mysterie van Nederlandse zwemmerij
LEX SCHOENMAKER
au'-
5 f! X -9 1
de man van het kwartier
--SS w-
Anke Rijnders (links). Zij combineert haar
specialiteit (100 meter vrije slag) met een indruk
wekkend „vlindernummer". Zo sterk is ze op dit
onderdeel al geworden dat insiders haar de
rol van Ada Kok in Mexico toedenken.
Hansje Bunschoten (rechts). Zij is de „koningin"
van de vrije slag. Hoewel de Naardense zwemster
op de sprint net iets tekort komt voor een hoofdrol
excelleert ze op de langere nummers. Het Europees
record op de 400 meter is daarvan een overtuigend
bewijs-
In Bratislava loopt momenteel een sport „sportspion"
rond. Het is de statige chef-trainer Heinz Fiebig, die in
opdracht van het Oostduitse bondsbestuur op de finale
van de Europacup, zonder meer het voornaamste
seizoenevenement voor de KNZB en voor de buiten
landse zwemnaties, het Grote Mysterie van Nederland
moet uitzoeken. Hoe kan een naar onbeduidendheid
afgezakt zwemrijk twee jaar geleden ontsnapte
Oranjes damesequipe nog aan degradatie uit de A-
groep anders zó snel weer opstaan als een inspira
tiebron voor <Je DDR (titelhouder), West-Duitsland, Rus
land en Hongarije. De lastige opgave van Heinz Fiebig
heeft niet ten doel dit seizoen nog correcties in de
Oostduitse zwemploeg aan te brengen, want daar is het
veel te laat voor, maar om aan de weet te komen hoe
straks, op de Olympische Spelen in München een einde
kan worden gemaakt aan de glorerende opmars van
Hansje Bunschoten, de Europese recordhoudstcr. en
Anke Rijnders, de vlinder- en vrjjcslag koningin.
Wel een heel duidelijk bewijs met hoeveel spanning
het buitenland de sensationele ontwikkeling in Neder
land volgt.
Heinz Fiebig kreeg veertien dagen geleden, in Rotter
dam. de schrik van zijn leven. Na de Europese jeugd
kampioenschappen spoedde de verontruste Oostduitse
chef-trainer zich met het eerste het beste vliegtuig
naar Oost-Berlijn terug om zich te gaan bezinnen op de
heroriëntatie van de totale aanpak van het zwemmen.
Toen al liet hij duidelijk merken dajiig verbaasd te
zijn over de vooruitgang van de twee Nederlandse:
zwemcracks, van wie hij het vorig jaar pas voor het
eerst hoorde. Welk- geheim school achter deze sensatie?
„U kunt me geloven of niet", zei hij vlak voor zijn
vertrek vanaf Schiphol, „maar we hebben deze opmars
van het Nederlandse zwemmen voelen aankomen. Ik
krijg alle tijden, die in uw land gezwommen worden,
door. Toen we hier naartoe gingen, wisten we daarom
dat een paar meisjes de achterstand op verschillende
nummers hadden ingelopen. Maar dit, wat in Rotter
dam gepresteerd werd, wist en verwachte niemand".
De somberheid op zijn gezicht was in het „kille"
Bratislava nog groter. Wald Kraiburg, het Beierse
rustoord, had de „Achterban" van Oranjes zwemtop
met een verbluffend gemak aangegrepen om de wereld
te tonen dat Nederland niet met twee, maar met een
fiks legioen zwemtalentén bezig is het nationaal pres
tige op te vijzelen. Zeven Nederlandse records ver!- Hei-
je namelijk niet als in de breedte weinig of geen
vooruitgang wordt geboekt. Vooral dat aspect van- de
„diepte" zette de Oostduitse leiders aan het denken.
Hansje Bunschoten en Anke Rijnders zo snel naar
voren schuiven, ala dat kan nog. maar nog meer
zwemsters (mers) in topvorm brengen, is een staaltje
van een perfecte aanpak, die het buitenland van
Nederland nog niet had verwacht.
