Shaoshan CUIVA'S IN HUN SPEL BEDREIGD Éénrichtingsverkeer in luchtvaartindustrie voorbij ZATERDAG 19 JUNI 1£ Dit is het huis waar Mao werd geboren in Shaoshan, in de provincie Hoenan: Als jongen zwom hij in de vijver hiervoor. Thans is het huis een nationaal museum. GEBOORTEPLAATS VAN MAO, EEN COMBINATIE VAN BETHLEHEM EN NAZARETH SHAOSHAN, PROVINCIE HOENAN Hier is het alle maal begonnen. In deze kleine vallei is in een uit klei zijn opgetrokken boerenwoning 77 jaar geleden Mao Tse- loeng geboren. De vallei en het dorp zijn een nationale C bedevaartplaats geworden die elke dag door zo'n 3000 a [eest 1000 mensen bezocht worden. Toen de culturele revolutie i Cis op z'n hoogtepunt was, kwamen hier dagelijks wel 70.000 rode gardisten binnenstromen. Shaoshan is een combinatie van Bethlehem en Nazareth. De pelgrims bezoeken de geboorteplaats en horen verha- a over de jeugd van de man die hier vaak „de redder in het Chinese volk" genoemd wordt. Gidsen laten je het bed zien waarin hij op 26 december 1893 geboren werd. Ze vertellen hoe het kind Mao zijn moe der in het huishouden hielp, door water te gaan halen en te steken. Als teenager, vertellen zij, werkte de toekomstige leider overdag op het veld, en studeerde hij 's avonds bij het van een olielamp. Als het regende. i-ende hij weg om e gezinnen te helpen hun graan onder dak te bren- gen. Ook sprak hij in gelijkenissen. In latere jaren, toen hij de boeren van Shaoshan aanzette tot een opstand tegen de hereboeren sprak Mao van eetstokjes: eentje kon je gemakkelijk breken, maar een bos van die stokjes kon je niet zo gemakkelijk breken. Het feit dat hij uit een boerengezin afkomstig was en ten boeren was opgegroeid zou van essentieeel belang blijken voor de overwinning van de communisten in China. Want Mao zou zich niet alleen bepalen tot het Wostrieel proletariaat van het marxisme, maar zou het comnsnisme tot de onderdrukte boeren in zijn land uitbraten, en het platteland de basis van de communisti- .«cferiperaties maken. Je hijgt een aardig stuk platteland te zien tijdens, de 104 /ange rit van Changsha, de hoofdstad van de zuid- tfflfrale provincie Hoenan, naar Shaoshan. Het is een vruchtbaar gebied, met een lang seizoen waarin verbouwd tin worden, een van de graanschuren van het land. In bi het voorjaar zijn de velden groen van de jonge rijstplant- met hier en daar in het zwart geklede boeren die in modder en het water staan te zwoegen. Sommigen 't «i ploegen met een waterbuffel, anderen verpoten met de k- 'rand miljoenen jonge rijstplantjes. 32 dagen ft Door dit landschap trok Mao in 1927 32 dagen lang te (t, terwijl hij zijn beroemde verslag over de boerenbe- vei weging in Hoenan opstelde. Dit onderzoek opende de ogen de boerenjongen, die intellectueel geworden was en op die in de jaren die daaraan voorafgingen gefascineerd ird was door de activiteiten in de steden, voor het revojutio- lir potentieel van de ongelukkige boerenbevolking. centrale, zuidelijke en noordelijke provincies van China honderden miljoenen boeren in opstand komen, als een machtige storm, als een orkaan, een kracht die zo snel en heftig zal zijn dat geen enkele macht, hoe groot ook. hen tegen zal kunnen houden." Later in datzelfde jaar. nadat Tsjang Kai-sjek zich tegen de communisten gekeerd had. zou hij een kleine groep de bergen in leiden en alles van dit besluit laten afhangen. Pas in 1959 zou Mao naar Shaoshan terugkeren, toen hij een kort bezoek aan het dorp bracht en een gedicht schreef waarin de regel „als een vage droom herinnerd, vervloek ik de lange verleden tijd" voorkwam. Sinds die tijd is hij er niet meer teruggeweest. Nu heeft hij geen familie in Shaoshan meer. 15 mou Mao's geboorteplaats was het huis van een welvarende boer. In 1936, loep