Radja Belanda u NAAR DE GORDEL VAN SMARAGD PIJN VAN HET ,MERDEKA' GAAT VOORBIJ treS Bangkok ZIEK MAAR BEVALLIG Snoepje VOOR MILIEUVERBETERAARS ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1971 - "'iM- HAAG Het staatsiebezoek, dat koningin Juliana en prins Bern- - iard volgende week aan Indonesië zullen brengen, is een even waardige Is definitieve afsluiting van het koloniale en turbulente postkoloniale tijd irk. Dit bezoek is de meest nadrukkelijke bevestiging van wat Nederland, in het algemeen slechts node en schoorvoetend aanvaard heeft, namelijk qS 1 dat Indonesië, het oude Nederlands-Indië, een vrij en onafhankelijk land is. atmosfeer tussen Nederland en Indonesië is opgeklaard; het noodweer voorbij. De laatste donderslagen rolden weg toen de kwestie- Nieuw- nea, thans Irian Barat, afgedaan was- Sedertdien hebben de opkla- ïeer 'eri meet" dë overhand gekregen. taram, die ieder op hun beurt een rol van grote betekenis hebben ge speeld. Houtmans reis was geen pleziertocht, maar noodzaak. Als gevolg van het conflict met Spanje was Lissabon als overslaghaven voor wat men later „koloniale waren" zou noemen, verlo ren gegaan. De val van Antwerpen verlegde het zwaartepunt van de han del in de Nederlanden naar Amster dam. De Hollanders maakten zich niet alleen op om de wereldvrachtvaart in handen te nemen, maar ook om de Portugezen van hun handelsroutes naar en uit hun steunpunten in het Verre Oosten te verdrijven. Vanaf die gedenkwaardige junidag in 1596 raak ten de histories van Nederland en Indonesië steeds nauwer met elkaar eerste ontmoeting tussen Neder- en het eilandenrijk, dat thans [donesië heet, had plaats op een ju- flag in het jaar 1596, toen Houtmans hepen het anker lieten vallen voor kust van Bantam. Voordien hadden ide landen hun eigen historische ig bewandeld. Toen het land Neder- nd in zijn tegenwoordige gedaante ig gevormd moest worden, liep op iva reeds de oudste mens, de pithe- ntropoïde Javamens rond, wens In overblijfselen gevonden zijn in de bed ding van de Solorivier. En in de tijd dat een deel van het mensdom in West-Europa nog in dierenvellen wandelde, werd in Midden-Java het schitterende boeddhistische monument, de Boroboedoer opgetrokken. En ter wijl Nederland zijn Karolingers en zijn graven Floris en Dirk verwerkte, kwamen en gipgen de machtscentra in Indonesië: de rijken Sriwidjaja, Kediri, Singosari, Modjopahit en Ma- Imperium De oude Hollanders hebben zich nooit druk gemaakt over het stichten van een imperium. Ze hadden maar één interesse: het vestigen van monopolies en deze, zo nodig, met de wapens te verdedigen, en uit te breiden. Daartoe dienden de forten die zij her en dei- bouwden in strategisch belangrijke, maar doorgaans door malaria geteis terde kuststreken. Het moderne Djakarta levert een druk straatbeeld met veel verkeer over brede boulevards. slingert", zoals de meesten van ons dat gekend hebben, heeft eigenlijk pas in de vorige eeuw zijn definitieve vorm gekregen. Noodzakelijke uitbrei ding van de handelsbelangen, de in dustriële revolutie, de verarming van Nederland na de Napoleontische tijd en de afscheiding van België noopten tot een andere aanpak in het overzeese gebied. Dat ging niet zonder moeilijkheden. De Java-oorlog tegen de prins-mysticus Diponegoro redu ceerde de macht van de middenjavase vorsten (Soerakarta en Djokjakar ta) tot vrijwel nihil. Expedities tegen Bali, Lombok en Amboina (Ambon) bevestigden het gezag in de buitenge westen. Alleen Atjeh (Noord-Sumatra) bleef tot het bittere einde weerstand bieden. Heden ten dage verwerpt men, te recht, koloniaal bezit als iets immo reels. Dit is het gevolg van een gees telijke evolutie die de begrippen natio nale vrijheid en persoonlijke vrijheid meer reliëf gegeven heeft. Het is ge makkelijk om, terugblikkend, oordele.i te vellen. Er is een tijd geweest, dat koloniaal bezit even normaal als be nijdenswaardig was. Het Duitsland van voor de laatste oorlog beschouwde