Gerard Buschman, slachtoffer van
zijn systeem tegen „het systeem"
LFC 'n tussenstation
voor betaald voetbal?
Leraar Fioretticollege neemt ontslag na conflict
ZATERDAG 12 JUNI 1971
LEIDSE COURANT
PAGINA 3
LISSE De eindexamens zijn weer achter de rug. Tien
duizenden leerlingen hebben zich vermoeid en boorde
vol met vaak nutteloze feitenkennis van het strijd
gewoel afgewend. Voor hen is het voorbij. Na een on
geveer twee jaar durende periode van koortsachtig
toewerken naar een climax, kunnen zij nu terugglijden
naar een leven zonder die spanning. Voor velen van hen
duurt deze periode niet zo lang, zij laden zich in de
zomermaanden slechts weer op om in de toekomst
nieuwe, veel inspanning vergende prestaties te leveren.
Het eindexamen was voor hun geen eindpunt ,het is niet
meer dan een blinde muur waar men overheen moet
en waarachter zich eindeloze verten vol met nieuwe
idealen uitstrekken. Telkens als men zo'n ideaal ver
wezenlijkt heeft maakt men zich op om zich op het vol
gende te storten. Het is niets nieuws. Het is altijd zo
gegaan. Generatie na generatie heeft zich deze levens
wijze eig engemaakt. Ons onderwijs heeft zich erop
ingesteld, het heeft de normen gesteld. Iedereen die
zich daaraan niet conformeert stoot het hoofd.
Leerling wordt,
opgevoed om in
het systeem te
functioneren
Dat doet al jaren Gerard Buschman
(26) die deze week zijn korte onder-
wijscarrière aan het Fioretti-college
heeft afgesloten. Hij heeft gebroken
met het onderwijssysteem dat volgens
hem het zgn. „uitgestelde leven" tot
gevolg heeft en bevordert. Zijns inziens
worden steeds stappen gezet naar latei
en tijdens het stappen komt men niet
toe aan het leven in het heden.
Breekpunt werden na jaren lange
conflicten in het huidige onderwijs
systeem, de opstellen van zijn leerlin
gen op hel laatste eindexamen. De
gecommitteerde waardeerde het werk
volgens geheel andere normen dan
hijzelf en kwam tot aanmerkelijk la
gere cijfers. Aanleiding voor Busch
man om nu definitief het systeem de
rug toe te keren. Hij gaat zich wijden
aan verbetering van de mentaliteit in
het maatschappelijk bestel van nu. Hij
heeft zijn visie neergelegd in „Echo
van Gods Woord"; een kritisch pam
flet. waarin hij de solidariteit met de
zwakke medemens centraal stelt.
Volwassenheid
Gerard Buschman heeft zijn mede
mens altijd gezocht. Als kind al dacht
hij ongewoon veel na over de volwas
senheid. Hij wilde dolgraag deelnemen
aan het intieme leven van de volwas
senen. Hij voelde zich daarvan buiten
gesloten: „Wij hebben kinderkamers
gecreëerd, wij hebben de school geïso
leerd van de samenleving. Elk indivi-
du leeft in een isolement."
Gerard Buschman wilde dat doorbre
ien. Hij wilde gaan reizen. Weg uit
de vertrouwde omgeving. Als jongen
van twaalf jaar ging hij daarom naar
het internaat van de Franciscanen in
Venray. Gerard Buschman had die
mobiele trek in zich zitten. Aanvanke
lijk wilde hij piloot worden. Hij ging
naar een seminarie. Waarom? Busch
man: Niet om pater te worden, dat
besefte ik van het begin af aan. Ik
wilde alleen maar onder de mensen
zijn. Ik realiseerd me al gauw dat ik
in het verkeerde klimaat terecht was
gekomen. Ik kwam in een isolement
terecht. En ik wilde juist ageren, te
gen elke vorm van isolement, omdat
daarin tendenzen als geweld
voorkomen, die elke vorm van leven
verzieken. Dat gaat niet alleen op
voor een klooster en een seminarie
maar ook voor een hospitaal, het le
ger. de school en ook in een eng
gezinsleven."
