Leiden gaat de doorstroming met advertentiecampagne stimuleren ^1| I i f Uit rariteitenverzameling groeide een boeiend museum Doorstromingsambtenaar C. de Droogh verwacht er veel van LEIDSE MUSEUM BESTAAT 40 JAAR 19?5 PAGINA 3 LEIDSE COURANT DONDERDAG 3 JUNI LEIDSCHENDAM. In september zullen in het winkel centrum Leidsenhage in Leidschendam de eerste gebouwen voor het publiek worden geopend. Het zijn de Hema- vestiging (foto boven) en het informatiecentrum „De Schakel" (maquettefoto onder). De vestiging van de Hema begint er al aardig voldragen uit te zien. Het gebouw „zit al in het glas" en de werkzaamheden eraan concentreren zich voornamelijk binnenshuis. De foto toont de gevel van de vestiging, zoals die te zien is van de kant van het voormalige zwembad in Leidschendam. Het is de bedoeling dat eind september de Hema als eerste winkel in het winkelcentrum de poorten zal openen voor kooplustige agglomeranten. De ongestoorde aanblik, die men vanaf het zwembad nu nog kan koesteren zal straks tot het verleden behoren omdat op de voorgrond al weer de eerste stenen zijn aangderagen voor nieuwe winkels in Leidsenhage. In het hart van het i Dit interkerkelijk centrum, dat „De Schakel" gaat heten, zal voor iedereen toegankelijk zijn. Het winkelend publiek zal er even rustig kunnen zitten, eventueel een tijdschrift lezen of een expositie kunnen bezichtigen. Ook is het centrum bedoeld om zowel op kerkelijk als op maatschappelijk gebied inlichtingen aan belanghebbenden te verstrekken. In de avonduren kunnen er bijeenkomsten worden gehouden. Er kunnen culturele activiteiten plaatsvinden, terwijl er even eens aan actuele zaken, die de gehele gemeenschap aangaan, aandacht kan worden geschonken. De ingang van het centrum krijgt de vorm van een metro-ingang, terwijl de ruimte ondergronds is. Op het plein zal door een kijkgat in deze ruimte gekeken kunnen worden. Uit dit kijkgat zal in de avonduren licht schijnen door ingebouwde spots, die daarmee inkijk tijdens vergaderingen zal verhinderen. Voor de inrich ting van het centrum is ovei-igens nog twintigduizend gulden nodig. De komende weken zal in de diverse kerken van Leidschendam, Voorburg en Mariahoeve de maquette van het centrum geplaatst worden. LEIDEN De heer C. J. W. de Droogh (51 jaar), kersverse doorstromings ambtenaar van de gemeente Leiden, kon vanmiddag niet op normale tijd naar zijn gezin in Amsterdam terugkeren, omdat hij vanavond (koopavond!) in het stadhuis spreekuur houdt voor ieder die van het fenomeen „door stroming" in zijn eigen huisvestingsomstandigheden iets wijzer denkt te worden. Het op basis van vrijwilligheid verhuizen van groot naar klein en van goedkoop naar minder goedkoop en duur is een van de middelen om de huisvestingsproblemen, waaronder Leiden al zoveel jaren en dan zon der uitzicht gebukt gaat, te beteugelen en de wijze van wonen te nor maliseren. De heei functie antwoord. Mogelijkheden moeten als het nare bij de mensen thuis gebracht morden Wit 3 dat spreekuur? De heer De Droogh: In de eerste plaats de mensen die de laatste tijd door het praten en schrijven over „doorstroming" w at nieuwsgierig ge worden zijn. Er zijn mensen die geheel op eigen gelegenheid in de Merenwijk 2n kijkje zijn gaan nemen. Als ze die stap eenmaal gezet hebben, komen ook wel bij mij om eens te praten :r de mogelijkheden. Dan is er een groep mensen die je urgent kunt noe- maar die toch niet aan hun trek- komen. Ze hebben een vrij hoog of hoog inkomen en wonen of te klein of te groot. Als ze opgroeiende en stude rende kinderen hebben, wonen ze te klein en zijn de kinderen zo groot geworden dat ze het huis verlaten, dan en ze te groot. Daarnaast hebben de categorie „aanstaande huwelij- De heer De Droogh: Ik denk in de eerste plaats aan de tweede categorie,' >en dus met een behoorlijk inko- die of te klein of te groot wonen. Wij zijn van plan," een gerichte adver tentiecampagne te gaan voeren. Als er woningen kunnen worden aangeboden, moet er in de plaatselijke bladen een gemeentelijke advertentie komen waar de mogelijkheden kox-t en duidelijk worden omschreven^. Daarop kunnen belangstellenden in een brief aan de gemeente ingaan. De punten