Elektrische stoel wachtte zeven jaar Sacco en Vanzetti Crisis in middelbaar onderwijs MAMMOETWET NIET ENIGE OORZAAK CRISIS Leraren voelen zich slachtoffer van maatschappelijke stroomversnelling Gay Twenties begonnen niet bijster vrolijk ATERDAG 10 JULI 1971 LEIDSE COURANT Welke zijn de werkelijke oorzaken van de crisis in het middelbaar onderwijs? Op ,die vraag probeert onderstaand artikel een antwoord te vinden. Dat gebeurt tegen de achtergrond van twee voorgaan de artikelen. Daarin werd aan de hand van de discussie over de middenschool en de rol van de lerarenorganisaties een indruk gegeven van de positie van de leraren in het vernieuwingsproces. In een vierde artikel wordt de mogelijkheid be sproken dat de onrust onder de leraren tot een uitbarsting komt. tal scholen loopt terug, de omvang van de scholen stijgt. Een belangrijk gevolg van deze schaalver groting zijn massaliteitsverschijnselen. Die worden door de leraren negatief ervaren. Er wordt denigrerend gesproken van „mam moet-onderwijsfabrieken". De kleine school, waar elke leraar op de hoogte is van de ver jaardag van zijn collega, wordt vervangen door de grote scholengemeenschap met een functionele, licht verstarrende organisatie. Het contact binnen het lerarenkorps wordt zakelijker. Leraren zien elkaar, mede dooi het systeem van urenleraren versus volle dige betrekkingleraren, eerder als concur- mnasia (van onze parlementaire redactie) DEN" HAAG Er sluimert een crisis in het middelbaar onderwijs. Niet de drugs, de seks of enkele „kritische leraren", maar de op het eerste gezicht vrij algemene gelatenheid onder leraren is het belangrijkste symptoom. Het zijn vooral leraren bij de lange school typen van het voortgezet onderwijs, vwo (gymnasium, atheneum) en havo, die het niet I best meer zien. Het is vaak de mammoetwet die het moet ontgelden. Maar de mammoet vormde niet veel meer dan aanleiding voor vernieuwingswerk. Drs. J. de Wit, voorzitter van de katholieke lerarenvereniging St. Bo- naventura, formuleert het zo: „De mam moetwet was het startpunt voor een casca- dische versnelling in de onderwijsproblema tiek". Als probleemgebieden noemt hij onder meer tempo-differentiatie (proberen elke leerling in zijn eigen tempo te laten wer ken). veranderde methodiek, andere stof, an dere aanpak van de leerlingen, de interne democratisering op school, verzwaring van het schoolmanagement vooral door de snelle ontwikkeling naar schoolgemeenschappen, het achterblijven van de extra faciliteiten die het ministerie geeft, die vanwege geld gebrek by het departement. De eerste belangrijke oorzaak van de crisis is de schaalvergroting. In elf jaar tijds. tus sen 1958 en 1969, steeg volgens C.B.S.-cijfers het totaal aantal leerlingen bij het onder wijs met 22 procent. Het aantal leerlingen da bij het ophouden van de leerplicht op 15-jarige leeftijd de school de rug toekeert, wordt steeds kleiner. Van de 14- tot 18- jarigen volgde in 1969 bijna 60 procent vol ledig dagonderwijs (jongens 66 procent, meisjes 53 procentHet leerlingenaantal bij vwo, havo en mavo groeit nog veel sneller, met 4 tot 5 procent per jaar. In augustus 1967 was dat aantal 512.000. Dit jaar zal het de 612.000 ver overtreffen. Dit ptoces van schaalvergroting krijgt nog een exlra accent, doordat steeds meer vroe ger zelfstandige scholen voor byvoorbeeld alleen havo. alleen atheneum, gaan fuseren tot schoolgemeenschappen. Het absolute aan- Voor een begaafd en werkwillig kind is vol- Tegen de ontwikkeling naar scholengemeen schappen komen vooral de zelfstandige gym nasia in verzet. Er is zelfs een actiecomité gevormd van ouders. Zij krijgen vooral bij val van leraren