Hotel
Gerard Buschman hield het deson
danks zes jaar in Venray uit. Het
laatste half jaar voor zijn eindexamen
gymnasium moest hij het internaat
verlaten omdat zijn opvattingen intern
niet werden geaccepteerd. Hij woonde
de laatste zes maanden van zijn school
tijd in een hotel. Sindsdien heeft
Buschman geen vaste woon- of ver
blijfplaats. Hij is voortdurend onder
weg. Hij vermijdt ook bestaanszeker
heid te verwerven omdat hij vreest
dat wanneer hij eenmaal gesettled is,
zijn geestelijke mobiliteit verloren
gaat. Zijn collega's waren voor hem
wat dat betreft een duidelijk voor-
Gerard Buschman is nu na vele inci
denten op het Fioretti-college mis
schien een beetje tegen zijn eigen
gevoel in strijdbaar geworden. Hij
is naar een krant gestapt en heeft
tegen alle regels in examenopstellen
van zijn leerlingen openbaar gemaakt.
Zijn geweldloze strijd is begonnen.
Hij heeft een zet gedaan, maar
verwachtte blijkbaar niet dat de te
genzet al gauw zou volgen. Wij pro
beerden contact met hem op te ne
men. Aanvankelijk lukte dat niet.
LEIDEN. In café-chantunt
Scarabee (Pieterskerk, Choorsteeg)
speelt gedurende dit weekend de
Amerikaanse pop- en rockster Bodo,
die momenteel voor plaatopnamen
in Nederland vertoeft. Met zgn
gitaar en rauwe stem maakte Bodo
in Amerika reeds twee elpees,
waarvan hij het komend weekend
Leidse belangstellenden uitvoerig
zal laten meegenieten.
GERARD BUSCHMAN
Gebrek aan betrokkenheid
grotendeels oorzaak van
crisis in het onderwijs"
Rector Terwijn van het Fioretti-colle
ge bij wie we informeerden„Dat
weet ik niet. Het is een rare vogel.
Een vaste woon- en verblijfplaats
heeft hij niet. Vandaag zit hij in
Amsterdam, morgen in Maastricht of
Antwerpen. Maar ik zal u zijn posta
dres geven". Weet rector Terwijn al
van het ontslag van Buschman? „Dat
is geen nieuws, vorig jaar wilde hij al
weggaan. Ik zei toen tegen hem:
Maar Gerard, je moet toch ergens van
leven. Hij is voor acht lesuurtjes per
week aan gebleven."
Toevallig aanwezig
Buschman was toevallig op het posta
dres toen wij langsgingen. Gerard
Buschman. is een rijzig type met een
fijn gesneden gezicht en dik golvend
donker haar. Een man die veel indruk
maakt op vrouwen. In het restaurant
in Sassenheim doet Gerard Buschman
zijn verhaal. Niet graag. Hij praat
zacht, langzaam, articuleert duidelijk.
Zijn denkbeelden staan hem tot 'op
zekere hoogte duidelijk voor ogen. Hij
weet wat er mis is in deze maat
schappij, geeft ook aan hoe het moet
veranderen maar kan moeilijk duide
lijk maken hoe zijn ideale maatschap
pij functioneert. Het komt ons voor
dat hij onbewust een scherm op
trekt telkens als dit aan de orde komt.
Hij laat merken dat hij het zelf ook
niet zo gedetailleerd weet. Duidelijk
in ieder geval is het hem dat deze
maatschappijstructuur niet mag wor
den gecontinueerd.
Het is stil in „Het Bruine Paard". Het
personeel zit in een hoekje bij het
buffet, aan het biljart staan een paar
vaste klanten. Het regelmatige tikken
van de ballen wordt af en toe onder
broken door een klots, een dissonant
in de semi-mystieke sfeer rond Busch
man. Zijn onbewogen houding is 'n
flagante tegenstelling met zijn be
woordingen, waarin hij zijn aanklacht
tegen de maatschappij stelt.
Opgebeld
„Anderhalf jaar geleden werd ik op
gebeld door 'n vrouwtje in nood. Van
de dokter hoorde ik later, dat ze nog
een paar weken te leven had. Ze
was zwaar ziek. Ze leed aan epilepsie
en moest worden geopereerd. Dat ge
beurde. Eenmaal uit het ziekenhuis
kreeg ze een rekening van zevendui
zend gulden. Bij een Duitse verzeke
ringsmaatschappij was ze verzekerd
voor vijftien procent. Een Nederlandse
maatschappij neemt zo'n geval hele
maal niet. Ze betaalde en kwam daar
door in financiële nood. Het gevolg
was, dat ze tenslotte uit haar flat
werd gezet door 'n deurwaarder. Die
man wist hoe het met haar gesteld
was. Toch zette hij door, omdat de
regels in deze maatschappij nu een
maal zo zijn. Als men niet kan beta
len, dan moet men er uit. In welke
omstandigheden de betrokkene ook
verkeert. Het vrouwtje werd prompt
weer ziek. Kon er ook psychisch niet
tegen op."
