederland Hilversum Wereld omroep) technisch heeft bijgedragen, geeft niet alleen de leerling een voorraad kant-en-klaar-zinnetjes mee maai geeft ook een vluchtig beeld van enkele facetten van di Nederlandse en Belgische maatschappij en cultuur. De Duitse leerling leert niet alleen redelijk accentvrij zeg gen, in een conversatie tussen ouders: „Wij hoeven geen van beiden ooit achter de broek te zitten", maar krijgt ook feiten te verwerken over Nederlandse gebruiken, alsmede een brokje cultuurhistorie. De heer Mourik verklaart de belangstelling voor de cursus met een verwijzing naar de groei van het toerisme. „Ook commerciële overwegingen en niet te vergeten grenscontacten bevorderen de belang stelling voor het Nederlands. Zo heeft de AKU, die filialen heeft in Wuppertal, een deel van de staf daar opdracht gegeven Nederlands te leren." Dat het Nederlands gelijk waardig is aan het Duits, beeft een officiële bevestiging gekregen in het instellen van twee leerstoelen in Keulen cn in Münster. De heer Mourik: „De regering van Nord-Rhein Westfalen heeft in de zestiger jaren gezegd, dat er in dit gebied iets aan het Nederlands 'moest, gebeuren. Deze regering is z.ich bewust van haar verplichtingen jegens de Nederland se cultuur, die al te lang verwaarloosd is. Twee leerstoelen is niet veel, maar het is een begin. In Europa heb je 19 miljoen Nederlands sprekenden en 15 miljoen in totaal die een Scandinavische taal beheersen. Toch zijn er liefst acht leerstoelen Scandinavisch. Dat is een scheve verhouding. De universiteit van Keulen heeft 70 studenten neerlandistiek en die van Münster 30. Aan deze univer siteiten is promoveren op het Nederlands mogelijk, maar zover zijn we nog niet, we hebben wel afgestudeerden Een verdere - niet academische mogelijkheid wordt gegeven door 22 lectoraten aan diverse universiteiten. Hier kan men geen examens afleggen, maar krijgt men niederiludiseli fiir fortgeschritUna Hendrik entjes radio nederiand-hilversum •Prof. dr. K. Heeroma ontdekte tien jaar geleden op een cultuurdag in Bentheim „tot mijn stomme verbazing, dat ik nieuws zat te maken". Prof. Heeroma had op het congres in krachtige taal gefoeterd op het gebrek aan eerbied voor het Nederlands en toeri ontdekte hij dat de pennen van de journalisten in hoog tempo over de bloknoten gleden. Een paar jaar later had Duitsland zijn eerste leerstoel Nederlands, een feit waaraan de verdienste niet alleen wordt opgeëist door prof. Heeroma, „Maar ik heb wel een stoot in de goede richting mogen geven." Prof. Heeroma is bezig met een strijd die hij niet wenst te betitelen als een nieuwe versie van een Quichotiaans windmolengevcchl. „Want er is wel degelijk wat bereikt. In 1960 was er niets. Nu zijn er twee leerstoelen." „Men moet zich in Duitsland bewust worden van het feit dat het Nederlands zeker zo belangrijk is als het Frans. En ik ga pas hoera roepen als het Nederlands een reguliere plaats heeft op het programma van de middelbare scholen. Als je dan een Duitse elite krijgt, die het Nederlands beheerst, dan zal de mentaliteit, dat het Nederlands een soort dialect is, veranderen. Het Nederlands heeft meer sprekers dan alle Scandinavische landen bij elkaar. Toch vindt een Duitser hot Deens en het Zweeds volwaardige talen en het Nederlands niet." JAN KOESEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 13