VRIJE RECREATIE WAT IS DAAR NOU OP TEGEN? ANWB. SLECHTS ZOVEEL AMPEERDERS BIJ EEN JOER, DAT DE BOERDERIJ BLIJFT ONEREN NEDERLAND IS IN EUROPA EEN BUITENBEENTJE DEN HAAG De sfeer bij het Gorkumse kan tongerecht was deze week aan de luchthartige kant en het vonnis dat over „witte boer" W. van de Berg uit Meerkerk werd geveld, wegens het zonder exploitatievergunning gelegenheid geven tot kamperen, bleek navenant. Vijftig gulden boete voorwaardelijk is geen straf, die de schul dig bevonden veehouder uit de slaap der in- rechtvaardigen zal hebben gehouden. Officier van justitie mr. J. van Leeuwen begreep eigen lijk niet waarom de zaak tot in de rechtszaal was gebracht en had aan een „regeling rond de tafel" de voorkeur gegeven. En kantonrechter mr. J. Van Gulik sprak troostend tot de veroor deelde: „We hebben best uw bedoelingen begre pen toen u uw landerijen voor niets beschikbaar stelde aan mensen die dat nodig hebben". De honderden sympathisanten echter, die boer Van de Berg met leuzen als „wees vrij, zet uw cara van bij mij" en „wij snappen van onze wetten geen moer, want zo beloont men een gastvrije boer" op zijn gang naar het hekje begeleidden bewezen dat het hier toch wel om iets meer dan een storm in een glas water ging. Drs. Van der Poel, chef recreatie van de ANWB: „De boeren heb ben ontdekt, dat ze behalve var kens en kippen ook toeristen op hun land kunnen houden" Kamerlid, wethouder voor recrea tie, campinghouder en ex-kippen- boer, Harmsen: „Rust en ruimte mogen niet in gevaar komen. We zijn te dicht bevolkt voor vrijheid" Met deze regeling zijn we in Europa nogal een buitenbeentje. Bijna overal elders over de grenzen is men vrij zijn tent of caravan neer te zetten, waar men wil, mits de eigenaar van het terrein akkoord is. Waarom moe ten wij zo streng doen? „Onze bevol kingsdichtheid kan een oorzaak zijn", meent drs. J. van der Poel, chef recreatie bij de ANWB. „We moeten een voorzichtig planologisch beleid voeren, want anders wordt het een chaos. En het is misschien ook een beetje historisch gegroeid. We hebben het in het verleden niet zo op kam peerders gehad. Sommige instanties vonden het bijvoorbeeld onoorbaar dat kinderen boven de twaalf jaar met hun ouders op hetzelfde terrein slie pen. Maar los van wat er historisch gegroeid is, zijn de voorschriften een voudig uit hygiënisch en planologisch oogpunt brocKirjodig". i: Boer Harmsen Denkt Kamerlid E. Harmsen er ook zo over de ontrouwe paladijn van Koekoek, die nu van tafel en bed gescheiden het belang der boeren in de volksvertegenwoordiging behartigt? De vraag is des te interessanter omdat deze gewezen kippenboer, die in één adem ook nog wethouder voor de re creatie is in Apeldoorn, op zijn land een 6'/» ha. grote camping heeft ge bouwd. „Maar dat is met vergunning gebeurd", zegt hij vroom. „Als de stichting Vrije Recreatie haar zin zou krijgen, zouden de nog aanwezige rust en ruimte in gevaar komen. We zijn te dicht bevolkt voor vrijheid. Vijf jaar geleden zou ik er anders tegeno ver hebben gestaan maar tijdens mijn wethouderschap ben ik wijzer gewor den door de treurige toestanden en de afzetterij die ik heb gezien". Een keurslijf van vergunningen is dus nodig. Maar hoeveel kunnen er wor den uitgereikt en wie komen ervoor in aanmerking? Hiermee raken we het belangrijkste aspect van het pro bleem. Steeds meer agrarische grond in Nederland wordt onrendabel De kampeerder, die steeds meer moeite heeft een rus tig plekje te vinden, zou met „vrije recreatie" uit de brand zijn. de kleine groepen. We zouden blij zijn met een verruiming van de ver ordeningen mits die plaats zou vinden, op beperkte schaal en uit oogpunt van planologie en milieuhygiëne verant woord /ou zijn. We zijn voorstander n een