Paul
van
Vliet
Japans uitje voor Miss Californië-Holland
,ALS
ER OVER VIJF
JAAR
VIJF GROTEN
IN ONS
VAK
ZIJN WIL IK
ER
BIJ HOREN"
THEATER PEPIJN WORDT
OPGEDOEKT
ommn mammwmmm wwataum
)EN HAAG Toen Paul van Vliet
,dat Meester voor mijn naam staat
illeen nog op de bankafrekeningen
an Heldring en Pierson: mr. P.
'aul van Vliet schrijven ze
jeheel ten onrechte, want ik weet
>r geen moer meer van") zes jaar
geleden met een nostalgiek getoon-
ette liefsdesverklaring zijn eigen
heatertje bij het première-publiek
ntroduceerde, leek het er verdacht
eel op, dat het verbouwde ijspak-
iuis in de Nieuwe Schoolstraat in
)en Hang als cultureel trefcentrum
an PePijn het eeuwige leven had.
Ir was immers hard gesappeld om
le pijpela in de smalle, tuberculeuze
leuf achter Hotel Des Indes uit
irdvochtige makelaarshanden los
praten. Insiders wisten tevens de
ikelijke details van de peilloze
ildenlast, die Van Vliet op zijn
?rkante he-man-schouders had ge
iden om 'een miniatuurpodium te
95 stoelen te kopen en een
Dilet met doortrekker te verwerven.
)e opmerking van Van Vliet (langs de
geschapen neus weg) dat hij nooit
?r in zijn eigen theater PePijn zal
ptreden, treft de trouwe fan dan ook
een klassieke dolksteek. Hij doet
onthulling op een steenworp van
met groot lef en voor
igen risico zijn zilte soirées voor uit-
erkochte zalen heeft gehouden. „Ik
2 hoeft cabaretier Paul van Vliet definitief op het winnende paard gezet. Zijn waterdichte
i ook gebruikt voor een king-size poster in kleur, die volgens Bram „het absolute einde is,
had alleen een garantie van de ge
meente. Dat was alles. De rest, de
Zwolsmannen en de Landheren voel
den niks voor mijn avontuur en kwa
men pas op de vereiste temperatuur,
toen bleek, dat het publiek g^ld en
tijd over had Voor mijn formule.
Ik wilde voor mezelf alleen bewijzen,
dat ik een grote zaal kon bespelen. Ik
had incidenteel al vaker op grotere
podia gestaan en bij die gelegenheden
had. ik gemerkt, dat ik me daar vrijer
voelde, makkelijker speelde. In PePijn
moet je zwaar aan under-acting doen,
omdat je anders de zaal over
schreeuwt. Niet, dat ik daar bezwaar
lekker uitpakken is
toch ook een zalige bezigheid.
Ik heb dat zomerprogramma moeite
loos tussen de voorstellingen van Opus
Vier geschreven. Toen ik op 1 juli
met vakantie ging stond alles op de
band en daarna was het nog slechts
een kwestie van repeteren. Ik heb bij
dit experiment gemerkt, dat je mak
kelijker schrijft, als je vanuit- een
bepaald kader werkt. Scheveningen is
zo'n 'jjegëven grootheid. Daar kwam
nog bij, dat ik me ergerde aan de
veelgehoorde kreet, dat Scheveningen
een ten dode opgeschreven badplaats
is. Dat is pure waanzin. Natuurlijk,
als je de zaken verkeerd aanpakt, als
je konsekwent blijft mikken op het
patatpubliek en de goede badgasten
van jezelf vervreemdt, knoop je jezelf
mooi op. Je moet het ook niet probe
ren met wielerwedstrijden, concerten
op valse piano's en een optocht onder
het motto „Scheveningen door de eeu
wen heen'. Daarmee trek je alleen
een sikkies publiek aan, waarmee je
Scheveningen niet redt.