waarop zij inlichtingen moeten verschaffen staan die advertenties. Je bereikt daarmee, dat de mensen zich niet verplicht hoe- te voelen lange brieven te sch'rij- en de administratie van het ge meentelijke apparaat wordt erdoor ver- 'oudigd. Het is de bedoeling, deze advertenties van een vast cliché te tien., zodat ze onmiddellijk herken baar zijn. De regelmaat van deze pu bliciteit hangt natuurlijk af van het woningaanbod. Op die manier kun je de belangstelling voor doorstromings projecten gaande houden. Je moet de Vindt u doorstroming een effectief middel tot leniging van de woningnood? De huren kunnen wel zo hoog worden, dat de animo zo die er al is spoedig tot het nulpunt daalt. De Dróogh: In Amsterdam heb ik veel met de Bijlmermeer te maken gehad. Daar heb ik twintig jaar „sane ring" achter de rug. De problemen zijn er tien keer zo groot als in Leiden. Dat klopt met het aantal inwoners en het aantal woningzoekenden. Ik kan wel zeggen, dat de Bijlmermeer in dit op zicht niet het resultaat heeft gebracht, dat B. en W. van Amsterdam ervan verwacht hadden. Maar een belangrijk pluspunt van Leiden is die extra pre mie van f 1800,uitgesmeerd over drie jaren: f900,—, f 600,— en f300,—. Die wordt verstrekt buiten de normale pre mie. De gemeente hoopt daarmee juist die mensen uit hun tent te lokken of beter gezegd: uit hun huis te krijgen die in staat geacht moeten worden meer te kunnen verwonen. Na drie jaar valt die premie weg. Maar dan is hun inkomen ook weer groter geworden. Er moeten dus van overheidswege facilitei ten geboden worden om het verhuizen aantrekkelijk te maken. Als ik zie dat wij landelijk al gewend zijn aan huren van f 400,tot f 500,dan is de Me renwijk nog goédkoop. Maar u weet toch ook wel, dat dit voor de gemiddelde Leidenaar niet haalbaar is. De Droogh: Daarom juist moeten wij ernaar streven dat de mensen een huur betalen die bij hun inkomen past. Zal de Merenwijk voldoende aantrek kelijkheid krijgen om de doorstroming met succes te kunnen propageren? De Droogh: Ik geloof van wel. Het gebied zal wijksgewijze, door middel van een vlekkenplan", worden bebouwd. Dat garandeert al een behoorlijke vari atie. Variatie niet alleen aan de buiten kant, maar ook in het interieur van de woningen. De eerste blokken al verto nen inwendig zulke verschillen, dat er gekozen kan worden. Neem bijv. de grootte van de keuken. Als ik de bouw en het plan vergelijk met wat andere steden doen, kan ik zeggen dat Leiden met de Merenwijk goed voor de dag WOUBRUGGE Bij een autobotsing gistermiddag op het kruispunt van de provinciale weg 6 en 7 zijn twee perso nen ernstig gewond geraakt. Beide slachtoffers zaten in de Mercedes sport wagen die rijdende in de richting Lei- muiden een voor hem rijdende persone nauto trachtte in te halen. De bestuurder van de sportauto lette echter niet op de hem, uit de richting Alphen, tegemoetkomende vrachtauto. Ondanks uitwijkpogingen van de met buizen beladen vrachtauto kon de be stuurder ervan een botsing niet voorko men. De linkerzij kant van de sportwa gen werd daarin totaal opengereten. Met ernstig letsel zijn de zwaar gewon den naar het Rijnoord ziekenhuis inn Alphen vervoerd. ,Zo aantrekkelijk mogelijk maken voor het publiek LEIDEN. Het Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuur wetenschappen bestaat 5 juni veertig jaar. Op 5 juni 1931 kon den de eerste bezoekers zich ver gapen aan vindingen die op het gebied van de sterrenkunde, na tuurkunde en landmeetkunde door de eeuwen heen gedaan zijn. De drie gebieden vormden de eerste afdelingen van het museum. In de loop van deze veertig jaar zijn er nog verscheidene bijgekomen. Wanneer men het museum binnenkomt staat men eigenlijk al meteen op we- tenschappelijk-hiistorische grond. Het museum is namelijk gevestigd in het oude Boerbaavelaboratorium, een ge deelte van het voormalige Academisch Ziekenhuis, dat thans' ingericht is als Museum van Volkenkunde. Een erg oud gebouw dus en zeker niet bij uitstek ge schikt om er n museum van te maken. r 't is de stichter van 't museum, dr. A. C. Orommelin toch gelukt. Met wat breek- en sloopwerk kwam men al een heel eind. Een meevaller was de snij kamer, die al