klassieken. Eén van hun woordvoeders is dr. G. Muskens uit Nijme gen. onder meer redacteur van het Week blad voor Leraren. Dat de scholen grotei moeten worden en moeten concentreren, acht Muskens een be- leidsstelling waarvan de juistheid onderwijs kundig zeer twijfelachtig is. Hij is ervan overtuigd dat het vwo aan niveau zal ver liezen door de nieuwe ontwikkeling. De po ging om het voortgezet onderwijs voor een hoger percentage van de bevolking toegan kelijk te maken, wordt volgens Muskens „om propagandistische doeleinden" demo cratisering genoemd. Het uitstellen van de richtingkeuze via brug klasstelsels zet. volgens Muskens, het onder wijs in de lagere klassen op de spaarbran der en maakt het zo voor de latere periode onvruchtbaar. „Invoering van middenscholen zal straks in de meeste scholen heel een voudig zijn: zij zakken er vanzelf naar toe". lang ongestoord hun vertrouwde gang gaan. Nu horen ze van buiten dat het onderwijs sleutelfactor is voor een nieuwe betere sa menleving. De traditioneel ingestelde leraar voelt zich opgejaagd en raakt geïrriteerd. Toen dan ook in januari jl. een actiecomité van verontruste ouders opstond om de reac tie te prediken tegen ondermijning van de moraal, legaliseren van soft drugs, verpoli tieken van het onderwijs, legaliseren van abortus, en de reeks zou niet volledig zijn de eenzijdige gerichtheid van de massa media, toen bleef de instemming vanuit het onderwijs niet lang uit. Onderwijsbladen maakten melding van de actiegroep, meestal met instemming. De ouderactie voorzag in een behoefte aan reactie op het rode boekje van „kritische leraren". Drs. H. Michielsen, voorzitter van de Raad van Leraren, werkte als rector van een avondlyceum in Utrecht mee aan een serie artikelen in Elseviers Weekblad over drugs, seks en politiek op school. „Het valt wel mee op de gemiddelde school. Het is vooral in bepaalde, grotere steden, veel minder op het platteland of in het oosten. Wat ik er in mijn eigen omgeving van merk. doet me geloven dat maar een vrij klein gedeelte van de leerlingen erdoor wordt getroffen". Motivatie de aandacht. Ten tweede is er gemiddeld een verminderde motivatie. Bij oudere, zelfbewuste leerlingen kan maatschappijkritiek aan de studie de zin ontnemen van voorbereiding op een plaats in de samenleving. Een factor die on getwijfeld invloed heeft, is de externe de mocratisering van het onderwijs, dat wil zeggen dat uit grotere bevolkingsdelen kin deren naar het vwo en havo komen. Daar door komen relatief meer kinderen uit zgn. cultuurarme milieus, waarin het studeren geen traditie is. Een derde factor die de motivatie nadelig be ïnvloedt, is de grotere algemene waardering voor lust en de afnemende algemene waar dering voor ascese. Zaken als versterving, celibaat, een appeltje voor de dorst bewaren, worden niet hoog meer gewaardeerd, in te genstelling tot doen waar je zin in hebt. Er schijnen nogal wat leraren te zijn die deze veranderende houding bij hun leerlin gen negatief waarderen. Dat kan grote spanningen geven in de klas of groep. Het heet dan dat de leerlingen moeilijker han teerbaar zijn, geen interesse tonen, zich niet meer willen inzetten. Deze leraren zullen het des te moeilijker hebben naarmate zij zelf nog verkeren in de sfeer van prestatiedrang en competitie, die zo lang het onderwijs heeft gekenmerkt (beste-van-de-klas-syste- den gegeven, moet voor de betreffende kan didaat dat vak immers aan het eind van het vierde jaar tot een afronding komen. Examenpakket Een crisisfactor die vanwege zijn mogelijke gewicht snel nog veel verder onderzocht moet worden, is de veranderde instelling van de leerling. Daarop is de aandacht