Om eerlijk te zijn: De zwembondsadviseurs en de
clubtrainers, die sinds begin 1969 een voorbeeldige
samenwerking erop nahouden, kijken zelf het meest op
van de snelheid van hun tóppupillen. Zij hadden zulke
successen op de Europese jeugdkampioenschappen en in
Wald Kraiburg nooit voor mogelijk gehouden. Zelfs nu
nog knaagt een tergende onzekerheid aan de Oranje-
ploeg. Nico van Dam, die weet dat in Bratislava zijn
pepmiddeltjes niet meer zullen werken, vertolkt de
voorzichtigheid: ..Ik knijp hem als een ouwe dief dat
de terugslag juist op dit moment, zal komen. Je weet
voor jezelf dat het zo niet kan doorgaan". Het is
daarom goed geweest, en Ma Bunschoten en Wout
Gerritse beamen dat tenvolle, dat Hansje Bunschoten
en Anke Rijnders zich even hebben ingehouden voor
hel Europa-cupfestijn. „De motor is de afgelopen veer
tien dagen in een omgeving, die ze kennen, weer
opgeladen. Dal was het beste". Een andere kant kon de
Koninklijke Nederlandse Zwembond moeilijk heen.
„Door die zwemmerij verliezen de meisjes al veel
studietijd", redeneerde Ankes vader na afloop van de
„nationale" in de Haagse zwemlempel Overbosch. „Daar
om is het van belang, dat ze vooral de eerste schoolweek
van het jaar volledig kunnen meemaken. Ze leren dan
iedereen kennen met wie ze vele maanden moeten om
gaan. Dat moei je niet verstoren door ze er weer een
week tussenuit te halen".
Wellicht licht deze uitspraak een tipje van de sluier op,
waar Heinz Fiebig naar op zoek is. Terwijl de sport op
de Amerikaanse universiteiten wordt ingepast in het
lesrooster, en achter het IJzeren Gordijn eveneens
een bevredigende oplossing is bereikt voor deze combina
tie. werpt de bijna vijftienjarige HAVO-scholiere Anke
Rijnders uit Amersfoort zich op als een lichtend voor
beeld voor de Nederlandse zwemsport. Zij haalt name
lijk op beide fronten maximale cijfers. De man achter
deze verantwoordelijke „dubbeltaak" is Wout Gerritse,
een ambitieuze onderwijzer, die bovendien de gave en
het geduld heeft zich in deze problematiek volledig in
te werken. Hij komt tot de slotsom dat de school en de
sport bij een goede begeleiding gemakkelijk kan sa
mengaan. Daarbij wel uitgaande van een „normaal"
seizoen. Voor het jaar vóór de Olympische Spelen
maakt hij echter een uitzondering. Het is dan godson
mogelijk zich op twee doelen le richten. Daarom
constateert Wout Gerritse: „Dan moet er echter een
keuze gemaakt kunnen worden. Of sport. Of studie.
Dat lijkt erger dan het is. Voor mij mag een kind
gerust een studiejaar achterreken als ze in die periode
wil streven naar deelname aan de Olympische Spelen.
Door topsport leer je nu eenmaal vechten en door die
mentaliteit kan je dat jaar later ook weer gemakkelijk
Een uitspraak, waar vele onderwijskrachten vreemd
tegenaan kijken.'De studie genoot tot nu toe bij de
meesten de hoogste prioriteit, Qok als het belang van
de sport werd geschaad. Studeren doe je nu eenmaal
voor de toekomst, topsport bedrijven niet, was de
gedachte, die er achter schuit ging. Maar langzaam
maar zeker verandert deze situatie en ontstaat er in de
onderwijskringen meer begrip voor de problematiek
van de topsport. Cees de Vos, de coördinator van de
KNZB, is de man, die deze geleidelijke ontwikkeling
ten gunste zeer sterk ervaart, in zijn contacten met de
schoolhoofden die het laatste jaar uitgroeiden tot een
voortreffelijk samenspel, heeft hij nergens écht nul op
het rekest gekregen. „Integendeel zelfs. Ik heb de
ervaring opgedaan dat iedereen van goede wille was.
Waar een regeling mogelijk was, kwam die er".
Deze medewerking is een belangrijke stap vooruit
geweest. Het was onmiddellijk te merken aan de
resultaten „Rotterdam" werd door toedoen van dé Twee
en de Haagse rugslagspecialiste Josien Elzei-man omge
doopt tot het grootste succes na Leipzig 1962, waar de
Australische coach Carlisle zo succesvol debuteerde.
