De slag in het Yoyogipark IMPRESSIE VAN DE OKINAWA-ONLUSTEN TV-BOYS VOEREN DE REGIE - TOKIO „You American?" Het schriele kereltje dook plotseling naast me op en pakte mijn linkerarm in een pijnlijke houdgreep. Zijn bloes hing open en op zijn ribbenkast zaten bloedvegen. Hij droeg een rode helm met witte Japanse kriebeltekens. De toon, waarop ik werd aangesproken, liet aan duidelijkheid weinig te wen sen over: Amerikanen waren hier ongewenst. Ik moest voorbereid zijn op een klap in mijn gezicht, of in het meest coulante geval een gedwongen en al even onaantrekkelijke afmars naar één van de uitgangen van het Yoyogipark. dat inmiddels door de op roerpolitie hermetisch was afgesloten. In het licht van schijnwer pers spoten waterkanonnen de omliggende trottoirs en bossages mensenvrij. „You American, sir?", herhaalde de onbekende buur man vinnig. Een paar van zijn makkers, al even militant gekleed, drongen tegen me aan. „No, Dutch journalist", zei ik haastig met een vergeefse poging om me los te rukken. „From Holland. You know. Amsterdam? Reporter, newspaperman". Meer beroepster men schoten me zo gauw niet te binnen. Ik haalde niyn weinig in drukwekkend perskaartje voor de dag. Tot mijn verbazing namen de kerels er genoegen mee. „Jy blijft hier", commandeerde de knaap met het bloed op de ribben en plakte me tegen een lichtmast. Ver volgens nokte de troep af. De stadseditie van „The Japan Ti mes" (onderkop: „All the news with out fear or favor") van donderdag 17 juni had aangekondigd, dat Tokio 's avonds moest rekenen op bloedige onlusten vanwege de ondertekening van het Okinawa-verdrag tussen Ja pan en de VS. De twee voorafgaande dagen was de deelname aan protest demonstraties in de hoofdstad aan de magere kant geweest door het slechte weer, maar nu verwachtte de politie een massale knokpartij met minstens 50.000 herrieschoppers, die zich zouden verzamelen in twee parken. (Meiji en Yoyogi) om vandaaruit in slaglinie op te trekken naar de ambtswoning van minister Kiichi Aichi (Buitenlandse Zaken), die om 21.18 uur zijn handte kening onder het omstreden verdrag zou zetten. De gerant, die onder de luifel van het Tokyo Prince Hotel de taxi's voor de gasten afriep, zei bij zonder hoffelijk. „Ik raad u niet aan erheen te gaan. U kunt in moeilijkhe den komen. Ze zullen u niet ontzien". Het was omstreeks half acht en het stadsrumoer leek volmaakt vreed- het ritje naar Shibuya. Twee kilome ter voor het Yoyogipark zette hij zijn Datsun beleefd, maar vastbesloten aan het trottoir en wilde afrekenen. We waren verschillende kruispunten ge passeerd. waar complete bataljons op roerpolitie in grijze uniformen en uit- manshoge schilden het de zijstraten tegenhiel- ken en zelfs staalplaten. Blijkbaar heeft men die dingen in Tokio altijd bij de hand. Mensen moesten doorlo pen. bij de gerinste samenscholing vloog een horde agenten met neerge klapt vizier op de stormhelm uit het donker tevoorschijn. Wij hadden het geluk, dat onze weg gekruist werd door een langzame colonne overval wagens met wilde zwaailichten en gierende sirenes. In het kielzog daar van reden twee knotsen van reporta- Een menselijke slang formeert zich. Winkelpanden en kantoorgebouwen hadden hun kwetsbare vitrines ver schanst achter afzettingen van plan- ge-auto's, voorzien van opgebouwd platform, waarop cameralieden met sportieve Amerikaanse vechtpetjes druk aan hun zoomlenzen stonden te draaien. Jongens van de t.v.-maat schappij TBS. Alle zes zenders van Tokio waren vanavond life in de lucht. „Volg ze maar. het is niet ge vaarlijk", vroegen wij onze chauffeur. Hij deed het. Zijn Datsun voegde zich netjes in de file, die oprukte naar het Yoyogipark. Men liet ons overal door. Tussen twee martiale schijnwerper- wagens stapten we uit. Er was geen publiek meer te zien, maar in het park achter een dikke wal van struiken vol bloemen heerste een oorverdovend tumult. Gekrijs door tientallen megafoons, geknal van on bekende explosieven, lichtflitsen. Warming up Het Yoyogipark ligt (ergens) centraal in „downtown" Tokio. Er waren naar schatting 20.000 demonstranten bijeen op de vrij krappe asfaltvlakte, die vanaf hoge masten verlicht werd. Kennelijk was het Yoyogipark de twee vorige avonden ook al het verza melpunt van de agigatoren geweest, want het asfalt lag bezaaid