onder meer gevestigd in het jaarverslag van de ex perimenten op de Nijmeegse scholengemeen schap. Er is een andere mentaliteit, aldus het verslag. De indruk bestaat dat in den ken en handelen van de leerlingen de school een steeds minder belangrijke plaats in neemt. Zorg voor huiswerk en aandacht tij dens de les nemen duidelijk af. „Bij veel leerlingen van de lagere klassen. Mammoetwet De mammoetwet bracht niet alleen prakti sche problemen met extra werk voor de le raren. Als crisisfactor is van meer betekenis dat sinds de invoering van de mammoetwet zo ongeveer alles ter discussie is gekomen, wat zo lang zo onbetwist en vertrouwd was geweest. De relatieve rust in het Nederlands voortgezet onderwijs maakte dat de klap van de hedendaagse onderwijskundige on zekerheid extra hard aankwam. Er is al sinds 1967. nog voor de mammoet Dan is er de discussie over de geldigheid van het vwo-diploma. Moet elke leerling met zo'n diploma toegang hebben tot alle uni- verltaire studies, ongeacht het gekozen examenpakket' Onder andere de rechten faculteit van de Nijmeegse Universiteit schreef een brief aan de scholen in Nijme gen en omgeving, waarin stond dat de kan didaten die rechten zouden komen studeren, het beste dit en dat in hun pakket konden Op 14 april schreef Staatssecretaris Gros heide een brief aan de scholen, daarin deel de hij mee dat per universitaire studierich ting drie vakken verplicht gesteld worden voor het vwo-examenpakket. Maar dan nog blijft het probleem bestaan van de leerling die aan het einde van het vierde jaar, wan neer gekozen moet zijn, nog niet weet wat hy wil gaan studeren. Een andere zaak is de bevordering van klas vier naar vijf. Moeten de beoordellngscijfers van alle vakken even zwaar tellen, of wegen die vakken zwaarder die de kandidaat in zijn examenpakket kiest? Zo zyn er tal van praktische moeilijkheden die de mammoet in zich draagt. Op de scholen bestaat onbehagen over de manier waarop het ministerie dergelijke za ken aanpakt. Er worden de scholen veel te weinig faciliteiten geboden, vanwege geld gebrek. Om alle mammoetwerkzaamheden te verrichten, is veel extra tijd aan voor bereiding en begeleiding nodig. De scholen krijgen hiervoor taakuren. Dat zijn uren die de leraren niet lesgevend besteden, maar die voor de schoolorganisatie en rechtspositio neel als lesuren worden gesteld. Het Spinoza Lyceum in Amsterdam becijferde dat voor het nieuwe schooljaar 108 taakuren per gens Muskens straks geen plaats meer, en hij ziet zijn school, gymnasium, al uitge scholden voor elite-school. Stroomversnelling De tweede oorzaak van de crisisverschijnse len is het gevoel bij leraren het slachtoffer te zijn van „de maatschappelijke stroom versnelling". Rector Th. Hoogbergen van het Peelland-college in Deurne. in onderwijs kringen bekend om zijn vooruitstrevende ideeën: „De laatste jaren is er een orkaan dooi de school gewaaid. Het w&s ook wel een geïsoleerde veste, zonder veel invloed van buitenaf". Hoogbergen meent dat de entwikkeling op school verband houdt met de ontwikkeling in met name de Katholieke Kerk. Blijkbaar komt, wat veel leraren zien als de versnelde maatschappelijke ontwikkeling, op hen af als een bedreiging. Zij konden jaren aldus het verslag, bespeurt men een on macht tot concentratie. Bij oudere leerlin gen, bij wie het verschijnsel evenzeer voor komt. is men geneigd te spreken van on wil. Een maximale inzet is ook bij de oudere leerlingen zeker geen regel meer". Het verschijnsel is nog onvoldoende onder zocht. Op het eerste gezicht zou het ver schillende oorzaken kunnen hebhen, waar van het Nijmeegs jaarverslag er ook een aantal opsomt. Ten eerste hebben