HET VERZONKEN KASTEEL ZATERDAG 19 JUNI 19; DR. PLUIZER VRAAGT UW AANDACHT VOOR DE DIERENTUIN VAN KALVERDUIN ligt een groot rond meer, temid den van een bijna ondoordringbaar bos. Hoge bomen en doornig struikge was staan dicht opeen en sluiten het af van de wereld. Er wordt gezegd dat in het meer een albasten kasteel ligt verzonken. Van de weinige dappere woudlopers die de gevaarlijke tocht hebben ondernomen om naar het meer te kijken, zegt de een: „Juist toen ik er was, betrok de lucht en brak een stortbui los. Het meer was niet groen meer maar grauw en de oppervlakte ondoorzichtig. Ik heb geen kasteel gezien". De ander zegt: „Toen ik er was, werd juist de lucht verduisterd door een vlucht vogels, wel duizenden. Ze stre ken neer op het water en spetterden en spatten zodat de oppervlakte een deinende zee van veren en golven leek. Ik heb geen kasteel gezien". Maar een derde zegt: „Toen ik aan kwam, was het nacht. De maan scheen en het meer lag stil te spiege len. Ik zag de bomen langs de kant terug in het water en ook de maan tussen ijle wolken. Onder het groene water meen ik wel iets gezien te hebben. Murer., ronde ramen, kante len, torens? Ik weet het niet. Mis schien toch alleen maar de weerspie geling van wolkenflarden in de maan- verlichte lucht". In een dorp, dicht bij het on- doordringbaar bos, kwam eens, lang geleden, een gewoon uitziende jonge vreemdeling aan om er een paar da gen te blijven Op de brug die over het witbruisend riviertje ligt, ont moette hij een eenvoudig maar won dermooi meisje. Zij vonden elkaar zo aardig dat ze elke avond opnieuw naar de brug kwamen, hij van de ene, zij van de andere kant. De vreemde ling rekte zijn verblijf en nam zich voor met het meisje te trouwen, of schoon hij zelf een prins was. Dat moest hij haar nu maar vertellen- Op de avond dat hij dit besluit wilde uitvoeren, was de strenge vader van het meisje achter die ontmoetingen gekomen en aangezien hij zijn doch ter nog veel te jong vond voor een vrijer en bovendien niets van gewone vreemdelingen wilde weten, verzon hij een list om een einde aan die ontmoetingen te maken. Deze avond sloot hij zijn dochter op in haar kamer en ging zelf naar de brug om de vriend van zijn dochter op te wachten, „ik breng u een bood schap van de gravin", zei hij, „Zij is vandaag weggevaren met de graaf om met hem te trouwen en te gaan wo nen in zijn kasteel aan het Groene „Wie is de gravin?" vroeg de jonge man. „Dat is het meisje, dat u hier elke avond ontmoette. Ik ben haar dienaar", zei de slimme vader. „Waar ligt het groene meer", vroeg de prins wanhopig. „Ik kan het niet gelo- „Het grote groene meer ligt temidden van dat bijna ondoordringbare bos", zei de vader en wees naar de donkere, beboste heuvels die tegen de avondhe mel dreigend afstaken. „Maar zij heeft mij daar nooit iets over gezegd", stamelde de jonge vriend. „Zo was zij nu eenmaal", antwoordde de oude man. De prins keek over de leuning van de brug. „Maar in dit bruisend water kun je niet varen", zei hij ongelovig. „Nee, geen enkele boot kan hierin varen, behalve die van de graaf", was het antwoord. Toen keer de de bedrogen prins de vader de rug Nog dezelfde avond verliet hij het dorp en trok langs een smal pad het bijna ondoordringbare bos in. Het werd een donkere nacht, en als er toch nog een sterretje aan de hemel pinkte, kon hij het niet zien. Want hoog boven hem ruisten en fluisterden Er wordt een afscheidsfeest gevierd! De dierentuin kan het