het niet hebben van koloniën als een van de aanleidingen om een oorlog te beginnen. Maar van één ding waren de Nederlanders overtuigd: koloniën moesten nauwgezet en rechtvaardig bestuurd worden. Ze waren ook nog van iets anders overtuigd: alleen Ne derlanders waren daartoe in staat met uitsluiting van de onrijp geachte au- lochtone bevolking. De Engelsen hebben ..de kolonie' altijd als een soort doorgangshuis beschouwd Men ging er heen als onderdeel van een militaire, financiële of handelscarriè re Ze bleven ongenaakbaar in hun sociale burcht en keerden terug naar waar zij thuis hoorden: good old Eng land Tweede vaderland Zo niet de Nederlander Voor hem was Nederlands-Indië een nieuw en tweede vaderland. Hij werd er soms geboren en stierf er niet zelden Te rug in het oude moederland werd hij bevangen door een diep en intens heimwee, naar de machtige natuur ginds onder de evenaar, naar de vriendelijke welgemanierde bevolking en naar het goede leven met ruime horizonnen. Hij vereenzelvigde zich met het land. Niet zelden sloot hij, al dan niet gewettigd of ingezegend, ver bintenissen voor het leven met vrou wen van het land. En zo die verbinte nissen wat kortstondiger waren, dan was hij bereid het nakomelingschap te erkennen, dat dan ook dezelfde rech ten kreeg als de kinderen uit een later, officiëler huwelijk. Hij was om ringd door vakkundige en in het alge meen onkreukbare ambtenaren: con troleurs, assistênt-residenten, residen ten, gouveneurs, met hoog boven al len, de landvoi gd. wiens wil wet was en die slechts verantwoording verschuldigd was aan een schimmige Staten-Generaal, ver weg in het moe derland. Hij wist zich lid van een mild heersende klasse, die een land heerachtige staat kon voeren, zoals in eigen land nauwelijks mogelijk was, omringd door een staf van weinig- eisend personeel. Hij was ook bereid hard te werken, ook in het belang van de bevolking. Hij legde wegen en irrigatiewerken aan, bouwde zieken huizen en zag streng toe op een rechtvaardige rijstverdeling. Kortom hij hield van het land kon zich niet voorstellen er ooit verdreven te kunnen worden. „Wij zijn hier al zo'n paar honderd jaar en wij zullen hier ook nog wel een paar honderd jaar blijven", zei gouverneur-generaal De Jonge. Een aantal jaren later lo genstraften de explosies in Pearl Har bour deze wat slordige uitspraak. Nationalisten Maar de liefde tot het land deelde de Nederlander met de Indonesische na tionalisten, wier stem in de jaren voor de oorlog steeds nadrukkelijker ge hoord werd. En toen de droom van het Japanse imperialisme in de radio actieve rook van Hirosjima en Naga saki opging en het „Sekali merdeka, tetap merdeka eens vrij, altijd vrij" door de archipel schalde, was hij gekwetst en boos, dat zijn goede be- Naast het moderne centrum kent Djakarta ook wijken als deze, waar armoedige optrekjes de gevolgen laten zien van een te snelle trek van het platteland naar de stad. doelingen niet begrepen waren en c het „groots dat hij verricht had" handen zou vallen van hen over v hij zolang zo goed dan wel geregéérd had. De Amerikaan Louis Fisher omschrijft het in de jaren vijftig als volgt: „De Nederlanders zijn een halsstarrig en onbuigzaam volk. Het motto van hun staat, dat hun militairen op de uni- fromen dragen, luidt „Je maintiendrai" (Ik zal handhaven). Een volk dat schier onbewoonbare moerassen tot een rijk en welvarend land heeft ge maakt en de zeebodem heeft veran derd in vruchtbare akkers, moet wel koppig, taai, aan zijn bezittingen ver knocht, conservatief zijn.De Neder landers voelen zich nooit van Indone sië gescheiden. Het zit hun nog in het bloed. Ze verlangen er naar. Ze spre ken innig en bewogen over het land, hartelijk over zijn bevolking en ver bitterd over zijn regering. Hun wo ningen zijn gevuld met batiks, Bali nees houtsnijwerk, wajangpoppen en andere herinneringen. Hun harten zijn vol weemoed. Dat alles doet pijn en pijn verandert liefde vaak in haat. Ze haten de