Ton Sijbrands
„MIJN LEVEN WORDT
BEHEERST DOOR BOEKEN,
MUZIEK EN... DAMSTENEN"
Als je
ergens van
overtuigd
bent,
moet je er
ook voor
vechten
School
Training
Teleac
Voetbal
Fischer
Kerstnummer 1970
Kerstmis 1970 zal voor Ton Sijbrands alleen
maar een rustdag in het sterk bezette suiker-
loernooi zijn. Verder niets. En terwijl zijn hand
traditioneel door zijn lichte baardje graait, zegt
hij mild: „Ach. ik kan me voorstellen dat
Kerstmis bij veel mensen jeugdsentimenten
oproept Daar wil ik ook iedereen vrij in laten.
Maar zelf raakt het me weinig. Ook het mate
riële feest dat er omheen gebouwd is zegt me
niet veel. We waren het thuis altijd gewend
sober te vieren. Ik ben zelf zo tot mijn vijf-
Oud-wereldkampioen Piet Roozenburg schokte Sijbrands door
deugde. „Ik maak achter het bord vaak een passieve indruk. Ik 2
niet verkeerd uitleggen. Dat Is bij mij juist een teken van o
■iet genoeg vechtlust toon, maar dat is onzin."
tiende Nederlands hervormd geweest. Daarna
waren er te veel dingen die je niet voetstoots
meer kon aannemen, al ben ik de figuur van
Jezus Christus erg boeiend blijven vinden. Het
kerstverhaal op zich ook wel. Maar dat vind
ik bijvoorbeeld ook van de theorie, dat goden
eigenlijk vroegere astronauten van andere
planeten waren. Dat is ook een erg interessant
verhaal." Ton Sijbrands zegt het allemaal
rustig, bijna vreemd bezadigd voor een jongen
van 2.1 G.ja» pas op 15 december geworden").
Hij praat weloverwogen met een wat lage
stem. Vaker nog zit hij te luisteren. „Dat heb
je ook gekrègen door het dammen, je waardeert
het namelijk zeer, als iemand bij een dampartij
zijn mond kan houden. Elk geluid is dan
immers hinderlijk. Daardoor ga je zelf ook
minder praten, in het algemeen trouwens
geloof ik dat het dammen mijn proces van
volwassen worden heeft versneld. Door allerlei
ongewone ervaringen, zoals buitenlandse toer
nooien, word je anders."
verkondigen dat zijn concentratie niet
dan hele tijden stil. Maar dat moet men
Sommigen vinden dan dat ik
onvermijdelijke openingszet
Sijbrands. om het gesprek
Ik speel op mijn kamer
sterkste partijen. In die s
kun je je namelijk vo!
altijd geroezemoes van het publiek
et op te treden tegen de Russen, die
gewoon op uit zijn om je uit je con-
ntratie te halen. Vooral de Russische
ïreldkampioen Andreiko is daar sterk
Hij is erg onvriendelijk, bij het on-
■schofte af. Hij maakt gebruik van
Ie kansen die het reglement c hem
edt. En dat regiement ts opgesteld
nder dat men eraan gedacht heeft dat
spelers zouden komen die moedwillig
publiek waar hij
begon onderling
iet zelf maar op met de Russen. DU
teschiedenis is ook wel de reder
vaarom ik Koeperman geen hand mee
;eef. Alhoewel hij stukken sympathie-
..Andreiko haalt dergelijke trucs niet
uit bij sterkere tegenstanders. Bij mij
doet hij dat bijvoorbeeld niet meer, al
moet ik wel zeggen dat ik door zijn
hele optreden nog steeds geïrriteerd
word. Hij komt er geloof ik toe omdat
hij in de grond erg lui is. Hij zoekt
gewoon naar goedkope middelen om te
winnen, om zich dus te sparen voor
andere wedstrijden. Dat is ergens wel
begrijpelijk, want de Russen moeten
ontzettend veel spelen. In het binnen
land, en ook in het buitenland. -An
dreiko lijkt daarom wat blasé van het
hele damspel. Hij heeft
ïeer moreel gebonden om dat voor
houden. Roozenburg kent volgens
mijn kracht ook niet goed. Ik snap dan
hü r
1 dat
;er. Ik denk
dat dat komt omdat Roozenburg geen
goed psycholoog is. Ik maak achter het
bord inderdaad dikwijls een vrij pas
sieve indruk. Ik zit hele tijden stil. Maar
dat is juist een teken van concentratie
bij me. Sommigen vinden echter dat ik
dan niet genoeg vechtlust toon. Maar
dat is onzin. Dat is uit mijn partijen
te halen. Daarin tonen Wiersma en ik
over meer creativiteit te beschikken
dan de Russen, die onze tegenstanders
op het allerhoogste niveau zijn. Bij hen
is het spel vaak te stereotiep, een ge
volg van het feit dat zij zo n geweldige
scholing krijgen. Die theoretische scho
ling heeft echter het grote nadeel dat
het de eigen creativiteit verstikt. Dat is
cata
:elfde
(j_ Tweede blijv
eid kei
>rkt
het
onmiddellijk bent r
t talent dat Wi«
wordt met de mening van oud-wereld
kampioen Piet Roozenburg. Zijn anders
vrij kleurloze gelaat wordt opgevuld
met felle blosjes op zijn vlezige wangen.
