Gerard Bos Als de produktnaam wegvalt kan 't me wel eens te duur worden DIE JONCENS BEGRIJPEN NIET HOE BELANGRIJK HET IS OM ZICH MAATSCHAPPELIJK VOOR TE BEREIDEN Begeleiding van topsporters, daar wil ik graag iets aan doen Twintig namen in een hoed gooien en Nederlands korfbalteam trekken KORFBALLER MET EEN DRIELEDIGE FUNCTIE ZATERDAG 17 OKTOBER 1970 Van het lijstje dat zakenman Kurt Vyth in gedachten opzet, moet af en toe een sportevenement worden weggeschrapt. Die open plaats wordt onmiddellijk weer opgevuld. Hij zet zijn robuuste lichaam dan achter weer een ander object, alsof het geen moeite, zorg en geld kost. Met speels gemak lijken de evenementen bij hem op te borrelen en het lijkt evenzeer dat hij er geen hart zeer van heeft als hij iets moet loslaten. Maar dat is een pertinente vergissing. Gemoedsmens* Vyth „ik ben gek op kinderen en het lot van gehandicapten trek ik me erg aan" doet het wel degelijk pijn als aan zijn goede bedoe lingen wordt getwijfeld of als ze schip breuk lijden, maar hij zal er geen pruil lip voor laten hangen. Onmiddellijk zet hij een ander project op stapel „orpdat ik in de sport de nodige ontspanning Zo moest hij destijds de door hem tot nieuw leven gewekte Ronde van Ne- I derland van zijn lijstje schrappen. Zo I haalde hij onlangs ook met een forse I streep het woord Zesdaagse dooi. In 1966 werd meesmuilend gelachen toen riep hij de vaderlandse pers bijeen in hij met zijn plan kwam om na vele Amsterdam en alsof het de gewoonste jaren een Zesdaagse te organiseren. zaak van de wereld was, kondigde hij Kurt Vylh nam maar gelijk een optie aan dat er in 1970 gèen Zesdaagse voor vier jaar. Toen die lijd erop zat, 'meer zou worden georganiseerd door Tijdens een door Kurt Vyth (links) georganiseerde zesdaagse werd Peter Post (rechts) onbetwist zesdaagse- keizer Post tekende in zijn wielerleven heel wat contracten maar Vyth zegt: „Hij is man van het moment die zijn toekomst niet zeker stelde." v Kurt Vyth. De boeken had hij tevoren' nimmer op tafel gelegd. Wel ver klaarde hij na zijn eerste Zesdaagse in 1966 dat hij eruit was gesprongen. Op die dag in het Esso Motorhotel zei hij: ,.Er moest steeds meer geld bij". En dan kan Kurt Vyth wel een passie hebben voor sport en sportlieden, hij is ook zakenman en in die functie weer hij dat je jezelf aan een bodemloze pul een halt moet toeroepen. Dat deed hij dan.;ook. Met 'n genereus gebaar schonk hij de dure demontabele baan aan de gemeente Amsterdam. Voor hem was weer een Hoofdstuk afgesloten. „Daarop wil hij Achter zijn bui^u in, zijn directiekamer van de Nederlandse Accumulatorenfabriek Acifif NV op het Industrieterrein in Diemen toch nog wel even terugkomen. In Vyths stem klinkt een toon door die bij eens" vrijwel uitsluit. Hij zegt reso luut. zijn geesteskind daarmee de nek omdraaiend: ..Er is voor een Zesdaagse geen belangstelling, absoluut niet. Een van de redenen is dat de oude.renners de baas willen zijn. En het publiek heeft er genoeg Aan die oude mannen te zien ronddraaien. Als ze op de weg niet meer meekunnen, gaan ze naai de piste. Rudi Altig heeft dat zojuist zelf verklaard. En dan gunnen ze jongere renners geen cent succes Zij maken de dienst uit en die jongeren durven niet in opstand te komen Als er dan ook nog geld bij moet. pas ik De baas Zesdaagse afgehandeld, volgende zaak. Vyth heeft die dag in het Esso Motor- hotel losjesweg opgemerkt dat hij iets voor eredivisieclub Volendam wil gaan doen. Dat is nog niet helemaal van de grond maar de Volendammers zijn al wel gewend geraakt aan die zakenman uit Amsterdam die van de Apollolaan even in zijn wagen naar het vissersdorp suist om zijn nieuwe troetelkind aan de brede tors te klem men. Voorts blijft hij geïnteresseerd in wielrennen. Hij heeft onder super visie van zijn directeur-sportief Piet Libregts een amateurploeg. waarvoor hij grote belangstelling koestert. „Wij hebben in het laatste seizoen de grootste uitslagen geboekt met onze amateurs. Ik weet wel, het is niet zo spectaculair als