MÜNCHEN olympische migrainestad Chaos, ongemakken en pers bederven de sfeer YRIJDAG 20 NOVEMBER 1970 LEIDSE COURANT PAGINA 15 Het enthousiaste geweld, waarmee de stad. München in april 1966 de toekenping van de twintigste Olympische Spelen voor 1972 begroette, was een spontane en eerlijke ontlading van volksemotie. Oberbürger- meister dr. Hans-Jochen Vogel, die in harde onderhandelingen te Rome het IOC had omgepraat, werd gevierd alsof hij de gouden plak op de tienkamp had gewon nen. Dat Vogel een SPD-politicus was, en als Brandtdanlianger dus eigenlijk een minder gewenste eend in de politieke bijt van het door de CSU van Franz Joseph Strauss streng beheerste Beieren, mocht op dat moment geen rol spelen. Hij had ten slotte heel Beieren, dat zich nog altijd nadrukkelijk een vrijstaat noemt, met deze Olympiade een stevige riem onder het verzwakkende nationalistische hart ge stopt. Maar wie zich nu goed vier jaar na die historische triomfdagen in München oriënteert, ontkomt moeilijk aan de indruk dat zich een soort olympische migraine van de bevolking heeft meester gemaakt, waartegen de collectieve kater van het jaarlijkse „Oktoberfest" maar minnetjes afsteekt. Zo ligt de binnenstad van Münehen momenteel overhoop. DE KATER NA HET „OKTOBERFEST" IS ER NIETS BIJ URENLANG KLEM ZITTEN IN VERKEER WIJ STEKEN ONS VOOR DUIZEND JAAR IN DE SCHULD bekendmaakt. was schönes beschert", mokken de taxichauffeurs, die van hun twaalf werkuren per dag er menigmaal vier of vijf machteloos klem zitten tussen de autotromboses, waaraan de lelijk overhoop liggende binnenstad en verschillende buitenwijken nu al drie jaar te lijden hebben. Wie zijn brood op straat moet verdienen, gaat het mager. En ook de burger heeft langzamerhand buikpijn van trams en bussen, die niet plotseling anderhalf uur langer zijn dan normaal. Men is gedwongen te luisteren naar de dagelijkse extra-rubriek van de^ Bayerische Rundfunk, die München t Schulden Dit soort ongemakken lijkt althans bij een vluchtige verkenning een flink stuk van het olympisch vuur in de Beierse hoofdstad (1,3 miljoen inwoners) te hebben gedoofd. Menigeen heeft zich al heilig voorgenomen om tegen de tijd van dé Olympiade (augustus-september '72) ergens rustig in de nabije Alpen op „Urlaub" te gaan. Als men de man in de straat mag geloven, zullen duizenden Münchenaren dan opzettelijk en wrokkig schitteren door afwezigheid. Aan het eerlijke enthoüsiasme van 1966 worden velen, in het aangezicht van de thans zichtbare en voelbare consequenties, niet graag meer herinnerd. Bij het I.O.C. hadden zich Detroit, Montreal, Madrid en München kandidaat gesteld. Het was voor het eerst sinds vele decennia, dat dc organisatie van dit gigantisch sportgebeuren ten deel viel aan een stad, die niet tegelijk landshoofdstad was. München had dus zoveel méér reden om zijn chauvinistisch zelfbewustzijn op te peppen en zich meteen de ongekroonde koningin onder de Westduitse grootsteden te voelen. Elk restje minderwaardigheidsgevoel ten opzichte van de overigé Bondsrepubliek, die vaak minachtend op de Beierse boertigheid neerziet, smolt weg als in de vroege zomer de sneeuw aan de berghellingen rond het nabije Garmisch-Partenkirchen. Wie maakte zich toen kopzorgen over de olympische gevolgen? Wel in allerlaatste instantie de gemoedelijke Bavarianen, die liever „Jubel, Trubel, Heiterkeit" plegen te bedrijven bij een jaarlijkse 3,7 miljoen hectoliter zelf gebrouwen Immers, München was met één T.O.C.-hamerslag in de lift gezet. De traditierijke, bijna achthonderd jaar oude, rustieke cultuurparel aan de voet van de Alpen kwam plotseling op gelijk niveau met vroegere olympiametropolen als Londen, Rome, Tokio, Mexico. Herr Oberbürgermeister had het goed versierd. Maar dat zelfs olympische politiek een hard en ondankbaar vak is, moet dr. Hans-Jochen Vogel de laatste tijd op vaak smadelijke en lang niet altijd sportieve wijze voelen. München is uit zijn roes ontwaakt. Het merkt, wat er allemaal komt kijken om de stad aan de eisen en pretenties van 1972 aan te passen. En dat wordt niet klakkeloos gepruimd. „De i stekei gaat failliet, voor duizend jaar in de schulden", is een veelgehoorde en nog erg tolerante soort angstpsychose