Piet Roozenburg zegt namelijk dat hij
Wiersma hoger aanslaat dan Sij brands.
Vooral omdat Sijbrands hem er niet
altijd van kon overtuigen dat hij zich
volledig ooncentreerde. Wiersma is vol
gens Roozenburg ook meer een vechter.
Ton Sijbrands schudt heftig zijn hoofd,
waarbij zijn lange haren de ontkenning
nog een extra-dimensie meegeven. „Ik
ben het niet met hem eens". Na weer
even stilte: ..Ook objectief gezien niet.
Ik begrijp zijn aanval, want zo zie ik
zijn uitspraak, ook niet. Wiersma en ik
zijn bepaald geen concurrenten van
elkaar. We zijn zelfs erg goede vrien
den. En dit soort uitlatingen van een
man die de centrale bondstrainingen
leidt, kan de goede verstandhoudin
het is ook
posit:
feit
en speelsterkte
per se overal geweest te zijn om je
beste bewijs van die stelling vind ik
terug in het boek 1984 van Orson Welles
waarin hij een geweldige parodie geeft
op Rusland, zonder ook maar eenmaal
in dat land te zijn geweest. Dat frap
peerde me. want nadat ik op vijftien
jarige leeftijd me eerst heb bezig
gehouden met de provoideeën een
heel nieuwe wereld ging voor me
open heb ik me serieus bezig gehou
den met de Russische revolutie. Eerst
was ik erg enthousiast. Zag alles wat
in Rusland gebeurde in een positief
Licht. Langzamerhand ben ik echter ook
de fouten van het Russische systeem
gaan inzien. Vooral het lezen van het
onthutsende boek van Martsjenko:
..Wat ik zeggen wou", waarin hij ver
telt van iemand die om een kleinig
heidje vijf jaar naar een concentratie
kamp werd gestuurd, heeft me de ogen
schrikkelijke teleurstelling voor me.
Ook al ben ik nu een tegenstander van
de gang van zaken in Rusland, dait wil
nog niet zeggen dat ik voor het kapita
listische systeem ben. Want daar ben
ik pertinent tegen".
Pessimist
,,Ik noem mezelf dan ook een pessimis
tische anarchist. Daaronder versta ik
dat ik libertair socialisme, een socialis
me, dus gebaseerd op een zo groot
mogelijke individuele vrijheid, voorsta.
Het pessimisme stoel ik op de mense
lijke tekortkomingen, want daar geloof
ik stellig in. Die mening sluit trouwens
niet uit. dat je nergens voor vechten
"s je ergens van overtuigd
vechten. Ook
:er wereld is. Ton Sijbrands denkt weer
jven na voor hij aarzelend antwoordt:
,Ja, ik geloof wel dat ik de sterkste
>en. Sterker dan Andreiko. Dat denk
k tenminste zelf. Het klinkt natuurlijk
?rgens verwaand om zoiets te zeggen.
kunnen beoordelen, behalve Wiersma"
Later komt hij daar nog eens op terug,
als hij het, veel meer ontspannen,
heeft over zijn mogelijkheden om
wereldkampioen te worden. ..Gek hè. ik
zie mezelf nog geen wereldkampioen
worden. Het kan best zijn dat ik altijd
tweede blijf Dat ik zo'n man als Keiler
word die geloof ik vijfmaal een twee
kamp en de wereldtitel heeft
Als hij dat zegt, heeft het gesprek aJ
een heel andere wending genomen.
