Blank
Zuid-Afrika
vol
zelfvertrouwen
FRUSTRATIE EN APATHIE BRENGEN
TSJECHISCHE CULTUUR OM ZEEP
BOER EN
BRIT
WILLEN
BLIJVEN
OORSEE
HARRISMITH
MAFEKING
ffM
ZATERDAG OKTOBER 1970
twintig miljoen zwarten
zal staan, of het gevoel de outcast van de westelijke wereld te worden. Het lijkt of het laatste
op dit ogenblik de gemoederen het meest beroert. Vandaar premier Vorsters diplomatieke
offensief, dat zelfs al een bres heeft geschoten in de muur van zwart wantrouwen, die zijn
land van de rest van Afrika scheidt. Het Malawi van dr. Banda verkeert nu op vriend
schappelijke voet. Het is het eerste land, dat Zuid-Afrika het recht toekent een eigen oplossing
van zijn rasprobleem te zoeken. De westelijke wereld blijft principieel afkerig en neigt naar
boycot in velerlei vorm.
KAAPSTAD Het is
moeilijk te ervaren welk
trauma de Zuid-Afrikaan
nu het zwaarst op 't gemoed
werkt: de zekerheid dat hij
over tien jaar met 4 mil
joen blanken tegenover
ook in Afrika. Maar de leermiddelen liggen ver achter bij die voor
Zij vergeet daarbij grif, dat de
gespannen verhoudingen in de
republiek zijn ontstaan als
rechtstreeks gevolg van de bij
drage van Zuid-Afrika aan We
reldoorlog II. Die heeft de in
dustriële ontwikkeling ontke
tend, die zwarte arbeiders in
drommen naar de blanke steden
heeft getrokken. Zij heeft heel
het patriarchale systeem van dit
land overhoop gehaald. Zij heeft
het boerengemoed nieuwe in
zichten opgedrongen, die nor
maliter enkele generaties meer
gevorderd zouden hebben.
Zuid-Afrika blijft appelleren
aan de familietrouw van de
westelijke landen. Het meent
ook nog een belangrijke rol in
het westelijk bestel te vervul
len: de behoeder van een van
's werelds belangrijkste vaarwe
gen. Rond de Kaappunt cirkelt
nu een goed deel van Europa's
olie Kaapstad is in tien jaren
uit al zijn voegen gegroeid. Het
is een strategische troef van be
lang. Die bedreiging der route
door Sovjetschepen, de voortdu
rende dreiging van infiltratie van
rood-getrainde terroristen en
agitators zijn actuele thema's in
de politiek van dit land. Tien ja
ren geleden overheerste nog de
broeiende onrust in de nu goed
deels verdwenen slumkwartieren.
Boer en Brit eens
Globaal genomen heeft het
beeld der politieke verhoudin
gen in Zuid-Afrika in de tien
jaren sedert de stichting der
republiek toch wel belangrijk?
wijzigingen ondergaan. De kern
der apartheidspolitiek is welis
waar aangetast en dat is voor
lange tijd ook niet te verwachten
in een blanke gemeenschap, die
de eigen historisch bevochten
plaats tot iedere prijs behouden
wil. Die kern is dat de blanke,
die 'n land vol glanzende wel
vaart heeft opgebouwd, deze
ook wil blijven leiden. Daarover
bestaat in Zuid-Afrika nauwe
lijks meningsverschil. De twee
grote partijen, Boer en Brit,
commanderen 97 procent der
stemmen. Hun politieke instel
ling loopt niet zover uiteen als
de vinnige debatten zouden
doen veronderstellen. De Boer
heeft het beginsel der geschei
den ontwikkeling in wettelijke
termen gevangen, waardoor
voor de dagelijkse praktijk nog
slechts de souplesse van een
calvinistisch handboek over
blijft. Voor de Brit is de sociale
en residentiële scheiding zo in
gebakken in het maatschappe
lijk patroon, dat hij gelooft dat
ze ook zonder wet wel van na
ture gehandhaafd zou blijven.