geleidelijke ontwikkeling met i n duidelijke planologische begelei- dir in streken die zich voor een geme:"" ie functie lenen. Waarbij na tuurlijk uitgegaan moet worden van het principe, dat de bestaande recrea- tiebidrijven die het lang niet allemaal even makkelijk hebben, niet ln een marginale situatie worden gebracht. We dienen de grens te bewaken. Maar zoals het momenteel bijvoorbeeld op de Veluwe gaat, zijn er geen proble- Vrecst drs. Van der Poel niet dat al die campings in boomgaarden en ak kers het karakter van het landschap aillen aantasten? In Engeland met zijn enorme aantal caravanbezitters is veel natuurschoon op die manier bedorven. Hij deelt deze zorg en zegt De kwestie van het landschap is uiti .-l b 'angrijk. Als we mogelijk hier en dam campings toelaten, zullen we strikt de landschapsverordeningen moeten toepassen. Bijzondere aan dacht zal moeten uitgaan naar de erfbeplanting rondom de boerderij. Ook zoiets heeft met milieuhygiëne te maken. Je moet voorkomen, dat een aantrekkelijke streek door de recrea tie onaantrekkelijk wordt aemaakt". Hoeveel tenten enof caravans maxi maal per boerderij toegelaten kun nen worden, durft drs. Van der Poel niet zonder meer te zeggen. „Maar het beginsel moet zijn: slechts zoveel dat de boerderij niet gaat ophouden met functioneren. Als de aandacht van de boer zo zeer verdeeld raakt dat het een of het ander eronder lijdt, zitten we foul. Wanneer de vakantiegangers zijn ondergebracht in zomerhuisjes of op do boerderij zelf, ligt de grens globaal bij zestig gasten. Gaat het om een camping, dan zal die een hectare groot mogen zijn of een fractie Stichting Recreatie: beperkt houden Directeur J. Swarl van de ..Stichting Recreatie" deelt in grote lijnen het ANWB-stundpunt. Ook hij acht het eigenmachtige optreden van „witte boer" Van de Berg en zijn sinterkla zen uit den boze. maar hun doelstel lingen wil hij niet voor honderd pro cent afwijzen. Hij is een voorstander van niet al te stringente maatregelen wanneer het gaat om stedelingen, die een beetje ruimte zoeken en om boe ren, die er een beperkte bijverdienste aan overhouden. Met name denkt hij dan aan caravanbezitters, die voor hun sanitair niet op de boerderij zijn aangewezen. „Maar", zegt hij, „het aantal gevallen zal zeer beperkt ge houden en stuk voor stuk zorgvuldig bekeken moeten worden. Grote groe pen kampeerders op een klein lapje grond kunnen we uit medisch-hygië- stxehffng „Vrije Recreatie", verde- hun standpunt met de simpele waarmee de aardappel gx-oeit. geven stadskindertjes, die het jaar tegen staal en beton aan te kijken, alleen maar een vrije natuur-, wat kan daar nou zijn?" Maar het probleem is ïgewikkelder. lereerst zijn er de gemeentelijke en Brabant en Limburg de provinciale mpeerveroxdeningen waaraan men i de rechter heeft het nu duide- t gemaakt te houden heeft. Het in het algemeen op neer dat mperen zonder gemeentelijke kam- ■vergunning slechts is toegestaan houders van kampkaarten op mpeerterreinen met een exploitat ie rgunning van burgemeester en wet- uders. Deze vex-gunning wordt al- i verleend als het bedrijf aan be- alde technische eisen voldoet en als leiding in goede handen is. Wat Van de Berg en zijn mede- iterklazen willen zo maar een ntal kampeerders kosteloos op hun f toelaten zonder dat er paperassen i te pas komen mag in Neder- nd eenvoudig niet. denk alleen maar aan de 12.000 hec taren boomgaax-d die in de Betuwe zijn gerooid. Als de boeren er kam- peerdei-s op toelaten, verdienen ze er tenminste nog wat aan en de kam peerder die steeds meer moeite heeft om een rustig plekje te vinden /oei zijn tent of caravan, is uit de Brand. Met name voor het snel groeiende aantal bezitters van een sta-caravan zou het de oplossing betekenen. Deze