Weg met de spelden in dat nieuwe overhemd Bliksem carrière van kleermaker Litrico MAANDAG 9 AUGUSTUS 19! De Engelse tv-komiek Benny Hill dribbelt veerkrachtig zyn huis in, onder de arm een zojuist gekocht overhemd. Op het doggengezieht een uitdrukking- van voorbarige extase over de avond die gaat komen. Hg sprint neuriënd de trappen op, zwaait de slaapkamer deur open, maakt een vreugdepasje, want misschien zal zij vanavond... en gooit het overhemd op bed. Hij maakt toilet met grote precisie, kiest het bes te pak uit en attaqueert het overhemd. Vijfenveertig spelden. Benny zoekt zijn bril. Hij start. Speld 1, speld 2, speld 5, aaauwmvwww. Poem, poen», poem, poempoem. Zal ik een roos voor haar kopen? Speld twintig. Aauwwaaw. Rot speld. Er zyn er een paar op de grond gevallen. Fijn als ik vanavond thuis kom. Aauwuaaww..., Verdomde spel den... Een witte roos is eigenlyk sub tieler, geeft reinheid aan. Alle spelden weg? Ja, open maar.... Zo.... nou deze mouw nog. Hy wil niet. Doordouwen... krrkkk.... scheur in mouw. Benny gaat verslagen zitten. Op een speld. „Die sketch van Benny Hill in de David Frost-show zou het prachtig doen als een commercial voor ons speldloos verpakt overhemd", zegt de heer H. van Douwe, met twee broers de directie voerend over Spruyt en Co. N.V., verpakkingsmiddelenindustrie. Spruyt is de Nederlandse apostel van het Rocam-systeem, iets buitengewoon handigs, uitgedokterd door de Fratelli Roda in Lugano die overal in Europa de licentie heeft verkocht. Het Rocam-systeem heeft niet één speld nodig om een overhemd correct, aantrekkelijk, zicht- en voelbaar voor de klant te verpakken. Korte demon stratie door de heer Van Douwe. Twee vingers gTijpen in de kraag. Hij glim lacht. Sneller dan een konijntje uit een goochelaarshoed spartelt daar het overhemd, zo aan te trekken. Het geluk van een mens hangt af van futiliteiten. Een spijker in de schoen. Een auto die afslaat. Te veel zout in de soep. Geen zout in de soep. Een stoplicht op rood. Weer een stoplicht op rood. En het leven is grauw. En triest. En uitzichtloos. Maar laat de pils op tem peratuur zijn, de cheque op tijd, het gezwel een puistje, hel meisje in de lift vriendelijk. En een stoplicht op gróen. En een tweede stoplicht op En het leven lacht ons toe. En we voe len ons jong. En kunnen de wereld De uitvinding van de Italiaanse knutselaars behoort tot de laatste ca tegorie. Er zullen geen vragen in de kamer over gesteld worden. Geen volk zal opgelucht ademen. Geen tickertape zal gestrooid worden uit wolkenkrab- Maar het speldloze overhemd is even zo goed een verrijking van ons leven. Het is even geniaal, en even simpel, als de veiligheidsspeld, het ritsblik, de tweede hypotheek en de zelfopblaas- bare rubberboot. Het Rocam-systeem is een stuk kar ton. op maat gesneden en voorgeponst. De heer H. van Douwe demonstreert hoe het Rocam-overhemd i seconde uitgepakt kan worden. Het overhemd gaat erop, wordt aan de nek vastgespeld (de speld gaat er ma chinaal uit), de opmaakmachine start, en enkele seconden later is het over hemd op perfecte wijze verpakt. De heer Van Douwe: „Wij werken ermee sinds begin december Het sys teem heeft drie voordelen: ten eerste snelheid, ten tweede wat wij noemen consumer's convenience (het gemak van de klant) en ten derde de marke ting (dé wijze van presentatie). Ik zal de voordelen even toelichten. De tijd winst. Normaliter maakt een atelier meisje 330 tot 340 overhemden per dag op. als ze met het oude speldensys- teem werkt. Met ons systeem maakt ze 500 tot 600 overhemden op. Een bij komend plezier voor het ateliermeisje is. dat ze niet meer die enorme troep leukoplast aan de vingers heeft, van wege die ellendige spelden. Ook komt er zo geen