Nederland en Hongarije stonden op dat „toekomsltoer-
nooi" op een eenzaam plafond. Rusland, altijd een
dominerende natie bij het jeugdzwemmen, haalde
slechts één gouden medaille, Frankrijk ging met welge
teld één zilveren plak naar huis en Groot-Britannie
kwam tot een zilveren en twee bronzen herinnerings
medailles. Deze „oogst" stak schril af tegen de tien
ereplaatsep) die de Nederlandse zwemmerij in haar
In „Bratislava" moet aangetoond worden, dat de glorie
van de EK in de Maasstad geen zaak van uitschieters
was. Mét nog sterkere tegenstand (vooral de Oostduitse
Wetzko zal voor Anke Rijnders een inspirerende tegen
standster worden; beste lijden van beiden: 60.4 en 60.5)
kan men van alles verwachten. Echt bang voor een
debacle is Oranjes zwemequipe niet. Iedereen weet, ook
al zou de strijd om de Europacup mislukken, dat de
maanden, die achter ons liggen, meer hebben gebracht
dan men had durven hopen. Het zwemseizoen kan, om
het eens zo te zeggen, dus eigenlijk niet meer eindigen
zoals het begon: Met een berg pessimisme.
HANS DE BRUYN
i —v- TSgfe.'saui#
- 'A
„Tegen PSV kreeg ik die bal
lekker op mijn linkerschoen en hij
hing meteen. Maar rechts kan ik
harder schieten". Dit is zo'n „actie
van rechts" van Lex Schoenmaker,
pal nadat hij tegen PSV had ge
scoord. Weer dook de bal tussen
de Eindhovense verdedigers door
maar ditmaal had Jan van Beveren
hem té pakken.
DEN HAAG Twintig jaar geleden brak Lex Schoenmaker zijn linkerbeen op
twee plaatsen. Maar met zijn miniatuurgipsbeentje liep hij toch te voetballen in
de gang. Twintig jaar later schoot Lex Schoenmaker met zijn linkerbeen zo hard.
dat ster doelman Jan van Beveren de bal niet eens zag en PSV met 10 van
Feijenoord had verloren. De weck tevoren scoorde Lex Schoenmaker tegen NAC
het doelpunt dat Feijenoord de volle winst opleverde. Nuchter rekenend kan wor
den geconstateerd dat de „nieuweling" in de Rotterdamse formatie, in het laatste
kwartier ingezet, tweemaal een punt voor zijn ploeg heeft veroverd. Zo ver
wil hij zelf niet gaan. „Ik ben blü dat ik al wat terug heb kunnen doen en hel is
leuk dat je meteen kunt meedraaien. Dat wist ik trouwens al toen ik in de
oefenwedstrijd tegen Arsenal een kwartier werd ingezet. Het lukte meteen lekker.
Lex Schoenmaker, tot nu toe de „man van het kwartier", die door een deel van
het publiek dat weer met golven de Kuip binnenstroomt ten onrechte wordt ver
geleken met Joop van Daele die het ook van de laatste kwartiertjes moest hebben,
en door een ander, veel groter deel, met gejuich wordt begroet als hij zyn entree
Er werd in het duel met PSV sme
kend geroepen om „Lexy, Lexy" toen
het begeerde doelpunt uitbleef. En
Lexy deed wat van hem werd ver
wacht: scoren. Hij wil dat graag wat
relativeren. „De bal kwam lekker aan
en zat meteen goed op mijn schoen.
