CIPIERS
ZIJN
UIT DE
TIJD
Bewaarder
wordt
meer
begeleider
Nederlander 's werelds grootste zoute-dropverslinder
„Vroeger zei men: Als je nergens meer voor
deugt, kan je altijd nog bewaarder worden. Die
tijd is voorgoed voorbij". Dat zegt drs. P. Allewijn,
directeur Gevangeniswezen van het ministerie van
Justitie. Bewaarder is een vak geworden. Maar
wie wordt er gevangenisbewaarder? En: kan hij
zijn werk met liefde en plezier doen?
zegt de heer A. F. L.
vings- en Oplerdings-
'ezen en Psychopaten-
„Hij leeft in een glazen huisje
Harmsen, hoofd Centraal W<
instituut van het Gevangenis
zorg (CWOI).
„Ik zou het werk nooit aan kunnen. Persoonlijk vind
ik het zo'n ontzettend moeilijke functie, dat ik respect
heb voor de mensen die het kunnen opbrengen. Er zijn
spanningen onl
duidelijke overgangsfa;
waarbij allerlei
progressieve experimenten worden uitgevoerd,
lang niet iedereen r
groot is, sneuvelt. Er is een merkbare
ziekte", aldus de heer Harmsen.
„Als bewaarder moet je een geweldig
vermogen hebben. Als je dat niet hebt en je gaat met
al je problemen naar huis, dan ga je eraan kapot.
Eerlijk gezegd, gebeurt dat nogal eeris". Het personeels
verloop onder de bewaarders is groot.
Drs. Allewijn licht nader toe: „Toen ik bij Gevangenis
wezen kwam, vond ik dat er in de ontwikkeling van
bet beroep van penitentiaire medewerker verandering
moest komen. Niet omdat ik er geen waardering voor
had, maar omdat de gedetineerde die nu binnenkomt,
anders is dan die van vroeger. Ik heb gezegd: dit
moeten we anders gaan aanpakken. De veranderingen
worden het eerst bij het laagste personeel, dat direct
in aanraking komt met de gedetineerden, bemerkt.
Daar ook moeten de veranderingen beginnen. We
moeten meer een vak maken van ons werk".
Gevolg van een én ander was de hogere eisen die aan
intelligentie en karaktereigenschappen van de sollici
tanten moesten worden gesteld. Ze moeten binnen de
dienst ook verder willen studeren. Behalve een hoger
niveau wilde drs. Allewijn de bewaarders een betere
toekomst geven. Er kwam een carrièreplan, volgens
het principe, dat een man die op de laagste sport van
de ladder begint (als gestichtswacht) in principe
directeur van een gevangenis moet kunnen worden.
Aan deze mensen worden dus andere eisen gesteld. In
principe kan iedereen met lagere school bewaarder
worden, maar de selectie is zwaar. Nog geen kwart van
do sollicitanten komt in een gesticht als bewaarder.
Het voornaamste struikelblok is de psychologische test,
waarbij de intelligentie en het karakter worden getest.
„Het gezelschap mensen dat solliciteert, is bijzonder
gemêleerd", zegt de heer J. M. Nous, plaatsvervangend
hoofd Voorlichting en Werving van het CWOI. „Het
vormt een afspiegeling van de hele Nederlandse
arbeidsmarkt".
Harmsen: „Wij hebben bijzonder veel mensen die
gestrand zijn op de mulo en daarna naar de lts zijn
gegaan, daar vervolgens toch niet gelukkig mee waren
en die bij ons zijn gaan solliciteren. Ongeveer tachtig
procent heeft lagere technische school gehad. Dat is
ontzettend veel".
BH Gevi
gezocht n
>rdt
irder'
heet „bi
rotnaam. al was het oude „cipier" i
de heer Harmsen. De nieuwe naam, di
het best in de markt ligt, is „opzichtei
zUn bezwaren tegen. Degenen, die ertegen zün, spreken
omenteel naarstig
'at is eigenlijk een
nog erger", aldus
e op het ogenblik
'vakterr
ssfeèr'
alisatoi
tikaal in de bejege
verre van ideaal,
Diermanse (hoofd bureau voorlichting en werving van
CWOI): „Wat ik altijd hoor is: jullie van Gevangenis
wezen moeten die gevangenen harder aanpakken. En:
waarom' is de doodstraf afgeschaft? Ze vonden ons
beleid veel te progressief. Het zijn vooral jonge mensen
die ik dit hoor zeggen Daar ben ik inderdaad wat
bedroefd over, ja".