En de drie procent „progressie
ve" kiezers, die met het be
faamde parlementslid Helen
Susman en met goudkoning
Harry Oppenheimer de geëman
cipeerde zwarten stemrecht wil
len geven? Ook zij baseren zich
daarbij op de overtuiging, dat
de integratie zo langzaam zal
gaan, dat er de eerste dertig of
veertig jaren voor de blanke
suprematie geen vuiltje aan de
lucht zal zijn.
Geleidelijk
„Ook wij wensen geen gefor
ceerde integratie", zeggen de
progressieven. „Wij kunnen
slechts stapsgewijze gaan en het
zal zeker decennia duren vooral
eer hier echte gelijkheid kan
ontstaan. Wel willen wij meer
pace in de ontwikkeling van het
onderwijs voor zwarten,
willen verplicht onderwijs
Wij
iedereen. Tot dusver wordt voor
ieder blank kind meer dan het
tienvoudige aan onderwijs be
steed dan aan het zwarte. Die
afstand is te groot".
Overigens ontbreekt het ook bij
de felle tegenstanders van
apartheid niet aan respect voor
wat de regering tot dusver voor
de Bantoe bereikt heeft. Profes
sor Reid van de universiteit van
Johannesburg zei ons: „Wij
hebben grote bewondering voor
wat gedaan is op 't gebied van
hygiëne, sociale zorg en wo
ningbouw. Wat wij wel betreu
ren is de dodelijke uniformiteit
der nieuwe negersteden. Dat is
een sociologische misgreep. Wij
hebben in, die steden ook niet
genoeg politie en krijgen daar
door de misdaad niet onder de
knie. En wat wij ook betreuren
is, dat bij alle goede zorgen de
instelling te patriarchaal blijft.
Zijn houding en uiterlijk veran
deren. naarmate zijn scholing
verbetert. En in dit opzicht ge
beurt veel in deze merkwaardi
ge republiek, die nu tienduizend
Afrikanen naar universiteiten
stuurt. Weliswaar aparte, maar
in elk geval universiteiten. De
gekleurde bevolking bevindt
zich in het stadium van gestage
ontwikkeling.
Hoe het gevoerde rasbeleid mee
zal evolueren is vooreerst niet
te zien, de slijtage beperkt zich
nog tot de franje. Maar de ge
boycotte Boer stuurt nu méér
zwarte kinderen naar school
dan enig ander land in Afrika.
Ondanks zijn vrezen en zonder
Ook bij de anti's staat dus voor
op, dat gelijkheid in Zuid-Afri
ka slechts geleidelijk kan ko
men en dat de blanke vooreerst
het heft in handen zal moeten
houden. De ontwikkeling der
republiek in de laatste tien ja
ren heeft de blanke gesterkt in
de overtuiging, dat hij het pro
ces in de hand zal kunnen hou
den. Met name heeft de rege
ring meer controle gekregen op
de gisting onder de gekleurde
massa en op de infiltratie van
revolutionaire gedachten van
buiten af. Er is met dat al een
groter mate van zelfbewustheid
en van zelfvertrouwen onder de
blanke bevolking dan tien jaar
i de Kaap, die 's werelds belangrijkste olieroute beheerst.
Politie
is
onzichtbaar,
maar
wel
zeer
actief
geleden. Toen was het land ver
scheurd door de laatste opflik
kering van de strijd tussen Boer
en Brit. De losmaking van En
geland deed de vrees opkomen
voor isolatie en economische
druk. Maar het is anders uitge
komen. De republiek vertoont
een grotere nationale eenheid
dan ooit en deze wordt door
buitenlandse boycotleuzen
slpchts versterkt. De oriëntatie
naar Engeland is door de breuk
met het Gemenebest nauwelijks
verzwakt, die naar andere in
dustrielanden, Duitsland, Frank
rijk, Japan, is belangrijk ver
sterkt. Terwijl het cricketteam
der Springbokken in Engeland
werd weggehoond, verdrongen
zich in Johannesburg de Engel
se handelsmissies. De industrie
van het land heeft zich in deze
tien jaren geweldig ontplooid.
