Gerard Buschman, slachtoffer van zijn systeem tegen „het systeem" LFC 'n tussenstation voor betaald voetbal? Leraar Fioretticollege neemt ontslag na conflict ZATERDAG 12 JUNI 1971 LEIDSE COURANT PAGINA 3 LISSE De eindexamens zijn weer achter de rug. Tien duizenden leerlingen hebben zich vermoeid en boorde vol met vaak nutteloze feitenkennis van het strijd gewoel afgewend. Voor hen is het voorbij. Na een on geveer twee jaar durende periode van koortsachtig toewerken naar een climax, kunnen zij nu terugglijden naar een leven zonder die spanning. Voor velen van hen duurt deze periode niet zo lang, zij laden zich in de zomermaanden slechts weer op om in de toekomst nieuwe, veel inspanning vergende prestaties te leveren. Het eindexamen was voor hun geen eindpunt ,het is niet meer dan een blinde muur waar men overheen moet en waarachter zich eindeloze verten vol met nieuwe idealen uitstrekken. Telkens als men zo'n ideaal ver wezenlijkt heeft maakt men zich op om zich op het vol gende te storten. Het is niets nieuws. Het is altijd zo gegaan. Generatie na generatie heeft zich deze levens wijze eig engemaakt. Ons onderwijs heeft zich erop ingesteld, het heeft de normen gesteld. Iedereen die zich daaraan niet conformeert stoot het hoofd. Leerling wordt, opgevoed om in het systeem te functioneren Dat doet al jaren Gerard Buschman (26) die deze week zijn korte onder- wijscarrière aan het Fioretti-college heeft afgesloten. Hij heeft gebroken met het onderwijssysteem dat volgens hem het zgn. „uitgestelde leven" tot gevolg heeft en bevordert. Zijns inziens worden steeds stappen gezet naar latei en tijdens het stappen komt men niet toe aan het leven in het heden. Breekpunt werden na jaren lange conflicten in het huidige onderwijs systeem, de opstellen van zijn leerlin gen op hel laatste eindexamen. De gecommitteerde waardeerde het werk volgens geheel andere normen dan hijzelf en kwam tot aanmerkelijk la gere cijfers. Aanleiding voor Busch man om nu definitief het systeem de rug toe te keren. Hij gaat zich wijden aan verbetering van de mentaliteit in het maatschappelijk bestel van nu. Hij heeft zijn visie neergelegd in „Echo van Gods Woord"; een kritisch pam flet. waarin hij de solidariteit met de zwakke medemens centraal stelt. Volwassenheid Gerard Buschman heeft zijn mede mens altijd gezocht. Als kind al dacht hij ongewoon veel na over de volwas senheid. Hij wilde dolgraag deelnemen aan het intieme leven van de volwas senen. Hij voelde zich daarvan buiten gesloten: „Wij hebben kinderkamers gecreëerd, wij hebben de school geïso leerd van de samenleving. Elk indivi- du leeft in een isolement." Gerard Buschman wilde dat doorbre ien. Hij wilde gaan reizen. Weg uit de vertrouwde omgeving. Als jongen van twaalf jaar ging hij daarom naar het internaat van de Franciscanen in Venray. Gerard Buschman had die mobiele trek in zich zitten. Aanvanke lijk wilde hij piloot worden. Hij ging naar een seminarie. Waarom? Busch man: Niet om pater te worden, dat besefte ik van het begin af aan. Ik wilde alleen maar onder de mensen zijn. Ik realiseerd me al gauw dat ik in het verkeerde klimaat terecht was gekomen. Ik kwam in een isolement terecht. En ik wilde juist ageren, te gen elke vorm van isolement, omdat daarin tendenzen als geweld voorkomen, die elke vorm van leven verzieken. Dat gaat niet alleen op voor een klooster en een seminarie maar ook voor een hospitaal, het le ger. de school en ook in een eng gezinsleven." Hotel Gerard Buschman hield het deson danks zes jaar in Venray uit. Het laatste half jaar voor