dreigde uit te bre ken, gaf de Stadtverwaltung het pam fletje „München und seine Schulden" uit om het publiek te kalmeren. De be ginregels: „München wordt steeds op nieuw afgeschilderd als een stad, die zich mateloos in de schulden werkt. Hoe is de werkelijkheid?". De cijfers tonen weliswaar aan, dat München te- allerlei olympische (bij-)gedachten bezield. steden als debiteur op de vijfde plaats staat, maar wanneer de schuldpositie van de stad op 31 december 1968 al méér dan DM 1 miljard blijkt te be dragen, is dat voor geen enkele burger erg geruststellend. De uitgifte van het drukwerkje bewees wél hoezeer het SPD-geleide stadsbestuur zich door de openbare kritiek in de hoek gedrukt voelde. Niet eerlijk „Herr Vogel heeft het zeer mot erkent zijn persdienst in het Rathau aan de opgebroken Marienplatz moet lawines van verwijten verw objectief en nooit eerlijk gesteld, ling bevolking. Men Vaak bewust over het hoofd, dat de ontwikkeling. die München nu doormaakt, tóch gekomen zou zijn. De komst van de Olympische Spelen heeft dit proces alleen een beetje versneld Overigens geven dc voorlichters in het Rathaus wel toe. dal de Olympiade Als tide k [elovi al .dik spijt hebben, dat het zich voor de Olympische Spelen kandidaat heeft inchen niet in de koude kle it zitten. Zij konden ons niet ïadering zeggen, wat het de stad ra-uitgaven kost, maar algem rd gesteld, dat veel gi wikkelingsprojecten, komende twintig jaar zoude ealiseerd, nu in vijf jaar r rden uitgevoerd. „München is jomversnelling ge is bet tot dusver mogelijk geweest zonder dat de fiscale duimschroeven moesten worden aangedraaid". Vóór de aanvang van de Olympische Spelen zal München nu'zijn metro en zijn S-Bahn hebben. Hardnodige voorzieningen in een stad met dagelijks rond de 500.000 auto's in haar enge straten, met krappe trams en bussen, die elke dag 725.000 mensen vervoeren doorgaand verkeer van dat 810.000 De anti-olympische kankeraars zien over het hoofd, dat met de bouw van de ondergrondse al op 1 februari 1965 werd begonnen. Dat zelfde geldt voor verschillende binnenstedelijke verkeersknooppunten, waarvoor de plannen allang waren goedgekeurd, toen Oberbürgermeister Vogel zegevierend uit Rome terugkeerde. Maar de man in de opgebroken straat kan zich vooral door een dagelijkse indoctrinatie van de boulevardbladen nauwelijks indenken, dat dc stad ook zonder de twintigste Olympische Spelen nu één grote, chaotische bouw plaats zou zijn geweest. Duurte De Münchener pérs is, althans voor onze begrippen, in deze situatie erg onbetrouwbaar. Iedere dag krijgt de lezer wel een portie veelal sensationeel gebrachte kletspraat voorgeschoteld, die in feite een anti-propaganda is voor de olympische toekomst van de Beierse hoofdstad. Het valt niet te bestrijden, dat het leven in München in ontzagwekkende mate duurder wordt. De stad, die ooit gegolden heeft als een „goedkoopte-eiland", heet nu de duurste plek van de hele Bondsrepubliek. „Dat is de normale wet van vraag en aanbod", zegt de stedelijke persdienst, maar de burger gesteund door de publiciteitsmedia heeft de overtuiging, dat de middenstand nu al bezig is, zich schromelijk aan fle aanstaande Olympiade te verrijken. Overal verrijzen dure, gewaagde Kaufhofpanden. „Dat moet ergens van betaald worden", zegt het publiek. Een studente naast me in 't restaurant bij het Hauptbahnhof zei: „München wordt onbetaalbaar. De kosten van levensonderhoud zijn in vier jaar zeker met veertig procent gestegen". Zij betaalde nu DM 300 voor een zolderkamertje zonder verwarming. In de „Süddeutsche Zeitung" (nog wel de meest objectieve van de vijf lokale bladen) van 16 oktober trof ik in de stadsrubriek voor München een smalend cursiefje, waarin gewag werd gemaakt van het plotseling zinken van de eierprijzen naar 6,5 Pfennig per stuk. In de „Münchener Merkur" van dezelfde dag, advertentiepagina's voor woningzoekenden, blijkt iemand DM 450,- per maand over te hebben voor een één- of tweekamenwoning. Hij hoeft weinig illusies te hebben. nmigratie 20.000 personen. De slaperige stad aan de voet van de Alpen is na 1966 („ook al eerder", zegt de Rathauspersdienst) een magneet geworden. Mensen met een eigen huis kunnen voor