hij Edgar Snow, de communistische leider, zijn levensverhaal vertelde, zei hij dat zijn familie aanvankelijk 15 mou (1 hectare) land had bebouwd, en daar later nog eens zeven mou aan toegevoegd had, alsook hypotheken op het land vat anderen. Mao vertelde dat zijn vader ook geld verdiende met het transporteren en het verkopen van graan. Deze dingen worden niet verteld door de gidsen in Shaoshan, en ze beweren dat ze niet weten hoeveel land Mao sr. bezat. Het huis, dat gerestaureerd is. staat legen een heuvel met bossen, vlak bij velden waar nog steeds gewerkt wordt en het ziet uit op de vijver waar de jonge Tse-toeng graag zwom. Aan de andere kant van de vijver staat een huis waar een boerengezin woont. Dicht in de buurt staat het huis waar Mao voor het eerst naar school ging en waar hij de oude geschriften van Confucius bestudeerde. Hij vond het maar saai spul en gaf de voorkeur aan verhalen over heroïsche rebellie, zoals het verhaal van de drie koninkrijken en de waterkant. Het huis van de Mao's is donker, met een vloer van vastgestampte aarde. Rond een binnenplaats staan de varkensstal, de rijstopslagplaats, de koeiestal, een hout schuurtje, een schuurtj? waarin gereedschappen bewaard werden en de slaapkamers. In de kamer van zijn ouders hangen foto's van hen. Mao's moeder is een vrouw met een aardig voox-komen en een vriendelijk gezicht, haar zoon lijkt op haar. De vader heeft enigszins ingevallen wangen en een krullende snor. Hij was een man met een sterke wil, een autoritair figuur. Mao vertelde Snow dat hij en zijn vader het vaak met elkaar oneens waren. Martelaren Mao Tse-toeng waè niet het enige familielid dat een gevaarlijk pad koos. Zes van zijn rtaaste aanverwanten moesten hun keuze met de dood bekopen. Daar waren twee broers, een geadopteerde zuster en Mao's eerste vrouw, Yang Kai-hui, die allen door de Kwomintang gedood werden, waarbij zijn vrouw nog eerst gemarteld is. Een neef is later in een opstand tegen een landheer om het leven gekomen, en de oudste zoon van Mao en Yang werd tijdens de Koreaanse oorlog gedood. De martelaren worden in een kamer van het museum in Shaoshan herdacht. Het museum is een teken van dank aan Mao en alles wat hij sinds zijn geboorte gedaan heeft. De enige andere figuur die werkelijk een beetje naar voren ti-eedt is Lin Piao, die beschreven wordt als de oudste vriend van de voorzitter sinds de dag dat hij zich in 1928 in de bergen bij hem voegde. Van Tsjoe Teh. commandant van het rode leger tijdens de twee decennia van de bui-gerooi-log. en Tsoe En lai zijn maar weinig sporen te vinden. (Cpyright The Globe and Mail) NORMAN WEBSTER (Van onze luchtvaartredacteur) PARIJS Nog maar enkele jaren telcden schreef de Franse journalist- politicus Jean-Jacques Servan Schrei er zijn geruchtmakende boek „De Amerikaanse Uitdaging". Vorige week is Amerika's meest gerenommeerde en internationaal gezaghebbende lucht- saartweekblad „Aviation Week" hele maal gewijd aan „Europa de nieu we zakelijke uitdaging". 1 Onda tolls Royce, ondanks de stugge en esterse manier waarop het Sovjet- lussische vliegtuigverkoopbureau i-Avia-export" te werk gaat. ondanks 3it alles bloeit de Europese lucht- en uimtevaartindustrie; En die bloei Jat ten kóste van de Amerikaanse tegemonie zoals die al sinds de derti- ftr jaren bestond. rt Hotz. hoofdredacteur van „Avi- Week" en leider van een zes uitgerust) joux-nalistenteam op Le Bourget, vindt zelfs dat er sprake van „de grootste commerciële uitda ag aan het Amerikaanse leiderschap °P het gebied van civiele luchtvaart s'nds de dertiger jaren". En dit alles, ■noent hij was duidelijk te zien op.de 29ste Parijse lucht- en ruimtevaart- Kei- tentoonstelling op Le Boui'get. "0 Europese lucht- en ruimtevaartin- dustrie in dit