Overigens kan ik rechts harder schie
ten, dat wel. Ik heb het meer dat ik te
gen Jan v. Beveren mooie doelpunten
maak. „Toeval natuurlijk". Wederom
nuchter bekeken zou geconstateerd
kunnen worden dat Feijenoord heeft
gevonden wat het zocht na het ver
trek van Ove Kindvall: de speler die
de doelpuntenproduktie op gang kan
houden. Tweemaal een kwartier spelen,
twee keer scoren. Wat van Matthias
Maiwald werd verwacht, deed Lex
Schoenmakei
l vijftien mimi-
Voorzichtig zijn woorden wikkend
hij wil voor geen geld de indruk
wekken dat hij zichzelf een kroon op
het hoofd zet helder de situatie
overziend „ik wist toch tevoren dat
je maar met elf man kunt spelen"
draait Lex Schoenmaker de korte film
van zijn sprong naar de top van het
Nederlandse voetbal terug
Met zijn elven
Eerst en vooral wil hij dit kwijt: „Ik
heb het buitengewoon naar mijn zin,
buitengewoon. Het is groots, eigenlijk
ongelooflijk zoals alles bij Feijenoord
in orde is. Het is een bedrijf maar hel
is er ook menselijk. Feijenoord i6 in
wezen niet wat algemeen als een club
wordt beschouwd maar toch is het
dat. Dat tekent juist de kracht van
Feijenoord. De jongens staan allemaal
voor elkaar. Als er een wat minder
speelt maar hij heeft ervoor geknokt,
wordt er geen woord over gesproken.
Dat wordt dan door de anderen wel
opgevangen. Ze staan er met zijn el
ven. De meeste spelers hebben aan
passingsmoeilijkheden als ze ergens
anders gaan voetballen. Die heb ik
ook gehad, qua voetbal. Maat- niet wat
de jongens betreft. Ik heb nooit het
idee gehad dat ik in een sterrenelftal
terechtkwam. Er lopen sterren rond
en wat Voor, maar het zijn allemaal
doodgewone jongens. Als je op het
veld een Van Hanegem ziet, denk je:
ongelooflijk wat die met een bal
Buiten het veld zijn sterallures hem
vreemd, en alle anderen. Dat is voor
Lex Schoenmaker min of meer een
openbaring geweest, misschien ook
een geruststelling hoewel hij goed
wist wat hij deed en dat altijd be
geerde. Toen er sprake was van zijn
overgang naar Feijenoord zei hij:
„Dat is het natuurlijk, in een topclub
spelen. Dat heb ik altijd gewild".
Vroeger, in de jaren dat hij als aan
komend spelertje in de Haagse vere
niging VDS speelde, waar zijn vader
ook triomfen had gevierd, 'toen hij bij
de jongsten van ADO werd ingelijfd
en een carrière langzaam begon le
gloren, liet hij in een verloren ogen
blikje thuis wel eens los: „Als je toch
in zo'n club mag spélen...".
Bij een topclub
Lex Schoenmaker speelt nu bij zo'n
club. Op de tribunes bij FC' Den Haag
werd na het bekend worden van de
transfer gemompeld dat Lex Schoen
maker in het kielzog van Ernst Hap-
meegezogen
„Dat heeft
Huppel wegging bij AÜO.
ik het seizoen .daarop toch topscorer
Als een ander trainer bij Feijenoord
zou zijn geweest, was ik ook gegaan
Het is immers Feijenoord' Ik geef toe
dat hel wat heeft bijgedragen maai
het was niet van overwegend belang
lk heb altijd bij een topclub willen
spelen. Twee jaar geleden is Ajax
geweest. Ik weet nu nog niet precies
waarom het niet is doorgegaan. Dat is
ook een topclub en als er niets tussen
was gekomen, zou ik daarheen zijn
gegaan. Hoewel een dergelijke club
ook financieel aantrekkelijk is, en dat
is zeker belangrijk, (Lex Schoenmaker
gaat op 6 oktober trouwen en zijn
financiële basis is dus wel goed) gaat
het er evenzeer om dat je de top hebt
bereikt en dat heb ik bewust nage
streefd. Toen Feijenoord kwam, heb ik
niettemin overleg gepleegd met Guus
Haak, die grote ervaring heeft en veel
goede raad heeft gegeven- ADO deed
een tegenvoorstel, maar Feijènoord gooi- -
de er een schepje op en loen was hel
voor ADO financieel niet meer haal
baar".
