VERSE GROENTEN IN RUIL VOOR EEN EILAND Hollands feest HOLLANDSE BOEREN PROFITEERDEN VAN LIEFDE VAN DEENSE KONING in Denemarken WESTFRIESE NAKOMELINGEN GAAN FEESTEN OP EILAND AMAGER Een meisje van Amager, gekleed om naar Kopenhagen te vertrekken voor de verkoop vain groenten. ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1971 Denemarken kent een schiereiland met Ne derlandse achtergron den. Amager heet de lap grond waarop zich 450 jaar geleden een aantal Hollandse boe ren vestigde. Op aan dringen van de toen malige koning Christi an de Tweede kwamen vierentwintig agrari sche gezinnen naar Amager, en stichtten daar de kolonie „Store Magleby". Christian de Tweede overlaadde het volk uit West-Fries land en Waterland met de meest uitzonderlijke privileges. Want zijne majesteit had de Hol landers nodig voor het kweken van groenten. Christians echtgenote was Isabella von Habsburg, zuster van Karei de Vjjfdc, die was opgegroeid in Antwerpen. In Dene marken ontbeerde zij verse groenten. Van- Vierhonderdvijftig jaar is een lange tijd. Dat beseffen die van ..Store Magleby" ook. Op 10 september gaat men zich dan ook uitbundig te buiten aan de vie ring van dit jubileum. Eregasten zijn prinses Beatrix en prins Claus, die een bezoek zullen brengen aan Amager. Zij worden daarbij vergezeld door koning Frederik en koningin Ingrid van Denemar ken. Na de officiële ontvangst door de bur gemeester van Store Magleby zal men naar de kerk ter plaatse gaan alsmede het mu seum van Amager be zichtigen. Vervolgens zullen oeroude volks spelen worden uitge beeld. De Hollanders enigszins ruwe spelle tje. Het zogenaamde „tonslaan" was een ge liefde vulling van de overigens schaarse vrije tijd. Store Mag leby 's huidige burger vader heeft deze sport zelf ook intensief beoe fend. Als jongmaatje sloeg hij in 1946 bij zonder enthousiast op de ton, toen op 8 april van dat jaar kroon prinses Juliana en prins Bernhard het ei land met een bezoek vereerden. Nu ont vangt hij een tweede kroonprinses op waar- Het Deense ministerie van Buitenlandse Za ken heeft zich tot het zelfde departement in Nederland gewend met het verzoek om de komst van nog een de putatie uit Nederland te bewerkstelligen. De bevolking van Amager is in oorsprong voor een groot deel West- fries. Vandaar dat de inwoners van Store Magleby volgaarne een vertegenwoordiging van de „hoofdstad van West- Friesland" Hoorn zou den verwelkomen. Dit zal gebeuren met offi ciële afgezanten en met een voetbalelftal van gemeenteambte- De de na n „Sta- n hun vaandel en zij willen wel eens zien of die van Store Magleby de voetbal even goed weten te behandelen als destijds hun groentezaadjes. Moeder met baby op weg naar de doop plechtigheid in de kerk van Amager. Een vrouw van Amager in haar winterse, zondagse kerkdracht: drie rokken over elkaar met zwarte tuniek- HOORN. Kooplieden zullen leven en dan sterven. Deze waarheid was reeds aantoonbaar in het prille begin van de zestiende eeuw. Toen gaf namelijk een koopman in Amsterdam de geest en liet aan zijn vrouw Sigbrit Willemsdochter en hun Q" hndje Dyveke het leven verder over. Sigbrit was jjt'een avonturierster. Kort na het verschelden van P, haar man keerde zij Amsterdam de rug toe eft 5 1 spoedde zich met Dyveke per schip naar het .Noorse Bergen. In deze havenstad opende de weduwe een kroeg. Temidden van het laat-middeleeuws tumult groeide het meisje Dyveke op en werd een uitermate bevallige maagd. Zoals de dochter tot bloei kwam, zo verging het ook de havenkroeg van moeder Sigbrit. Tegen de tijd dat Dyvekes charme de hoogste glans had bereikt, betrad een heer de knijp. Deze heer zette zich aan tafel en gebood een oorlam voor zijn gevolg. In de loop van de avond kwam men tot de verbazingwekkende ontdekking dat de gast niemand minder dan koning Christian de Tweede van Denemarken was. Zijne hoogheid was incognito en zocht in die hoedanigheid enig .j vertier.; Sigbrit