GOKKEN KENT GEEN GRENZEN DOEN PARADIJS DER DAGDROMERS ra Een kater toe... en zo snel mogelijk 1971 BE IG Nederlanders besteden jaarlijks 300 miljoen om kansje te wagen In grote spanning rond de speeltafels in het buitenland. DEN HAAG De Nederlanders staan In Europa bekend als goklustige, maar tevens als voorzichtige spelers. Dat is ongeveer de enige, algemene zekerheid die er omtrent het gokken van Nederlanders is te geven. Wie keiharde cijfers, wetenschap pelijke conclusies en deskundige opmerkingen wil hebben, zal duizelen. Niet van wege een lawine gegevens, maar door factoren als geheimzinnigheid, ondeskun digheid, rivaliteit, angst voor de werkelijkeheid, onwetenheid en concurrentiever valsing, die allemaal een rol spelen bij het naar buiten uitdragen van de weten schap rond het gokken. Een uitste kende voedingsbodem voor geruchten dat de gokwereld ook in Nederland wel stevig in handen van de onderwereld en misschien zelfs van de Maffia zal zitten. De gegevens die wij de lezer zullen verstrekken moeten in ieder geval niet als wetenschappelijk verantwoord beschouwd worden, maar interessant zijn ze wel. De stichting Behendig heidsspelen, waarvan de Bredase di recteur Vreemdelingenverkeer Gérard Sliepen voorzitter is, heeft „onderzoe kingen" laten doen; en in Den Haag zitten op dit gebied ook zeer actieve heren: de raadgevend ingenieur F. A. Weber, F. B. A. Prinsen ing. en prof. J. W. Cohen, die hun steentjes aan onze „kennis" mede hebben bijgedra gen. Dat de Nederlanders goklustig zijn, hebben de talloze sociëteiten, vereni gingen en stichtingen inmiddels wel bemerkt getuige hun lopende band- produktie van quasi-behendigheidsspe- len (roulex, 24-spel, optica, delphi, ro- co, saturne, lumex, enz.) Ze worden gebruikt ter opvulling van de tijdleremten na invallen die de poli tie met de regelmaat van de klok blijft doen in hun clandestiene casi no's, waar gewoon roulette een hazardspel wordt gespeeld. In ons landje zijn er ruwweg geschat 175 tot 200 in bedrijf. De politie heeft er al Daarnaast wordèn al jarenlang tien tallen miljoenen guldens per jaar in gokkasten („eenarmige bandieten") gegooid. De meest bekende zijn de fruitautomaten, Rotamint en de trek- balkasten (bruto-opbrengst per kast per jaar f 10.000,gemiddeld). Alles wordt illegaal bespeeld als er geld wordt uitgekeerd, maar een kniesoor die daar op let. De schattingen lopen uiteen, maar per jaar vergokken de Nederlanders zo om en nabij de 300 miljoen gulden! Hoofdelijk omgeslagen (acht miljoen Nederlanders ouder dan 21 jaar) komt dat neer op gemiddeld veertig gulden per persoon per jaar. Hieronder zijn inbegrepen uitgaven aan de voetbal en paai-dentotalisator, staatsloterij, de Duitse en Belgische lotto's, tal van loterijen in binnen- en buitenland, kettingbrieven( „Zweedse" en „Ameri kaanse roullette"), de uitgaven in de speelholen, aan kans- en trekbalauto- maten en óók de beursspeculaties. Geschat wordt dat de Nederlanders in buitenlandse speelzalen aan de lote rijen en lotto's in het buitenland 40 tot 45 miljoen gulden uitgeven (dertig procent van de Belgische casinobezoe kers bestaat uit Nederlanders ruim 200.000 per jaar die een slordige 15 tot 20 miljoan achter de harken van de croupiers (moeten) laten). De gokjes in de duivensport en talrij ke cafégokjes en dergelijke hebben we hierbij buiten beschouwing gelaten. Het doet bijna vermakelijk aan, dat na de dreigende circulaire van de ministers van Justitie en Binnenland se Zaken, waarin werd aangedrongen op zo'n strak mogelijke handhaving van de regels, dat speelautomaten krachtens de wet op de kansspelen gewoonlijk verboden zijn, op de Ne derlandse markt een nieuwe „eenar mige bandiet" is geïntroduceerd en normaal wordt toegelaten. Verdiensten en uitbetalingen zijn belastingvrij. Over de „uitkeringspercentages" wordt verschillend geoordeeld. Er kan op dit punt door eigenaars en caféba zen bij het leven worden geknoeid. Gemiddeld keren de gokkasten 65 tot 80 procent uit. Ter vergelijking: de staatsloterij keert volgens ir. Weber) 