geval de Wésteuro- P^e is opgehouden leentjebuur te yJ^len bij de VS. In het éénrichtings- B f v»keer van licensies (van Amerika ^ar Europa) is een opmei-keliike 'ontering gekomen. Thans vervaardi- fabrieken in Amerika steeds meer *«teuropese produkten in licensie, op het gebied van de luchtvaart van de ruimtevaart. Amerikaanse luchtvaartexperts huiili over Europa pi-aten, dan bedoelen zij tegenwooi'dig daar óók Rusland mee. Niet zozeer uit geografische preuts- heid en ook niet omdat de koude ooi-log afgelopen is, maar gewoon om dat het over keiharde reële feiten Zo'n keihard feit is" dat de Russen over een volledig prpgramma civiele vliegtuigen beschikken, dat zij ook buiten hun eigen (politieke) invloeds sfeer met kracht van verkoopargumen ten willen gaan slijten. Daai'bij komt dat het Sovjetprogramma zelfs uitge breider is dan het Amei'ikaansehet bevat immers een supersoon verkeers vliegtuig, de Toepolev-144. En dat is niet eens de enige Europese SST. Er is ook nog de Frans-Britse „Concorde", net terug van een supersone. intercon tinentale proefvlucht (naar West-Afri- ka en terug) die alle bestaande snel- heidsi-ecords halveerde. De ki-acht van de Europese luchtvaart industrie. economisch aangevoerd door de Franse en technologisch waar schijnlijk nog steeds geleid door de Britse, is gelegen in het sleutelwoord: samenwerking. Frankrijk zowel als Engeland hebben in de afgelopen ja ren intern hun industrieën door schaalvergroting versterkt. Alle Fran se staatsbedrijven op lucht- en ruim- tevaartgebied zijn nu gebundeld Ae rospatiale voor de vliegtuig- en raket- tenbouw en Snecma voor motoren. In de particuliere sector hebben Dassault en Bréguet de koppen bijeen gestoken. In Engeland heeft zich een zelfde proces afgespeeld: British Aircraft (de Concoi-deparners van Aerospatia le) en de Hawker-Siddelygroep heb ben er nagenoeg alle krachten gebun deld en zijn gebouwd op de bei-oemde namen van weleer. Nog belangrijker wellicht is de vor ming van internationale (Europese) consortiums. Soms met één bepaald produktiedoel, soms ook met wijdere oogmerken. Het aantal vliegtuigen dat in Europa door een internationaal ge zelschap fabrieken wordt gebouwd of ontwikkeld is al bijna niet meer bij te houden. Het allerbelangrijkste echter is dat de Europese luchtvaartindustrie (ditmaal inclusief de Russische) niet alleen complete programma's begint te voe ren. maar zich bovendien ook aan het specialiseren is op gebieden die de VS hebben laten liggen. D*. twee belang rijkste daarvan zijn: de steil opstij gende en landende vliegtuigen (waar onder Fokker-VFW de Dornier 231 en de Russische YAK-40) en vliegtuigen voor de korte afstand, maar gebouwd volgens de modernste technieken en opvattingen (de eerdergenoemde lucht- bus, de' Dassault Mercure, de Fok- kerF 28 en de VEW-614. De wei'kelijke bedreiging vanuit Euro pa voor de Amerikaanse hegemonie is niet eens zozeer gelegen in de moge lijkheid dat de Europese luchtvaai-tin- dustrie in Amerika zelf een markt aandeel gaat opeisen (het „Volkswa geneffect"), hoewel Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen de Concoi'de of Toepolev-144 wel moeten kopen als hun Eui-opese concurrenten ermee gaan vliegen en hoewel ook op andere gebieden de Europese industrie voor Amerikanen aantrekkelijke aanbiedin gen heeft De ergste bedi-eiging voor de Amerikaanse concurrentie is gele gen in het feit dat het Europese aan bod zo duidelijk appelleert aan de specifieke behoeften in gebieden als Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Wat dit betreft is het formidabele succes van de Fokker F-27 Friendship, juis in deze gebieden van de wereld, een waar teken aan de wand geweest. Tenslotte nog enkele ontwikkelingen: Italië is bezig aan een interne