Haar eenzijdige karakter is
goeddeels overwonnen, net als
de afhankelijkheid van import.
De industriële vooruitgang doet
de blanke steden steeds hoger
torenen en doet de zwarte ne
gersteden steeds eindelozer over
het golvende land uitvloeien.
Politiestaat
Het zelfvertrouwen geldt ook de
beheersing van het grote pro
bleem van de verhouding van
blank en zwart. Er is niet meer
zo'n sterk gevoel van onzeker
heid over wat broeit in de ne-
gerwijken. De politie is vrijwel
onzichtbaar, maar zij is kenne
lijk wel overal aanwezig waar
agitatie te vrezen is. De politie
heeft voor het uitpikken van
ongewenste agitators sterke
wapens in de hand, waardoor
de beruchte wet, die het moge
lijk maakt mensen een half
jaar gevangen te houden zonder
vorm van proces. Zuid-Afrika
heeft zich daarmee de reputatie
op de hals gehaald een politie
staat in optima forma te zijn. Zij
is dat zeker niet in volle om
vang. Daarvan getuigt bijvoor
beeld de felle discussie over de
ze wet, die in Zuid-Afrika niet
minder omstreden is dan in het
buitenland. Vooral de rechterlij
ke macht is er ongelukkig mee
en zij laat dat duidelijk blij
ken.
Kritiek staat vrij
Op het stuk van vrijheid van
kritiek is de republiek namelijk
alles behalve een politiestaat.
Een blik in de kranten is vol
doende om dat te bewijzen. Re
gering en beleid staan perma
nent onder een spervuur van
kritiek, vooral in de Engelstali
ge bladen. Ook hier liggen de
zaken in dit land dus niet
zwart-wit. Er is een zeer vrije
uitingsmogelijkheid. Men koopt
de argumenten tegen apartheid
zó in de boekwinkel. Maar wie
de zwarte revolutie predikt zit
in de kast nog vóór hij zijn
gehoor heeft opgewarmd. Hij
kan op een warm onthaal reke
nen en het is voor hem meest*!
een lange weg voor hij voor een
blanke rechter staat. Maar die
is dan wel onkreukbaar.
Van revolutionaire stemming
bemerkt men overigens in het
stadsbeeld niets. Hoe krachtig
het beginsel der gescheiden ont
wikkeling ook wordt verdedigd,
het uiterlijk der kleine apart
heid vertoont tekenen van slij
tage. De zwarte flaneert welge
kleed door Pretoria en hij is
een gewilde klant In winkels en
supermarkten. Waar het om
zijn koopkracht gaat houdt alle
apartheid op. En zijn koop-
W
NOU -
M TUKKIETOER
AARHEE.NI; Europa «y*
'£a(UE.K£.LANI>. i
WANNEER DES.'lo^JAN '7/.
W5l.egs .40 tukkiês
HOEW Boeing 101 v.nS/IL.
HOEVEEL: R^Vi - dyjkS
.Rak Toer V/fL BlfiTJIg ZfcLÖ
£4+ir
Y S A'
U».,4 «t* re.r
O+t+4, V S.
"XziWCS 3zs
De band met Europa blijft dierbaar. Zo werft men studenten
van de universiteit van Pretoria voor een reisje naar het land
der voorvaderen.
|o WHITE PASSENGERS
MIXED BUSES
TO:-
BLANKE PASSAS1ERS
GEMENGDE BUSSE
NA:-
Zuid-Afrika kent een efficiënte apartheid: het reizen gaat gemengd, het instappen i
naar Mafeking gaat gescheiden.
