P
DE PRINSES
DIE GEEN TRANEN HAD
ZATERDAG 27 MAART 191
^7 HALF
ZEVEN
ZACHARIA*
BEGINT
TOCH
:N
"GOED"- EN 'SLECHT'GEMUTSTE PUZZEL
CöidóeSoti^o/iit voor onze kleine lezers
LANG, werkelijk heel lang geleden,
leefde er eens een prinses die geen
tranen had. „Hoe is het mogelijk!" riep
iedereen die daarvan hoorde, „meisjes
huilen zo gauw en meestal om niets!"
Dat kan wel waar zijn maar dit- meisje
huilde nooit. De prinses was heel mooi,
maar ogen die geen tranen hebben voor
pijn of verdriet, willen ook niet schitte
ren van plezier en geluk. „Een koude
schoonheid", noem je zo'n meisje en
niemand voelt warmte voor haar in
zijn hart.
Er waren prinsen genoeg die met de
prinses wilden trouwen. Maar als zo'n
aardige jongeman dan een paar keer
met haar had gesproken, dacht hij:
„Haar ogen staan hard als glas. Het
lijkt me niet zo gezellig levenslang met
een koude schoonheid onder één dak te
wonen ook al is het een paleisdak".
En dan ging de prins heen, met tranen
in de ogen van medelijden met het
Wie nog méér medelijden met haar
had, was de koning, haar vader. Hij
wist immers dat alles wat zijn dochter
ontbrak, tranen waren en niets anders!
Daarom ontbood hij geleerde en wijze
mannen en loofde een grote beloning
uit als zij een van allen de prinses aan
het huilen konden krijgen. Ach, ach,
wat ging dat brave kind een pijnlijke
tijd tegemoet!!!
De eerste geleerde dacht diep na en
vond een uitstekend middel. „Pijn moet
zij lijden... en niet zo zuinig!" Hij stapte
op de prinses af en trok haar onver- i
hoeds en snel een bosje haren uit het
hoofd. Bij elk meisje, groot of klein,
springen dan meteen de tranen in de
ogen. Maar de arme koningsdochter
riep heel hard: „Au!!". En dat was
alles, haar ogen bleven droog.
De tweede geleerde dacht nog dieper
na. „Pijn is een goed middel, maar die
moet dan iets met de ogen te maken
hebben..." Op een stormachtige dag nam
hij de prinses mee op een wandeling
langs het strand. De wind blies het
zand in striemende vlagen rond. De
wijze man moest beide handen voor
zijn gezicht houden en nóg vlogen de
korrels tussen zijn vingers door. Maar
het meisje knipperde niet eens met
haar opengesperde ogen! Ontelbare
zandkorrels vlogen erin. Ze wreef ze
eruit en bij ieder ander zouden de
tranen over de wangen biggelen, maar
haar wangen bleven droog.
De derde geleerde ging eerst zijn
boeken bestuderen. Dagen en nachten
las hij, tot zijn ogen traanden van
vermoeidheid... Dat bracht hem op een
idee. „Ik heb het middel gevonden!"
riep hij verheugd. Hij zocht de prinses
op en liet haar lezen, dagen en nachten
lang. Het meisje werd er doodmoe van.
Met kromme rug en smalle spleetoogjes
las ze zolang tot ze tenslotte van de
stoel rolde en sliep. Maar zelfs met een
vergrootglas kon de geleerde geen tra
nen zien glinsteren.
De vierde geleerde was een ijdel
man. Alleen al bij de gedachte dat het
hem "niet zou lukken de prinses te
genezen, werden zijn ogen nat van
schaamte. „Hahaaa..." dacht de ijdeltuit
toen hij zijn eigen tranen voelde. Hij
gaf de opdracht alle fijne kleren en
schitterende sieraden van de mooie
prinses weg te nemen en haar in lom
pen te kleden. Welk meisje zou daarbij
niet de ogen uit haar hoofd huilen van
schaamte? Maar de prinses in lompen
was even mooi als voorheen. Wel een
„koude schoonheid", want haar ogen
bleven er nog steeds droog bij.
Toen werd de vijfde geleerde geroe
pen. „Boos en kwaad en woedend moet
zij -worden", zei hij. „Mijn zusjes heb
ben vroeger dikke tranen geschreid als
ik ze plaagde!" Hij liet alle kwajongens
uit de wijde omtrek op het paleis ko
men en zij moesten één voor één of
allemaal tegelijk de prinses plagen, zo
hard ze maar konden! De jongens de
den het uitstekend, maar het hielp geen
zier. Het meisje vond de plagerijen
bepaald niet leuk en misschien wel
afschuwelijk maar zij liet geen traan.