Willemsdochter was er zelf. Toen zij opmerkte welk belangrijk personage zij in haar gelagkamer had, stuurde zij onmiddellijk haar dochter Dyveke op het hoge gezelschap af. Koning Christian had het meisje uit Amsterdam nog niet opgemerkt, of hij raakte in al z'n Deense vuur en vlam. Vanachter haar tap zag de koopmansweduwe hoe de vonk oversloeg. Ze zag tevens dat Christian er, zoals dat 'n goed edelman uit die dagen betaamt, geen gras over liet groeien. Dyve ke werd zoals dat in die tijd gebruikelijk was zijn maitresse, de havenkroeg werd verkocht en moeder dochter gingen mee naar Denemarken. Daar uit. Christian de Tweede heeft geruime tijd mo gen genieten van de prille maar schone bevalligheid van Dyveke. Toen moest hij als banneling plaatsmaken voor zijn opvolger Frederik de Eerste. Maar voordat het zover was heeft „schoonmoeder" Sigbrit haar stempel voorgoed op Denemarken gezet. Dyveke mocht dan wel geboortig zijn uit Amsterdam; blauw bloed bezat zij niet. En zulks werd wel veron dersteld van koning Christian. Derhalve moest dez'e hoogheid, ondanks zijn bijzondere affectie voor het Hol landse meisje, te gelegener tijd uitzien naar 'n levens partner van gelijke komaf. Hij vond deze dame in de persoon van Isabella von Habsburg, een zuster van de oppermachtige keizer Karei de Vijfde. Ze huwden. Maar Dyveke bleef de favoriet van Christian en moe der Sigbrit troonde achter de troon. Voordelig Het huishoudelijk leven van het Deense hof voorzag in copieuze maaltijden, maar niet in kersverse Hol landse groenten. Deze omstandigheid verdroot de ge- indfmalin van Christian ten zeerste. Zij was opgevoed bij haar tante, Margretha stadhouder der Nederlanden. Tijdens deze opvoeding had zij kennis gemaakt met ver se groenten van de allerfijnste kwaliteit. De zouteloos heid van haar Deense huwelijk deed haar die etenswa ren des te meer ontberen. Sigbrit kwam dat ter ore. Zij dacht erover na en kwam tot 'n lumineus en uiterst patriottisch plannetje. Zeer tactisch benaderde zij haar dochter met verhalen over de vaardigheid waar mee de boeren uit het noorden van de Nederlanden verse groenten wisten te kweken. „En of Dyveke soms niet wist hoe Isabella daarop was gesteld. Zou thet Christian niet behagen zijn wettelijke gemalin te kunnen vertederen? In dat geval moest hij met gezwin de spoed een aantal van die Hollandse boeren naar Denemarken halen. Geef ze bijvoorbeeld het eiland Amager, en laat ze groenen kweken.Zoals Sigbrit voorzag fluisterde Dyveke een en ander in het oor van haar aanbidder Christian. En deze wendde zich Prompt tot Poppe Ockezoon, groothandelaar en bankier in Amsterdam. Op dringend verzoek van z'n ho le Deense relatie stelde deze zich in verbinding met enkele boeren uit West-Friesland en Waterland. Onder voordelige voorwaarden stelde de bankier hun ha- en goed in Denemarken ter beschikking. In ruil de groenteteelt zou men op de voorwaarden kun- ingaan. Dit werd gretig aanvaard door 'n aantal Noordhollandse agrariërs, die hun biezen pakten en omstreeks 1516 naar het beloofde land vertrokken. bij koninklijk besluit namen de Westfriezen en Water landers bezit van de boerderijen en landerijen. Vanaf die tijd af kreeg Isabella von Habsburg haar fel be geerde groenten op tafel en kon zij het leven weer lachend aan. Na de val van Christian werd het pri vilege van de Hollanders ietwat gewijzigd. Zij kregen toen de beschikking over Store Magleby, een land- stronk bij Amager. Zielzorger Jacob Hummer vertaal de plaatsnaam in 1730 met: „Groote Magledorp". I)e Westfriezen en Waterlanders vierentwintig ge zinnen in totaal moesten zorgen voor zoveel groen ten als men aan 't hof wenste te consumeren. Dat was alles. Tegen betaling van 300 mark konden zij voor eeuwig beschikken over hef land van Amager. Nederlandse boeren toonden zich bijzonder bedreven en uitermate werkzaam. Ze maakten gebruik van kweekmethodes die tot dan toe onbekend waren in De