profs maar als die heren er niet voor willen werken, kun je ze beter thuis laten. Als ze hun startgeld innen endan maar wat lummelen, hoeft het niet. Bovendien, die heren willen de werkgevers zeg gen hoe ae het moeien doen". En met zo iets moei men bij Kurt Vyth niet aankomen. Hij behandelt zijn eigen werknemers, die niet van schrik ver bleken als „de grote baas" door de gangen stapt van zijn kantoor, min zaam maar ze weten wel dat hij de directeur is. En toen Kurt Vyth Zes daagsen organiseerde was hij de baas en niet de renners. Meedraaien Daarop komt hij toch nog eens terug: de kwestie met Peter Post. ..Zoals hij Piet Libregts heeft behandeld, is be neden alle peil. Schrijf maar op: ik heb niets tegen Post. hij is een goed coureur maar een domme man. Je moet plannen voor volgende jaren en dat doet hij niet. Hij is een man van het moment" Het is eruit en er wordt niet verder op doorgegaan Wat Kurt Vyth met drie woorden kan zeggen, worden er geen vier. Hij heeft afge ronde denkbeelden. .De profwieler- sport ligt achterover Wij zijn bereid vier of vijf profs onder de vierentwin tig jaar te laten meèdraaien in onze wielerstal tegen vergoeding van kle ding en dergelijke. Mits de KNWU en de Bond van Beroepsrenners werk verschaffen, dus voor klassiekers en cri teria in Nederland zorgen. Wij zijn niet geïnteresseerd in profs voor het bui tenland. Alleen in Nedeland. waar ze dan in hetzelfde criterium als de amateurs rijden, gescheiden natuur lijk". Reclame Die amateurs zijn voor Vyth een hoofdstuk apart. „Steenbergen, van de KNWU, zei tegen Piet Libregts dat het produkt wel op de shirts mocht worden vermeld. Later bleek dat het niet mocht, alleen de firmanaam. Dat maakt voor ons niet veel uit. Iedereen weet langzamerhand wel dat Acifit in accu's doel. Maar neem Amstcl. Er zijn tientallen zaken die Amstel he ten. Als daar geen bier bij staat, maakt Amstel reclame voor anderen i dat is niet ik wel vlot dat het alt. is het e i louter sportief rik duur gaat of het worden. Ik weet best dat mensen zullen zijn die naar aanlei ding van dat shirtje zullen zeggen: nou ga ik eens zo n accu kopen. Dat reclame -element is op zich niet zo be- langiijk maar als zakenman heb je publiciteit nodig. Dat kun ie deen via bijvoorbeeld do STER. Wij doen het via de sport en dan kun ie toch de nuance aanvoelen tussen niet zo be langrijk en toch niet te verwaarlo- Gerard Bos, die in theorie een groot deel van de korfbaltop naar zijn hand kan zetten, paart inzicht aan ambitie en improvisatie- Vooral op dit laatste punt is hij een opmerkelijke figuur. „De fantasie ontbreekt bij de meeste korf ballers. Dat is wel te begrijpen- We heb ben in Nederland twee korfbalboeken. ledereen speelt aan de hand daarvan. Ik ben één van de weinigen, die naar verandering van systemen zoekt, die variaties in beweging en verplaatsen wil aanbrengen. Er wordt nog te veel voor het vuistje weg gespeeld. Ik maak xelf een oefenschema op. Als je het nationale twaalftal samenstelt, kan je zo twintig namen in een hoed gooien en dan trekken. Ze zijn allemaal hetzelfde". Hagenaar Gerard Bos. gestoken in een zwart sportjack, blauwe trainingsbroek •a voorzien van kortgeknipt haar dat echter in het front al wat is terugge drongen, ambieert geen illusionistisch optreden- Zeker niet op de wijze, zoals thans het Oranjeteam wordt gekozen- Bos: ,.Ik zou voor iedere interland v ier volwaardige wedstrijden .spelen. Bij voorbeeld in koi-fbalsteden als Den Haag. Leiden. Rotterdam en Amster dam. De kandidaten zou ik een eerlijke kans geven. Niet zoals nu is gebeurd: Jongelui uit Friesland in Amsterdam één kwartier laten spelen en dan de sterksten tegen de zwaksten. Ik zou ook niets te maken willen hebben met een twaalftalcomissie. maar alléén het team willen samenstellen". Bij de Danaïden, de Leidse openba ring in de hoofdklasse, kon hij de vrije hand krijgen. Maar de man, die een aanbod om 'bij de LUTO de oefenstof uit te strooien (volgens geruchten lag een honorari um te wachten van tienduizend gul