Nog één geleerde bood zich aan. „De
prinses moet gewoon verdriet voelen",
zei hij treurig, veegde met de zakdoek
langs zijn ogen en klopte op een dik
boek dat hij bij zich droeg. Deze wijze
man ging bij haar in een gemakkelijke
stoel zitten en begon droevige verhalen
voor te lezen, het ene nog zieliger en
stoel zitten en begon droevige verhalen
voor te lezen, het ene nog zieliger en
triester dan het andere. Wie in het
paleis maar een klein stukje van zo'n
verhaal hoorde, barstte al in snikken
uit. Alleen de prinses luisterde onbewo
gen en haar ogen bleven droog als
schoon gewreven glas.
Toen kreeg de vader van de prinses
pas de grootste zorgen. Zes knappe
mannen hadden hun uiterste best ge
daan om de prinses te genezen, en het
was niet gelukt. Maar je moet zeven
maal iets proberen. Zeven is een ge
luksgetal, de zevende keer kan het luk
ken!! Wat kon er nog verzonnen wor
den om tranen in de ogen van zijn
dochter te toveren???
Om hierover diep en ernstig na te
denken, ging de bezorgde vader een
wandeling maken. Langs de
berm van de weg zag hij een stokoud
kruidenvrouwtje voorover gebogen zoe
ken. Nu en dan vond zij iets' van haar,
gading en trok een kléin knolletje uit
de grond. Toen zij iemand hoorde aan
komen, richtte zij zich op... cfe tranen
stroomden over haar gerimpelde wan
gen! „Waarom moet je zo huilen, moe
dertje?" vroeg de koning. „Door mijn
tranenbolletjes natuurlijk", antwoordde
ze. Ze zijn heel moeilijk 'te vinden
maar ze helpen zo uitstekend tegen
allerhande kwalen! Het is alleen wel
heel vervelend dat ze mij altijd zo aan
het huilen maken".
Natuurlijk nam de bezorgde vader
het kruidenvrouwtje met haar uitge-
trokkken bolletjes dadelijk mee naar
het paleis. Zou dit het zevende en laat
ste redmiddel zijn??.
„Kom mijn kind", zei het oude
vrouwtje tegen de prinses „hak jij voor
mij eens wat van deze bolletjes fijn,
dan gaan we daar een fijn soepje van
trekken".
De prinses begon gehoorzaam te hak
ken. en toen ze het mes voor de derde
maal liet neerkomen... ja hoor! Dagr
sprongen de tranen zomaar uit haar
ogen, stroomden over haar wangen en
drupten op het hakbord. Ze huilde ze
ven dagen en zeven nachten lang, want
eindelijk eindelijk moest ze ook huilen
over alle narigheid van de vorige zes
middelen. Ze huilde niet alleen 0091- de
tranenbolletjes. maar ook van pijn, v
stofjes in de ogen, van slaap, van ge
kwetste ij delheid, van boosheid en van
verdriet. Na zeven dagen snikte ze: „Nu
b-b-ben ik eindelijk ui-ui-uitgehuild
Ze snoot haar neus, waste haar gezicht
en keek in het rond. „Oooohhhü!" riep
iedereen die haar zag, vol bewondering.
„Wat een prachtige ogen, wat een
glans, nu eens gelukkig,' dan weer droe
vig, oooh!"
De koning liet onmiddellijk alle tra
nenbolletjes die in het land te vinden
waren, opsporen en bijeen planten op
een groot veld. Daar werden ze zo goed
verzorgd en verwend dat het prachtige
bollen met heldergroene sprieten wer
den. Ze waren niet alleen uitstekend
geschikt om ui-ui-uit te huilen, maar
de kok gebruikte ze al huilend in de
keuken om er allerlei gerechten lekker
mee klaar te maken.
Sindsdien heten de tranenbolletjes ui
en, dat heb je al wel begrepen. En wat
je ook wel begrijpen zult: de aardige
prinsen stroomden weer in lange rijen
naar het paleis. De prinses koos er een
uit en zij kreeg zelfs tranen in de ogen
SUSKE EN WISKE: De kale kapper
VfATI MARRIO UI Grote b roer
Goedgemutst of Slechtgemutst?
De mens is een wezen dat zijn
gezicht vele plooien kan geven
hebben sikkeneurige, verbaasde
meesmuilende mensen (of dieren)
niet eens afgebeeld. Er zijn tussen
„woedend" en „schaterlachend" al
zeven duidelijke overgangen We
hebben ze onder de derde rij ge
noemd. „Neutraal" in het midden.