nemarken. Ze leverden groenten en zuivelprodukten Behalve boerderijen en land kregen de Westfriese en Waterlandse boeren bij hun aankomst op het eiland Amager ook een kerk ten geschenke, die de immigranten later door een nieuwe eigen bouw en eigen stijl vervingen. aan het hof en langzamerhand aan de gehele Deense hoofdstad. De reputatie van Amager als „de voorraad schuur van Kopenhagen" groeide gestaag. Dank zij hun ongebreidelde arbeidslust en zuinigheid in het da gelijkse leven werkten de Nederlanders zich op tot grote welstand. Hierbij moet uiteraard worden be dacht dat zij hun boerderijen op zeer voordelige voor waarden hadden verkregen. Het duurde echter nogal wal jaren voordat de verjaagde Deense boeren de nieuwkomers tolereerden. Er werd aanvankelijk met hyperschele ogen tegen de Hollanders opgekeken. Toen de Nederlandse immigranten naar Amager gin gen. namen zij hun eigen dominee mee, omdat zij zich niet in het Deens konden laten stichten en bovendien was het voor hen een grote steun in den vreemde een eigen dominee te kunnen raadplegen. De moeilijkhe den begonnen echter te rijzen toen de opvolger van de dominee gekozen moest worden. Twee factoren zijn hier van belang geweest. Hierbij heeft de dogmatiek een beslissende rol gespeeld. In Denemarken was na de hervorming een nieuwe kerkregeling van kracht tengevolge waarvan de Deense kerk uitsluitend aan hangers van het evangelisch-luthers geloof mocht be vatten. Maar in Nederland vormden de calvinisten de grote meerderheid, en omdat dominees die zich tot de leer van Calvijn bekenden ongewenst waren, werd besloten dominees van binnen de grenzen van het toen malige Deese rijk te kiezen. Er waren ook de taal moeilijkheden. Dit probleem werd opgelost door in hoofdzaak dominees te beroepen uit Holstein en Dit- marschen, landstreken die toen tot het Deense rijk be hoorden. Hier was de heersende taal het toenmalige Duits. De Duitssprekende dominees hebben op de taal in Store Magleby grote invloed uitgeoefend. De Nederlandse taal werd vermengd met Platduits en Hoogduits. Daarnaast maakten de Nederlandse pio niers zich lanngzaam de Deese taal eigen. Vanaf 1811 werd de godsdienstoefening dan ook in het Deens go- toen volledig onder de knie houden, welke taal had. Nakomelingen De Nederlandse kolonie op Amager is niet alleen go schiedenis. Nog steeds leeft er een groot aantal nako melingen van de immigranten uit West-Friesland en Waterland. Veel is door de generaties trouw bewaard gebleven. Dit betreft vooral de Nederlandse voorna men. Uit de stamboeken blijkt duidelijk dat zij tot de huidige generaties in erfenis zijn overgegaan: Neel, Grith, Aght, Marchen, Trcin-Dirk, Zibrandt. Teis. Chrilles. Wibrandt, Cornelis. Geert, Pitter. Isbrandt. Willem en meer van die namen zijn normaal in de families van de Nederlanders op Amager. De Nederlanders hebben karakteristieke klederdrach ten gedragen toen ze naar Denemarken zijn gekomen. Ze waren eenvoudig en bescheiden, maar toen de wel stand toenam werd de kleding rijker versierd en dus kleurrijker. Dat was vooral het geval met de dames kleding. De mannen waren conservatiever. Volks drachten van Amager raakten buiten gebruik in hoi midden van de negentiende eeuw, maar veel móóie klederdrachten werden door de bewoners bewaard. Store Magleby kenmerkt zich nog in erg veel dingen als een typisch Nederlandse kolonie in Denemarken. I)e wrok van het Deense volk over de komst van de Hol landers heeft reeds lang plaatsgemaakt voor een uwsgierige aandacht uaarmee de historie van de- opmerkelijke ..enclave" wordt bestudeerd. De cul- ir rond het eiland is doorspekt met motieven van Store Magleby. Gesteld kan worden dat de Denen iet- at trots zijn op „hun" Westfriezen en Waterlanders, ■aarom wil men 't vierhonderdenvijftigjarig jubileum an de kolonie graag met luister en nationale belang stelling vieren. KO BOOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11