De oplagecijfers van sommige Tsjechische
kranten tonen aan dat de belangstelling voor
de massamedia daalt. De vakbondskrant
,.Svet Prace" verkocht op het eind van 1969
170.000 exemplaren, nu zijn er dat nog maar
rond de 70.000. „Tvorba", het nieuwe politieke
i culturele weekblad, heeft zijn oplage van
60.000, toen het voor het eerst uitkwam, zien
rakken tot de huidige 34.000. „Rude Pravo",
het dagblad van het Centrale Comité van de
Tsjecho-Slowaakse Communistische Party en
het belangrijkste medium in het land, ver
kocht juist voor de invasie in 1968 een mil-
i exemplaren. Nu is de oplage nog 730.000,
een getal, waarin ook de 7 procent zitten die
niet verkocht worden.
Zowel radio als televisie hebben een sterke
versobering in hun programma's doorgevoerd
de politiek krijgt sterker dan ooit een
'ware nadruk. Een zondagmorgenprogramma
van oude Tsjechische meesters uit de barok
wordt niet meer uitgezonden. Daar is nu
Duits aandoende fanfaremuziek en jazzmuziek
"I die uit de jaren vijftig lijkt te stammen voor
'n de plaats gekomen. Het is het soort vrij
blijvende muziek dat lange tijd uit de mode
was.
Veel Tsjechen zeggen nu dat ze wel eens een
periode van cultureel imperialisme tegemoet
konden gaan, waarin hun eigen stem steeds
minder kansen krijgt om te klinken. De
Vereniging voor Tsjechisch-Russische Vriend-
*chap zal naar het schijnt, de voornaamste
agent van dit imperialisme zijn.
Een tv-programma 'van twintig minuten over
de Tsjechische migranten Havel, Cerny en
Prochazka, dat half augustus werd uitgezon
den, leverde een droevig voorbeeld van de
schrikbarende staat waarin de politieke docu
mentaire zich op dit moment bevindt; daar
naast was het programma ook nog ongeloof
lijk naïef. Eerst liet men een pakket zien dat
geadresseerd was aan de Tsjechische televisie.
Ér zaten een aantal banden in. Waarom ze
uit Parijs kwamen of wie ze gestuurd had.
werd niet uitgelegd. De stemmen op de band
waren zo moeilijk te verstaan dat tegelijker
tijd een commentaar werd voorgelezen. Dat
leek erop te duiden dat ze afgeluisterd waren.
Er werden citaten uit „"Svedectvi" een pro-
Dubcektijdschrift dat in Parijs door emigran
ten wordt uitgegeven, voorgelezen. Zo wilde
men laten zien dat de hervormingsbeweging
nu geleid werd door contra-revolutionairen,
die in het buitenland leefden.
Tot mei van dit jaar werden de politieke
uitzendingen vooral overheerst door pro-Rus
sisch nieuws, militaire parades, oproepen om
harder te werken en bedekte aanvallen op de
kopstukken van voor de inval. Nu is men echter
begonnen met directe aanvallen en historische
terugblikken. De geschiedenis wordt nu op
nieuw verteld, maar dan op een subjectieve en
De toestand in de tijdschriftenwereld is al
niet minder ontmoedigend. „Host do Domu"
(Een gast in het huis) is een klein maar
geëngageerd literair tijdschrift, dat het tot
mei van dit jaar heeft kunnen uithouden. Het
gaf werk aan een handjevol bekende mensen
uit het Praagse literaire leven. Nu bestaat het
tijdschrift niet langer. „Universum" een goed
gemaakt Engelstalig tijdschrift, was door ge
brek aan financiële middelen gedoemd tot
opheffing. Dat maakt het voor hen die het
Tsjechisch niet beheersen steeds moeilijker
met de Tsjechische literatuur in contact te
blijven.
De Tsjeohische dichter Miroslav Holub. die in
het westen bekend staat als een van de meest
vooruitstrevende figuren aan de literaire he
mel, werd onlangs in een artikel in „Rude
Pravo" aangevallen vanwege zijn reisverhaal
over New York, dat nu enkele jaren oud is.
Hij werd ervan beschuldigd kritiekloos de
ontaarde aspecten van de Amerikaanse sa
menleving te prijzen.