„Boos" iinks daarvan 'en „vrolijk"
rechts. Deze regel is slechts een co
de, als hulp bij het oplossen. Het
slaat natuurlijk niet op de plaatjes
daarboven Wel vindt u alle z
„gemoedstoestanden" terug bij de
mensen en dieren in de,28 hokjes
Nu heeft elk hokje één woord in de
tekst, waarmee, in totaal in
woorden, een geheel vers is se
te stellen! Het bestaat dus uit
regels, van elk 7 woorden In elk
hokje kunt u zó dat ene woord
aanstrepen en het vers dirert lezen'
Maaru weet niet welk woord
Daar helpt u nu de code bij. Kijkt
iemand „neutraal", dus zelf* niet
„somber" of „glimlachend" dan is
het woord op de hoed, pet 01 muts
het gezochte woord. Ziet u een
„sombere" dan neemt u het éérste,
bij een „ooze" het tweede er bij een
„razende" het derde woord vóór het
middenwoord, of resp. het derde,
tweede of eerste woord van de tekst.
Ziet u een „glimlachende", dan het
éérste, bij iemand die „lacht' het
tweede en bij een „schaterlachende"
het derde woord né het midden
woord, dus resp. het vijfde zesde of
zevende woord
Raadpleeg vooral de code! De
sneeuwman (eerste hokje) „schatert"
niet, „glimlacht" niet, maar „lacht"
g"woon. Het werdt dus het tweede
wooi'd na dat op zijn hoed is DE;
daarmee begint het vers.
Nu zijn er mensen bij, die met de
rug naar u toe staan. U kun' niet
zien of zij „lachen" of „boos' zijn.
De tekst geeft u dan wel aanwijzin
gen, maar soms ook niet. De vrouw
rechtsboven kan wel in alle toon
aarden zeggen dat ze „nog zo'n gast
op zolder" heeft. Maar als u het vers
bijna heelt, op dat ene woordje na,
ziet u vanzelf wel welk woord be-
Wees dus goedgemutst en los de
puzzel glimlachend op. Hoe luidt het
zeer toepasselijke vers?
Oplossingen dienen uiterlijk woens
dag 31 maart, i2 uur per briefkaart,
met vermelding „puzzel 164' te zijn
ingezonden aan het bureau var ons
blad.
Oplossing van de puzzel van dc vori
ge week luidt: Op verzoek komen
wij ook toetei en bij u vooi de
f 12,50 mevr. Strijk, Nic. Beetsstraat
29, Hazerswoude.
f 7.50 fam. Sommeling, Verl. Bloe
mistelaan 40, Leiden,
f 5,mevr. Bakker, Zuidhoek 13,
Roelof arends veen
f 12,50 mevr. v. d. Meer, De Bruyn-
laan 41, Hoogmade.
f 7,50 H. Zuiderduin, Nieuwe Duin
straat 23, Noordwijkerhout.
f 5,A. Opdam, Hoofdstraat 63, Val
kenburg.
HAAGSE AGENDA
DAf
Dat minder sterke spelers het resultaat
van een toernooi kunnen beïnvloeden
zal u ongetwijfeld bekend zijn. Menige
crack heeft in een wedstrijd wel eens
een punt moeten afstaan aan zijn
zwakkere opponent soms wel erger
het zij omdat hij niet goed raad wist
met het tegenspel of omdat de zwakke
re in die ronde niet bereid bleek beslis
sende fouten te maken. Het is de angst
van élke potentiële toernooiwinnaar de
punten te moeten delen met spelers, die
toch op de onderste plaatsen zullen
eindigen.
Een goed voorbeeld van bovenstaande
zijn de partijen tussen de Rus Anatoli
Gantwarg en de Monegask Agne Agli-
ardi, die werden gespeeld in de Chal
lenge Mondial 1970 te Monaco. Wel
werden beide duels door Gantwarg ge
wonnen wie had anders verwacht?
maar het hadden evengoed twee
remises kunnen zijn?
AGLIARDI
uur. Het Concertge-
louwórkest o.l.v. Robert Benzt. Solist ls de
:ellist Tibor de Machula.
Diligentia: 14 uur. „Het dappere lcleerm;
GANTWARG
De stand in het eerste diagram ont
stond na wit 55.3732. Het verloop
was: 26—31; 56.32x21, 31—37; 57.21—17,
37—41; 58.17—12, 41—46; 59.12—8, 46—
37; Dit is een zwakke zet. Veel sterker
is 4628 met goede remisekansen. Dit
eindspel werd uiteindelijk op de 88e zet
door wit gewonnen waarbij hij eerst
nog vier dammen moest halen! Keren
we nu terug naar de diagramstand en
spelen daar voor zwart 55.2731;
56.38—33, de enige, en nu 31—37!