bloed aan het overhemd. De tweede winst: het gemak voor de klant (het Benny-Hill-verhaaltje). De derde factor is de wijze van presentatie. Het door ons systeem opgemaakte over hemd lubbert niet. presenteert zich van voor en achter even correct en zo krijg je meteen de kwaliteitssfeer." Een aantal grote textielbedrijven heeft belangstelling. Veel overhemd fabrikanten zijn op ons nieuwe sys teem overgegaan of gaan daartoe over bij de nieuwe collectie. Iedere fabri kant heeft al een proeforder geplaatst. Wjj gaan met onze demonstratrice bij zo'n fabrikant langs en demonstreren het systeem. De demonstratie leert ook de ateliermeisjes om te gaan met Rocam." Vraag: een klant komt in een waren huis, koopt voor vader een overhemd, en komt een paar dagen later terug, want vader's nek is toch gegroeid. Kan de verkoopster zelf het overhemd weer netjes opmaken? De heer Van Douwe: „Dat is een heel goeie vraag. Want hij is ons ge steld door een groot warenhuis. Als zo'n overhemd terugkomt, is de ver pakking weg en is het niet meer aan trekkelijk op te maken. In de praktijk hing zo'n overhemd dan ook in een bak met los goed èn kwam het te recht in de uitverkoop. Dat betekent natuurlijk een aanzienlijk verlies. Nu hebben de ateliermeisjes van dat wa renhuis geen centje pijn meer. Binnen een paar tellen is het overhemd weer keurig verpakt en kan het terug in de winkel. Desnoods kan dit met de hand. Een opmaakmachine is niet nodig, maar gaat natuurlijk wel sneller. Het systeem heeft nog meer .voordelen. Je hebt geen stofbeschadiging meer. Met Het karton in de handen van deze demonstratrice is het geheim i het roetsj overhemd. Met behulp hiervan kan een overhemd zondij één speld verpakt worden. spelden krijg je gauw gaten in de man chetten en zo. Nu moet ik toegeven, dat er één probleem is. Kost de op maak van een overhemd met spelden ongeveer 5.5 cent. via het Rocamsys- teem kost het 14 tot 15 cent. Dus aan zienlijk duurder." „Dit is nog steeds de grote beien mering voor de overhemdenfabrikaj ten. Maar de voordelen van ons s» teem kan ik moeilijk in geld uitdrul ken. In elk geval ben je van alle zucht, gemopper en geprik af." JAN KOESB De naam Angelo Litrico is welbekend in de herenmodesector van alle lan den. Deze Italiaan weert zich óók met unisex-ontwerpen en is dus zelfs ac tief in damesmode. Maar hippe man nen, die kleedt hij bij uitstek en dat maakt indruk, zoals wij al ettelijke jaren lang zien in Amsterdam, en thans kunnen constateren over het hele land. Want zijn ontwerpen wor den door de confectie aangekocht en aan de lopende band gemaakt. De vlotte jongens die zich o.a. by C- en A. kleden, kunnen ook daar een Litrico krygen. Dan kom je Angelo eindelijk eens tegen. Is hij een lange, slanke, mooie man met bestudeerde nonchalance? Een geboren dress-man? Niets daar van: een kleine, gezette Italiaan van 12 in het dozijn, goed in het pak, dat wel, maar je zou zo aan hem voorbij lopen. Hijzelf liep zijn vakbroeders voorbij. Het is pas twaalf jaar geleden dat de kleine kleermaker uit zijn geboorte plaats Catania verhuisde naar een buitenwijk van Rome. Hij bezat niet veel meer dan naald en schaar. Nou ja, ook talent, zeggen we nu achteraf. Talent als kleermaker natuurlijk, maar daarenboven de gaven die een mens en staat stellen er te komen, want met talent alleen kom je „er" niet. Die buitenwijk hield hem maar een paar maanden vast, daarna sprong hij het hart van Rome binnen en vero verde modieus Italië stormenderhand. Nu was twaalf jaar geleden de heren mode nog een door conservatieven volgeschreven blad. Litrico sloeg dat om en vond een lege pagina. Daarop noteerde hij allerlei wat keurige he ren (en hun kleermakers voorop) he meltergend vonden: shows waarop dress-men swingend zijn weinig con ventionele modellen toonden en nog schokkender tonelen! Correcte tailors fronsten misprijzend de wenkbrauwen. Maar jongemannen die zijn modellen wilden tonen verdrongen zich voor zijn achterdeur terwijl moderne man nen die ze wilden dragen de voordeur binnendromden. Litrico's carrière was gemaakt. Van huis uit was hij een goede kleer maker. Dat bleef hij en men hoeft zich maar te herinneren hoe onopval lend goed John Kennedy was gekleed (door Litrico) om te begrijpen hoe door en door deze man zijn wereld kent: niet iedereen is in de gelegen heid hip en swingend door het leven te gaan, maar ook de gedwongen con- ventionelen kunnen lichter en gemak kelijker gekleed zijn. „Het enige wat ik met Nasser gemeen heb, is onze kleermaker" moet de Israëlische premier gezegd hebben en hij bedoel de Litrico! Met Nasser legde hij veel eer in want dat was een knappe man met een goed, recht en indrukwekkend figuur in opvallend mooi gesneden pakken. En is Barnard soms niet door Angelo precies-goed gekleed? Wel modieus, een tikje ijdel. maar ook met enige af stand? Het kleden van een andere welbekende klant, Kroetsjev, was niet zo spectaculair, maar dat lag niet aan de kleermaker. „Kleren moeten de mens weerspiege len, niet de sexe" moet Litrico ver klaard hebben toen hij aan unisex- ontwerpen begon. (Dit is een gevaar lijke uitspraak geweest want hij maakte ook kleren voor Sophia Loren en Lollobrigida, beide niet bepaald genegen hun sexe ondergeschikt te maken aan de mens, en La Lolla is bovendien nogal' eens uitgekreten als Angelo Litrico veroverde modieus Italië stormenderhand. J |l 12"-^! Goed gesneden midi-herenwinterjassen van Litrico. slecht gekleed!) Maar het talent „er" te komen legt een harde werker op een noodzakelijk moment dergelijke uitspraken in de mond. Hij voegde er dan ook weer verzachtend „Een goed-gesneden kledingstuk, of ten kleden?" dat nu een kaftan is of hot pants, kai een man even goed staan als eei vrouw. Vrouwen doen mannenwerk - mannen doen vrouwenwerk waar zouden zij zich verschillend moe Voorvechtster Vtin vrouwenemancipatie GRONINGEN Een vi*ouw is ook een mens. Behalve een enkele cynische heer zal niemand dat nog willen ontkennen. Toch bestaan er nog mensen die „typisch man nelijke" en „typisch vrouwelijke" eigenschappen onder scheiden. En nog steeds trekken er vrouwen en steeds meer mannen ten strijde tegen de vooroordelen van die mensen. Toch staat de vrouw anno 1971 een stuk sterker dan haar seksegenote van zo'n honderd jaar geleden. De moderne vrouw heeft in ieder geval de mogelijkheid mee te beslissen over het wel en wee in de wereld: ze heeft bijvoorbeeld stemrecht en het recht om net als de man een universitaire opleiding te volgen; het zijn rechten die in de wet zijn vastgelegd. Ze zijn er niet zo maar gekomen. Enkele vrouwen hebben er omstreeks de eeuwwisseling keihard voor moeten vechten. Een van die vrouwen was Aletta Jacobs, die honderd jaar geleden, op 20 april 1871 als eerste vrouwe lijke studente werd toegelaten tot de universiteit van Groningen. Ze werd op 9 februari 1854 in Sappemeer geboren als achtste in een rij van elf kinderen. Ze kon goed leren en haar vader zorgde ervoor dat zij op de hbs werd geplaatst. Maar Aletta wilde nog meer: haar grote ideaal was dokter worden. Tijdens haar hbs-tijd maakte ze kennis met het werk van de Engelse econoom John Stuart Mill. Als enig middel voor de arbeiders om een groter aandeel in de welvaart te krijgen, zag hij geboortenbeperking. Ook schreef hij over de positie van de vrouwen. In 1969 verscheen de Nederlandse vertaling van zijn boek: „Over de onderwerping van de vrouw". Zijn werk had grote invloed op de vrouwenbewegingen