politici die hun de onaf- afgedwongen heb- De nachtmerry is voorbij. De doden zjjn begraven. De jaren hebben de haat getemperd. De verbitterde gene raties over en weer zijn aan het uitsterven. En nu komt dan, voor het eerst in de honderden jaren gezamen lijke historie een „radja Belanda", een Nederlandse koning(in), die een taal spreekt, die daarginds nog niet geheel en al verleerd is. De weg voor een hartelijk welkom is ten dele reeds bereid. Nederland heeft zich met graagte geschaard in de rij van de landen die Indonesië uit zijn grote economische moeilijkheden wil halen. Het stelt zijn instellingen open' om verpleegsters en andere broodno dige deskundigen de onontbeerlijke kennis te laten opdoen en is in verre en naaste toekomst bereid zich in nieuwe projecten te verdiepen, zoals het ene vrije land jegens het andere vrije land in de hedendaagse wereld dat als een vriendenplicht be schouwt. Moge het bezoek zijn als Gorters Mei: een nieuwe lente: een nieuw ge luid. A. van Grinsven ?sn? De jacht op groot wild wordt door hooggezetenen vanaf olifanten- iggen geleid. ngkok, de grootste stad van Zuidoost-Azië, is een rimerende, overladen conglomeratie van meer dan 'rlieï8 m*U°en mensen, in een vloek en een zucht ^ef Wezen aan de oevers van een verontreinigde rivier. tr[. dden in een oninteressante vlakte. Het is de optel- De beroemde drijvende markt van produkten „aan de man". Vrouwen en ook wel kinderen brengen hier dagelijks hun De koninklijke bark, waarin hoge gasten door roeiers in ceremonieel tenue over- de rivieren van de stad worden gevoerd. de stad. paar voordelen Bangkok een snoepje voor i j er vuil; de straten staan ;kkt c'er water, de riolen hebben wel wat beters te doen; js i klimaat is onmogelijk; het verkeer doet dat van si; sterdam verbleken; het water is gevaarlijk om te T"ken. De snel groeiende industrie produceert een kgordijn met de kleur van een verkankerde long; Prijzen zijn hoog; de stad stinkt. Kruimeldiefstallen, lit ruptie op hoog niveau en aanmatigende huichelarij ren hoogtij 'och vervult dit ziekelijke stadsbeeld menig buiten- Kier én Thai meer met een gevoel van behaaglijkheid van walging. Zelfs beroepskwaadsprekers geven dat Bangkok valt onder die ongrijpbare categorie steden, die erin slagen groots te zijn zonder een t V jachtige bevolking, zonder grote culturele verwor- iheden en zonder de opwinding van de politiek dei Smachten. Bangkok is een bloedbroeder van New ?rs 'eans, van het Havana van Castro en het Saigon van ■lijt w de oorlog. Bangkok heeft geen begin, geen midden en geen eind. Het doet denken aan een miniatuur-Los Angeles met in de voorsteden vliegende kakkerlakken in plaats van schorpioenen. Waar Los Angeles een rottend klokhuis heeft, bezit Bangkok een Chinese wijk, die in het centrum ligt als een onverteerbaar ettergezwel. In plaats van voorstedelijke valleien heeft Bangkok „Bangkapi", 90 blokken vol restaurants met gegrillde kippen, benzinestations en quasi-Europese eethuizen. Dan is er de Petchburi Weg: kilometers met van schaars verhulde dames voorziene bars, hotels voor eventjes en snack-bars, Bangkok heeft geen stranden maar het heeft een armzalige havenwijk, waar het plezier weinig tijd gegeven wordt: tegen tienen liggen alle zeelieden zoetjes in de kooien en zijn de bars verlaten. Ondanks deze onappetijtelijke vormeloosheid heeft Bangkok een hart. Bangkok is geliefd, omdat het in de grond een blije en loszinnige, opwindende stad is, niet alleen voor de Amerikaanse militairen die wel eens een verzetje willen, maar ook voor de miljoenen Thais, voor wie Bangkok eenzelfde centrale rol speelt als Parijs voor de Fransen. Het wordt allemaal opgesomd door een Bangkok? meisje met een vriendelijk karakter en ruime ideeën Ze is knap, een beetje te veel beschilderd en 18 jaar en ze wacht op een vliegkaartje naar Londen, dat haar Engelse vriend zal 'opsturen: „Het moet daar zo koud zijnMaar wat ik zo graag zou willen weten hebben de