den. Lucratief genoeg dus) negeerde, omdat hij de Danaïden niet in de steek wilde laten, moest hij er van af zien. Bos vervulde ook nog het trainer schap bij Ons Eibernest en de aanvoer- dersrol bij HKV. Een drieledige functie, die specialisatie in de weg staat. Te vens accentueert het de amateurstatus van de korfbalbond. Dispensatie Bos: „Er is een groot tekort aan trai ners. Vorig jaar is een spoedcursus gehouden. De selectie was niet al te streng. Dat vind ik volkomen ver keerd. -Ie moet niet marchanderen. Zo van „we hebben niet genoeg aanbod, dus ga maar trainen Zelf ben ik niet gediplomeerd, omdat ik er nooit tijd v oor uit kon trekken Ik ga er vanuit, dat spelers, die zoveel jaar aan de top zitten dispensatie moeten krijgen. In het buitenland is dat zo". Internationaal (België. Engeland en Duitsland uitgezonderdi stelt korfbal niet veel voor. Landelijk wordt hei tenachtei gesteld en maar zelden door t v.-spots onder de aandacht gebracht. „Ze moeten niet kijken wat korfbal internationaal betekent. In ons land is het belangrijk met 65.000 leden. Dick van Rhijn heb ik kortgeleden een briefje geschreven, omdat ik in Avro's Wekelijkse Sportrevue nooit iets hoor. KRO's Goal heeft alleen maar oog v oor de LUTO-rel met Wals en Van Rhee. Natuurlijk, ook de bond zelf is niet actief genoeg. Aan public relati ons wordt nauwelijks iets gedaan. Zo lang in het officiële blad van de bond nog foutieve foto-onderschriften staan, zijn we nog niet op de goede weg". Dringen De geringe interesse voor korfbal vloeide grotendeels ook voort uit het feit. dat de strijd om de landstitel een onderonsje was van een select groep je. Met de komst van de Danaïden is de zekerheid bij vele routiniers ver- tensief, willen zij de jonge scholieren We hebben twee korfbalboeken en iedereen speelt daarnaar kunnen bijbenen. Welk verschil is ei tussen hen en Ons Eibernest? „Bij de Danaïden staat iedereen te dringen om in het hoofdteam te komen om het grote succes mee te maken. Ze zijn bang dat het over één of twee jaar gebeurd kan zijn. Ons Eibernest heeft alles bereikt en rekent erop over vijf-' tig jaar nog hoofdklasser te zijn. Ha genaars zijn bovendien weker. Leide- naars 2ijn feller en enthousiaster". Maar al is de eerzucht groot, over een kampioenschap rept Gerard Bos niet. Terwijl LUTO in de Danaïden een van de grootste belagers ziet, denkt Bos allereerst aan consolideren van het verworven terrein. ,,Ik ben bezig aan de opbouw. Ik heb niets te maken met LUTO. Ik moet ervoor zorgen dat de Danaïden zich niet in cón seizoen forceert en dan weer wegvalt. Hel is een ploeg, die ontspannen speelt en nog veel le leren heeft. Achterland Coach Piet Kruit, die de koffer met tactische gegevens overneemt bij de wedstrijden en (Bos: „Speel ik tegen de Danaïden dan ben ik HKV'cr en vertel ik alles. Dat welen ze in Lei den. Ben ik bij de Danaïden-Ons Eibernest, dan zeg ik niets. Dan ga ik zoveel mogelijk opzij zitten, alle vra gende gezichten ontwijkend' 'i vilde deze week een verandering aanbren gen. Het was daags na de van een sterk moreel getuigende ontmoeting tegen Westerkwartier toen een ach terstand van 4-1 de debutanten niet kon desillusioneren en de stand op de streep nog werd genivelleerd. „Ik was daar geen voorstander van Waarom veranderen als het goed gaat? Het zou een teken van zwakte zijn. Laat de tegenstanders dat maar doen". Ook geen wijziging in het damessextet, dat nogal eens het predikaat „zwak" krijgt toebedeeld0 „Zwak zijn ze in verhouding met de dames van de ove rige teams beslist niet. Wel als je ze vergelijkt met die van het Amster damse Rohda. Maar daar zijn de he ren juist weer minder. Het komt ge woon. omdat de heren van de Danaï den boven de middelmaat uitsteken. Daar komt nog bij dat we met inval- zen". Waarmee Kurt Vyth wil zeggen dat hij de sport mede als „ontspan- ningseiement voor zichzelf" wil steu nen maar als zakenman toch de revenuen niet mag verwaarlozen. Bij de dag Mijmerend, onderwijl gretig aan de zoveelste sigaret zuigend, geeft