een zaal op zichzelf was. In de eerste dagen van het museum kwam het er eigenlijk ook niet zo erg veel opaan of alle stukken netjes bij- elkaar stonden. Het museum was meer een rariteitenkabinet dan een instituut waar geleerden materiaal opvisten voor hun boeken. Maar toch was het wel de bedoeling dat uit dit rariteiten kabinet een degelijk museum zou gro.eien. De statuten van de Stichting Het Nederlands Historisch Natuurweten schappelijk Museum laten hierover geen twijfel bestaan. Volgens de statuten is het doel van de stichting het ver zamelen van instrumenten, werktuigen, Preparaten en documenten en andere voorwerpen, welke van belang zijn voor de geschiedenis der Natuurwetenschap- deze voorwerpen te beheren, weten schappelijk te beschrijven en te bewa ren in een te Leiden te vestigen en te onderhouden voor allen toegankelijk museum". Maar al was het museum dan een rariteitenverzameling, toch was deze verzameling een goede start met stukken uit alle Leidse laboratoria. Een jaar later kwamen er nog twee afdelingen bij, scheikunde en farmacie. Afdelingen die vooral belangstelling trokken van wetenschapsmensen. Zware slag In de beginjaren had het museum be slist de wind in de zeilen, het begon de allure te krijgen van een breed opge zet nationaal museum. De eerste tegen slag kwam in 1944 toen het museum een zware slag kreeg te incasseren, een bom viel op het gebouw en een groot gedeelte werd weggevaagd. In 1947 was het herstel pas weer zover gevorderd dat het gebouw weer voor publiek open gesteld kon worden. Hierbij kreeg het de status van Rijksmuseum en zjjn huidige Maar het gemis deed zich al spoedig voelen. In de na-oorlogse jaren breidde de collectie van het museum zich aanzienlijk uit. De bovenverdieping van het gebouw werd bij het museum getrokken maar nog steeds kampt men met een aanzienlijk ruimtegebrek. Vele belangrijke stukken moeten worden op geborgen in kasten, waar niemand ze le zien krijgt. De huidige directeur, drs. A. J. F. Gogelein, zou graag een moder ner gebouw hebben om daar al zijn schatten ten toon te stellen. En dat zijn er nogal wat. Vreemde gewichten, die nooit meer gebruikt worden, maai-' zo duidelijk herkenbaar dat' zelfs een kind weet wat het is. En die ge wichten zijn dan eigenlijk nog niet eens het leukste wat in het museum le vinden is. Veel fijner om te zien zijn de bewegende dingen. Neem bijvoorbeeld de klokken, nagebouwd naar ontwerpen van Christiaan Huygens. Fijne slinger uurwerken waar je echt lang naar kunt kijken. Maar behalve de uurwerken van Huygens vindt je ook een portret van die man, zijn handschriften, een groot gedeelte van zijn achtergrond. Achtergronden Over deze achtergronden van de ten toongestelde stukken zegt drs. Gogelein. „We proberen het museum voor het pu bliek zo aantrekkelijk mogelijk te ma ken. Daarom zijn er hier niet alleen de instrumenten te zien, maar als het maar even kan ook de makers, tekenin gen van hun werkplaatsen, belangrijke tijdgenoten die op hetzelfde gebied werk zaam waren. Dit laatste punt komt goed tot uitdrukking in twee schilderijen die in de gang van het museum hangen. De gi'ote medicus Herman Boerhaave en zijn leerling, de bioloog-medicus, Li- naeus. Twee portretten van grote ge- leei-den, die op hetzelfde gebied werk zaam wax^en. Van Boerhaave is het maar een klein stapje naar de afdeling farma cie en geneeskunde van het museum. Mensen die van messen en scharen houden moeten beslist op deze afdelin gen gaan kijken. In de verscheidene vi trines ligt een uitgelezen collectie sca- pels, tangen en brandijzers. Mensen met een levendige fantasie zouden hier wel eens benauwd vandaan kunnen komen, want als je ex-bij bedenkt dat al deze Instrumenten op mensen werden gehan teerd zonder dat ze verdoofd werden, is het bijzonder griezelig. Een pronkstuk uit de medische collectie is een bul, van geslaagde operatie van een man in Duitsland. De man werd in de 17e aan zijn maag geopereerd. Een heel bijzondere operatie voor die tijd en zeker de enige die geslaagd is zonder dat de patiënt ter plaatse overleed. Wat vriendelijker zien de apothekei'S- spullen eruit. Vijzels, stampers padde- steen en eenhoorns zijn stukken in