niet meer bij- sloffen en de collega's van de opzichter komen als troost wat kado's aanbieden. Ook de dieren feesten mee! De opzich ter dankte daarna ontroerd met o.a. een toepasselijke spreuk en aan u om die spreuk te vinden. Op de tekening telt u 12 bekende gezegden, maar allemaal met één verkeerd woord erin. Zes van deze gezegden, hebben het beroep ver keerd. Die moet u vervangen door het juiste. „Aan een goed portier ontglipt ook wel een aal", daarin verandert u de portier natuurlijk in een visser. Onder streep nu bij de tegels de twee deeltjes: VIS-SER, maar óók die van wat er verkeerd stond, dus POR-TIER. Doe dit bij alle zes. U onderstreept dus in 24 tegels en van de 12 tegels die dan weer overblijven maakt u nog 6 andere be- De 6 collega's ziet u allen met één voet op een genummerde tegel staan. Het beroep wat u in deze tegel vond (als eerste of tweede deel ervan) heeft nl. dezelfde beginletter als het cadeau wat de man meebrengt. Dit is dus een goede controle. De zes cadeaux vult u in op het bord met 112 er boven en wel volgens de nummers op de tegels. Het cadeau van de heer die op tegel 1 staat, komt dus in het bovenste hori zontale rijtje. Nu de dieren!! Er zijn nog 6 gezeg den, waarin niet een beroep maar een dier fout is! U vindt de 6 „goede" dieren alle op de tekening. De wolf wordt een van de andere, die zich' nl. „geen tweemaal stoot", u begrijpt wel welk dier er wordt bedoeld. Als dat gebeurd is. schrijft u onder elkaar, maar in alfabetische volgorde, de 6 overgebleven dieren (welke dus nog niet in een gezegde voorkwamen). Ze hebben nummers onder de 10. Zet de dichte bladeren. Nachtvlinders deze nummers vóór hun naam op uw fladderden toBen zijn gezicht, gloei- Alfabetisch lijstje; 3-bunzing zal dus de wormpjes schoten vonkjes af, een eerste zijn nachtegaal zong vervoerend en zoete Nu weer de d,eren va„ de ge2egden bloemengeur trok door de lucht. Dcze zet u 4cht„ uw reeds geschreven Maar al gauw hield het bospad op. ma.„. dezc bcpaalde manier Moeizaam moest de vastberaden jon- (le, op dc dubbele cijfers.,. geman zijn weg banen door warrige struiken. Kruipend gewas en doornige EZEL herft 91 De betek(mt. lett„ takken scheurden zijn handen en kle- van dit diér is dus E De 9 betekent ren. Er was geen nachtegaal meer te zoek cen del. dieren in de altabetische horen maar het krassen van uilen En 11Jst. dle ook E maar als 9e wat hij zag fonkelen, waren de gloei- bcefl H,.t is GORDELDIER! en achter ende ogen van roofdieren. dlt dier zet u nu EZEL k Zo vocht de jonge prins tegen het bos de andere en het leek hem of er geen eind aan de nacht zou komen. Maar eindelijk Als alIes gevondcn doet te„slotle begon de dageraad te gloren. Stammen dlt. 3_bunll betekent, dat u de derde en struiken weken uiteen; hij stond aan ,etler nce dus N Doe ook 1 u ?°°ds"!le sr?,ene andere. En lees dan al deze aparte meer. Daar lag het. rond. peilloos ie„ers van ondei. naar boven! Ver- £TSi7l.'n»,S öók^van 'onder «J* ^T_„St°.l„he!.iWI6rtasb,°ee, Kasteel te leest in vertikale richling maar_ van onder naar boven. Dit alles aaneen gevoegd. geeft u de spreuk waarnaar gevraagd wordt. geen spoor bekennen! Toen begreep de vreemdeling die een prins was, dat de oude man hem beetgenomen had en dat zijn liefste meisje hier niets van wist. Hij rustte een dag en een nachtOplossingen dienen uiterlijk woensdag aan het meer en dacht na. Toen 23 Juni l2 uur per briefkaart, met hij een besluit genomen had, trok hij vermelding