Drs. Allewijn zegt later over dit aspect: „De filosofie
van de gestichtswacht is: hoe voorkom ik zo lang
mogelijk dat er geweld ontstaat. De geschutstorens
zijn ook voor afweer van invloedén van buiten de
gevangenis. De mogelijkheid om te proberen iemand
binnen de gevangenis te ontzetten, zou veel aan
trekkelijker worden. Overigens heb ik het nog nooit
meegemaakt dat er op eer ontvluchte is geschoten".
In de gevangenissen en huizen van bewaring wordt
de bevolking gemiddeld jonger, terwijl het bestand
bewaarders sterk vergrijsd. Generatieconflicten kunnen
in deze kunstmatige en (dus) gespannen sfeer ge
makkelijk een voedingsbodem vinden.
Harmsen: „We proberen zoveel mogelijk bewaarders
bij de jeugd te plaatsen die wat met de jongeren op
hebben. Dat lukt niet in alle gestichten, mede door de
Schragen: „De bewaarder moet ook r
kunnen relat
zegt de heer Harmsen: „Roeping is een erg zwaar
woord. De financiële kant is aantrekkelijk; de vlucht
in de overheidssector speelt ook wel een rol. maar
er speelt ook zeker een sociale factor mee: iets voor
een ander te kunnen zijn; zich aangetrokken voelen
tot het, zeg maar. helpende contact".
Drs. Allewijn: „We willen nu die mensen hebben, die
er een beroep in zien andere mensen te helpen, die
geestelijk ontspoord zijn. Net zoals er mensen zijn die
mensen helpen die lichamelijk ontspoord zijn".
Zitten er ook wel machtswellustelingen onder de
sollicitanten?
Nous: „U bedoelt dat ze te autoritair zijn? Dat moet
uit de karaktertest blijken. Als het totale patroon
maar binnen de grenzen ligt. Er zitten er overigens
wel bij. Het uitgangspunt is, dat de bewaarder in de
praktijk geen brokken moet gaan maken. Autoritaire
trekken worden storend, wanneer iemand onmiddellijk
op zijn tenen getrapt is; wanneer hij ten koste van
alles gelijk wil hebben. Die houding wordt bepaald
niet op prijs gesteld", aldus de heer Nous.
De heer Nous geeft als voorbeeld: „De sollicitanten
krijgen als opdracht een rotbrief te beantwoorden. Die
brief liegt er niet om. Echt het hogere scheldwerk.
Het kan zijn dat iemand zeer snel zijn zelfbeheersing
verliest en een even grote pestbrief terug gaat
schrijven. Als zo'n man in een gevangenis komt te
werken, bestaat er grote kans dat hij daar ook op de
uitdaging van gedetineerden in zal gaan".
Harmsen: „Ik dacht persoonlijk dat die autoritaire
trekken niet vaak voorkomen bij sollic
Opleiding
Het werk groeit het CWOI bijna boven het hoofd. Wat
de opleiding betreft is er druk ontstaan door de
carrièreplanning, die in een versnelde opleiding voor
een hogere rang van het huidige personeel voorzag en
aan de andere kant heeft men veel extra werk ge
kregen door vroegere pensionering (van zestig naar
vijfenvijftig jaar) en arbeidstijdverkorting. Daar komt
nog eens bij dat de werving bijna het onderste uit de
kan moet geven, omdat bijna de helft van het tegen
woordige bestand bewaarders met pensioen zal gaan
in de komende vijf jaar.
Drs. Allewijn: „We zijn al een eind op de goede weg.
Maar natuurlijk zijn er wel mensen die de verschuiving
van de disciplinaire naar de behandelende aanpak, niet
aankonden. Dit is echter een tijdelijke zaak".
De heer J. G. Schragen, hoofd bureau onderwijs van
het CWOI: „Nu wordt op de beginnende bewaarder
een zware wisse! getrokken". Er is al tier. jaar een
personeelstekort, wat voor veel bewaarders overwerken
betekent. Sommigen maken weken van vijfenzestig
uur. De theoretisch® opleiding ie (mede door het
personeelstekort) niet zoals ae zou moeten zijn. De
bewaarder moet onmiddellijk de praktijk in en al
doende leren. Dat kan met de nodige pijn en moeite
verlopen.