met stin kende rotzooi, variërend van papier tot etenswaren. Ik hoorde van een jonge studente, lid van de Shagadu (liga van socialistische jongeren), dat je de aanwezige massa globaal in drie groepen kon verdelen: links-radicale studenten, communisten en leden van socialistische vakbonden. „De Yankees moeten Okinawa direct verlaten. Ja pan mag geen concessies doen", zei het kind. Ze herhaalde daarmee onge veer wat in de schaars verlichte ach tergrond van het park vanaf een lan ge batterij luidsprekerwagens („be schikbaar gesteld door de vakorgani saties van Tokio") door allerlei schor re demogogische figuren over de menig- volgende inzet. Ik legitimeerde me (het wachtwoord was blijkbaar „Pho to", want dat begrip deed wonderen), werd doorgelaten en kon nu het schouwspel vanuit de achterste gele deren bekijken. De taktiek van de oproerpolitie" was duidelijk: het hele Yoyogipark was door een dicht cordon omsingeld om een uitbraak van de demonstranten te voorkomen, althans tot minstens half tien (dus na de ondertekening van het Okinawaver- drag) te vertragen. Tegen kwart vi Aomaya Avenue het Meijipark eer fing. De lichtflits Iedereen vloog in dekking. De volgen de morgen meldde de pers, dat de bom gegooid was door socialistische Chukakuha-studenten en dat 26 agen ten verwondingen hadden opgelo- Na middernacht zag ik er op mijn De oproerpolitie met enkele arrestanten. te werd uitgekraamd. „Amerika moet weg", „Okinawa vrij". „Geen atoomwa pens meer op Okinawa". Zo was het al uren aan de gang. Men zegt, dat het de normale war- ming-up van elke Japanse protestop tocht is. De deelnemers worden met dit soort „hersenspoelingen" in trance gebracht, totdat ze zich zonder aan lijfsgevaar te denken als een blinde massa in beweging zetten en zelfs door een regen van kogels niet meer tegen te houden zijn. Opvallend was de ijzeren discipline, waarmee dat ge beurde. De megafoonkreten werden ritmisch beantwoord door de groepen, die in compacte rotten stonden opge steld. Hun politieke kleur, hun lid maatschap van een organisatie of par tij, was herkenbaar aan de helmen. Wit, rood, grijs, groen, met speciale teksten en nummeringen. Ik kon er geen wijs uit worden. En dan de vlaggen, vastgemaakt aan spitse bam boestokken, die later als een woüd van speren in het front van de stoet werden meegedragen. „Gaat u nou maar", zei de studente bezorgd, „het wordt gevaarlijk". Ambulances Ondanks de beklemmende sfeer leek het er nog niet op. Naast me zat een stel halfversufte raddraaiers bij een olie vat vol walmend hout zoals er tiental len op het plein stonden. Je zou den ken, dat ze dienden om koukleumende aanwezigen aan te trekken, maar de avondtemperatuur was beslist niet be neden de twintig graden. Deze knetterende vuurhaarden hoorden bij het totaalbeeld, opzettelij ke elementen om een bepaalde agres siestemming teweeg te brengen. Net als de schijnaanvallen, die voortdu rend door losse groepen werd uitge voerd. Dan gingen de vaandels hori zontaal, spitse punten vooruit, grepen de rijen daarachter elkaar in de ar men en klitten zich aaneen door de handen om het middel van de mannen in de voorgaande rij te klemmen, zodat een massief geheel van gekrom de lichamen ontstond, dat zich vervol gens als een venijnige slang kronke lend door het park begon te bewegen. Zoals bekend (van menig t.v.-verslag) heeft Japan het patent op dergelijke formaties, die eenmaal op holgeslagen harder aankomen dan een oude Ro meinse stormram. Tegen 20.15 uur was de hele bubs van 20.000 op deze beangstigende manier mobiel gewor den, waarbij brandende olievaten en gehele bloemperken omver worden gehost. De aanvalskreten werden hef tiger. Ik was het kereltje dat me naar mijn identiteit had gevraagd, dank baar voor het verlichte plekje naast de lichtmast, want met enige strategi sche feeling kon ik me daar aardig tegen de aanzwellende menselijke la vastroom beschermen. Onverwacht klonken de eerste geweersalvo's, alsof er lichtpatronen werden afgevuurd. In werkelijkheid werden grote hoeveel heden traangasgranaten het park in- gevuurd. Op hetzelfde moment kwa men enkele ambulances onder de schijnwerpers op de weg. De regie klopte voortreffelijk. Een jonge knaap werd voorbijgedragen. Hij had zon bommetje midden in zijn gezicht ge kregen. Meisjes met rode