PUZZEL 175 te zijn inge- om het watef heen naar de overkant zonden aan het bureau van ons blad. ondernam van daaruit opnieuw LUCKY LUKE: In de schaduw der boortorens TOM MARIE^ANNGoud ïn de olie een barre tocht om het bos door te komen. Maar nu was het dag en hoe gevaarlijk het ook bleef, hij kwam heelhuids aan de andere kant te voor schijn. Hier lag een kleine stad waar de jongeman zijn intrek nam en al gauw iedereen in rep en roer bracht. Hij riep houthakkers op en gaf hoge lo nen om een weg te kappen vanuit de stad naar het groene meer. Hij ont bood terstond een bouwheer die steen houwers en timmerlieden aan het werk zette om een albasten paleisje te bouwen, en loofde beloningen uit voor iedere dag dat het werk vroeger klaar zou zijn dan berekend was. Binnen een jaar stond een marmerwit kasteeltje aan de oever van het groe ne meer. Toen liet de prins een koets bespannen en reed daarmee, gekleed in schitterende kleren, om het bos heen naar het dorp waar zijn uitver koren meisje woonde aan de overkant van het witbruisend riviertje. Hij reed de brug op en liet daar de koets stoppen, om zelf te voet verder te gaan. De eerste die hem tegemoet kwam, was de vader van het meisje, die diep boog voor deze voorname Heer. Maar de prins vroeg: „Is de gravin thuis?" Toen schrok de man en herkende in de prins de eenvoudige vreemdeling die hij een jaar geleden het bos had ingestuurd. Maar het meisje had de stem van haar geliefde herkend en vloog hem al in de armen. Zij stegen in de koets en samen reden zij weg. De lange tocht om het meer heen, naar het Puzzel van de vorige week luidt: OPLOSSING: puzzel van de vorige week luid: de buren zijn saaie pieten vindt opa. Het Italiaanse viertallenkampioenschap kenmerkt zich jaarlijks door scherpe strijd en vaak flonkerende partijen, de lange bos- het albasten kasteeltje leek hen kort... Aan het groene meer leefden zij lang en gelukkig. En toen tenslotte het meisje een oude vrouw was ge worden en stierf, was de hemel zo genadig om bliksemschichten af te vu ren op het kasteeltje, zodat de prins met zijn geliefde vrouw en met het hele kasteel in het meer verzonk De plaats waar het gestaan heeft, werd al gauw overwoekerd met plan ten en de weg door het bijna ondoor dringbare bos groeide dicht. En zo komt het dat er nu nog mensen zeg gen: er ligt een albasten kasteel ver zonken in het groene meer, dat dap pere woudlopers er wel eens gaan kijken en soms onder de roerloze groenspiegelende oppervlakte iets zien schemeren dat lijkt op muren, ramen, kantelen en torens. tegei vooral U raadt het al als de spelers van het Blue Team aan de tafels zitten. Met name de precisie die deze spelers ^dag leggen resulteert keer op ■grote winst, als blijkt dat de ij in identieke situaties minder nauwKturig te werk is gegaan. In onderstaand spel zien we Pabis Ticci aan het werk in een (met dichte kaarten) moeilijk hanteerbaar 3 SA-con- tract. In de eerste slag maakt de tegen partij een fout en enk,ele slagen latei wordt een zeer moeilijke verdediging niet gevonden, hetgeen voor Pabis Ticci vol doende is om voor een verrassende ont knoping te zorgen. A'2 - V AB 10 753 O B 7 62 V 4 V HV6 O V 9 4 A 10952 Zuid speelt 3 SA, oost heeft tijdens het bieden zijn S'-kleur geannonceerd en west komt uit met *0 9. Oost nam de eerste slag met het Aas en speelde O na. door zuid genomen, Zuic vervolgde met Vrouw voor oosts Aas en een derde ^-ronde werd gespeeld, waardoor zuids laatste dekking