Drs. Allewijn: „U moet niet vergeten, dat de ver
anderingen ook voor de gedetineerden met moeilijk
heden gepaard gaan. We hebben nu niet meer het
systeem van de gelijke monniken, gelijke kappen. Men
wil meer als individu worden behandeld. Dat houdt
Hij
•nder dir
?r dan vroeger
beter kunnen
naatregelen te
ttingen
dreigen. Hij moet eigen
zijn eigen tamelijk beschermde cultuur toetsen
andere (vaak sub-) culturen. Dat is verduveld moeilijk
Het relativeren kan ook als een bedreiging overkomer
Op dit moment is dat goed te merken"
Het leefklimaat in de gestichten is slecht. De meest
zijn ondergebracht in dermate uit-de-tijdse gebouwen
t leefklimaat geen sprake
dat het r
oudi® nie
toen iets gebeurde,
een straf. Nu gaat dat ai
wel oppassen dat de bewaarder-groepsleider niet te
veel boven, de gedetineerden gaat uitsteken. Straks
echter komen die typische behandelfuncties in handen
van mensen die nü een volledige opleiding gaan
volgen".
Het werk van de bewaarder heeft iets tweeslachtigs.
'ale contact met de
r geen geld. Als Je ziet hoeveel
?n verandering door te voeren. Op het ogenblik s
lies stil wat (ver)bouwen betreft. Het. is wellicht
rang gezegd, miter we zijn eigenlijk toch maai
uitpost van de begroting. De Staten-Generaal ei
ederlandse bevolking hebben niet zoveel bel;
elling voor die gedetineerden".
Allewijn t
arder'
andet
kam
luderwetse bewaardei
Bedroefd
Drs. Allewijn: „Dat dualisr
speciale opleiding waar ik o\
ook beter opgevangen door
'erdwijnt door de
prak en het wordt
ail-roundopleiding'
i met wat kUk op
net gedetineerden
tineerde, dat weet
BREDA Nederland is voor de buiten
lander een drassig stuk weiland met
molens, waar men op klompen loopt.
Wellicht, zonder het zelf te beseffen,
bezitten wü een nog heel andere image:
wU zün 's werelds grootste zoute drop-
verslinders. Als enige land ter wereld,
wordt in Nederland, jaarlüks honderden
tonnen zoute drop gegeten Vraag de
elf grootste Nederlandse dropfabrikan
ten niet waarom wü dat doen: zü moe
ten er zelf een slag naar slaan. Waar
om zün Nederlanders juist zo verzot op
zoute drop? Bü Wuustwezel spugen
menselüke wezens het zoute dropje al
uit alsof ze puur vergif tot zich hebben
genomen. „Berendrek", noemt de Duit
ser ons zoute dropje „vleiend".
Dr. A. P. van Gent, directeur van De
Faam en de heer F. Toors, chef labora
torium van Red Band spuien een aantal
ideeën: „Nederland is een typisch drop
etend land, omdat het van oudsher een
zeevarend volk is geweest. Wü zijn op
gegroeid in een gepekelde omgeving en
tenslotte eten we ook rauwe, zoute ha
ring. Er moet een bepaald verband zijn
met de noordelijke ligging van het land
en de zee", zeggen de heren.
Dr. Van Gent: „De wetenschap heeft
uitgemaakt dat er „isothermen" (lijnen
die op de kaart plaatsen op hetzelfde
halfrond verbinden die dezelfde tempe
ratuur hebben) zijn aan te geven voor
de smaak. Zo zijn er vrij duidelijk een
aantal Ujnen op de kaart te trekken dat
de voorliefde voor een bepaalde drank
aangeeft. Van noord naar zuid opeen
volgend wodka (aquaviet), vervolgens
bier, nog eens naar het zuiden wijn en
i de woestijngebieden tenslotte i
fraaie theorie over de evolutie van wat
nu ons teerbeminde zoute dropje is.
Een van de basisstoffen voor drop is de
zoethoutwortel, die al heel vroeg in de
pruimtabak werd verwerkt. „Onze zee
varende natie was zonder pruim achter
de kiezen niet voorstelbaar. De Indiërs
hadden echter betere pruimen. Dat moet
de Nederlanders aan het experimen
teren hebben gezet, totdat een linke
jongen veel zoethoutextract bü zijn
pruim deed; zout was er voor die lui
overal. Een dergelijke
tot i
zoute drop hebben kunnen leiden".
Een andere mogelijkheid is dat de kruis
vaarders tenslotte een ploeg van de
beste grondstoffenimporteurs iets
van de drop hebben meegebracht. Maar
waarom juist in Nederland de drop tot
een zo grote ontwikkeling is gekomen
en niet in de landen, waar de grond-
De heer Toors i
dat de Ligging van ons land iets met
onze zilte voorliefdes heeft te maken.