Buschman buigt zich licht over de
tafel, knijpt zijn ogen dicht en zegt:
„Dit vrouwtje, mijne heren, wordt
vermoord door het systeem, dat in
feite een georganiseerde liefdeloosheid
is. Het systeem regeert. We hebben
het niet meer in de hand. We kunnen
ons alleen maar aan deze regels ont
trekken door volledig en oprecht soli
dair te zijn met de zwakken in deze
samenleving. Daarom onder meer heb
ik mijn lesuren teruggebracht tot
acht. Om solidair te zijn. Zo heb ik
dat vrouwtje als mijn patiënt geadop
teerd. De dokter gaf haar nog 'n paar
weken. Ze leeft nu nog. Ik doe niets
bijzonders. Ik ga alleen maar naar
haar toe en lees er voor. Gedichten.
Van Nijhoff bijvoorbeeld: „Ik ging
naar Bommel om de brug te zien".
Dat kan alleen maar als je bereid bent
te lijden zonder dat daar massochisme
aan te pas komt".
Systeem
Kun je niet beter juist hard gaan
werken en met geld het vrouwtje
beter helpen? Gerard Buschman:
„Wanneer je tot de conclusie bent
gekomen dat het systeem in ons werkt
en je wilt je niet radicaal afwenden
van dat systeem door bijvoorbeeld op
een onbewoond eilandje te gaan zit
ten, dan verlies je fysiek en geestelijk
alle sociale waardering.
Om op het onderwijs terug te komen,
mijn grief is dat de leerlingen worden
opgevoed om in het systeem te functi
oneren. Toen ik op het Fioretti-college
kwam en de eerste les gaf, vroeg ik:
wat vinden jullie van het vak Neder
lands? Het antwoord was een luid
ruchtig onbehagen. Mijn reactie Was:
dat zullen we gaan veranderen. Ik
heb geprobeerd me te emanciperen
van het technische vak Nederlands.
Maar daar kom ik zo meteen nog wel
op. Een tweede ding dat me opviel
was een meisje dat voortdurend met
haar handen voor haar ogen zat. Dat
hield ze zes weken vol Toen ik bij
mijn collega's informeerde werd er
gezegd: Ach, dat is een hopeloos ge
val. Nou, hopeloze gevallen bestaan
bij mij niet."
De emancipatie van het vak Neder
lands is al gaande sinds hij op Fioret-
ti les geeft, dat is sinds 1960. Tot '65
studeerde hij Nederlands aan de Uni
versiteit in Leiden. Daar hield hij zich
meer met sociologie en psychologie
bezig dan met Nederlands. Vlak-voor
zijn doctoraal zwaaide hij af, zoals hij
zelf zegt. Zijn opvattingen en die van
de hoogleraren botsten voortdurend.
Eerste conflict
Het eerste conflict op het Fioretti
college deed zich voor in 1963, toen
collega's deed zich voor in 1963, toen
meer voorlas uit het werk van Hubert
Lampo, waarin een meisje zich uit
kleedt.
„De ouders reageerden nogal fel."
„Moet je nagaan, om een eigenlijk
uiterst rechts boekje van Lampo. Ja.
ja, in het vuur van de strijd herkent
men de eigen bondgenoten nog niet
In '65 en '66 werd aan de examens op
Fioretti een beeldende dimensie toege
voegd. Bestaande uit expositie van
collages en tekeningen. Buschman:
„Bij mij in de klas komt er nooit een
schoolboek op tafel. De leerlingen
hebben werkmappen. Links daarin
komt de stof aan de orde, rechts
wordt op beeldende wijze hieraan uit
drukking gegeven".
Sinds '66 bestaat ook het alternatieve
eindexamen op Fioretti. Buschman:
„Om het peil aan te tonen: in '68
waren we in Leiden met die expositie.
De leerlingen van Bonaventura dach
ten dat de leerlingen van Fioretti
leraren waren".
