m DONKERE WOLKEN PAKKEN ZICH SAMEN BOVEN DE LUCHTVAART MILJOENEN- VERLIES NIET JP HANDEN _:N VOETEN -IE TELLEN &°x: MAATSCHAPPIJEN ZULLEN KOMENDE TWEE, DRIE JAAR EEN DUUR GEZICHT MOETEN TREKKEN Mil PUBLIEK VOELT ZICH IN VLIEGTUIG GENOMEN ike*ipHOL De route van Europa naar Amerika ^ice versa,, in vakjargon aangeduid ajs de Noord- ïtische dienst of kortweg N.A.D., is de levens van de burgerluchtvaart. Met hun andere ,>n spelen de maatschappijen min of meer een beetje winst, hier, een beetje verlies istudiL maar de werkelijke buit plegen ze in de t te slepen in de luchtcorridors tussen de en de Nieuwe Wereld. 1966 was hun beste toen verdienden ze aan de Noordatlantische szakj8* tachti8 miljoen dollar. En opeens wordt voor LeidfPaar' a^us t'e infernaf'onale vereniging van 7117VvaartmaatschaPPijen I.A.T.A., een verlies van minder dan 250 miljoen dollar op deze gouden c je verwacht, terwijl men voor 1972 zelfs 'n deficit Dienj 350 miljoen dollar raamt. Wie weet dat negen- 53, toé luchtvaartmaatschappijen (waaronder de J,M.) aan het geregelde transatlantische verkeer Inemen, kan gemakkelijk uitrekenen hoe groot -gemiddelde strop per vliegbedrijf gaat worden ■ten strop die, zoals gezegd, op de andere lijnen auwelijks kan worden goedgemaakt. Er gt kortom voor de burgerluchtvaart iets dat voorzichtigen als een malaise wordt om- reven, maar dat anderen gewoon een crisis en een catastrofe noemen. Tat zijn de oorzaken van deze ecdnomische reuzen- ai? In ieder geval niet een teruggang van het lagiersaanbod. Het steeg dit jaar op de Noord- ntische dienst met 10 percent, schat de IATA. Dat reliswaar minder dan de groei in 1970 die 18 per bedroeg, maar betekept toch nog altijd dat een >rd-aantal van tegen de 9 miljoen luchtreizigers versteek maakte, ovei et zeer zit ergens anders en wel op verschillende itsen. Een analyse van de situatie leert dat er eèn iplex van naast elkaar werkende omstandigheden die de wereldluchtvaart van het ene jaar op het over de rode streep drijven en die ze daar ezen deskundigen, nog in 1973 zullen houden, met verliezen, waarvan men het aantal mil- per maatschappij waarschijnlijk niet op de van beide handen zal kunnen tellen en mis- jid uen ook nog niet als men er de tenen van beide Jljeten bij neemt. TE VROEGE OLIFANT De luchtvaartmaatschappijen wijten de 'kentering rentabiliteit', zoals ze de inktzwarte toekomst itvol noemen, allereerst aan het feit dat ze nolens lens in versnelde mate hebben moeten overschake- moderne vliegtuigen op de 'wide body' laaitgën 'de leek met ontzag jumbo of luchtolifant egt. Eardoor is qua stoelenaanbod en vrachtcapaci- eea vergrote produktie ontstaan, die de huidige W ftie't kan absorberen met het gevolg'dat' de üngsgraad van de vliegtuigen daalt. Hef' is het- ie negatieve verschijnsel dat optrad toen de bur- uchtvaart een tiental jaren geleden van door lellormotoren aangedreven vliegtuigen overstapte •JC t op de grote machines met straalaandrijving, en was dus eigenlijk wel te voorzien. Dat hebben de luchtvaartmaatschappijen ook ge daan maar ze kwamen voor het blok te staan toen de vliegtuigfabrieken zich, na de markt voor de inmid dels conventioneel geworden intercontinentale straal- reuzen te hebben kaalgegraasd, wierpen op de markt voor morgen. Een en ander hield in dat de jumbo eer der het tekenplankstadium bereikte dan de luchtvaart maatschappijen lief was. In menig directiekantoor krabde men zich achter de oren. Niet zo echter bij de Amerikaanse maatschappij PanAm. Dit vliegbedrijf, wel vaker het stoutmoedige enfant terrible van de wereldluchtvaart, bestelde in één klap 37 luchtolifan- ten en toen konden de andere niet achterblijven. Ze bestelden eerder jumbo's en ze bestelden er meer dan ze in hun hart hadden gewild. 'Het was een ketting reactie'. zeggen ingewijden. 