zijn eindexamen gymnasium moest hij het internaat verlaten omdat zijn opvattingen intern niet werden geaccepteerd. Hij woonde de laatste zes maanden van zijn school tijd in een hotel. Sindsdien heeft Buschman geen vaste woon- of ver blijfplaats. Hij is voortdurend onder weg. Hij vermijdt ook bestaanszeker heid te verwerven omdat hij vreest dat wanneer hij eenmaal gesettled is, zijn geestelijke mobiliteit verloren gaat. Zijn collega's waren voor hem wat dat betreft een duidelijk voor- Gerard Buschman is nu na vele inci denten op het Fioretti-college mis schien een beetje tegen zijn eigen gevoel in strijdbaar geworden. Hij is naar een krant gestapt en heeft tegen alle regels in examenopstellen van zijn leerlingen openbaar gemaakt. Zijn geweldloze strijd is begonnen. Hij heeft een zet gedaan, maar verwachtte blijkbaar niet dat de te genzet al gauw zou volgen. Wij pro beerden contact met hem op te ne men. Aanvankelijk lukte dat niet. LEIDEN. In café-chantunt Scarabee (Pieterskerk, Choorsteeg) speelt gedurende dit weekend de Amerikaanse pop- en rockster Bodo, die momenteel voor plaatopnamen in Nederland vertoeft. Met zgn gitaar en rauwe stem maakte Bodo in Amerika reeds twee elpees, waarvan hij het komend weekend Leidse belangstellenden uitvoerig zal laten meegenieten. GERARD BUSCHMAN Gebrek aan betrokkenheid grotendeels oorzaak van crisis in het onderwijs" Rector Terwijn van het Fioretti-colle ge bij wie we informeerden„Dat weet ik niet. Het is een rare vogel. Een vaste woon- en verblijfplaats heeft hij niet. Vandaag zit hij in Amsterdam, morgen in Maastricht of Antwerpen. Maar ik zal u zijn posta dres geven". Weet rector Terwijn al van het ontslag van Buschman? „Dat is geen nieuws, vorig jaar wilde hij al weggaan. Ik zei toen tegen hem: Maar Gerard, je moet toch ergens van leven. Hij is voor acht lesuurtjes per week aan gebleven." Toevallig aanwezig Buschman was toevallig op het posta dres toen wij langsgingen. Gerard Buschman. is een rijzig type met een fijn gesneden gezicht en dik golvend donker haar. Een man die veel indruk maakt op vrouwen. In het restaurant in Sassenheim doet Gerard Buschman zijn verhaal. Niet graag. Hij praat zacht, langzaam, articuleert duidelijk. Zijn denkbeelden staan hem tot 'op zekere hoogte duidelijk voor ogen. Hij weet wat er mis is in deze maat schappij, geeft ook aan hoe het moet veranderen maar kan moeilijk duide lijk maken hoe zijn ideale maatschap pij functioneert. Het komt ons voor dat hij onbewust een scherm op trekt telkens als dit aan de orde komt. Hij laat merken dat hij het zelf ook niet zo gedetailleerd weet. Duidelijk in ieder geval is het hem dat deze maatschappijstructuur niet mag wor den gecontinueerd. Het is stil in „Het Bruine Paard". Het personeel zit in een hoekje bij het buffet, aan het biljart staan een paar vaste klanten. Het regelmatige tikken van de ballen wordt af en toe onder broken door een klots, een dissonant in de semi-mystieke sfeer rond Busch man. Zijn onbewogen houding is 'n flagante tegenstelling met zijn be woordingen, waarin hij zijn aanklacht tegen de maatschappij stelt. Opgebeld „Anderhalf jaar geleden werd ik op gebeld door 'n vrouwtje in nood. Van de dokter hoorde ik later, dat ze nog een paar weken te leven had. Ze was zwaar ziek. Ze leed aan epilepsie en moest worden geopereerd. Dat ge beurde. Eenmaal uit het ziekenhuis kreeg ze een rekening van zevendui zend gulden. Bij een Duitse verzeke ringsmaatschappij was ze verzekerd voor vijftien procent. Een Nederlandse maatschappij neemt zo'n geval hele maal niet. Ze