in die kleur verdween Met open kaarten is het nu een eenvoudig geval: een snit op Boer brengt het contract thuis, maar deze speelwijze vond Pabis Ticci te riskant gezien de vrije V in de oosthand. Hij speelde daarom naar Heer en toen de Boer niet viel. vervolgde hij met Vrouw, die hij door liet lopen. West weigerde de slag, waarna Boer volgde Ook deze slag nam west niet. wat met het oog op het gebrek aan verbindingen tussen noord en zuid zeer verstandig lijkt, maar het in feite niet is. Het juiste tegenspel bestaat in het nemen van de tweede ♦-slag en terugspelen West maakt dan nog een O- en een ♦-slag Nu west ook de tweede weigerde, was Pabis Ticci er als de kippen bij zijn slap te slaan. Uit noord werd een kleine gespeeld en west zat in de puree. Hij kon naspelen, maar zuid nam geen risico meer. O Aas. twee vrije en Aas zorgden voor de benodigde slagen' Aan de andere tafel was de verdedi ging van Garozzo-Forquet tegen hetzelf de eindeontract feilloos. In de eerste sla® werd U aangesP'nd en zuid nam met de Vrouw. Kleine naar de Heer en oosts Aas, waarna weer een kleine V werd gespeeld. Zuid nam en was nu aangewe zen op het goed zitten van Heer Kleine O naar het Aas en Vrouw na Toen west deze met de Heer kon nemen maakten de Napolitanen er een feest in de rode kleuren van. De leider maakte vier slagen in totaal: één in twee in V en één in O DAMMEN 9 S i de vrijdag 11 juni'gespeelde eerste ronde van het Europees kampioenschap voor landenploegen, dat van 1118 juni in Bolzano werd gespeeld, gingen de Ne derlanders al direct goed van start door een zege van 6O'op de Zwitsers. Na 23 minuten opende Pieter Bergsma de score door een overwinning op Joseph Augagneur, die zich met wit als volgt liet verschalken: 1. 3228, 1823; 2. 34—29, 23x34; 3. 39x30, 16—21; 4. 31—26, 21—27; 5. 37—32, 11—16; 6. 32x21, 16x27; 7. 44—39, 19—24; 8. 30x19, 14x32; 9. 42—37, 7—11; iq. 37x26, 20—24; 11. 40—34, 11—16; 12. 50—44, 9—14; 13. 4742, 4—9; 14. 34—29?, 17—21!; 15. 26x17, 12x21; 16. ".9x20, 15x24; dreigt 27—31; 17. 28—23, maar nu kan het niet meer, 24—30; 18. 35x24, 27—31; 19. 36x27, 21x32; 20. 38x27, 14—19; 21. 23x14, 9x36 en wit gaf het op. SIJBRANDS GUIGNARD Veel meer tegenstand boden de beide voortrekkers van het damspel in Zwit serland, André Guignard en André Gé- dance, tegen onze jonge damcoryfeeën Sijbrands en Wiersma. Maar na 3% uur spelen had Sijbrands zijn tegenstander wel goed in de greep, zoals uit de dia gramstand blijkt. Wit kon alleen nog 4842 of 4843 spelen. Hij vervolgde met: 44. 48—43, 22—27; 45. 25—20, op 43—38 kan zwart 17—22, 13—18 en 23x45 spelen, 27x29; 46. 20x18, 23x12; 47. 39—34, 29—33; 48. 34—29, 33—38; SUSKE EN WISKE: De kale kapper 49. 29x20, 38x49; 50. 20—15, 19—; dreigt 2430. Hier gaf wit het op, «-j na 40—34 volgt 49—32. Een kostbaar bordpunt voor derlandse drietal werd door België in eerste ronde van de Russen afgesno Oscar' Verpoest bereikte een gelijkwi dige remise tegen wereldkampioen dris Andreiko. Maar dat het altijd erg oppassen is tegen de man uit liet Verpoest na afloop zien. VERPOEST q i 'O O O V O O O O e'B ANDREIKO In de diagrampositi». zou 1319 volmaakt logische zet zijn. Op 3833 dan heel goed 2328 volgen en is 39- verhinderd door eveneens 2328. Vt poest liet echter zien dat op 1319 zou hebben gewonnen door: 444 35x42; 34—29, 23x34; 32—28, 22t 2721, 16x27; 31x2, 42x31; met kt 2x3 of 2x4! Rest ons nog te vermelden dat wedstrijdleiding in uitstekende hand was van de