de leer lingen meer afleiding. Het gezin is minder dan vroeger een besloten leefwereld voor het opgroeiende kind. Vooral de t.v. weet er ge makkelijk binnen te dringen met informatie en een presentatie die gemakkelijk de aan dacht trekt en weinig concentratie vereist. Vooral door de geestelijke rijpheid op jongere leeftijd hebben de meeste gezinnen een meer open karakter. De kinderen hebben gemak kelijker toegang tot het gebeuren buiten ge zin en school. Daar verdwijnt een stuk van in werking trad. een discussie gaande om atheneum en gymnasium, beide zesjarig, sa men te voegen tot één „ongedeeld vwo". Vooral van gymnasiumkant komt verzet. Maar gezien de houding van het ministerie zit het erin dat het ongedeeld vwo vroeg of laat er komt. In de sector vwo en havo wordt ook een discussie gevoerd over hel: aantal vakken dat in de hoogste klassen moet worden ge geven. Kunnen de vakken, die toch niet door de kadidaat in zijn pakket voor het examen zijn gekozen, niet beter vervallen om hem te ontlasten Daalt daarmee niet het alge meen niveau Veel leraren, die gewend wa ren alles zeker te weten en piekfijn geregeld te krijgen, raken in deze dagen van de kook. Op 1 augustus moeten de scholen het vierde jaar vwo inrichten. Maar die inrichting zal sterk afhangen van hoe het vijfde en zesde jaar eruit ziet Als in die jaren niet voor i vakken niet meer wor week nodig waren, maar volgens de normen van het ministerie kan op slechts 34 gere kend worden. Beslommeringen Een andere klacht is, dat het ministerie ijverig regelingen ontwerpt en het land in stuurt. maar zich te weinig bekommert om de vele organisatorische beslommeringen die het gevolg zijn. Een duidelijk voorbeeld is het schoolonderzoek. Dat moet over enige jaren het mondelinge examen onder toezicht van rijksgecommitteerden vervangen. Voor de eindbeoordeling van de examenkandidaat telt dan nog het centraal opgezette schrifte lijke examen en een onderzoek door de school zelf gedurende het laatste schooljaar van de kandidaat. De school krijgt daar mee meer eigen verantwoordelijkheid en het schoolgebeuren wordt minder door eindexa mens ontregeld. Het afgelopen schooljaar werd voor het eerst het schoolonderzoek gehouden. Rector Hoogbergen: „Het schoolonderzoek is op zich een goed ding. Maar ik zou wel eens willen weten wie dat heeft opgezet. Het is veel te omslachtig, een enorme papierwinkel, veel te veel voorschriften en maatregelen". Dr. Muskens vindt het schoolonderzoek een aanfluiting. Het eindexamen wordt tot een vertoning gemaakt, meent hij. Er is geen controle meer. het niveau van het school onderwijs kan ongestoord omlaag. De in specteurs van het ministerie kunnen daarop nooit voldoende toezicht houden. Drs. Mi chielsen over het schoolonderzoek: „Een rampspoed om het uit te voeren". Een Haagse conrector. „Bij ons hebben een aantal leraren botweg geweigerd aan het schoolonderzoek mee te doen. Het departe ment draaft door en stelt de scholen voor de consequenties. Die moeten het maar uitzoe ken. Zien wat ze ervan maken. Ondertussen worden nieuwe ideeën gelanceerd vanuit het ministerie. Maar de meerderheid van de le raren wil eindelijk eens rust. Om tenminste eerst die mammoet eens aan het lopen te krijgen. Er is bij velen een zekere defaitis me een grondige angst dat er nooit meer rust komt". Kennisgebrek Crisisfactor vier werd gevormd door de praktische moeilijkheden en fysische onze kerheden sinds de komst van de mammoet. De gevolgen hiervan worden nog versterkt door gebrek aan begeleiding en kennis, vUf- de grote oorzaak van de crisis in het mid delbaar onderwijs. De leraar die het onderwys moet vernieu wen, is voor die taak