66,8 procent uit; de Duitse lotto 50, de voetbalpool 45 en de grote landelijke loterijen 15 procent. Terug naar de roulette die hier zo welig tiert. Op tal van plaatsen draai en (of draaiden) in Oost-Brabant (Liempde, Best, Budel, Nuenen, Aalst, Veghel, Oirschot) in Loosdrecht (zes „sociëteiten"), in de provincie Utrecht en in de grote steden goed marche rende speelbanken. Een •kanakteristiek- van de roulettespe lers zegt dat ze ouder dan 25 a 30 jaar zijn en voornamelijk in kringen van de (handeldrijvende) middenstand, nijverheid en handel voorkomen; ook gepensioneerden (alleenstaanden en oudere dames) laten zich vaak zien in de speelzaal. Uit de meest èn minst- welvarende kringen vertoont zich bij na niemand in de casino's. Nederland telt vermoedelijk circa 50.000 regel matige roulettegokkers; mensen die meer dan tien of vijftien keer per jaar een speelbank bezoeken. Ir. Weber heeft uitgerekend, dat als er in Nederland casino's zullen komen, ze tezamen op niet meer dan 700.000 bezoekers per jaar moeten rekenen, waarvan er hooguit 100.000 uit het buitenland zullen komen. Ingewijden zijn het nog niet eens over het aantal speelbanken dat in Nederland be staansrecht heeft. De heer N. W. Bou- wes, hotelmagnaat te Zandvoort noemt het getal van drie, de heer Sliepen vijf en de Horecaf ziet plaats voor vier vijf. Opmerkelijk genoeg verwachten ze bij verschillende aan tallen allemaal dezelfde netto jaarop brengst: vijftien miljoen gulden; te vergeven aan de VVV's, het Nationaal Bureau voor Toeristische infrastruc- Binnen de EEG is Nederland het eni ge land zonder roulette. Van de twin tig W.-Europese landen blijkt de helft wel en de helft geen speelbanken te kennen. Spanje en Zwitserland bij voorbeeld ook niet en Parijs heeft ook geen officiële speelbank. West-Duits- land telt er dertien en België zelfs acht, die samien iets minder dan 40 miljoen bruto per jaar in het laatje brengen. Overzien we het totaal dan lijkt niet onomstotelijk vast te staan dat de toekomst van het toerisme in Neder land slechts nog door de komst van casino's verzekerd kan worden, zoals in deze kringen wordt beweerd. PIM GAANDERSE Terwijl in die vroege herfsta vond in een deftig Haags huis niet minder van 24 goklustigen bij een onverhoedse inval van de politie werden gearresteerd omdat ze een kansje hadden gewaagd aan de in Nederland verboden roulettetafel, wierpen in het Belgische Chaudfontaine enkele tientallen Nederlanders «Jlslagen legaal hun fiches op het groene laken. Ook in het hart van Europa kent men nog steeds zijn gren zen. De vloedgolf van Neder landse sexboetieks moge dan te pletter slaan op de puriteinse Belgische wetgeving, gokken mag wel bij onze zuiderburen. En daarom rijden dagelijks Ne derlandse bussen en taxi's naar Belgische casino's waar avond aan avond het bloedserieuze vlooienspel der amateur-finan ciers verspeeld wordt. Een van die casino's staat in Chaudfon taine, een wat protserige aan de Vesdre gelegen nederzetting achter de bijkeuken van het Luikse waar de luchtjes van de industrie net niet meer door dringen. Natuurlijk zijn er de verlichte fonteinen en aan rui me pleinen gebouwde laat-kei- zerlijke hotels. En natuulijk staat er het in grijs-grauw doch schoon pleisterwerk opgetrok ken casino, 't Paradijs der dag dromers als je binnenkomt, maar evenzeer de gladde produ cent van onverbiddelijke katers als je weer naar buiten loopt. De draaideur is nog functioneel, doch de belendende in operette- pak gestoken portier is volsla gen overbodig. Hij vervult een uiterst trieste functie die maar enkele keren wat glans krijgt wanneer hij wat mee mag eten uit de ruif van het maar zelden toeslaande gok-geluk. Achter deze randfiguur van het Casino leven bevindt zich een ruime hal van een onvoorstelbare smakeloosheid. In dit voorge- borgte, dat nog zonder entree prijs te betreden is, houdt zich niemand op. Er is immers niets te halen, je kunt er alleen je jas afgeven, een bezigheid die zich alleen beperkt tot winterse dagen en die waren die avond nog op verre