in West-Europa. En waarschijnlijk hebben zijn boeken ook op Aletta grote indruk gemaakt. Toestemming Maar voor een universitaire studie had ze de toestemming van de minister nodig. Gelukkig had ze veel steun aan haar vader. Hij schreef minister Thorbecke zelf aan en Aletta verkreeg inderdaad toestemming- Al was het voorlopig voor de tijd van een jaar. In het voorjaar van 1872 kreeg ze verlof haar stuclie te voltooien. Hel. bericht stond in een brief met een rouwrand. Minister Thorbecke had de toe stemming op zijn sterfbed gegeven. In 1878 deed Aletta Jacobs artsexamen. Het jaar daarop promoveerde ze. Ze was nog helemaal niet van plan een praktijk te beginnen. Eerst wilde ze nog wat van de wereld zien. Zo maakte ze een studiereis naar Londen, die ze onderbrak om in Amsterdam een medisch congres bij t« wonen. Vele vrouwen kwamen haar opzoeken en wonnen haar advies in over kinder verzorging. Ze ging niet meer terug naar Londen. Nog hetzelfde jaar, 1879. begon ze een praktijk in Amsterdam. Haar mannelijke collega's lcondert de schok nauwelijks verwerken, ze ver zochten haar zich uitsluitend te be perken tot verloskundige hulp en haar honorarium moest ze maar een fliqk stuk lager dan dat van de heren doktoren stellen. Aletta trok zich uiterlijk althans niets van de aanvallen aan. Indachtig de leus: voorkomen is beter dan ge nezen ook al ben je dan dokter trok ze de Jordaan en andere volks buurten in om lichten over kinderverzorging en hy giëne. Bovendien maakte ze propa ganda voor anti-conceptionele mid delen, lijnrecht tegen de opvattingen in van geneesheren en predikanten van die tijd (en van heel veel later). Tegelijkertijd trok ze zich het onrecht dat de arbeiders en vooral de vrouwen werd aangedaan, zeer aan. Slechts een handjevol rijken kon invloed uit oefenen op het bestuur. Vrouwen gingen in het geheel niet naar de stern- In 1883 liet Aletta Jacobs zich op de kiezerslijst plaatsen van de gemeente Amsterdam. Waarom pok niet? Er stond in de wet nergens zwart op wit, dat een vrouw niet mocht stemmen. Integendeel, iedere Nederlander met een inkomen boven een bepaald mini mum mocht gebruik maken van het stemrecht. Toch nam de Amsterdamse raad haar verzoek niet serieus. Ken nelijk deelden de raadsleden de op vatting: ,,Uit een rib gemaakt en dat wil wat te zeggen hebben? Nooit!" Het Algemeen Handelsblad uit die dagen schreef naar aanleiding van haar ver zoek aan de raad: „Mejuffrouw Jacobs heeft de letter van de wet voor zich, niet de geest van de wet. Er is voor vrouwen een zo ruime werkkring' weg gelegd ook in het. edele en zelf opofferende vak, waaraan mejuffrouw Jacobs zich heeft gewijd dat het waarlijk niet nodig is. dat de vrouw zich met politiek inlaat". Te gortig Maar Aletta Jacobs liet zich wel in met politiek en ze besloot de zaak tot voor de Hoge Raad uit te vechten. Het college stelde haar in het ongelijk: ..Onder Nederlands onderdaan moest alleen de man worden verstaan, an ders zou het wel anders vermeld staan". In 1887 kreeg een groter aantal Nederlanders kiesrecht, maar in de nieuwe wet werd wel uitdrukkelijk vermeld, dat de eer slechts aan mannen was voorbehouden. Deze maatregel werd een groot aantal vrouwen in Nederland te gortig en mede onder invloed van buitenlandse initiatieven ontstond ook hier een massale vrouwenbeweging. Ondertussen ging Aletta door met haar praktijk. In 1894 ontving ze een brief van winkeliersters in Amsterdam. Deze vrouwen moesten vaak van 's morgens acht tot ?s avonds elf uur staande hun werk doen als gevolg daarvan kregen ze allerlei klachten over hun gezond heid. De bazen weigerden in de winkels stoelen of bankjes neer te zetten. Aletta Jacobs richtte toen in ver scheidene bladen een oproep