Muziek en boeken zijn Sijbrands pas-
mag verheugen als dammen, misschien
iets minder. Maar als ik niet meer zou
waarschijnlijk voorkomt, zou ik door-
de muziek. Ik heb veel piano
En sinds kort bespeel ik nu
klavecimbel. Ik had al veel
an dat instrument, maar vee!
worden er na een tijdje zat
Zo heb ik een prachtige plaat van
Da Palestrima. Koorzang, heel mono-
Maar na een kwartier vragen
bijna al mijn bezoekers of ik niets
Na dammen en muziek komt bij Ton
Sijbrands direct het lezen. Lezen met
als groot nevendoel het verzamelen van
i het alleen maar
eigen geweten".
Weer is het nauwelijks voor te stellen
dat een eenentwintigjarige zit te pra
ten. Een eenentwintigjarige, die even
later zelfs bekent begonnen te zijn met
een studie Russisch en al vier jaar lang
damprof is. Het lijkt bijna wat le veel
voor de naar corpulentie neigende
jonge Sijbrands. Hij bekent echter dat
hij tevreden is met zijn leven, beheerst
door boeken, muziek en vooral door
damstenen.
BERT VOSKUIL
Peinzend komt Ton Sijbrands tot de slotsom: „Als ik nit-
Ik speel veel piano en sinds kort ook klavecimbel". Zoals de foto toont.
„Ik bcb erg nare herinnerin
gen aan mijn middelbare
schooltijd. IU was destijds
verschrikkelijk zenuwachtig
Dat had als voornaamste
oorzaak dat ik bijna nooit
Op de centrale training voor
de topspelers in Nederland
praten wij bijzonder veel on
der leiding van Piet Roozen
burg In de toekomst is het
de bedoeling dat wij, Wiers
„Ik heb lang geaarzeld of ik
wel mee zou werken aan de
teleaccursus over dammen",
zegt Ton Sijbrands. „Ik dacht
eerst nee". later heb ik ja
gezegd. Achteraf gezien heb
„Ja, ik heb nog in AJAX
gevoetbald. Toen ik tien was,
zo ongeveer. Men begreep
echter mijn spel niet. Ik
speelde toen al in de stijl
„Ik geloof dat Bobbie Fischer
en ik veel gemeen hebben.
Althans sportief gezien. Hij
wordt algemeen beschouwd
als de sterkste schaker van
de wereld. Ik als de sterkste
verschrikkelijk vond om voor
de klas geroepen te worden
om daar dan af te gaan. Ik
droom er nu nog wel eens
van. Nee. mijn middelbare
schooltijd was een erg nare
tijd".
kennis zóveel mogelijk gaèn
met de rest is vrij groot.
Frank Drost is eigenlijk de
enige, die daar tussen hangt
Alleen voor jezelf is er na
tuurlijk het probleem om
long te laten zien. Je speelt
tenslotte tegen dezelfde spe
lers ook in een Nederlands
kampioenschap. En dan is
elke remisepartij die je te
ook bewust geprobeerd zo
weinig mogelijk van mezell
Even stilte. Jlet cniirc'voor-
decl was. dat ik voor het
geld een klavecimbel kon ko
pen".
passes afgeven. Daarna ben
ik maar gaan dammen. Dat
had meer succes. Ik ben ja
renlang nog wel een fervent
AJAX-supporter gebleven.
Uiteraard met de grootste
voorkeur voor Piet Keizer.
Hier in Den Haag ga ik wel
eens een enkel keertje naar
ADO kijken".
dammer. Beiden zijn we
geen wereldkampioen, ik kan
me ook voorstellen wat hij
bedoelt als hij zegt dat hij
een hekel heeft aan mensen
die slecht kunnen schaken.
Minder sterk. Heb ik dat ook
wel bij mensen die niet goed
gen dergelijke spelers moet
lies. In dat soort duels haal
ik tenslotte nog altijd mijn
winst op Wiersma."