afstand. De gar derobedame keek dan ook met gelaten blik de lege hal in, met naast haar rond 27 uitgelezen tijdschriften vol klatergoud. Een keurig gekleed heer vraagt dan of er iets van onze dienst is. Jawel, we willen naar binnen, naar de heilige hallen van de roulette. Dat kost je dan 25 Belgische franken waarvoor je, na het plechtig overleggen van je paspoort een rood kaartje krijgt hetgeen in vluchtig hand schrift bevestigt dat je voor die ene avond „membre effectief" gewox'den ben van de „Club Privé du Kursaal de Chaudfon taine". Een hele eer die ver plichtingen oplegt hetgeen door een Vlaamse toevoeging op het entreebewijs geaccentueerd wordt: „deze kaart is streng persoonlijk indien zij aan ande ren geleend wordt zal zij zonder verdere pleegvormen ingetrok ken worden". En dan het walhalla zelf. Het barst van de pluche, die de zachte doch versleten basis is van quasi deftigheid. Van Monte Roulette, fiches en spelers: in ons land nog steeds taboe. Carlo tot Chaudfontaine blijken de lampekappen dezelfde te zijn, wellicht een late, heimelij ke creatie van Louis Couperus. Voor de huisvrouw zijn het on overwinnelijke stofnesten, voor 't tv-publiek evenveel herkennin gen van sfeertjes uit de Forsyte Saga en aanverwante fami liedrama's. Maar toch, een aan geklede zaal die ieder boven de traditionele zwijgzaamheid uit komend kreetje onverwijld ab sorbeert. Want het moet natuur lijk netjes, het spelen in Chaud fontaine is een gemeentelijke aangelegenheid. Midden aan ta fel drie zit een verschrompeld vrouwtje van onbestemde leef tijd met fonkelende oogjes naar het groene laken te kijken. Haar donkerbduine 20 franken- fiche ligt op de kruising van vier nummers. Doch het eigen- zinnige roulette-balletje springt vanuit de steile wand precies in een die ronde ongevraagd num mer, hetgeen de verveelde crou piers wel harken doch geen en kele fooi oplevert. Er wordt die avond veel gefluisterd. In Neder lands, Frans, Duits, Engels, Maastrichts en Kerkraads. Vele tientallen bezoekers uit het van gokken verstoken Nederland. Sommigen van hen zijn voor zien van in vlammend maxi ge hulde praalpoezen die spinnend wat kleine gokjes mogen wagen van voor zichzelf veel vrijge- verige middelbaren. Het haalt allemaal niets uit. Op die ene uitzondering van die avond na. Een grijzende heer legde zijn vierkante duizend frankenfichc midden in het vakje negentien En laat nou dat balletje. Juist. De heer maakte in die ene gelukzalige minuut van die duizend franken zesdendertig- duizend franken inclusief. Het geen ten onrechte heel wat Spe lers naar tafel zeven lokte. Een suppoost gekleed in het uniform van directeur van een tweede rangs circus kijkt bij dit alles wat schichtig toe. Hij laat zich een bekentenis ontvallen: een slechte avond. Een slechte avond dus. Met niettemin enkele honderden spelers, van wie slechts een en keling gebruik maakt van de mogelijkheid tegen 15 franken aan een fris pilsje te nippen. Het wisselgeld wordt in fiches uitbetaald. Want gespeeld moet er worden. Gokken is geen kijkspel. Een moegegokte Lim burger speelt het spelletje van het in Nederland nog immer voorgehouden taboe waar het de roulette betreft, volop mee. „Neeh, noem in godsnaam mijn naam niet", een mooie woord speling. „Inderdaad, ik kom hier vaak. Ik ga ook naar Bad Neu- enahr en naar Spa. Overal zie je dezelfde gezichten". En ook hij bevestigt het onverwoestbare verhaal dat er ergens in de mijnstreek een middenstander woont die kapitalen aan het gokken verdiend zou hebben. „Het moet in de tonnen lopen, maar of het waar is, ik weet het niet". En dan verdwijnt hij weer tussen het bonte spelers- Over dat hele gokken hangt nog steeds een waas van geheimzin nigheid. Iemand die speelt wordt nagewezen, hoewel de meesten 't doen als tijdverdrijf dat slechts weinig gelid vraagt. Een enkeling, die die avond niets beters te doen weet, gooit wal ruimer bemeten fiches op het tafellaken. En hier en daar zitten gepensioneerden in het geniep systemen uit te werken die altijd winst garanderen. En