57.32x41, 26—31! Op nu 33—29 volgt
23—28—32 en 31—37. 58.24—19. de bes
te, 23x14; 59.33—28 (op 33—29 volgt
14—19 en op 24—29 volgt 25—30) 14—20;
Zwart heeft nu altijd remise door 20
2430 enz. Op 34—29 kan zwart zich
nog permiteren te vervolgen met 20
24, 29x20, 25x14, 28—23, 14—20 remi-
In l'Effort, het officiële tweemaande
lijkse orgaan van de Franse Dambond,
geeft de Franse dammer Maurice Fau-
gier in het jan.-feb. nummer 1971 een
belangwekkende mogelijkheid aan in de
tweede partij tussen Agliardi en Gant
warg. Zie de positie in het tweede
diagram.
GANTWARG
-
m m m
c. O c
o c o o
O o
o
o
AGLIARDI
48—42 en spelen daar eens 45—1
is 1923 verhinderd door 40—1
Speelt zwart nu 913 dan volgt I
en hoe voorkomt zwart schijl
door 48—42 en 42—27 of 42—1
variant van Faugier leidt naaf
mening tot schijfwinst voor Agliari
BRIC
Voor bet eerst sinds vele jarenl
de Amerikanen bij hel wereld
oenschap dat in mei in Haiwj
worden gehouden met twee
nemen. De huidige wereldkampj
de Dallas Aces. verdedigen hun
zijn daardoor automatisch ge
maar daarnaast mag de kampio
Noord-Amerika als zonevertege
diger aantreden. Het viertal
eindoverwinning in Amerika 1
bestond uit de heren Mathe-Kr^
Walsh-Swanson en aangezien
bruikelijk is dat een team
paren bestaat, moest door c'
playing captain. Lee Hazen, ee
paar worden aangewezen om de
completeren. Hij koos de zeer
neerde, alom bekende combinatie!
Kaplan-Norman Kay, *n paar daic
resultatenlijst kan bogen, die
om liegt Kaplan, de hoofdredact<|i
het Amerikaanse blad The
World, staat vooral bekend
nauwkeurige spel en het hier
is een ft aai voorbeeld. De feillozï
niek die hij hier demonstreert^
moeite van het bestuderen mei,
waard. Het is slechts een klein deï
door hem niet over het hoofd f
gezien, maar daarin onderschei^
meesters zich nu juist
O-W kwl
Noord gever
Hi
„Reis langs de pl:
In deze stand had zwart als laatste
j 16 gespeeld. Wit vervolgde met 31
26 en verloor later de partij. Inplaats
van 3126 geeft Faugier het volgende
aan: 25.27—22, 18x27; 26.32x21, 17x37;
27.25—20. 14x34; 28.40x16! (dreigt nu
zowel 16—11 ën 28—23 als 38—32.
Opm. FG). Gedwongen is dus 1318.
Faugier gaat nu- verder met: 3832,
18—23; 32x41, 23x32; 48—42, bij deze
zet plaatsen wij éen vraagteken, 19
23; 39—34, 3—8; dreigt 23—29, 24—30.
1520, 410, 8x46. Faugier besluit nu
met te zeggen dat zwart hier altijd
wint. Keren we terug naar wits zet
Noord opende met I klaveren, f
schoppen (OW passen steeds),
schoppen, zuid 2 SA en noord
pen (einde) waartegen
met klaver 3 Het is duidelijk!
zuids probleem ligt: hij moet
men dat hij twee slagen in hartel
mede een in klaveren en ruiten \T
De mogelijkheden die 't spel henj
zijn le. het 3—3 zitten van de kl
zodat op de vierde klaveren
tentje kan wordèg '1 opgeruimd
het „goed" (bij west} zitten van
aas, waardoor slechts één har
zou worden verloren. Bij het on
ken van zijn kansen ging Kapla
zorgvuldig te werk. In noord we
kleine klaveren gelegd, oost det
de .9 en zuid won met de hei
troefronden volgden, eindigend
zuidhand waarna de situatie in nu
i werd afgetast. Een kleine na i
n noord, door oost met de boe
■n. Oost kon niet anders dan arj
terugspelen, wilde hij de leic aot
direct uit.de zorgen helpen-en zi tt h
met het aas. En hierna vols P j'
hierboven gememoreerde deta tar
door menigeen over het hoofd 2 im
gezien, maar dat de aanwezige aar
extra vergrootte en in dit geval laar
winst zeker stelde. Zuid inca 10 01
eerste ruitenheer alvorens klave 0, si
spelen. Hoe belangrijk dit was
het vervolg. Toen de klavi
bleken te zitten, speelde Kapl
noord de vierde klaveren, die 00
de vrouw nam en waarop
ruitentje afgooide. Daar oost
bleton ruiten had gehad kon
niet anders dan harten naspelen!
door de hartenheer in noord de 4
kende slag werd Zou zuid de 1
ruitenhonneur niet hebben gespeel
had oost ruiten nagespeeld en
down gegaan Zou oost nog
ruiten hebben gehad, dan had
troefd en alsnog de kans hebben#
dat west hartenaas bezat. Simpel# ku
leerzaam!
r Ic'llS