Uit alles blijkt, dat Gerard Buschman
fervent aanhanger is van projecton
derwijs. Zijn eindexamenkandidaten
hoeven niet allerlei feitjes in te pom
pen. Ze werken twee jaar aan bij
voorbeeld drie onderwerpen in de lite
ratuur. Moeder, kind, angst of dood in
die literatuur. Men gaat wel uit van
een basis-roman die minutieus wordt
geanaliseerd.
In '68 kwam Buschman tijdens het
eindexamen in de clinch te liggen met
een gecommitteerde, die weigerde zijn
waardering van de prestaties te aan
vaarden. De traditionelen wilden niet
van wijken weten en Buschman liet
zijn werk overnemen door een collega.
De aanpak van Buschman wordt be
kritiseerd.
Buschman: „Collega's vragen mij wel
eens: hoe pak je dat dan aan? Door
projectonderwijs zijn de leerlingen
meer bij de slof betrpkken. Het huidi
ge systeem werkt averechts. De leer
lingen -zijn er niet bij betrokken. De
leraren zelf ook niet, hoe kunnen ze
dan van de leerlingen verlangen dat
zelf te zijn? Vraag aan een leraar Frans
een half uur na de les wat hij behan
deld heeft. In negen van de tien
gevallen weet hij het niet meer.
Laatst vroeg ik het aan een collega.
Na even nadenken wist hij het zo
waar. Hij had een 'lesje over een
papegaai in een warenhuis laten ver
tellen. Mijn God, hoe kun je jongens
en meisjes van zestien, zeventien met
zoiets boeien?"
Betrokkenheid
De crisis in het onderwijs is volgens
Buschman voor het grootste deel te
wijten aan een gebrek aan betrokken
heid. Die betrokkenheid speelt volgens
Sawwietsj. Als Kaploentsewa stierft,
ge eeuw. Hoofdpersoon zijn Maria Ka-
Buschman ook een overheersende rol
in onze1 houding ten opzichte van de
zwakke medemens. Slechts wanneer
men zich betrokken voelt, zich enga
geert met het lot van de zwakkere,
kan men er oprecht solidair mee zijn.
Om oprecht solidair te zijn moet angst
overwonnen worden; de angst om de
toekomst van zich af te zetten en zich
nu volledig in te zetten voor de mede
mens. De toekomst is volgens Busch
man niet meer dan wanhoop in hoop
vertaald.
Buschman: „Niet voor niets zeggen
ouders tegen hun kinderen: later, la
ter. Dat doen ze, omdat ze zich nu
geen raad weten met de problemen en
ze op de lange baan schuiven om er
in het heden niet mee geconfronteerd
te worden."
De toekomst moet volgens Buschman
niet buitenspel worden gezet. Hij zegt:
„We moeten ons wel oriënteren op de
toekomst, maar het mag niet ten koste
van het leven nu. In het onderwijs
staat alles ten dienste van het toe
komstige resultaat."
Veeleisend
Buschman geeft toe, dat zijn manier
van lesgeven veel eist. Zowel geeste
lijk als lichamelijk. Ook al omdat
men voortdurend in conflict komt met
het nog heersende systeem.
„Een paar jaar geleden kreeg ik op
een puntenvergadering veel kritiek te
verduren over de manier waarop ik in
een brugklas had lesgegeven. Ik heb
toen gezegd: ik wens niemand toe
permanent in zo'n sfeer te leven".
Ook Buschman kon er deze week
blijkbaar niet meer tegen op getuige
zijn ontslagaanvrage. Daarmee wil hij
niet zeggen, dat hij zijn toekomstbeeld
van de ideale maatschappij heeft op
gegeven. Hij sluit slechts een periode
af. Hij gaat door.
Een nieuwe faze begint met de publi
catie van zijn werk „Echo van Gods
Woord". In het stuk wordt uitgegaan
van de vraag of dwang gerechtvaar
digd is.
Buschman: „Men vindt dwang ge
rechtvaardigd. Dat vecht ik aan. Het
idee, dat dwang zinvol is wordt ge
wekt omdat de mens altijd bereid is
iets te doen wanneer er dwang achter
zit. De nette burgerman komt tot
agressie. Dat leidt tot situaties als in
het geval My Lai. We moeten het
dreigement elimineren omdat het ons
regisseert tot een manipuleerbaar ef
fect.