helemaal niet opge leid. Het leraarsamot was vanouds een de gelijk. goedverdienend burgerlijk beroep. Wie twintig jaar geleden voor dit vak sol liciteerde, had heel andere bedoelingen dan geconfronteerd te worden met wat zich nu in het middelbaar onderwijs afspeelt. In zijn ervaring werd de mammoet bruusk inge voerd. Door geldgebrek bleef voldoende be geleiding van de leraar uit. Drs. J. Struijk, rector van de experimente rende Nijmeegse scholengemeenschap. „Wij ervaren gebrek aan wederzijdse informatie bij experimenten. Je kunt het nauwelijks ex perimenten noemen, want er is niet of nau welijks evaluatie. En dat is toch erg nood zakelijk om herhaling van fouten te voor komen. Het is ook geen wonder, want wij zijn er niet voor opgeleid. Er is geen bij scholing geweest. Wij worden telkens voor opdrachten geplaatst, waarvoor we niet vol doende zijn geëquipeeid. Wiens schuld het is? Er valt haast niemand iets te verwijten. De inspectie is met deze zaken bezig. De pepdagogische centra doen hun best, maar zijn niet sterk bemand. Veel problemen zouden er ook zonder mammoet zijn geweest. De maatschappelijke ontwik keling loopt er doorheen. Dat hebben de ma kers van de mammoet ook niet tevoren ge- Er is ook betere begeleiding nodig van de leerlingen. Daar is veel geld voor nodig. De vraag is, mag je dat pakken, ten koste van bijvoorbeeld kleuter- en basisonderwijs Wy hier geloven juist dat men by het basis- en kleuteronderwijs moet beginnen wil er werkelijk van onderwijsvernieuwing sprake zijn. Wij willen hier eigenlijk onze proble men voorlopig wel voor lief nemen, als het geld voor het basisonderwijs wordt aange wend", aldus drs. Struijk. Intussen is men, rijkelijk laat, gestart met een nieuwe lerarenopleiding, voorlopig nog met het etiket „experimenteel". Binnenkort komt een rapport uit van de commissie- Mossel over de didactische aspecten van die nieuwe opleiding. Algemeen is het inzicht ontstaan dat een vernieuwd onderwijs alleen kan werken onder daartoe opgeleide leraren. De „gay twenties" begonnen niet zo bijster vrolijk in de Verenigde Staten; de smaak van de overwinning in 1918 was weggespoeld, de gedemobiliseerde soldaten vormden een burgerleger van mannen, die niet meer aan de slag konden komen of niet meer konden wennen aan het gewone levensritme en iets van de revolutie, die in Europa de onrust gaande hield, was overgewaaid naar de States. Dat laatste kon het minst kwaad: de oude machtsverschijnselen, waartegen in Europa de commu nisten en anarchisten storm liepen, bestonden in het democratische Amerika niet, er vielen geen koningen op te ruimen en over het kapitaal dacht de gewone ar beidende Amerikaan nu eenmaal anders dan zijn uit gebuite Europese collega. Maar de gedachte, dat de dingen, die in Europa gebeurden ook wel eens zouden kunnen gaan botsen tegen de Amerikaanse levensop vattingen. maakte de burgerlijke Amerikanen arg wanend jegens alles, wat ook maar even afweek van de traditionele lijn. Voor de politici, die zich gesteld zagen tegenover grote naoorlogse moeilijkhe den, kwam die argwaan niet ongelegen. De tekortkomingen in het beleid en de onrust onder de arbeiders konden langs die argwaan worden afgeleid: het goede oude Amerika kon onmogelijk schuldig zijn aan tekortkomingen. Waar er on rust heerste, moest die zijn aangestoken door elementen van het soort, dat ook Europa in onrust hield: door communis ten en anai-chisten. De afleidingstactiek slaagde uitstekend: de burgerlijken keerden zich tegen alles wat rood en anarchistisch was en er ontstond een heksenjacht op de vaak zielige profeten van de revolutie, van welke jacht pro cureur-generaal A. Mitchell Palmer