'De hel brak los'. Alleen de KLM al zag zich gedwongen 3,5 miljard gulden in modern materieel te investeren 2. ONVOLDOENDE VRACHT Er kwam iets anders bij. De jumbo kan niet alleen tot voor kort ongedroomde aantallen passagiers ver voeren, hij heeft ook een vrachtcapaciteit van zo'n 20 ton, die de mogelijkheid opent voor een bijzonder belangrijk nevenvervoer waarop zijn rentabiliteit uiteraard mede is gebaseerd. Nu wilde het vervelende toeval, dat de introductie van de Boeing 747 samen viel met een opmerkelijke afvlakking ,van de groei van het vrachtaanbod. De KLM bijvoorbeeld had ver wacht dat zijn vrachtvervoer in het afgelopen boek jaar met 20 percent zou toenemen. Het werd maar 8 percent iets wat men in tien jaar niet meer had gezien. De oorzaak van dit verschijnsel, dat niemand had kunnen voorspellen, moet gezocht worden bij de minder gunstige ontwikkeling van de economie in de ■Verenigde Staten.- - 'De wereld', aldus een deskundige, 'is te veel afhan- 'kelijk van de groei en bloei van Amerika. Als daar iets mis is omdat de economie om ëen of andere redèn niet in evenwicht is, voelt iedereen de weerslag.' 3. TE HOGE LOONKOSTEN Een factor die uiteraard ook meespeelt, is dat de luchtvaart een service-industrie is en daarom arbeids intensief. Een loonstijging wordt er duchtig gevoeld en beïnvloedt de kostenkant ongunstig. Er worden, met name ook bij de KLM, grote zogenaamde diepte investeringen gedaan in cömputeruitrusting en auto- 'matiseringsapparatuur tenéinde te komen tot een zo groot mogelijke efficiëntie en besparing op de lonen. Maar wil een luchtvaartmaatschappij uitbreiden om zijn rentabiliteit te kunnen handhaven, dan moet ook de factor arbeid worden uitgebreid dan zijn er ijverige handen nodig en die worden steeds duurder, te meer omdat de luchtvaart hoger gekwalificeerde mensen eist dan andere bedrijfstakken. De KLM, om in eigen land te blijven, beschouwt zich niet als een doel in zichzelf dat maar naar wille keur kan uitdijen. De groei wordt er zeker sinds de grote zuivering van een tiental jaren geleden zo zuiver mogelijk afgestemd op enerzijds de markt- mogelijkheden en anderzijds de beschikbare midde len. De rentabiliteit is daarbij richtlijn ter wille van 1 De "arbeidsintensieve aan steeds meer n steeds duurder ze a, te vullen. luchtvaart hééft behoefte jvere Handen. Het wordt n het eind van de maand de continuïteit van het bedrijf, de werkgelegenheid, de sociale zekerheid van het personeel en de vervoers plicht die de maatschappij op "zich heeft genomen. Daarin is men redelijk geslaagd. Sinds 1960 is men met de helft van het aantal vliegtuigen en 20 percent minder personeel driemaal meer gaan produceren en heeft men een verdubbeling bereikt van de omzet, die nu anderhalf miljard gulden per jaar bedraagt. Maai de loonkosten vergen nog steeds 37 percent van het totale budget en dan tikt iedere cao-verhoging zwaar 4. TE VEEL CHARTERS Een vierde oorzaak van de crisis waarvoor de lucht vaart zich geplaatst ziet, is de enorm scherpe concur rentie van het ogenblik, vooral weer op de meerge noemde Noordatlantische dienst. Omdat het aanbod van vliegtuigstoelen en vrachtcapaciteit groter is dan de vraag, is er op het tarieverifront een wilde situatie ontstaan. Zes jaar geleden bestonden er naast het ge regelde luchtverkeer van de IATA-maatschappijen al wel charteractiviteiten, maar die waren aann de in cidentele kant. Sindsdien echter zijn er tientallen luchtvaartmaat schappijen opgericht met het speciale doel om het op gang komende sociale toerisme te pakken tegen aan merkelijk lagere prijzen dan de geregelde luchtvaart. De IATA-maatschappijen begaven zich uiteraard ook op dit gebied, maar de strijd op het tarievenfront is lelijk op de gemiddelde opbrengst gaan drukken van iedere passagier-kilometer. Men moest grotere in spanningen gaan leveren voor minder geld. De KLM heeft althans deze ontwikkeling aardig op weten te vangen. De directie heeft het zien aankomen en zich qua inzet van mensen en materiaal zo goed mogelijk