Lijden zonder dwang
Hij geeft een voorbeeld. „In het boek
van Carlina Maria de Jesu, een Bra
ziliaanse schrijfster, die in een favela
(een krottenwijk aan de rand van 'n
grote stad) heeft geleefd; wordt het
standpunt verdedigd, dat Brazilië
moet v orden bestudeerd door mensen
die zelf geleden hebben. Ze haalt het
voorbeeld aan van een politiechef,
een aardige, sympathieke man die er
toch toe komt de arme mensen op een
bloedige wijze te blijven onderdukken.
Hij volgt louter en alleen de re-
Buschman: „Ik heb er een trits voor:
de armen, de ontrechten en de ge-
krenkten. Wij moeten daarvoor collec
tief bereid zijn te lijden zonder
dwang. Dit lijden moeten wij accepte
ren omwillé van de opheffing van de
situatie waarin deze mensen leven."
Buschman zakt na deze woorden ach
terover in zijn stoel. Hij strijkt zich
over zijn gezicht. Hij lijkt vermoeid.
Dat hij inderdaad de strijd moe is
ontkent hij. „U kent toch dat verhaal
van die rabbi?" Wij schudden van
„Die rabbi houdt een preek in de
synagoge. De mensen luisteren gefas
cineerd. Na de dienst loopt de rabbi
naar voren, naar het plein voor de
synagoge. Daar ziet hij een man, in
wie hij God herkent. Hij loopt er
verbaasd heen, valt op de knieën en
vraagt: Waarom zit u hier? De man
schudt meewarig het hoofd en hij
zegt: Rabbi, ik ben moé."
„Leerlingen worden getraind c
i het systeem te functioneren", aldus Buschman.
Sjaak BouwmeesterGauw vergeten..
ROELOF ARENDSVEEN DOSR
en Sjaak Bouwmeester leken een
onverbrekelijke tweeëenheid, tot
dat tegen het middernachtelijk
uur van de jongste transferperiode
voorzitter Van Duykeren bij af
wezigheid van secretaris De
Koning het overschrijvingsformu
lier in handen kreeg gedrukt. Op
tweede pinksterdag, kort voor het
changeren ten einde was, gaf de
„verbintenis" plotseling de geest.
De 21-jarige doelman, die zich als
tienjarige bij Door Oefening Sterk
Roelofarendsveen al aanmeldde,
wierp de twijfel van zich af; het
aarzelen dat hem vorig jaar al
zoveel parten had gespeeld. „Ik
wilde graag naar Roodenburg,
maar ik wilde me niet zomaar aan
bieden. Ik durfde het niet. Sinds
dien heb ik in Amsterdam ge
werkt, dan word je vanzelf wel
brutaler. Ook zat ik vorig jaar nog
op school. Het MSG. De studie
voor bouwkundig opzichter zit er
nu op, mits ik ben geslaagd. Dat
hoor ik op de 22e".
Carrièresprong
een uitdaging
ste verschuiving in het „Leidse"
voetbalwereldje waar het conserva
tisme ditmaal groter was dan voor
heen. De stevig gebouwde, tamelijk
lange Bouwmeester krijgt het op te
nemen tegen de kleine Wim Visser
„Een onbekende voor mij. Ik ken
vrijwel niemand bij LFC. Alleen
met Hannaart (thans amateur bij
Feyenoord, red.) heb ik indertijd in
het Leidse jeugdelftal gespeeld. LFC
lijkt me een zeer leuke vereniging.
Ik ben er eenmaal geweest. Nu al
heb ik een uitnodiging gehad voor
de slotavond van het Zilveren Mo-
lentoernooi. Dat is toch wel een te
ken dat ze je er graag bij willen
hebben". Waarom juist LFC? „LFC
speelt 's woensdagsavonds vaak
lichtwedstrijden tegen betaalde clubs.
Dat is een extra-stimulans voor me,
omdat ik altijd nog eens hoop dat ik
een contract aangeboden zal krijgen.
Bij LFC maak ik meer kans om op
te vallen. In een andere krant heeft
gestaan dat ik al trainingen heb
bijgewoond van betaalde verenigin
gen, maar daar is niets van waar.