de grote animator was. Zijn legertje van „G-men" wist wel raad met arrestan ten, die hun „rebellie" niet wilden be kennen: de arme kerels werden meestal op een ochtend ergens dood gevonden, zonder dat iemand gezien of gehoord had was er precies was gebeurd. Het was een krampachtige toestand, die eigenlijk in het geheel niet gerecht vaardigd werd door de „macht" van de „oommies' en de anarchisten: als er over de hele V.S. ongeveer 150.000 wa ren, dan was het al veel en die 150.000 hadden geen vaste binding, ze vielen uiteen in kleine partijtjes en groepjes, die maar weinig staatsgevaarlijk waren, maar dat was voor de jacht niet be langrijk. Belangrijk was, dat door de jacht de aandacht van de wérkelijke problemen werd afgeleid en dat lukte bijzonder. Salsedo schakeld" heette Salsedo, natuurlijk Europeaan van afkomst, want die wa ren het meest verdacht. Salsedo werd in New York gegrepen en een dag na zijn „verhoor" ergens op een stoep gevonden, vermoord. In zijn nadeel kon worden gezegd, dat hij geprobeerd had, aan de ondervragers te ontkomene maar so what. De moord op de man zette zijn collega-anarchisten aan tot grotere activiteiten en tot degenen, die met klem protesteerden op „openbare bij eenkomsten" behoorden Nico Sacco en Bartelomee Vanzetti. Italianen van huis uit en in de buurt van Brockton (Massa chusetts) profetische vechtertjes tegen de gevestigde maatschappij. Sacco had niet het uiterlijk van een anarchist hij was keurig gladgeschoren, op de bank had hij een klein spaarcentje en thuis een vrouw en twee kinderen, voor wie hij de kost. verdiende op een schoenen fabriek. Tochtgenoot Vanzette was de anarchist van het prentje met een wilde Italiaanse snor en hij kon gloeiende redevoeringen houden. Ze organiseerden bijeenkomsten, waarheen ze in een brikje toerden met aan boord pamflet ten met als tekst: „Kameraden arbei ders. jullie hebben alle oorlogen uitge vochten, jullie hebben voor alle kapi talisten gewerkt, jullie hebben gezwor ven door vele landen. Maar hebben jullie de vrucht van je werk geplukt, de prijs voor de overwinning ontvan gen?" Het was het goede, opruiende spul, waar de politie oog en oor voor had. En de politie pakte het tweetal wegens opruiing op 5 mei 1920. toen het op weg was naar een bijeenkomst in Brockton (Massachussetts). Sacco en Vanzetti belandden in de gevangenis en daarmee begon hun lijdensweg, die pas zeven jaar later zou eindigen: op de elektrische stoel, na een der schandalig- Overvallen Het was Sacco en Vazetti's pech. dat :n de manden voor hun arrestatie in de streek twee overvallen waren gepleegd een in Bridge water op 24 december 1919 (een ovei val, die trouwens mislukt was) en een in South Brainstree op 5 mei 1920, waarbij een gewapende bende twee mannen doodde en er tussenuit- kwam met. een buit van ongeveer 15.00(1 dollar aan loongelden. De politie had geen spoor van de daders kunnen vin den en de politionele autoriteiten kon den het maar moeilijk verdragen, dat „communisten en anarchisten" (wie an ders zouden die overvallen hebben ge pleegd?) slimmer waren dan zij. De aanhouding van Sacco en Vanzetti kwam als een geschenk uit de hel: die twee anarchisten waren voor de ver- dachtenro! geschapen. De twee, die van de prins geen kwaad wisten, maakten het de ondervragers niet erg moeilijk. Geen flauw idee heb bend van de beschuldiging, die tegen hen zou worden uitgebracht, verklaar den ze desgevraagd niet precies te we ten wat ze hadden gedaan op 24 decem ber (de dag van de overval in Bridge- water. Sacco wist het overigens wél precies: op 24 december was hij ge woon op de fabriek geweest en op die vijfde mei had hij een bezoek