tot het winkelende publiek om winkels te boycotten, waarin dergelijke toe standen voorkwamen. De winkeliers waren zeer verbolgen, maar de pu blieke belangstelling was gewekt en her en der werden vrouwencomités opgericht. - Een wettelijke regeling bleef echter uit tot 1902. Aletta Jacobs raakte er hoe langer ho.e meer van overtuigd dat er een partij moest komen die zelf de rechten van de vrouw ging verdedigen. In 1902 volgde ze Anette Versluys op als pre sidente van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht. Ze deed in die functie herhaaldelijk een beroep op de vrouwen die nog steeds afzijdig bleven. Ze had veel contact met soortgelijke verenigingen in het buitenland en verder schreef ze een aantal boeken, onder andere „Uit het leven van wer kende vrouwen" en samen met haai man, C. V. Gerritsen „Brieven uit en over Amerika". C. V. Gerritsen was, net als Aletta, een zeer zelfstandige persoonlijkheid. In de politiek stelde hij zich op als radicaal liberaal. Beiden zagen in het huwelijk de achterstelling van de vrouw bevestigd. Eerst na lang wikken en wegen besloten ze te trouwen. Hier bij hadden ze alleen het belang van hun kind op het oog, dat, als ze niet trouwden, met de vinger zou worden nagewezen. In 1913 besloot het parlement het kiesrecht uit te breiden tot alle Nederlandse gezinshoofden. Vrouwen werden opnieuw nadrukkelijk uit gesloten. Gesteund door successen van vrouwenbewegingen in het buitenland (Finland en Denemarken) organiseerde de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht een protestvergadering. Er waren af fiches waarop een vrouwelijke dokter stond opgesteld met de tekst: de dokter mag niet stemmen, haar koet sier wel. De opkomst was massaal en Aletta hield een felle rede. In de troonrede van dat jaar stond, dat een het kiesrecht zou herzien. Passief In 1915 kondigde de rcgex-ing-Cort der Linden aan, kiesrecht kregen. Voortaan zouden vrouwen zitting kunnen nemen stuurscolleges. Wat Aletta gevr had, gebeurde. Er was geen spi van "één vrouwenpartij, verse partijen namen zelf vrouwei de kieslijsten op. Aletta Jacobs zeer teleurgesteld. .Vrouwen op pa lijsten", schreef ze, „zullen partijgangsters zijn dan vechts voor de belangen van de vrouw „Wij vrouwen zullen zelfs al vc verkiezingen moeten bestrijden", liet ze zichzelf op de lijst van d< zinnig democraten plaatsen. Ze k de meeste voorkeurstemmen bij verkiezingen in juli 1918. Maar waren er maar 1919, te weinig de Kamer te komen. Wel in de Ka kwam een vrouw van de SDAP- Suze Groeneweg. „Laten dat zij voor de belangen gemeen kiesrecht opkomt", sch Aletta. Lang hoefden de Nederlandse vrou daar niet meer op te wachten, de eerste wereldoorlog afliep, voé de Nederlandse parlementariërs genoodzaakt democratische r regelen te nemen, evenals de ringen in andere Westeuropese lai Mr. H. P. Marchant diende de J naamde voorstelwet-Jacobs in, die middellijk werd aangenomen, woord „mannelijk" werd uit de wet geschrapt. Het doel was be hoewel pas in 1922 het algemeen recht officieel in de grondwet geregeld. Aletta Jacobs trok zich terug uit openbare leven en schreef haar inneringen", waarin ze naast haar varingen het doel van al haar act teiten omschreef: „Het hoge doel de'vrouwenbeweging de mens tot volle ontwikkeling te komen en daarvoor is onontbee opleiding tot zelfstandigheid, eerst wanneer de vrouw ali standig individu optreedt, kan zij d drongen worden van het besef, dï niet alleen haar waarde ontleent haar geslachtsorganen of haar plantingsvermogen, doch dat ook xt maatschappij kan en moet dienen einde het mensdom op te voeren een hoger peil van ontwikkeling". 10 augustus 1929 overleed ze in Ba ELS SI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 6