kruis-arm- banden en verbandkoffertjes dirigeer den gewonden naar de beschutting van een groenwal, de luidsprekerwa gens zochten een haastig heenkomen, er suisden brandende stukken hout door de lucht. De hel was losgebroken, we moesten weg. Maar de menselijke slangen bleven voortkronkelen over het asfalt, steeds driftiger, nu op het schrille ritme van fluitjes. Onder de helmen zag je de kussentjes, waarmee mond en neus tegen het neerdalend traangas werden afgeschermd. Ontploffing De oproerpolitie hield zich nog be trekkelijk rustig. Aan de parkuitgang met de smalle trap stonden de agen- ten gespannen te wachten op hun Tijdens de warming up. - negen klonk op de richting van geweldige ontplof- hotelkamer t.v.-beelden van: EHBO- verzorging achter een woud van alu- miniumschilden midden op straat, en later een drukke operatiezaal in een van Tokio's ziekenhuizen. De verre knal verstoorde meteen het laatste grentje geweldloze taktiek aan politie zijde. „Zij gaan het park schoonve gen", juichte een harde nieuwsjongen van TBS naast me, terwijl hij een gewillige cameraman voor zich uit dreef. En het ging bijzonder hardhan dig. Van alle kanten kwamen de wa terstralen in actie, onophoudelijke rie dels geweersalvo's joegen traangas door de bomen, het opvallend flegma tieke publiek op de trottoirs werd meedogenloos naar alle kanten ver spreid en de meest walgelijke obser vatie was, dat dit politie-optreden in feite door de t.v.-producers geregi- seerd werd. Pas wanneer zij hun re portagewagens in stelling hadden ge bracht en de juiste belichting van de scène was ingesteld, werd erop los getimmerd. Kermende gewonden wer den opzettelijk voorbij de lenzen ge sleurd. Eenmaal zag ik zelfs hoe een ambulanceauto „gecoached" werd door zo'n sportieve TBS-boy vanaf zijn operatieplatform en eerst gierend een rondje om het park moest rijden om tenslotte onder het zoomend oog van de camera een stelletje bloedende jon gelui op te pikken. Zo krijgt men in I Japan hard nieuws voorgeschoteld. Inmiddels hadden de 40.000 demon stranten in het Meijipark een ge slaagde uitbraakpoging gedaan en het treinverkeer in de metro van Shibuya lamgelegd. Dat was wel het grootste wapenfeit van de avond. Er restte j niets meer dan de geplande mars naar de ambtswoning van Kiichi Aichi. een tocht van anderhalf uur. De treiteren de, vastbesloten houding van de poli- tieovermacht had de fut er een beetje uitgehaald. Ik telde 13 passerende ziekenwagens in nauwelijks tien minuten. De men- I senmenigte leek te wachten op een soort spectaculaire climax (ook al vast I tarief la japonnaise?) want alle aandacht concentreerde zich op één der toevoerwegen. Het kruispunt was door minstens 2000 agenten met groot materieel afgezet. Inderdaad ver scheen spoedig een onafzienbare stoet. Met (uiteraard) de reportageknotsen van TBS en Fuji voorop, beleefd bij gestaan door politieschijnwerpers. Het was de intocht der agitatoren. Alle buit gemaakte arrestanten (287 in to taal, volgens „The Japan Times" de volgende morgen) gingen voorop, met handboeien verbonden aan agenten. De bataljons langs de route timmer den krijgslustig op hun schilden, ter wijl het publiek zijn sympathie met de (veelal danig verminkte) jongelui demonstreerde door een continu ap plaus. En achter deze parade kwamen de compacte slangen, die zich uren lang in de twee parken hadden opge pept. Ze werden in bedwang gehouden door linies van politiemanschappen, 1 die het geweld trachtten te kanalise- ren. Aldus ging het in ganzenmars, en 1 soms op een holletje in de richting i van de regeringswijk. De opzet van de demonstranten, namelijk ordeversto- ringen bij het ministerie van Buiten- landse zaken tijdens de plechtige dragsondertekening, was mislukt. Terwijl we een taxi zochten, liepen we drie gewonden tegen het lijf. lagen in een portiek te janken pijn, maar accepteerden niet. „You Americans", schreeuwde één. De haat vonkte uit zijn ogen. Tokio beleeft dit soort straatgevechten praktisch elke week. ze horen bij het democratisch gebeuren. Ditmaal was er 45.000 man politie op de been geweest. En de oogst was, over drie onrustige „Okinawa-dagen", 687 ar restanten en 413 gewonden. Geen do- JAN DERIX. :t. liepen I lijf. Ze van del te hulp/ uwde ery, n oeen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 14