Engelsen een sterk hart?" Een sterk hart en goede manieren zijn heel belangrijk in Bangkok. Als je rijk bent, wordt je portefeuille toch maar gestolen en krijg je je credietcards per omgaande post terug. Als je geld op is, rijdt de taxichauffeur je wel voor niets naar huis, al verschijnt hij de volgende dag voor een fooitje. De taxichauffeurs van Bangkok zijn er een illustra tie van, hoe de stad zich slechts gedeeltelijk heeft aangepast aan de tucht van het moderne leven. Zoals de wet dat eist, is iedere taxi uitgerust met een meter Maar die zijn stuk voor stuk voortdurend „defect" Zulke onpersoonlijke apparaten bedreigen de Thaise manier van leven en de chauffeurs hebben derhalve de draadjes doorgesneden en de knopjes kapotgeslagen. De prijzen worden daardoor niet beïnvloed, want dic- Icomen na een nauwgezet proces van loven en bieden tot stand. Zoals een nieuwkomer het uitdrukte: „Het is alsof je op persoonlijke basis diplomatieke betrekkin gen begint met de hele stad". Een van de mysteries van Bangkok is, hoe dezt uitermate onaantrekkelijke stad erin slaagt om er in gidsen en op briefkaarten uit te zien als een kruising van Tahiti en Bali. Het antwoord is tweevoudig. Hel afzichtelijk geheel wordt telkens even opgehaald dooi de kleuruitbarstingen en de rustieke hoekjes, waar de Thai, zo van houdt. Vlak naast de varkensingewanden worden orchideeën verkocht. Kleine jongetjes verkopen tegelijk met kranten bloemenkransen aan de automo bilisten. En de Thais zelf zijn uitermate fotogeniek. Terecht wordt Thailand het Land van de Glimlach genoemd al kan die glimlach van alles betekenen: Ja, nee' ik vind je aardig, ga alsjeblieft weg. Als je daar bezwaar tegen hebt, kun je beter het eerste vliegtuig pakken. Van de miljoen kostwinners in Bankok verkrijgt een minderheid haar inkomsten uit de primaire sectoren transport, ambtenarij, lichte industrie en klei ne handel. De relatieve rijkdom van velen berust op het vermenigvuldigende effect van het bui tenlandse geld, dat de stad meer door gerieflijke omstandigheden dan door noodzaak heeft aangetrokken. De Vietnamoorlog en de labiliteit van naburige regimes hebben een toevloed van kapitaal betekend, die Bangkok in de gelegenheid heeft gesteld om jarenlang boven zijn inkomen te leven. Zal Bangkoks draad der welvaart ooit breken? Hij is al een beetje gerafeld. Nu de Amerikaanse „R and R"- ^oldaten niet meer in grote aantallen komen is er een 'ind gekomen aan de enorme Amerikaanse uitgaven tan militaire bases. De verzadiging van de rijstmarkl vreet aan de buitenlandse reserves. Bangkoks gang is waarneembaar gaan vertragen. Maar behalve een voorspelbare economische over gangsperiode bewolken nog andere dreigende factoren Bangkoks toekomst. De innemende, zij het ietwat beruchte, vriendelijkheid van de stad berust op twee factoren. Noch de ontaarding der overbevolking noch de exploitatie door de industriële revolutie heeft Bangkoks miljoenen van hun menselijkheid ver vreemd. Maar het aanhoudende onvermogen van de stad om het hoofd te bieden aan haar enorme groei en Thai- lands stijgend geboortecijfer zouden dan wel eens kunnen doen. Hoewel het land naar wereldnormen nog onderbevolkt is, groeit zijn bevolking naar schatting met 3,3 procent of één miljoen per jaar. De jongste zonen en ongewenste dochters trekken naar de stad. die meer en meer een ondoelmatige uitlaatklep is voor overbevolking en stijgende verwachtingen. Als een drastisch regeringsbeleid voor geboortenbeperking en een doelmatig stadsbestuur uitblijven, dan zal Bangkok In minder dan een generatie een Calcutta zijn gewor den. In Bangkok zijn zulke akelige voorspellingen voor dovemansoren gezegd. De voorliefde voor het „wie dan teeft, die dan zorgt" is enerzijds de sleutel tot de chaotischne charme van de stad, maar anderzijdstot haar onvermogen zich aan te passen aan de moderne we reld. T. D. ALLMAN (Copyright The Guardian)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11