Ten eerste, zegt hij, in verband met hel
klimaat. „Drop heeft altyd in de medi
sche sfeer gelegen. Met ons vochtige
weer is dat niet zo vreemd. Drop maakt
het slym los en werkt als zodanig ver
lichtend bij verkoudheid. Drop is ont
zettend oud en van oudsher hebben wij
veel gevaren. Men kwam in de Oriënt,
Turkije, Syrië, Italië, allemaal landen
die de grondsrtoffenleveranciers zijn
PRUIM
ACHTER
DE KIEZEN
LEIDDE TOT
ONZE
ZOUTE DROP
stoffen voorhanden zijn, blijft e
Al vroeg is men erachter gekomen dat
drop een weldadige uitwerking had in
het .lijf van maagpatiënten- Een reden
dat maagpatiënt Napoleon Bonaparte
dan wel geen rolletje tandschoon drop
in zyn zak had, maar toch wel iets van
een gezouten zoethoutextract. Napoleon
schijnt zelfs zo goed over de drop te
spreken zijn geweest, dat hij zijn leger
eenheden voorschreef een rantsoen drop
in de standaarduitrusting te hebben.
Dit was met met het oog op het feit dal
al zijn soldaten maagpatiënten zouden
zijn, maar omdat een ander belangrijk
facet van drop zijn dorstlessende wer
king is. Alleen op last van de bevel
voerende officier mocht het rantsoen in
tijden van droogte worden aangespro-
orde"
extract ook wel wordt genoemd. Hippo
crates, de Griekse vader van onze ge
neeskunde schreef het goedje 2,500 jaar
geleden al voor.
Maar om terug te keren naar onze
cent, knoopjes-, zachte, dubbel zoute,
boerderij-, kruisjes- en andere drop, als
dropkoppen, griotten, dropmuizen, dróp-
kabels, enz, moeten we naar de
„dompteurs van de suikermoleculen"
zoals de dropfabrikanten zich graag
noemen. Suikermoleculen zijn de klein
ste suikerdeeltjes waarin een korreltje
kan worden verdeeld, terwijl er dan
nog sprake is van „suiker".
Moleculen
We zijn nu aangekomen bij de fabri
cage van de drop. De suikermoleculen
zijn van groot belang voor een goede
dropproduktie. De suikerwerkfabrikant
geeft richting aan de liefde tot samen
gaan van de suikermoleculen. En hier
ligt dan het geheim van iedere drop-
maker. „Dat richtinggeven doet 't 'm".
Als gezellige Brabanders tijdens carna
val hebben de moleculen de neiging om
bij elkaar te gaan zitten (het vormen
van kristallen). Net als carnavalsvier
ders hebben ze eveneens behoefte aan
hun naitje. Voor de moleculen geen bier,
maar water. Om tegen te gaan dat de
club al te groot wordt, wordt er aan
de suikermassa glucose toegevoegd; de
tweede grondstof voor wat later een
gitzwart dropje zal moeten worden.
Arabische gom en blokdrop zijn de an
dere zeer belangrijke componenten. De
soort grondstof en de dosering bepalen
tenslotte, zoals gezegd, de smaak van
het dropje. Salmiakdrop. laurier, eca-
lyptus, anijsolie en 'menthololie zorgen
De Arabische gom wordt voornamelijk
in Soedan gewonnen, In de dorre, war
me overgangsgebieden tussen woestijn
en oerwoud kerft een Soedanees een
gootje in de stam van de acaciaboom
Deze boom zamelt het weinig water
dat hij uit de grond weet te trekken op
in de vorm van een vloeibaar hart. Uit
de inkeping welt dit hars naar buiten
en stolt als een traan onderaan hel
gootje. De gom wordt in zakken opge
slagen en verscheept.
Wortéls
De blokdrop bestaat uit het ingedikte
sap van de zoethoutwortels, die door de
verweerde handen van een schamele
kost verdienende Siciliaanse boer uit de
grond worden gerukt. Deze wortels lij
ken wat op die van onze dahlia's. Ze
worden verpulverd, waarna er populair
gezegd thee van wordt gezet. Het sap
dat hierdoor vrijkomt wordt gezeefd en
vex-volgens ingedampt. Deze pekachtige
massa wordt tenslotte in blokken gego
ten, vandaar de naam blokdrop.
De Soedsnezen en Sicilianen werken
zich niet alleen voor die zoute drop van
Nederlanjl in het zweet. Daarvoor is de
ken (bij het sausen) en bieren
De Arabische gom is o.m. v
voor de wijngumfabricage en
een bekend plakmiddel.