Belg Raymond Picard, de niet verschenen Parijzenaar PiE Lucot verving. F. GORDI schaken 1 1 (Van onze schaakmedewerker W. J. Muhring) De wijze waarop de schakers on nu grootmeesters of derdeklassers zijn zich achter het bord gedragen, he reeds menige scribent geïnspireerd, c navolgbaar is echter de bepaald gee;; typering, d'e het befaamde British Ca Magazine eens lanceerde. Hieronder gen enige karakteristieke types: 1. De remiseschuivcr. Deze wil altijd remise, vooral in sii 1 lingen waarin hij materiaal achter is.i 1 biedt dan met een allerinnemendste gis 1 lach remise aan en toont zich pijoj verbaasd, wanneer dit „edelmoedig" g bod van de hand wordt gewezen. H, zeer halsstarrig en zal desnoods nie;a laten bij iedere volgende zet remi» blijven aanbieden. 2. De mepper of boemer. Dit zijn schakers die een schrift^ cursus in psychologie gevolgd hebtet zich in onregelmatige openingen g cialiseerd hebben. Deze schaker 1 zijn openingszet uit door het stuk bi harde bons neer te knallen en big» volgens zijn tegenstander doordja aankijken, kennelijk om hem te fa seren. Het slachtoffer is dan in te- zekere of hij het maar direct op zah of nog enkele zetten door zal stum 3. De stoelmanipulator. Deze categorie schakers kan tijde» spel geen ogenblik stilzitten en voert a de zetel bewegingen uit die variëren ran draaien, schuiven en wiebelen 4. De potloodgooier. Hij schrijft zijn zet op en indien hij zijn potlood nonchalant op de tafel sa is het een teken dat hij een roekei e plan op het oog heeft. Legt hij het k zorgvuldig neer, dan is he dat hij behoedzaam speelt. 5. Dc lichaamzwaaier. Eén van de meest gevaarlijke tjj Do Het lichaam van dit type schaker si melt gestadig, maar wanneer de hoek van 29 graden overschreden w botst zijn lichaam tegen de tafel op die brengt niet alleen op het eigen bord verwoesting teweeg, doch veelal ook de aangrenzende borden. De gesteldheid van de spelers aan deze) den kan bedenkelijk worden e 6. De handweifelaar. Hij kan maar geen beslissing nel Zijn hand gaat naar een der stuki aarzelt even en wordt ijlings tera trokken. De hand gaat bord terug. Hij krabt zich achter hei Zal hij het doen. ja. nee. ja, ba iai 7. De uitroeper. Deze slaakt voortdurend kreten: Ai Nou, nou. Oh Variërend in al naar gelang het element schok, of ontzetting, waarmet zetten reageert 8. De toneelspeler Zeer slim en azend op de zwal van de menselijke natuur. Hij van zijn stukken in, doet net of hel fout is, door ergernis voor te we Zijn tegenstander pikt het stuk in ei liseert zich dan pas dat hij in d gelopen is Hiermede zijn uiteraard niet alle behandeld Zonder verder comrae kunnen nog vermeld worden de vt schuifelaars de snuivers en neusoplui doch dezen treft men niet alleen schakers aan. SCHAAKGRAPPEN I 9 4 <m i 9 t i t t i t tlli F- m t 1 'm m -Al l De eerste onwaarschijnlijke luidt Op welke wyze zet de witte torn al met behulp van zijn tegenstandf zwarte koning in 5 zetten mat 1. a2a3, e7—e5; 2. Pbl—c3, LIK 3. Pc3e4 La3—f8; 4. Tal—a5, Ke> 5. Ta5xe5 mat. Wit aan zet en wint. Oplossing schaakraadsel w Wit wint als volgt: 1. b4-b5!, Ldfi verl 2. d5-d6!, c7xd6 (Na 2 3. d7, al Dame; 4. d8 Dame f. 5. Dd5t); 3- Te6xd6. a3-a2 (Op 3- - Kb7 volgt 4. Lh2, Ld3; 5 Tg6. a2; 6 t Wes 4. Td6-dl. Lb5-d3; 5 Tdl-al. fc* 6. Kf8-e7, Ka8-b7; 7. Ke7-d6. Kt' 8 Kd6-e5, Kb6-b5; 9 Ke5-f4. K&> L 10- Kf4-g3. Kb4-b3: 11 Kg3xg2. KW 12. Lgl-h2, b2-al; 13. Lh2-e5 mat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 10