Die promotie naar de top resulteerde
niet in een rechtstreeks opnemen in
de lopelf. „Nee, Ik heb tegen Assen
meegedaan. Willem van Hanegem was
toen geblesseerd. Ik moest aan de
rechterkant spelen. Moeilijk, die eer
ste wedstrijd. Ik heb drie wedstrijden
in het B-team gespeeld en vijf doel
punten gemaakt. Tegen NAC speelde
De pendeldienst tussen Den Haag
en Rotterdam-zuid om de training te
volgen, is straks verleden tijd. In de
nieuwe stad", vlak bij het stadion,
betrekt Lex Schoenmaker een flat als
hij op 6 oktober is getrouwd. Tot dan
toe is het met de snelle wagen bijna
elke dag naar de training. „In het
begin hebben toe keihard getraind,
veel conditie gemaakt. Voor de rest,
spelen we een partijtje. Dan kun je
zelf allerlei dingen proberen. Maar
pingelen is er niet bij. Het is geen
fla.uwekulpartijl.je: bloedserieus. De
jongens kunnen niettegen hun ver
lies en ze gaan er dus allemaal hard
tegenaan. Je kunt hel eigenlijk geen
partijtje noemen. Hel is een echte
wedstrijd onderling".
ik samen met Maiwald in de spils,
legen PSV dat laatste kwartier al
leen". Lex Schoenmaker een spitsspe-
Hïj analyseert zichzelf: „Ik dacht van
mezelf dal ik niet zo snel ben, ik
bedoel geen hardloper, geen sprinter.
Maar het valt nogal mee. Ik heb
trouwens bij ADO ook meermalen als
echte spits gespeeld, o.a. tegen Feije
noord en PSV".
Maar Feijenoord trok niet Maiwald al
eeri spitsspeler aan. Schoenmaker: „Ik
heb geen concurrentiestrijd met Mai
wald. Waarom? Ik wist toch, toen ik
kwam dat je met niet meer dan elt
kunt spelen. Don zit ik op de bank
maar je staat er niet bij stil dat je
niet in het veld bent. Ik denk wel
eens dat ik iets anders zou hebben
gedaan, dat wel. Dan zegt Happel
ineens dat je je moet gaan warm
lopen. Dot weet je ook niet tevoren of
je er tenslotte nog inkomt. Als je dan
een doelpunt maakt, en het was tegen
PSV ook nog een mooi, praten de
jongens daar later even over, Even
maar. Het is allemaal heel professio
neel. Maiwald heeft me gefelici
teerd".
„Ik weel wel dat ik bij dc groep van
dertien, veertien man zit, Je kunt
tegenwoordig een wedstrijd niet meer
met elf man uitspelen Dat eist de
tactiek. Feijenoord heeft een basisop
leiding maar er zijn er zo'n stuk of
vier die gelijkwaardige krachten zijn.
Er moeten ernaast staan, dat is niet
anders. Dal wil niet zeggen dat ik er
niet alles aan zal doen om erin te
komen, voor vast. Anders heb je toch
geen eerzucht? Maar het moet groei
en, ik moet de jongens helemaal leren
kennen. Dal vergt tijd en dat heb ik
aanvaard loen ik hel contract teken-
Weer andere
Een overeenkomst die Lex Schoenma
ker in de allerhoogste regionen bracht
want het aantal topclubs is voor hem
op als hij tot twqe heeft geteld: Feije
noord en Ajax, „De echte top bestaat
uit twee ploegen. Wat eronder komt.
speelt natuurlijk ook goed maar het
zijn niet de „meesters in de kunst".
Ook PSV is in mijn ogen nog geen
topclub. Er lopen wel klinkende na
men in rond maar het lijkt of ze let-s
missen. Overigens heb ie tegenwoor
dig geen clubs meer die een makkie
zijn. Zondag tegen NEC is tóch weer
een toppertje. Kijk eens naar de
ranglijst, Er staan weer andere clubs
bovenaan dan vorig seizoen. Leuk
voor DWS anders".
Lex Schoenmaker, lot nu toe „man
van hel kwartier" bij Feijenoord,
heeft zijn capaciteiten nog nooit geho
noreerd gezien met een „nationaal
shirt". Bij Feijenoord—PSV liep
bondscoach Fadrhonc rond, op zoek
naar spelers voor Jong Oranje. Op
maandag 23 augustus werd Lex
Schoenmaker vierentwintig jaar en in
Jong Oranje (tot en met 23) mogen
twee spelers boven die leeftijd worden
opgesteld. De net „overjarige" Schoen
maker behoort tot die kandidaten.
Er is ook voor hem nog iets boven de
bereikte top
HERMAN VAN BERGEM