gebracht aan het Italiaanse consulaat, omdat hij een reis naar zijn zieke moeder in Italië wilde gaan maken. Beide man nen hielden hun verklaringen echter opzettelijk vaag, omdat ze vermoedden, dat hun verklaringen gebruikt zouden worden om er „geloofsgenoten" mee te pakken. Hun vaagheid op die dag zou zich later tegen hen keren, evenals Sae- co's bezoek aan het consulaat dat zou doen. Het was de heren ondervragers wel duidelijk anarchist Sacco had voor bereidingen getroffen om met de buit van zijn overval naar Italië te verdwij nen. Dat er geen spoor van een buit bij Sacco te vinden was, deerde minder Zondebokken De stand van zaken: er waren twee misdrijven men had twee verdachten Er was de heksenjacht van Palmer, in het kader waarvan de haat der Yankees tegen de „rebellen" hoog oplaaide. Er was de sfeer rond Bridegnter. waardoor de twee Italiaanse Amerikanen al bij voorbaat werden gedoodverfd als de schuldigen van de twee overvallen. Het moest voor de procureur van het dis trict. Katzer, niet moeilijk zijn om in een showproces een bewijs tegen de twee te construeren, als er maar getui gen gevonden konden worden, die de twee herkenden als „deelnemers aan de 'ten we Sacco en Vanzetti kort voordat zij stierven op de elektrische stoel- Deze laatste foto van de beide in Amerika wonende Italianen werd genomen toen ze werden overgebraeb' naar de Penitentiarygevangenis overval". Wat de overval in Bridge- water betrof, incasseerde hij spoedig zijn eerste tegenvaller. De werkgever van Sacco kon het bewijs produceren, dat Sacco op dag en uur van de over val rustig op zijn plekje in de fabriek had gezeten. Maar een getuige „her kende" Sacco als een dergenen, die de overval op 5 mei hadden gepleegd. De andere getuigen herkenden hem niet. maar evenmin werd Vanzetti herkend en dat was een merkwaardige zaak, want wie Vanzetti met zijn anarchisten- uitrelijk eenmaal gezien had, kon hem moeilijk meer vergeten. Erg veel hou vast had de procureur derhalve niet, maar da: houvast kon worden gecon strueerd. Katzer draaide de strop om de hals van Vanzetti. die op de dag van de overval in Bridgewater met vis had geleurd, een van zijn vele bezigheden. Of verdachte Vanzetti maar bewijzen wilde, da hij op de bewuste dag en op het bewuste uur ergens anders was ge weest dan op de plaats van de overval en dat kon de met vis rondzwervende Vanzetti niet. Daarop werd het hele verdere proces gebouwd: Vanzetti moest Icoste wat kost schuldig zijn. En als Vanzetti schuldig was, dan moest Sacco medeschuldig wezen, al had hij dan op het ogenblik van „Bridgewater" ergens ander gezeten dan op de plek van de misdaad. Natuurlijk kwam er hulp voor de twee beklagenswaardige Italianen. De com munisten trokken zich hun lot aan en ze betaalden een advocaat. Afgezien van het ïeit, dat die advocaat geen beste pleiter was, was zijn persoon al bij voorbaat verdacht: als hij door de „com mies" betaald werd. aan kon het geen zuivere koffie wezen. Schuldig Toen op 31 mei 1921 in Dedham, Massa chussetts, de moordzak tegen de twee werd geopend, stond hun lot al by voor baat vast. Achter de groene tafel zaten magistraten, die slachtoffers nodig had den tot redding van het Amerikaanse aanschijn en het gezicht van henzelf; in de jur.vbanken zaten twaalf gezwo renen, die omwille van het Yankee- vaderland iedereen schuldig wilden be vinden, die aan hen werd voorgeleid. Sacco kreeg het bijzonder moeilijk, toen hij moest uitleggen, waarom hij naar dc Italiaanse consul was geweest op de dag van de moorden in South Braintree. Hij kwam weliswaar met de werkelijk heid op de proppen, maar die luidde anders dan zijn opzettelijk valse ver klaringen, die