De eigenlijke fabricage van drop is een
fascinerende zaak. Pruttelende ketels
met helse, zwarte kook seis, stoomplui-
men, penetrante zoete geuren en inge-
SOLDATEN VAN
NAPOLEON
HADDEN
RANTSOEN
DROP IN
HUN RANSEL
enorme hausse geweest in bruine drop.
Was dat dan niets nieuws De heer
Toors van Red Band: „Dat was louter
een commercieel grapje. De vertegen
woordigers moesten weer eens met wat
nieuws komen om de goede verkoop er
in te houden, 't Is de suggestie die veel
doet", zegt hij.
In feite is dit echter niets anders dan
het geval met dai jongetje dat geen
griesmeel lustte, totdat zijn moeder hem
„vierkante" griesmeel voorzette. Het
jongetje had nog nooit zo lekker ge-
werkt. Niettemin, de verkoop van zoute drop
belang beweegit zich nog steeds in stijgende
lijn. Er is de laatste jai
•ake i
n-gestempeld" bed
leggen. Gedroogd is het
te goud" nog dof. In
..Dropbaas" G. Aarts van De Faam, die
al 32 jaar zijn beste krachten aan de
drop heeft gegeven, zegt dat aan de
smaak van de drop in de loop der jaren
weinig verandert. Verpakking en mo
dellen zijn daarentegen wel sterk ge
wijzigd. Wat de dropsmaak betreft zijn
we echter een conservatief volkje. De
dropjes die we van grootmoeder, kre
gen hadden al dezelfde smaak. In het
prilste begin was de drop gezouten
Toen de klant naar meer zout ging
vragen is de zoute drop ontwikkeld en
tenslotte kregen we de dubbelzoute
Technisch wordt dit wel als de limiet
gezien voor een verkoopbaar produkt
Nog r
t zo heel lang geleden is er e
i hmhm
Naar de Scandinavische landen en ook
wel naar Duitsland. „Duitsland gaat er
wat aan wennen", zegt de heer Toors.
„Er mag tegenwoordig één procent zout
in de drop. Meer niet. dat is verboden
door de regering. De Duitsers zijn nog
steeds bang dat ze iets van de drop
Export
Een belangrijk exportgebied wordt ge
vonden in de emigratielanden. De meest
begeerde cadeaus die uit Nederland
naar Australië, Nieuw-Zeeland, Cana
da, enz. kunnen worden verstuurd, zijn
dozen drop. Als het even kan bij kilo's
De dropfabrikanten zijn tot de ontdek
king gekomen dat de jongere generaties,
die Nederland nooit hebben gezien, aan
gestoken door het enthousiasme van
hun ouders, ook zoute drop zijn gaan
eten. „Daar is langzamerhand een
markt op te bouwen. Maar als het zovei
komt dat 't -werkelijk de moeite waard
aldus dhr Toors.
De Nederlandse dropfabrikant Js trots
op zijn unieke positie. Om die te kun
nen handhaven hebben de elf fabrikan
ten het CIDI (Centraal Instituut vooi
de Dropverwerkende Industrie) gestichl
De invoer van de grondstoffen als Ara
bische gom en blokdrop wordt centraal
geregeld via het CIDI, dat de geïmpor
teerde balen gom en de blokdrop con
troleert op zuiverheid en ongerechtig
heden. Het gebeurt namelijk nog wel
eens dat een overijverige Soedanees om
de weegschaal een handje te helpen
een paar scheppen woestijnzand tussen
de gom gooit. Zoiets merkt men in de
woestijn toch niet, zal hü denken.
Het CIDI oefent daarnaast ook een
oontrolerend® taak uit bü het bepalen
van de kwaliteit van het elndprodukt.
Hoewel de laatste tüd de nadruk daar
niet meer zo op wordt gelegd, heeft
drop een zekere geneeskrachtige wer
king. Napoleon zal niet hebben geweten
waarom drop goed was voor zijn maag
zweer. Maar de Nederlandse arts Revers
heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog
ontdekt dat men maagzweren met suc
ces kan behandelen met een genees-
huysen konden daarnaast d
achtige werking van glycyrrhixlne, éét
van de hoofdbestanddelen van het
ien. Glycyrrhiziw
vasthouden. Dit leid
de er weer toe dat prof. dr- Borst e
nieuwe geneeswijze van de ziekte v
Addison kon introduceren.
Drop knapt kennelijk veel
gaanmW