Er is nog nooit een profclub bij me
geweest". Zou je als amateur betaald
willen worden? „Nee, het is onzin
als de overige leden contributie be
talen en wij geld ontvangen. Zou ik
bij DOSR gemerkt hebben dat ie
mand vijf gulden zou hebben gekre
gen dan zou ik er een enorme herrie
SJAAK BOUWMEESTERsprong in het onbekende.
over hebben gemaakt. Dat geldt ook
voor LFC.
Het zal een uitdaging voor me wor
den. Sommigen zeggen: je komt met
hangende pootjes terug. Daar trek ik
Ik vond het wel sympathiek dat een
bestuurslid tegen me zei: „Je hebt
groot gelijk, dat je het hogerop
zoekt". De verdeelde stemming is
begrijpelijk. In beide opmerkingen
zit teleurstelling verwerkt. Hoeveel
punten he^ft Bouwmeester voor
DOSR niet*veroverd? „Dat moet je
niet overdrijven. Tonnie van Leeu
wen van GVAV is de minst gepas
seerde doelman geworden in het be
taalde voetbal. Hij kreeg daarvoor
een geldbedrag, maar hij verdeelde
dat met zijn ploeggenoten. Die heb
ben er toch ook toe bijgedragen dat
Van Leeuwen zoveel succes heeft
Een heel wat bescheidener doelman,
Gerard Dubbeldeman van DOCOS is
echter het lichtende voorbeeld ge
weest voor Bouwmeester „Het is
jammer dat hij bij DOCOS is geble
ven. Hij had het veel verder kunnen
brengen. De laatste tijd is hij min
der geworden, omdat hij geen idea
len meer heeft. Dat zou ook met mij
zijn gebeurd, als ik nog langer bij
DOSR zou zijn gebleven". Bouw
meester overvleugelt zijn „meester"
met een carrièresprong van drie
klassen, zonder te willen stellen dat
er in het elftal van DOSR nu een
grote leemte ontstaat. Als opvolger
tipt hij de 18-jarige A-junior Jos
Oomen, die hij nauwelijks op de
weegschaal durft te zetten, bang als
hij is een hoogmoedige indruk te
maken.
Uiterst voorzichtig stelt Sjaak: „Mis
schien ben ik sneller in mijn reactie
en geloof ik dat als we zouden
hardlopen ik het van Jos zou win
nen. Voor het overige zijn er vrijwel
geen verschillen. Springen duiken is
hetzelfde. Ik weet zeker dat als Jos
enkele malen in het eerste elftal
heeft gestaan, ik zo ben vergeten".
Heb je nog veel te leren? „Het
uitlopen van mij moet beter worden.
Ik vind het altijd moeilijk om een
beslissing te nemen als een verdedi
ger van mij met een tegenstander op
de bal afspurt".
Het rijpingsproces, dat zich in
Bouwmeester voltrekt, manifesteert
zich echter wel in de moed, die
Sjaak aan de dag legt: „Vroeger kon
ik nooit zomaar op iemands schoe
nen duiken. Die drempelvrees is te
gen SVLV verdwenen. Het veld was
spiegelglad en omdat ik graag op
een veld speel, waarvan de straf
schop gebeiden wat zacht of nat zijn,
voelde ik me bijzonder op mijn ge-
De beslissingswedstrijd op het Meer
burgterrein tussen DOSR en UDO
die voor Sjaak Bouwmeester een ex
hibitie had moeten worden van zijn
talenten, gaf het tegenovergestelde
beeld te zien. „Tijdens de training
daags tevoren had ik een blessure
aan mijn rechterduim opgelopen.
Een volleybalduim noemt men het.
Veel kans had ik toch niet gehad.
Het waren drie bekeken doelpunten.
Waren wij kampioen geworden dan
had dat niets uitgemaakt. Of het er
voor DOSR het komende seizoen in
zit? Ik dacht het wel. De junioren
hebben zich goed aangepast en er
komen er straks nog twee bij". Een
eerg jong elftal, dat duidelijk jaren
en ervaring te kort kwam tegen
UDO.
Aanvoerder was toen Sjaak Bouw
meester: „Het is moeilijk om als
keeper aanwijzingen te geven. Het is
net alsof je veel meer moet roepen.
Halverwege de vorige competitie
wilde ik geen aanvoerder meer zijn.
De last werd te grot voor me. Het
ging ten koste van de concentratie.
Later kreeg ik de band weer terug.
Ook in dat opzicht ben ik rijper
geworden".
JAN PREENEN.