hij in eerste instantie had afgeiegd. Het was voor de jury duidelijk: de anarchist stond te liegen. Wat Vanzetti betreft: er kwam een deskundige opdagen, die „aantoonde" dat de kogel, die in een der slachtoffers was gevonden, afgevuurd was uit het wagen dat Vanzetti bezat. Het bewijs was allesbehalve waterdicht, maar dal deed er voor de jury niet toe, evenmin als voor rechter Thayer, die de jury naar de conferentiekamer verwees met een van cie schijnheiligste toespraken, die ooit bij een rechtbank gehouden zijn, en waarin God letterlijk met de gezwo renen werd meegezonden, opdat het allemaal ,.tot heil van Amerika en tot het dienen van de waarheid" zou zijn. Na zeveneneenhalf uur was dc jury gereed: unaniem sprak zij het schuldig uit; rechter Thayer bevestigde die uit spraak: nu precies vijftig jaar geleden Schandaal Intussen echter had het schandaalproces in Dedham zovéél opschudding bij hel weldenkende deel van de Amerikaanse natie en in andere landen verwekt, dat men met de terechtstelling toch nie- ver wilde wachten. Een advocaat uit trok zich het lot van de twee veroor deelden aan, niet in de eerste plaats omdat hij die twee vrij wilde hebben, maar omdat hij niet verdragen kon, dat in Amerika een gerechtelijke moord zou worden gepleegd. Hij hield het gevecht zeven jaar vol, maar rechter Thayer gaf niet toe. Thomson probeerde bewij zen te krijgen voor de onschuld van de twee en hij kreeg ze van de merkwaar digste ka n. Een reeds ter dood veroor deelde moordenaar, Madeiros. gaf in de gevangenis ongevraagd toe. dat hij de dader was van de moord in South Braintree- er was bovendien bij hem geld gevonden, dat welhaast afkomstig moest zijn van de bewuste roof. Rech ter Thayer zag daar geen enke le reden in om zijn halsstarrige houding te wij zigen, Thompson vocht zeven jaar te vergeefs. In het late voorjaar van 1927 sprak rechter Thayer officieel het dood vonnis uit Hij was nerveus. De twee verordenden waren kalm. Vanzetti zei: ..Niemand kan beschrijven, wat we heb ben doorgemaakt in de afgelopen zeven jaren, maar desondanks beef ik niet. Ik hoef mij niet te schamen of bang te zijn. Ikka i U recht in de ogen kijken." Sacco: „In de hele geschiedenis kan ik mij niet-s voorstellen dat zo wreed is als deze icehtbank". Geen gratie Er was nog één mogelijkheid om de twee mannen te redden: begenadiging. De man, die daarover moest beslissen was gouverneur Fuller, een selfmade man, die zich geplaatst zal tussen twee vuren. Zou hij voor genade kiezen, dan zou hij tienduizenden kiezers tegen zich in het harnas jagen. Anderzijds vreesde hij de kritiek, die vanuit het buiten land op zijn arme hoofd neerdaalde. Fuller wilde wél voorgelicht worden cn hij stelde een commissie van drie des kundigen in. die hqm van advies zou moeten dienen. De deskundigen stelden vast. dat er „geen enkele onregelmatig heid bij de voortgang van het proces" was geweest en dat het doodvonnis terecht was uitgesproken. Fuller trok zijn conclusie er was geen reden tot gratieverlening. Op 23 augustus 1927 werden Sacco en Vanzetti or: de elektrische stoel terecht gesteld in de gevangenis van Dedham. die door een sterke politiemacht was omringd om betogers op een afstand te houden. Er werd bij de terechtstelling maar één vertrouwde journalist toegelaten, die het nieuws de wereld inbracht, dat Caceo's laatste woorden waren geweest: „Viva anarchia". En dat nieuws kon dan ten overvloede nog eens dienen als ..bewijs" dat Ame rika terecht had afgerekend met mis dadige Europese elementen, die uit den vreemde waren gekomen om Amerika ln het ongeluk te storten JO VEUGELERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 5