betaalde en kwam daar door in financiële nood. Het gevolg was, dat ze tenslotte uit haar flat werd gezet door 'n deurwaarder. Die man wist hoe het met haar gesteld was. Toch zette hij door, omdat de regels in deze maatschappij nu een maal zo zijn. Als men niet kan beta len, dan moet men er uit. In welke omstandigheden de betrokkene ook verkeert. Het vrouwtje werd prompt weer ziek. Kon er ook psychisch niet tegen op." Buschman buigt zich licht over de tafel, knijpt zijn ogen dicht en zegt: „Dit vrouwtje, mijne heren, wordt vermoord door het systeem, dat in feite een georganiseerde liefdeloosheid is. Het systeem regeert. We hebben het niet meer in de hand. We kunnen ons alleen maar aan deze regels ont trekken door volledig en oprecht soli dair te zijn met de zwakken in deze samenleving. Daarom onder meer heb ik mijn lesuren teruggebracht tot acht. Om solidair te zijn. Zo heb ik dat vrouwtje als mijn patiënt geadop teerd. De dokter gaf haar nog 'n paar weken. Ze leeft nu nog. Ik doe niets bijzonders. Ik ga alleen maar naar haar toe en lees er voor. Gedichten. Van Nijhoff bijvoorbeeld: „Ik ging naar Bommel om de brug te zien". Dat kan alleen maar als je bereid bent te lijden zonder dat daar massochisme aan te pas komt". Systeem Kun je niet beter juist hard gaan werken en met geld het vrouwtje beter helpen? Gerard Buschman: „Wanneer je tot de conclusie bent gekomen dat het systeem in ons werkt en je wilt je niet radicaal afwenden van dat systeem door bijvoorbeeld op een onbewoond eilandje te gaan zit ten, dan verlies je fysiek en geestelijk alle sociale waardering. Om op het onderwijs terug te komen, mijn grief is dat de leerlingen worden opgevoed om in het systeem te functi oneren. Toen ik op het Fioretti-college kwam en de eerste les gaf, vroeg ik: wat vinden jullie van het vak Neder lands? Het antwoord was een luid ruchtig onbehagen. Mijn reactie Was: dat zullen we gaan veranderen. Ik heb geprobeerd me te emanciperen van het technische vak Nederlands. Maar daar kom ik zo meteen nog wel op. Een tweede ding dat me opviel was een meisje dat voortdurend met haar handen voor haar ogen zat. Dat hield ze zes weken vol Toen ik bij mijn collega's informeerde werd er gezegd: Ach, dat is een hopeloos ge val. Nou, hopeloze gevallen bestaan bij mij niet." De emancipatie van het vak Neder lands is al gaande sinds hij op Fioret- ti les geeft, dat is sinds 1960. Tot '65 studeerde hij Nederlands aan de Uni versiteit in Leiden. Daar hield hij zich meer met sociologie en psychologie bezig dan met Nederlands. Vlak-voor zijn doctoraal zwaaide hij af, zoals hij zelf zegt. Zijn opvattingen en die van de hoogleraren botsten voortdurend. Eerste conflict Het eerste conflict op het Fioretti college deed zich voor in 1963, toen collega's deed zich voor in 1963, toen meer voorlas uit het werk van Hubert Lampo, waarin een meisje zich uit kleedt. „De ouders reageerden nogal fel." „Moet je nagaan, om een eigenlijk uiterst rechts boekje van Lampo. Ja. ja, in het vuur van de strijd herkent men de eigen bondgenoten nog niet In '65 en '66 werd aan de examens op Fioretti een beeldende dimensie toege voegd. Bestaande uit expositie van collages en tekeningen. Buschman: „Bij mij in de klas komt er nooit een schoolboek op tafel. De leerlingen hebben werkmappen. Links daarin komt de stof aan de orde, rechts wordt op beeldende wijze hieraan uit drukking gegeven". Sinds '66 bestaat ook het alternatieve eindexamen op Fioretti. Buschman: „Om het peil aan te tonen: in '68 waren we in Leiden met die expositie. De leerlingen van