optrekjes on gelimiteerde huurprijzen vragen. Een verlokking voor degenen, die van deze overspannen toestand misbruik willen maken. Dat het op grote schaal gebeurt, bewust het feit. dat nu in München een breedopgezette actie tegen huurwoe- keraars zal worden gehouden, zoals het blad „TZ" van 15 oktober groots aan kondigde. Met grondspeculaties is het dezelfde ellende. „Er komt binnenkort 'n officieel onderzoek van de Stadtverwaltung". aldus het Prcsseamt. De eens gevierde Oberbürgermeister Vogel \yordt voor alles verantwoordelijk gesteld. Enorm fiasco Een optelsom van deze verschijrtselen maakt duidelijk, dat het lang niet allemaal olympisch goud is wat er- blinkt in München. En het is evenmin een wonder, dat de bevolking intussen rijp is voor een hartgrondige scepsis ten aanzien van alle uitgaven, die voor de modernisering van de stad worden gedaan. Dat bleek zelfs zijn weerslag te hebben in de Münchener politiek, toen het Stadtparlement op 14 oktober de begroting 1971 moest, behandelen met een recordtotaal van DM 1,7 miljard aan uitgaven. Niet eens de helft van de leden was tijdig aanwezig, er werd duidelijk geboycot. Schandaal eerste klas. Oberbürgermeister Vogel, de veel-geplaagde, verklaarde tegenover de pers: „Dit is in de geschiedenis van de stad nog niet voorgekomen". Het tekende in zekére zin' de mentaliteit, die tegenwoordig in München leeft. Het lijkt alsof men zich aan de Olympische Spelen 1972 heeft vertild. De volgende dag deed de „Bild Zeitung" nog een flink schepje op de algemene volksirritatie door met posters en knallende koppen aan te kondigen, dat de metro een enorm fiasco zou gaan worden: „U-Bahn wird eine Riesen-Pleite". Het redactionele stuk bleek slechts de va| bevatten, dat de i oktober 1971 slechts om de veertig minuten zullen rijden en dus nauwelijks een ontlasting van het verkeer zullen kunnen brengen. „Klinkklare nonsens", zegt dr. Georg Sarkösy, een van de leidende figuren van de U-Bahn-Referat als commentaar. „Dit soort opgeblazen journalistiek werkt alleen maar mentaliteitsbedervend en heeft geen enkel nut. Heel München weet, dat er straks uit zes verschillende richtingen ondergrondse treinen zullen rijden, in de spitsuren om de twintig en overigens om de veertig minuten. Men kan dus minstens zesmaal vaker de metro nemen dan Bild hier suggereert". München, de kankers tad, explodeert. Zij is sinds 1966 de snelstgroeiende me tropool van de Westduitse bondsrepu bliek. Vanaf 1960 werden er 151.000 woningen gebouwd. Het aantal ar beidsplaatsen steeg in twintig jaar van 423.000 naar 784.000, dat was nog snel ler dan het inwonertal. München is de stad met de meeste buitenlanders, er werken nu meer dan 90.000 gastarbei ders. Terwijl tussen mei 1969 en okto ber 1970 de bouwprijzen in West-Duits- land met 30% omhoog schoten, kwamen daar voor de regio München nog eens 10% extra by. De gemiddelde burger vraagt zich af, wanneer het spaak zal lopen. En de aannemingsbedrijven, die zich tot oppermachtige bouwconsortia (Arbeitsgemeinschafte) aaneen hebben gesloten om aldus vrij monopolistisch de prijzen te kunnen dicteren, maken zich in de ogen van het publiek dage- lüks verdacht. „Die sind viel schlauer als die Behörden". Zij zijn de autori teiten le glad af) hoort men smalend- De man in de opgebroken straat kan zich regelmatig gevoed door de indoctrinatie van de boulevardpers nauwelijks indenken, dat München ook zonder de overwinning van Herr Vogel in Rome anno 1966 nu in alle voegen zou hebben gekraakt. Het gekankei bewijst geenszins, dat de olympische gedachte in de Beierse hoofdstad zoek zcu zijn. Wanneer in de zomer van 1972 de eerste rommel voorbij is, de verkeerstunnels, metrostations en grootwarenhuizen gedrapeerd zijn met dc olympische vlag, wellicht slaat dan de mokkige stemming om, die dc sensatieschoppers deze herfst zo graag uitbuiten. München verwacht tijdens die veertien olympische dagen minstens een miljoen bezoekers. Het is geen Beierse eigenschap om al die vreemdelingen met de nek aan tc kijken. Zeker niet, als er goed geld te verdienen valt. Het vrijstaatchauvinismi olympische i al zeker. r Münchei vaak meedogenloos

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 15