inderdaad komt het voor dat bejaarde ambtenaren hun pen sioen jaar op jaar met een tot anderhalf procent aan de speel tafel weten op te vijzelen. En maar zelden wordt het laatste evangelie der berooide speler voorgelezen waarin staat dat de directie van het casino altijd het spoorkaartje naar huis be taalt. Niemand zal zeggen dal dat waar is. De laatste uithaal op het entreebewijs is dan ook eerder bedoeld bij te dragen aan dat wonderlijke imago der speelcasino's dan dat er veel administratief houvast mee wordt gegeven: „in geen geval en onder geen enkel voor wendsel worden er door de di rectie geldleningen gedaan of voorschotten gegeven" De Ca sinodirectie gokt zelf niet mee. Ze weet wel beter. HANS KOENEN SCHEVENINGEN - ZAND VOORT. Wie in Nederland maar enigszins betrokken is bij het toerisme heeft een uitgesproken mening over het toelaten van kansspelen: „Doen en zo snel mogelijk". Over nuances wordt nog ge twist, maar roulette e.d. moe ten er komen, vinden zij. Wij hebben een aantal meningen bijeen gebracht van personen die alleiru.al op een bepaalde manier bij het gokken betrok ken zijn. G. L. W. Sliepen, voorzitter stich ting Behendigheidsspelen: „De re gering wil geen trammelant om de roulette. De wezenlijke tegenstan ders zitten in de rechter vleugels van de confessionele partijen. In 1911 is de roulette officieel afge wezen. De bepalingen van toen zijn nu niet steekhoudend meer. Uit een opiniepeiling is gebleken dat 75 procent van de bevolking er geen bezwaren tegen heeft. Bij een nieuwe regeling gaat de roulette niet meer onder tafel!" De mening van N. W. Bouwes, hotelmagnaat te Zandvoort: „Strip tease wordt overal getolereerd. Het is de hypocrisie van deze regering dat over casino's gezegd wordt: „Nee, dat is ethisch niet verant woord." P. W. Heggen, directeur provinciale VVV Limburg, lid van toezicht stichting Behendigheidsspelen: „Spel is een interessant element in het toeristisch pakket. We blijven ijveren voor de invoering van rou lette. In afwachting daarvan behel pen we ons zolang met kansauto maten. al hebben die misschien aan attractie ingeboet." Daartegenover staat de mening van ir. F. A. Weber, raadgevend ingenieur tc Den Haag en gokdes- kundigv: „Op de omzet van horeca bedrijven zal het speelbankbczoek een zeer geringe invloed hebben. De spelers gaan naar de speelban ken om hun hobby te beoefenen. Het zien en gezien worden is sinds jaren passé." W. van Geleuken, voorzitter Haag se Kamer van Koophandel, ziet het weer anders: „Zolang de roulette in Nederland verboden is, zou Sctoeveningen toch van dit spel kunnen profiteren door een „rou letteschip" te charteren dat vanuit de badplaats korte vaarten maakt. A. J. Sandfort, directeur VVV Val kenburg: „De gemeente heeft twee kastelen aangekocht, in één ervan zou ook een casino kunnen worden ingericht. Zo vlak bij de grens voelen wij dat de casino's belang rijke toeristische trekpleisters zijn." J. P. de Regt, directeur provinciale VW Zeeland: „We hebben al enige jaren speelarrangementen vanuit Vlissingen naar de Belgische kust Er worden speciale tochten voor gemaakt. Vlissingen zou zelf een casino moeten hebben." Prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelisscn, voorzitter algemeen bestuur ANVV. zei vorig jaar nog: „Ik betwijfel of het eventueel invoeren van roulet te in Nederland de badplaatsen zo veel aantrekkelijker zal maken." Ir. Weber nogmaals: „Op 't ogen blik verdwijnt de opbrengst van al die automaten en speelholen in de zakken van soms minder scrupu- C. J. Buijs, bcroepsgokker te Rot terdam: „De stichting Behendig heidsspelen is een goksyndicaat. De stichting geniet de protectie van de wet die even erg is als de „be scherming" die onderwercldfiguren in Amerika aan gokautomaten ge- Drs. L. van Son, staatssecretaris van Economische Zaken (toerisme) te Den Haag, tenslotte: „Het kabi net vindt het op dit ogenblik niet opportuun met casino's te komen. Maar casino's zijn niet meer t« stuiten in Nederland."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 9