Bonaventura dach ten dat de leerlingen van Fioretti leraren waren". Uit alles blijkt, dat Gerard Buschman fervent aanhanger is van projecton derwijs. Zijn eindexamenkandidaten hoeven niet allerlei feitjes in te pom pen. Ze werken twee jaar aan bij voorbeeld drie onderwerpen in de lite ratuur. Moeder, kind, angst of dood in die literatuur. Men gaat wel uit van een basis-roman die minutieus wordt geanaliseerd. In '68 kwam Buschman tijdens het eindexamen in de clinch te liggen met een gecommitteerde, die weigerde zijn waardering van de prestaties te aan vaarden. De traditionelen wilden niet van wijken weten en Buschman liet zijn werk overnemen door een collega. De aanpak van Buschman wordt be kritiseerd. Buschman: „Collega's vragen mij wel eens: hoe pak je dat dan aan? Door projectonderwijs zijn de leerlingen meer bij de slof betrpkken. Het huidi ge systeem werkt averechts. De leer lingen -zijn er niet bij betrokken. De leraren zelf ook niet, hoe kunnen ze dan van de leerlingen verlangen dat zelf te zijn? Vraag aan een leraar Frans een half uur na de les wat hij behan deld heeft. In negen van de tien gevallen weet hij het niet meer. Laatst vroeg ik het aan een collega. Na even nadenken wist hij het zo waar. Hij had een 'lesje over een papegaai in een warenhuis laten ver tellen. Mijn God, hoe kun je jongens en meisjes van zestien, zeventien met zoiets boeien?" Betrokkenheid De crisis in het onderwijs is volgens Buschman voor het grootste deel te wijten aan een gebrek aan betrokken heid. Die betrokkenheid speelt volgens Sawwietsj. Als Kaploentsewa stierft, ge eeuw. Hoofdpersoon zijn Maria Ka- Buschman ook een overheersende rol in onze1 houding ten opzichte van de zwakke medemens. Slechts wanneer men zich betrokken voelt, zich enga geert met het lot van de zwakkere, kan men er oprecht solidair mee zijn. Om oprecht solidair te zijn moet angst overwonnen worden; de angst om de toekomst van zich af te zetten en zich nu volledig in te zetten voor de mede mens. De toekomst is volgens Busch man niet meer dan wanhoop in hoop vertaald. Buschman: „Niet voor niets zeggen ouders tegen hun kinderen: later, la ter. Dat doen ze, omdat ze zich nu geen raad weten met de problemen en ze op de lange baan schuiven om er in het heden niet mee geconfronteerd te worden." De toekomst moet volgens Buschman niet buitenspel worden gezet. Hij zegt: „We moeten ons wel oriënteren op de toekomst, maar het mag niet ten koste van het leven nu. In het onderwijs staat alles ten dienste van het toe komstige resultaat." Veeleisend Buschman geeft toe, dat zijn manier van lesgeven veel eist. Zowel geeste lijk als lichamelijk. Ook al omdat men voortdurend in conflict komt met het nog heersende systeem. „Een paar jaar geleden kreeg ik op een puntenvergadering veel kritiek te verduren over de manier waarop ik in een brugklas had lesgegeven. Ik heb toen gezegd: ik wens niemand toe permanent in zo'n sfeer te leven". Ook Buschman kon er deze week blijkbaar niet meer tegen op getuige zijn ontslagaanvrage. Daarmee wil hij niet zeggen, dat hij zijn toekomstbeeld van de ideale maatschappij heeft op gegeven. Hij sluit slechts een periode af. Hij gaat door. Een nieuwe faze begint met de publi catie van zijn werk „Echo van Gods Woord". In het stuk wordt uitgegaan van de vraag of dwang gerechtvaar digd is. Buschman: „Men vindt dwang ge rechtvaardigd. Dat vecht ik aan. Het idee, dat dwang zinvol is wordt ge wekt omdat de mens altijd bereid is iets te doen wanneer er dwang achter zit. De nette burgerman komt tot agressie. Dat leidt tot