hij zijn visie op de wielersport. „Dat is een vreemde sport. Die jongens be grijpen niet hoe belangrijk het is zich maatschappelijk voor te bereiden. Ik wilde een school oprichten zodat ze na hun loopbaan als wielrenner niet in eens met lege handen zouden staan. Weet je hoeveel aanmeldingen ik heb gekregen: niet een. luister goed niet één. Ze leven bij de dag. ook de amateurs. Een goede amateur verdient meer dan een middelmatige prof en dat is een ongezonde toestand. Daar om blijven ze amateur. Ik weet van een lopamateur dat hii tweehonderd gulden per week in handen krijgt. Hij werkt zogenaamd maar hoeft alleen te fietsen. Daar wil ik wel tegenover stellen dat ik het helemaal niet eens ben met de vergoedingen voor de amateurs zoals die nu ter tafel zullen komen. Ik betaal en ik bepaal zelf hoeveel. Wie hard werkt en goed rijdt, mag meer verdienen dan een ander. Ik ben dan ook teleurgesteld in de vergadering van sportdirecteuren. Het is nog altijd zo dat wij betalen en dan kunnen anderen met voorstellen komen en niet met bepalingen of op drachten of hoe je dat wilt noe- „Ze willen in de wielersport zelf ook veranderingen. Karei Jansen van do VVCS. die ook de belangen van de renners berhartigt, belde me op en dat ging over reorganiseren. 1!< heb gezegd: u wilt reorganiseren maar daarvoor moet je goede organisatoren hebben. Zal ik eens wat zeggen. Er wordt wel eens neergekeken op wat de Belgen doen. Maai wij. Hollanders, kunnen van hen veel leren, in organi satorisch opzicht en ook van de wijze waarop zij hun koersen bepalen, hun kermiskoersen bijvoorbeeld Daar ver dienen ook de Nederlanders hun niet Iets aan doen Kurt Vyth heeft al enige malen een vliegticket verschoven. Hij gaat in de eerstvolgende dagen een fors aantal kilometers door de lucht afleggen. Zijn zakelijke belangen reiken verder, veel verder dan Nederland. Het idee om de wielrenner wat mee te geven, heeft hem na die mislukte „levens school" niet losgelaten. Daarom nog op de valreep dit: ..Een sportief mens kan alleen topsporter worden als hij me disch, financieel, organisatorisch en psychisch wordt begeleid. Daar wil ik graag wat aan doen. En v<> geld in de sport wil verdienen, zèl eerst moe ten tonen die eigenschappen te bezit ten. Dal de zelf be langrijk. Ik wil er iets aan doen". Kurt Vyth blijft willen. Na het ene project borrelt het andere op. En al is men het niet altijd met hem eens, hij doet in elk geval iets En dan blijkt dat de harde zakenman met de passie voor de sport niets menselijks vreemd is. „Ja, een schouderklopje. Dat dóet me goed. Ik heb liever een schouder klopje dan geld, want dat heb ik Gerard Bos: veelzijdig werkzaam in de korfbalsport. Iers te maken hebben. Marianne Nap onder andere is maandagavond voor het eerst weer voluit gaan trainen. Het bewijst wel dat de Danaïden een goed achterland heeft. Dat is belangrijk, omdat sommige vermoeidheidsver schijnselen tonen, zoals Ilse de Klerk". Eén vereniging Gerard Bos was bij Ons Eibernest de opvolger van de huidige bondsoefen- meester Zwaanswijk; een jaar eerder werd hij opgemerkt door de Danaï den. „Ons Eibernest kon twee jaar geleden geen goede trainer vinden. Ze waren uitgekeken op Arie Zwaans wijk. Een normale zaak. omdat hij vier jaar. zij het onderbroken, de Ha genaars had getraind." Volgend jaar wil Bos HKV, dat hij door gebrek aan doorstroming geen lang verblijf meer voorspelt in de hoogste afdeling, verlaten. Zijn actieve korfbalcarrière zit er dan op. Zijn streven is dan één vereniging onder zijn hoede "te nemen, die hij zeker twee keer in de weck wil trainen. De man, die zelf 34 officiële interlands heeft gespeeld en tien caps in micro- verband. wil zijn activiteiten in de korfbalsport als een hobby blijven be schouwen naast zijn beroep als foto graaf. Gebrekkige accommodaties en het amateuristische denken van de korfballeiders houden professionalisme nog op grote afstand. Het geld dat in Amsterdam zou heb ben gerold ten spijt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 17