reorga nisatie van de luchtvaartindustrie om straks zijn rol in Europa en in de wereld mee te spelen. De Westduitse luchtvaartindustrie, zeer op internati onale samenwerking ingesteld, is mo menteel erg inventief (vooral op het gebied van steil opstijgende en lan dende vliegtuigen) en maakt er geen geheim van klaar te staan voor de grote sprong voorwaarts. De Neder landse vliegtuigindustrie zelfs speelt zijn. rol duchtig mee en heeft zich versterkt door de fusie van Fokker met de Westduitse VFW. W1M KOCK President Theodore Roo sevelt heeft eens gezegd dat men niet kon toe staan dat de vlakten van Noord-Amerika „een wildreservaat voor vuile wilden zouden blijven". Vandaag aan de dag komt deze uitlating ons min der aanvaardbaar voor dan in zijn tijd het geval was en vanzelfspre kend is die uitlating zeker niet. We zijn er niet lan ger zeker van dat het ka pitalisme, het christen dom en de verbrandings motor de goddelijke bood schappers der vooruit gang zijn, en de in dustriële mens uit het midden van de twintig ste eeuw is minder dan zijn ouders bereid samen met bisschop Heber te zingen: „Kunnen wij met onze zielen die vanuit de hoge met wijsheid ver licht zijn, kunnen wij de onwetende mens de levenslamp weigeren?" Brian Moser van Granada Television heelt een be wonderenswaardige filmdo cumentaire gemaakt over de ontheemding van Cuiva inbooidingen door veeboe ren op de grazige vlakten van Oost-Columbia. De film heeft levensgewoonten vastgelegd die bijna zeker in de komende vijftig jaar en waarschijnlijk eerder zullen verwijnen. De ze den en gewoonten van de Cuiva inboorlingen zijn be schreven door de Franse antropoloog Bernard Ar- cand die ongeveer ander half jaar bij de Cuiva's heeft gewoond en hun ver trouwen wel gewonnen moet hebben omdat anders de film nooit gemaakt had kun nen worden. Het conflict in de film draait om de Cui va's en de veeboeren die Cuivaland in beslag nemen. De tragedie is duidelijk en heeft zich overal in de we reld herhaald, telkens wan neer aggressieve en op ex pansie beluste culturen in contact zijn gekomen met minder krachtige samenle vingen. De zwakken wor den door de sterken ver drongen. vernietigd of op genomen en in dit proces vindt men de elementen van tragedie terug. Slaaf of dood De film „De Verdwijnende Weield" is geslaagd, omdat er aan de ene kant geen kritiek wordt uitgeoefend op de veeboeren omdat men inziet dat zijzelf on derworpen zijn aan druk en noodzaak die onvermij delijk hun houding en ge drag bepalen en aan de an dere kant laat de film ons de boeren door de ogen van de Cuiva's zien. Elke keer als de camera zich van de naakte Cuiva, die met een speer op vis jaagt of lui in zijn hangmat ligt (waarin hij 15 a 16 uur per dag doorbrengt) op de rusteloze ruiters richt, die met pisto land niet begeert: en in de tweede plaats brengt hel feit dat de inboorlingen be paalde stukken land toege wezen krijgen met zich mee dat ze bij de voor hen vreemde wereld, waartegen ze juist beschermd moeten worden, betrokken raken. Voor de zondeval Deze inboorlingen laten ons schijnlijk voor de zondeval geleefd heeft: als twee Cui va's gaan vissen en ieder vangt een vis die precies even groot .is als die van de ander, geven ze de helft van hun vis aan de ander, waarmee ze de gelijke ver deling van goederen hand- het de vlakte voortja gen, krijgt het publiek een fysieke schok te verwerken, alsof de hoeven ons eigen bestaan bedreigen en niet dat van een heel klein groepje inboorlingen, dui zenden kilometers verwij derd van ons dagelijks le- Het opdringen van de veeboeren heeft drie moge lijke gevolgen: als de Cui va's zich verzetten worden ze neex-geschoten of vergif tigd en dit gebeurt ook wel als ze zich niet verzet ten. Als zij de komst van de boeren