geprepareerd. Vergeleken bij de concurrenten zijn de kosten per stoel relatief laag. Daarnaast zijn de in komsten per passagier-kilometer natuurlijk minder, maar het bedrijf is door de thans ontstane situatie minder direct en onaangenaam getroffen dan vele andere maatschappijen. Een voor de hand liggende vraag bij dit alles is: als het op de Noordatlantische dienst zo belabberd gaat, waarom halveren de luchtvaartmaatschappijen dan hun frequenties niet zodat ze weer volle vliegtuigen krijgen? Een gezamenlijk verlies op een route van meer dan een miljard gulden per jaar is niet niets Het antwoord is onder meer dat de twintig betrokken vliegbedrijven bij zo'n beslissing een groot aantal van hun meest kostbare machines, die ze juist voor die markt hebben gekocht, aan de kant zouden moeten zetten. De jumbo is een prachtige machine, maar hij heeft zijn nadelen. Hij is niét flexibel genoeg om hem in te passen in de huidige chartermarkt. Zijn verze keringsprijs is drie maal hoger dan die van een DC-8. Voor zijn grondafhandeling zijn enorme investeringen gedaan. Hij moet, kortom, vliegen en wel op een ge regelde lijndienst daar waar de grootste vervoers stroom zit. Het probleem is dat die stroom minder snel groeit dan men had verwacht, terwijl hij gelijktijdig wordt afgetapt door meer en grotere vliegtuigen tegen een gemiddeld lagere prijs. DUUR GEZICHT Ook om een andere reden kunnen de luchtvaart maatschappijen hun diensten op de Noordatlantische route niet terugschroeven. Een deskundige: „Er zijn er altijd die door blijven vliegen en dan krijgen die een voorsprong. Bovendien verlies je tegenover je klanten je gezicht. Het is een duur gezicht dat de luchtvaartmaatschappijen de komende twee, drie jaar zullen moeten trekken, maar als ze het niet doen, zijn ze hun gezicht helemaal kwijt. Zo hard is de business wel." Men gaat het met andere woorden uitzingen in de hoop op verbetering van de situatie. Wel zullen een aantal maatschappijen het naar verwachting kal mer aan gaan doen door bij voorbeeld een DC-8 op een vlucht in te zetten als zich maar 100 passagiers hebben gemeld, ook al belooft de dienstregeling de meer comfortabele Boeing 747. Duidelijk is ondertussen wel dat het alsmaar kna gen aan de tarieven moet ophouden. Het is met de luchtvaart al zover gekomen dat ze onder de kostprijs werkt en daarmee zwaar zondigt tegen de economi sche wetten. Iedereen lijdt verliezen ook de char termaatschappijen in Amerika en voor die in Europa wordt straks niet anders verwacht. Voor zover de wereldluchtvaart zich beweegt op het gebied van het toerisme, is ze voorwaar in een wonderlijke bedrijfs tak verzeild geraakt. De luchtvaartmaatschappijen zelf, de reisbureaus en luchtvaartmakelaars die de vakantiereizen organiseren, de hotels die de toeristen moeten herbergen iedereen verkeert in nood. De enige die zou moeten lachen, is het publiek, maar dat lacht niet, de heersende prijzenslag ten spijt, want het voelt zich door de ondoorzichtigheid van de hele ta riefstructuur met zijn grote verschillen, die afhangen van zulke ondergeschikte zaken als leeftijd, reisduur, maatschappelijke positie, hogelijk in het vliegtuig genomen. Juist de hele kwestie echter van de tarieven is een uiterst moeilijke en delicate aangelegenheid. Voor zover het de IATA-maatschappijen betreft, moeten ze bij unanimiteit worden vastgesteld, maar de 102 bij de IATA aangesloten vliegbedrijven zijn het onder ling vaak oneens en hebben veelal door verschillende locatie en geaardheid per definitie verschillende in zichten over de tariefstructuur. Er zijn maatschap pijen bij die het niet kan schelen of ze verhezen lijden, bijvoorbeeld omdat ze een nationaal belang dienen het vullen van hotels of omdat ze door de staat om prestigeredenen toch wel op de been ge houden worden. Daartegenover staan puur commer cieel geleide bedrijven zoals de KLM er een is, bij wie de rentabiliteit voorop komt. Wat zal er