situaties als in het geval My Lai. We moeten het dreigement elimineren omdat het ons regisseert tot een manipuleerbaar ef fect. Lijden zonder dwang Hij geeft een voorbeeld. „In het boek van Carlina Maria de Jesu, een Bra ziliaanse schrijfster, die in een favela (een krottenwijk aan de rand van 'n grote stad) heeft geleefd; wordt het standpunt verdedigd, dat Brazilië moet v orden bestudeerd door mensen die zelf geleden hebben. Ze haalt het voorbeeld aan van een politiechef, een aardige, sympathieke man die er toch toe komt de arme mensen op een bloedige wijze te blijven onderdukken. Hij volgt louter en alleen de re- Buschman: „Ik heb er een trits voor: de armen, de ontrechten en de ge- krenkten. Wij moeten daarvoor collec tief bereid zijn te lijden zonder dwang. Dit lijden moeten wij accepte ren omwillé van de opheffing van de situatie waarin deze mensen leven." Buschman zakt na deze woorden ach terover in zijn stoel. Hij strijkt zich over zijn gezicht. Hij lijkt vermoeid. Dat hij inderdaad de strijd moe is ontkent hij. „U kent toch dat verhaal van die rabbi?" Wij schudden van „Die rabbi houdt een preek in de synagoge. De mensen luisteren gefas cineerd. Na de dienst loopt de rabbi naar voren, naar het plein voor de synagoge. Daar ziet hij een man, in wie hij God herkent. Hij loopt er verbaasd heen, valt op de knieën en vraagt: Waarom zit u hier? De man schudt meewarig het hoofd en hij zegt: Rabbi, ik ben moé." „Leerlingen worden getraind c i het systeem te functioneren", aldus Buschman. Sjaak BouwmeesterGauw vergeten.. ROELOF ARENDSVEEN DOSR en Sjaak Bouwmeester leken een onverbrekelijke tweeëenheid, tot dat tegen het middernachtelijk uur van de jongste transferperiode voorzitter Van Duykeren bij af wezigheid van secretaris De Koning het overschrijvingsformu lier in handen kreeg gedrukt. Op tweede pinksterdag, kort voor het changeren ten einde was, gaf de „verbintenis" plotseling de geest. De 21-jarige doelman, die zich als tienjarige bij Door Oefening Sterk Roelofarendsveen al aanmeldde, wierp de twijfel van zich af; het aarzelen dat hem vorig jaar al zoveel parten had gespeeld. „Ik wilde graag naar Roodenburg, maar ik wilde me niet zomaar aan bieden. Ik durfde het niet. Sinds dien heb ik in Amsterdam ge werkt, dan word je vanzelf wel brutaler. Ook zat ik vorig jaar nog op school. Het MSG. De studie voor bouwkundig opzichter zit er nu op, mits ik ben geslaagd. Dat hoor ik op de 22e". Carrièresprong een uitdaging ste verschuiving in het „Leidse" voetbalwereldje waar het conserva tisme ditmaal groter was dan voor heen. De stevig gebouwde, tamelijk lange Bouwmeester krijgt het op te nemen tegen de kleine Wim Visser „Een onbekende voor mij. Ik ken vrijwel niemand bij LFC. Alleen met Hannaart (thans amateur bij Feyenoord, red.) heb ik indertijd in het Leidse jeugdelftal gespeeld. LFC lijkt me een zeer leuke vereniging. Ik ben er eenmaal geweest. Nu al heb ik een uitnodiging gehad voor de slotavond van het Zilveren Mo- lentoernooi. Dat is toch wel een te ken dat ze je er graag bij willen hebben". Waarom juist LFC? „LFC speelt 's woensdagsavonds vaak lichtwedstrijden tegen betaalde clubs. Dat is een extra-stimulans voor me, omdat ik altijd nog eens hoop dat ik een contract aangeboden zal krijgen. Bij LFC maak ik meer kans om op te vallen. In een andere krant heeft gestaan dat ik al trainingen heb bijgewoond van betaalde verenigin gen, maar daar is niets van waar. Er is nog nooit een profclub bij me geweest". Zou je als amateur betaald willen worden? „Nee, het is onzin als de overige leden