aanvaarden, ver leid door zout en alcohol, zullen ze waarschijnlijk opgenomen worden door de Columbiaanse gemeenschap, waar ze tot de allerlaagste groeperingen gaan behoren, waar ze het leven van sla ven en bannelingen zullen gaan leiden. De derde mogelijkheid is dat de regering een poging zal doen om hen op de één of andere manier te be schermen tegen wat Alan Moorhead „de fatale slag" heeft genoemd. Deze be scherming kan in verschei dene vormen komen. De meest aantrekkelijke is misschien het idee dat ge schikte stukken land voor de inboorlingen apart ge houden moeten worden, waar ze hun leven in vrede voort zullen kunnen zetten. Deze oplossing brengt twee problemen met zich mee: in de eerste plaats leren de ei-varingen die in Noord- Amerika en in Afrika op gedaan zijn. ons dat de in- boorlingcn slechts met rust gelaten worden zolang ue „beschaafde" wereld hun leving zo kenmerkend is. Dit primitieve communis me, deze manier waarop de Cuiva's zich aan hun omge ving aangepast hebben; de gewoonte om iedere dag urenlang te praten en met de kinderen te spelen: de spontane nomadische aan leg. het opbreken van het kamp om naar een andere plek te gaan als ze van die ene plaats genoeg hebben; en de klaai-blijkelijke af hankelijkheid van een ver dovend middel dat halluci naties teweegbrengt; dit alles gecombineerd doet het voorkomen alsof zij de ant woorden gevonden hebben die wij ten gevolge van de industriële technologie en organisatie verloi-en heb- De pai-adox is dat de in boorlingen er helemaal niet naar streven hun isolatie te behouden, zij aanvaarden graag de gaven van de be schaafde wereld die hen zeker zullen vernietigen. Dit schijnt de werkelijke reden te zijn waarom men uiteindelijk moet afzien van reservaten of antropo logische dierentuinen. Dit is misschien de sociale bete kenis van Adam en Eva in Eden; toen ze eenmaal van de appel gegeten hadden konden ze niet langer in de tuin blijven. De eerste hap. zoals de eerste kennisma king van de Cuiva's met de kapitalistische mens, is de eerste schakel in een keten van onherroepelijke ge beurtenissen. Misschien is de enige daad werkelijke bescherming die de regeringen kunnen en behoren te bieden onder- wijskundige, financiële en wetgevende hulp om de klap van de twintigste eeuw wat minder hard te laten aankomen. Veel men sen zullen beweren dat men niets had moeten doen en dat de inbooi-lingen toen veel gelukkiger waren. Vrije loop Het enige antwoox-d hierop is dat ze toch niet met rust gelaten zouden zijn, en dat een intelligent uitgevoerd integratieprogi-amma een betere hoop op succes biedt dan wanneer men alles z'n vrije loop zou laten hebben. De wegen door het oer woud zouden toch aangelegd zijn, wat de mensen er ook van zouden denken. Diegenen die mochten den ken dat het proces gemak kelijk is. moeten zich maar eens voor de geest hoe indsutrieel Europa gefaald Kinderen als in de tuin van Eden. Maar de aanraking met de beschaving betekent een directe bedreiging van hun leven. heeft in de aanpak van het zigeunerprobleem en een nomadische levenswijze die tengevolge van de twintigste eeuw gedoemd was te ver dwijnen: in Duitsland zijn ze met de joden in de gas kamers uitgemoord, terwijl ze elders tot de allerlaagste bevolkingsgroep zyn gaan behoren. Zouden bepaalde gebieden tot reservaten voor zigeuners gemaakt moeten zijn? En zouden de zigeu ners ons daar dankbaar voor geweest zijn? Het grote probleem van re servaten is dat ze grenzen hebben. Moeten die grenzen er zijn om ongewenste be zoekers buiten te houden, of om ongewenste inboor lingen er binnen te hou- De mogelijke toekomst van de nog vrije Indiaan: de moeilijke weg van werkeloosh< in een moderne maatschappij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11