Holub geeft zelf een klein tijdschrift uit.
genaamd ..Orientace". Blijkbaar is dit aan de
aandacht van de autoriteiten ontsnapt. On
danks de afwezigheid van druk door de cen
sor van het ministerie van Cultuur, ont
vangt het blad echter nauwelijks prozabij
dragen. Dat komt omdat de schrijvers gewoon
niet weten wat ze kunnen zeggen. Ze worden
in een positie gedrukt, waarin ze helemaal
alleen met hun eigen gedachten leven, zonder
dat ze een kanaal hebben om daaraan uit
drukking te geven. „Ze gunnen je het plezier
niet kritiek te leveren op het verleden", aldus
Holub, „en je kunt niet eens jezelf bekritise-
Bij de film is het nog steeds voornamelijk
Amerikaanse en Franse kitsch wat de klok
slaat. Het is des te onbegrijpelijker dat de
raad voor de filmimport kostbare westerse
valuta besteedt om Raquel Welch en onge
looflijk oude westerns te kopen, omdat een
eigen filmindustrie, als die aangemoedigd en
gestimuleerd zou worden, voor Tsjecho-Slo-
wakije als grote dollarvanger zou kunnen
fungeren.
De bloei van de Tsjechische cinema in de
zestiger jaren was een van de meest opmer
kelijke kentekenen van het voortschrijdende
proces van liberalisering. Nu is'Jiri Menzels
laatste film, met een scenario van Hrabal,
klaar, maar zal nog niet in roulatie gebracht
worden. Ook zijn twee nieuwe boeken van
Hrabal blijkbaar al gedrukt en liggen bij de
uitgever te wachten. Ze mogen nog niet
verschijnen. Iedereen is het erover eens dat
Hrabal een van de wéinige werkelijk grote
hedendaagse prozaschrijvers is in Tsjecho-Slo-
Uitgesloten
Schrijvers, filmmakers, critici en schilders
worden meer en meer van de openbare dis
cussie uitgesloten. De Tsjechische kunstenaars
zijn altijd sterk bij de politiek betrokken
geweest. De spanning binnen de kunstenaars
bonden blijft aanwezig, vooral in Praag. De
Slowaakse Schrijversbond heeft zich langs de
uitgestippelde lijn opgesteld en zo wat onaf
hankelijkheid verkregen. Maar de Tsjechische
Schrijversbond bevindt zich nog steeds in een
verbazingwekkend ingewikkelde en belache
lijke situatie. Officieel bestaat hij niet meer
en al zijn taken zijn overgenomen door het
Literaire Fonds, een doeltreffende zijtak van
het ministerie van Cultuur. Maar de leden
van de bond hebben, hoewel ze onschadelijk
zijn gemaakt, nog steeds het recht hun ge
bouw, dat tegenover het Nationaal Theater
staat, te gebruiken.
Schrijvers en schilders
van elke openbare
discussie uitgesloten
Het probleem is. zo lijkt het. een nieuw
hoofd van de bond te vinden dat voor alle
partijen aanvaardbaar zal zijn. Deze zou dan
een compromis tussen de weerspannige schrij
vers en het nieuwe régime tot stand moeten
brengen. Dat is het probleem dat de minister
van Cultuur voor zich heeft liggen. Villen»
kan misschien uitkomst bieden. Hij is een
oude dichter, die in een tamelijk ouderwets
proletarische en lyrische stijl schrijft. Hij is
de laatste jaren niet in ongenade geweest en
zou daarom voor beide partijen aanvaardbaar
kunnen zijn. Ook hier gaat het er niet om
wie de meest geachte figuur is, maar wie
politiek het veiligst is.
Eigenlijk zijn de jonge sohrijvers en cartoon
isten, die geen manier hebben om zichzelf uit
te drukken, op het ogenblik de droevigste
mensen in Praag. Niemand kan iets uitgeven
zonder toestemming van het ministerie. De
studenten van de filmfaculteit en de studen
ten van de nu ontbonden filosofische faculteit
spelen eens per week een partijtje voetbal en
's avonds verdrinken zij hun zorgen in literair
alcoholisme. (copyright the guardian;