nu gebeuren? Allereerst zullen er slacht offers gaan vallen onder de chartermaatschappijen, te meer omdat daar de nationale trots geen rol speelt. Misschien ook zal de overheid regelend gaan optreden in de wilde luchtvaart, omdat die duidelijk blijkt te vreten aan een groot goed: het systeem van een regel matige, gegarandeerde commünicatie tussen de lan den van de wereld. Bij de geregelde luchtvaart zal er druk ontstaan in de richting van verdergaande samen- De.'jumbo, die tot voor kort ongedroomde aan tallen passagiers en hoeveelheden vracht kan vervoeren, snelt half leeg heen en terug otfer de oceaan. De vliegtuigfabrieken hebben de lucht olifant veel te vroeg op de luchtvaartmaatschap pijen losgelaten: aan het enorme stoelenaanbod is nog geen behoefte. werking en integratie. De rationalisering in de eigen organisaties zal wordén opgevoerd en de efficiëntie vergroot, men zal proberen de kritische beladings graad (het punt waar het vliegtuig ophoudt geld te kosten en winst gaat opleveren) nog verder omlaag te kunnen brengen. En voor de rest hoopt men te kunnen ingroeien in de te i'uime jas van het ogenblik hoopt men de crisis uit te kunnen zingen. De particuliere luchtvaartmaatschappijen zoals de KLM denken ondanks het weinig florissante perspec tief voor de nabije toekomst de verdere investeringen toch voor een deel uit het risico-dragend kapitaal te kunnen financieren, er van uitgaand dat de specula tief ingestelde belegger het interessant vindt om bij een dieptepunt tc gaan kopen. Recente emissies in de V.S. lijken hun gelijk te geven. Eigenlijk zou boven dien ook het gemiddelde tarief per vliegtuigstoel om hoog moeten. Na de recente tariefsverhoging van vijf percent zou het zeker helpen als er nog eens vijf percent bovenop zou komen, maar dat zien de des kundigen voorshands niet gebeuren K.L.M.: VERTROUWEN De KLM die zal ongetwijfeld delen in de financiële problemen waaronder de wereldluchtvaart de schou ders zal moetan buigen. Maar men is, gezien de structurele omstandigheden waartegen niet te vech ten valt, minder geschokt dan de voorspelde cijfers zouden doen vermoeden. De maatschappij heeft de crisis aan zien komen en de nodige maatregelen ge nomen. Daarom is ze iets beter uitgerust voor de heersende trend in de markt. Wat er te gebeuren staat, treft de maatschappij hard maar minder hard dan de concurrenten, die zich eraan gewend hadden een hoger bec>- g per vliegtuigstoel te toucheren. De kostprijs is bovendien wat lager en daarom kan men meer hebben. De sfeer bij de KLM is er een van vertrouwen mits tenminste de ontwikkelingen op het gebied van de tarieven zich beheerst voltrekken en mits het vrachtvervoer zich herstelt, fylen gaat uit van de filosofie dat de toekomst van de luchtvaart onbe grensd is, gezien alleen maar het feit dat nog geen vijf percent van de wereldbevolking gebruik maakt van de mogelijkheden die het vliegtuig biedt. De markt is bepalend voor de continuïteit van een be drijf en er is geen enkele aanwijzing om eraan te twijfelen, dat in de',toekomst niet veèl meer mensen zullen gaan vHegën. In ieder geval denkt de KLM er met de crisis onder d,e leden niet aan om de klant teleur te stelleh; in kwaliteit noch in punctualiteit. schappij mee. Maar ze sal da) doen in de wetenschap dat het ernstige gevolgen kan hebben. PIET SNOEREN E Achter het opgewekte schouwspel van het „sociaal toerisme" voortdurend meer vakantiegangers die voor steeds lagere prijzen als maar verder reizen met chartervliegtuigen gaat een van de voor naamste oorzaken van de malaise van de burgerluchtvaart schuil. Voor de luchtvaart zijn deze tripjes onbetaalbaar. jiiiWraiW- ■-W 11 De minder gunstige ontwikkeling van de Amerikaanse economie beeft in het afgelopen boekjaar van de K I..M. het aanbod van luchtvracht maar met acht procent -doen stijgen. Er was gerekend op twintig procent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11