deze verzameling. Eén van de meest opmer kelijke dingen is de apothekerskast van het Haagse apothekersgilde. Een heel fraaie kast die de vorm heeft van'een Ti boek, met veel koperbeslag. Als deze kast opengaat wordt een wirwar laatjes en laden zichtbaar waarin de basisuitrusting voor een complete apotheek zit. Alchemie deze is vertegenwoordigd in het En hoe. In één van de zalen in een com pleet, alchcmistenhol ingericht, met ovens, destilatiemachines, filters en nog veel meer. Maar ook hier zal nooit goud gemaakt worden. Deze kamer is hele maal opnieuw gemaakt. De glazen in strumenten zijn geblazen naar oude voorbeelden. Van de alchemie kun je in het mu seum een stapje nemen naar de sterren kunde en astrologie. Er staan allerlei ingewikkelde instrumenten, waaraan het opvalt dat ze er zo fraai uitzien dat het vex-siex-ingen zouden kunnen zijn. Maar dit is niet alleen het geval bij de instru menten voor sterrenkunde, ook de mi croscopen zijn bijzonder mooi uitge voerd. Niet de allereerste natuurlijk. Die is trouwens ook in het bezit van het museum. Als je het kleine onoogelijke dingetje ziet, is het moeilijk te begrijpen dat Leeuwenhoek er nog zulke resulta ten inee kon bereiken. Hoe weinig hij maar zag in verhouding tot de aller nieuwste instrumenten kan' de bezoeker zelf vaststellen. Het origineel van Van Leeuwenhoek is nagemaakt en ligt aan de ketting voor iedereen voor het kijken. Maar de microscoopafdeling is niet het enige waar de bezoeker zelf iets kan doen, op de benedenverdieping staat een elektriseermachine waarmee vier ver schillende proeven gedaan kunnen wor den. Het ding heeft in 1969 op de ten toonstelling Musement gestaan en was daar één van de grootste attracties. Maar er zijn in dit museum zoveel fijne en interessante dingen te bekijken, dat het echt ondoenlijk is om alles op te noemen. Het beste is maar als men er zelf een kijkje gaat nemen. komt. De wijk wordt er één van speelse silhouetten met een consequente afwis seling van hoogbouw en laagbouw. Er is weieens gezegd: de Merenwijk wordt voor de rijken en de rest blijft in de binnenstad met rotwoningen zitten. Komt deze voorstelling overeen met de werkelijkheid? De Droogh: Dit is ongegrond pessi misme, De slechte woningen zullen op den duur alle worden opgeruimd. De overige woningen in de binnenstad zijn goed of zullen worden aangepast. Dat middel van aanpassing wordt in Leiden al in praktijk gebracht. Maar we moe ten langzamerhand wél af van de ge dachte dat je voor een tientje nog op de eerste rij kunt zitten. De Droogh: Ik wilde eens wat anders. Het is voor mij een uitdaging. Ik had het geyoel, lang genoeg op dit duivenplat te hebben gezeten. Dat ligt in mijn aard. Vroeger heb ik ook in Frankrijk en Engeland gewerkt. Ik voel me in de eerste plaats Nederlander. En wat geeft het dan waar je werkt. Nu is het Leiden geworden. Gaat u een woning in de Merenwijk De Droogh: Dat is niet onmogelijk. Maar ik weet nog niet wanneer ik naar Leiden ga verhuizen. Ik heb enkele studerende kinderen en met hun belan gen moet ik ook rekening houden. De afstand Amsterdam-Leiden is voor mij voorlopig niet bezwaarlijk. verrassing j van de week Terlenka pantalons (dus plooi- kolberts 39:59 halve prijs GROFSMERERIJ HAD TEGENSLAG LEIDEN Een aantal tegenvallers die de Koninklijke Nederlandse Grofsmede rij te Leiden in de loop van 1970 moest incasseren, hebben de resultaten dusda nig gedrukt, dat het beter geacht wordt, geen dividenden uit te keren. Enkele op drachten leverden aanzienlijke verliezen op maar een tegenslag van andere aard was de uitkering van f 400,-. De strop pen wei-den gedeeltelijk opgevangen door nakomende baten uit voorgaande De bruto-winst over vorig jaar beliep 1,99 miljoen tegen f 2,24 miljoen in 1969. De netto-winst bedroeg f 50.000,- tegen f 275.000,- in 1969. In dat jaar werd nog 7 procent dividend uitgekeerd. De ge ringe winst over het afgelopen jaar wordt gebruikt voor afschrijvingen. Over het eerste kwartaal 1971 gaf de orderportefeuille een toeneming van 12 procent te zien. Daarom is de directie gematigd optimistisch over de gang van ken in het lopend boekjaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 3