overwegingen zijn voor drs. Van der Poel, chef recreatie van de ANWB, aafxleiding om voorzichtig te formuleren dat hij wel achter het principe kan staan waar „witte boer" Van de Berg en zijn stichting „Vrije Recreatie" voor opkomen maar niet achter de methode, die zij gekozen hebben. „Nu de landbouw een moeilij- niach oogpunt niet hebben. Dan komt Leiden in last. Frisse lucht voor de benauwde stedeling best, maar er mag geen ongecontroleerde situatie ontstaan. Anderzijds wordt er in Ne derland te gemakkelijk nee gezegd. Via de weg van heit overleg moet er een mogelijkheid te vinden zijn om dc zaak tot bevrediging van alle partijen op te lossen. Daarbij zou de „Stichting Recreatie" graag een bemiddelende rol willen spelen. Dat is trouwens al Kamerlid Harmsen noemt de actie van veehouder Van de Berg sympa thiek. Hij is er geen voorstander van, alles zonder meer los te gooien, „want dan zal er een onvoorstelbare chaos ontstaan waarbij de toerist niet ge baat is". Maar hij meent dat de ovei- Keid al te lang achter de feiten heeft aangelopen. „De verordeningen", zegt hij, „hadden al lang aangepast moeten zijn aan de snelle veranderingen in het kampeerpatroon, die de komst van de sta-caravan heeft ontketend. De normen die gesteld worden aan de oppervlakte van een camping, moeten verlaagd worden. Er dient keuze te zijn tussen de caravan stad en hel rustige plekje. Laat er maar kleine bedrijfjes ontstaan met tien tot twin tig caravans en wees dan niet al te streng met de voorschriften als blijkt dat daar in een bepaalde streek be hoefte aan bestaat. En geef de ge meenten de mogelijkheid om hun be leid in deze zelf te bepalen in plaats van dat ze bevoogd worden door de provincie. Iedere gemeente met een groot apparaat is daartoe in staat. De overheid is te star. Dat het proces tegen boer Van de Berg de zaak wakker heeft geschud, vind ik een pluspunt". Geen vrees voor concurrentie Hoe staan de ondernemers in de re creatiesector tegenover de toch al dui delijk op gang komende vrijage tussen stedeling en agrariër? Zijn ze bang voor concurrentie? Woordvoerder van hun vereniging, de Recron, is secreta- ris H. Havei-corn, en hij vreest de concurrentie niet. „Die zogenaamde vrije boeren zijn niet belangrijk. Ze kunnen op hun 160 bedrijven 4000 kampeerders kwijt. Wij hebben leden die op hun eentje 5000 gasten per nacht hei-bergen. Wel zie ik in hun initiatief oneerlijke mededinging. De vrije boeren rotzooien maar wat aan terwijl wij netjes aan alle eisen moe ten voldoen die de vergunningen stel len. Op die manier wordt de verhef fing van het niveau van de bedrijfs tak waarnaar wij stx-even niet be- Recron-secx-etaris Havex-corn ziet de kern van het px-obleem liggen in de relatie landbouwreereatie, toegespitst op de vraag of boeren een recreatie- bedrijf kunnen opzetten. Als ze bereid zijn hun bedrijf volledig om te bou wen, heeft hij geen bezwaar. „Ver schillende van onze leden", zegt hij, „komen uit de agrarische sector en hebben iets prachtigs opgebouwd, he lemaal overeenkomstig de voorschrif ten en de streekplannen. Ik heb daar tientallen voorbeelden van. Het ver haal dat Nederland vol is, noem ik onzin. Zelfs de Veluwe is niet vol en in het Gelderse rivierengebied is x-uimte genoeg. We moeten de zaak een beetje verdelen. Maar ik heb wel bezwaar tegen mensen die het op z'n boerenfluitjes doen. Boeren die op hun grond een paar tenten toelaten, worden er geen cent wijzer van, evenmin trouwens als de recreant er zelf wijzer van wordt. In het binnen land is een terrein, kleiner dan vier hectare, domweg niet rendabel te ma- PIET SOEREN We moeten voorkomen dat een aantrekkelijke streek door de recreatie onaantrekkelijk wordt gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 9