contributie be talen en wij geld ontvangen. Zou ik bij DOSR gemerkt hebben dat ie mand vijf gulden zou hebben gekre gen dan zou ik er een enorme herrie SJAAK BOUWMEESTERsprong in het onbekende. over hebben gemaakt. Dat geldt ook voor LFC. Het zal een uitdaging voor me wor den. Sommigen zeggen: je komt met hangende pootjes terug. Daar trek ik Ik vond het wel sympathiek dat een bestuurslid tegen me zei: „Je hebt groot gelijk, dat je het hogerop zoekt". De verdeelde stemming is begrijpelijk. In beide opmerkingen zit teleurstelling verwerkt. Hoeveel punten he^ft Bouwmeester voor DOSR niet*veroverd? „Dat moet je niet overdrijven. Tonnie van Leeu wen van GVAV is de minst gepas seerde doelman geworden in het be taalde voetbal. Hij kreeg daarvoor een geldbedrag, maar hij verdeelde dat met zijn ploeggenoten. Die heb ben er toch ook toe bijgedragen dat Van Leeuwen zoveel succes heeft Een heel wat bescheidener doelman, Gerard Dubbeldeman van DOCOS is echter het lichtende voorbeeld ge weest voor Bouwmeester „Het is jammer dat hij bij DOCOS is geble ven. Hij had het veel verder kunnen brengen. De laatste tijd is hij min der geworden, omdat hij geen idea len meer heeft. Dat zou ook met mij zijn gebeurd, als ik nog langer bij DOSR zou zijn gebleven". Bouw meester overvleugelt zijn „meester" met een carrièresprong van drie klassen, zonder te willen stellen dat er in het elftal van DOSR nu een grote leemte ontstaat. Als opvolger tipt hij de 18-jarige A-junior Jos Oomen, die hij nauwelijks op de weegschaal durft te zetten, bang als hij is een hoogmoedige indruk te maken. Uiterst voorzichtig stelt Sjaak: „Mis schien ben ik sneller in mijn reactie en geloof ik dat als we zouden hardlopen ik het van Jos zou win nen. Voor het overige zijn er vrijwel geen verschillen. Springen duiken is hetzelfde. Ik weet zeker dat als Jos enkele malen in het eerste elftal heeft gestaan, ik zo ben vergeten". Heb je nog veel te leren? „Het uitlopen van mij moet beter worden. Ik vind het altijd moeilijk om een beslissing te nemen als een verdedi ger van mij met een tegenstander op de bal afspurt". Het rijpingsproces, dat zich in Bouwmeester voltrekt, manifesteert zich echter wel in de moed, die Sjaak aan de dag legt: „Vroeger kon ik nooit zomaar op iemands schoe nen duiken. Die drempelvrees is te gen SVLV verdwenen. Het veld was spiegelglad en omdat ik graag op een veld speel, waarvan de straf schop gebeiden wat zacht of nat zijn, voelde ik me bijzonder op mijn ge- De beslissingswedstrijd op het Meer burgterrein tussen DOSR en UDO die voor Sjaak Bouwmeester een ex hibitie had moeten worden van zijn talenten, gaf het tegenovergestelde beeld te zien. „Tijdens de training daags tevoren had ik een blessure aan mijn rechterduim opgelopen. Een volleybalduim noemt men het. Veel kans had ik toch niet gehad. Het waren drie bekeken doelpunten. Waren wij kampioen geworden dan had dat niets uitgemaakt. Of het er voor DOSR het komende seizoen in zit? Ik dacht het wel. De junioren hebben zich goed aangepast en er komen er straks nog twee bij". Een eerg jong elftal, dat duidelijk jaren en ervaring te kort kwam tegen UDO. Aanvoerder was toen Sjaak Bouw meester: „Het is moeilijk om als keeper aanwijzingen te geven. Het is net alsof je veel meer moet roepen. Halverwege de vorige competitie wilde ik geen aanvoerder meer zijn. De last werd te grot voor me. Het ging ten koste van de concentratie. Later kreeg ik de band weer terug. Ook in dat opzicht ben ik rijper geworden". JAN PREENEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 3