Stampvolle theaters
Ik heb voor mezelfeen alternatief
plan uitgobroed. Ik zeg: de dude glorie
van Scheveningen breng je alleen te
rug via de theaters. Er is een schitte
rend Circustheater, een verrukkelijke
Kurzaal, een meesterlijk Kurhaus Pa
viljoen. Mijn God, waarom doen we
daar zo bitter weinig mee. Ik heb
deze zomer drie keer per week uit
verkocht gespeeld. Dat betekende nog
altijd zo'n 700 mensen per avond. Die
waren dus in Scheveningen, dronken
na afloop hun biertje, aten een brood
je. Noem maar op. Dat is belangrijk
voor een badplaats. In mijn plan ga ik
er dan ook van uit, dat alle theaters
het volgend jaar optimaal bezet wor
den. Populaire concerten, musicals en
operettes in het Circus. Blaas die zaal
maar vol. Dan een cabaretier van
naam in het Paviljoen. Een Kan, een
Sonneveld, en Herman van Veen. Als
het kan met een aangepast program
ma. Dan wij in het Kurhaus met een
Schevenings Café Chantant en een
paar goeie bands in het Casino en het
Palais de Dance. Op die manier breng
je een hoop volk op de been, dat de
rest waarschijnlijk meezuigt. We moe
ten ervoor zorgen, dat er in Scheve
ningen weer van alles te beleven valt.
Een Lou van Burg met zijn eigen tent
is daarbij even belangrijk als een
Toon Hermans. Zorg voor stampvolle
theaters is mijn stelling, dan komt de
rest vanzelf.
Ik heb in de afgelopen zes jaar zelden
gebruik gemaakt van de massamedia.
Met opzet overigens, want ik wil ge
woon langer mee dan drie vluchtige
televisdeseizoenen. Ik heb vanaf het
begin van PePijn één keer in de Rid
derzaal voor een televisiestunt ge
zorgd en dat was nog niet eens ge-
planned ook. Je mag dus stellen, dat
het buiten mijn schuld gebeurd is.
Daarna heb ik nog één keer doelbe
wust geprobeerd het hitwezen omver
te kegelen. Ik had al een tijd een
refreintje, waarin ik ongelooflijk laag
zong. Dat is een afwijking in mijn
stembanden. Ik kan lager zingen dan
een beroepsbas. Ik heb toen in één uur
een liedje geschreven „oh oh oh, wat
zing ik laag" en daarmee dacht ik het
gemaakt te hebben. Ik geloof, dat er
niet eens drieduizend exemplaren van
die plaat verkocht zijn.
Vorig jaar had ik die theatergok al
willen wagen, maar daar is toen een
reis naar Zuid-Amerika tussengeko
men. Ik heb daarna wel in mijn
nieuwe cabaretprogramma het gedeel
te na de pauze voor mijn rekening
genomen. Ik had het gevoel, dat het
er nu maar eens van moest komen. Je
hebt die leuke sketches en de samen
spraken op een gegeven moment over
leefd, je wilt jezelf manifesteren, een
uur alleen op zo'n podium staan en
het publiek attaqueren.
Stroomversnelling
Het optreden in Scheveningen blijkt
achteraf de stroomversnelling in mijn
carrière te zijn geweest. Je droomt
jaren van zo'n kans, je wilt een paar
fijne, grootse dingen doen. En dan
opeens gebeurt het. Ik heb daardoor
de kans gekregen om een eigen lang
speelplaat te realiseren. De eerste in
zes jaar. Vergeet dat niet. Dat ik er
gelijk een Edison voor gehad heb be
schouw ik dam maar als de beloning
voor mijn lange wachten. Op 6 okto
ber wordt ook mijn eerste eigen tele
visieshow uitgezonden. Uiteraard met
Bram uit de commune, want laten we
eerlijk zijn: Bram heeft het voor me
gemaakt. Die heeft me in één klap
omgeturnd tot een grote zalen bespe
ler.
Met dat idee voor Bram liep ik overi
gens al een tijd rond. Ik heb een
zwak voor het idioom van een groep,
ik ben gefascineerd door het taalge
bruik van de verkalkte jongeren uit
de Witte en van de hippies. Daarbij
houd ik ook nog van het misplaatste
individu, van de figuur die nooit hele
maal goed begrepen wordt. Het geheim
van Bram is. dat hij geen echte ge
heide schlemiel is. Hij is en blijft de
blijmoedige underdog, de man die het
telkens net niet haalt, maar het niet
merkt. Ik ben er bijna zeker van, dat
ik een hoop eigenschappen van Bram
heb. Vandaar ook dat ik geen enkele
moeite heb om ad Mbditum op de tekst
\ian Bram te improviseren. Het is net,
alsof ik mezelf hoor wauwelen.
Hoofdstuk apart
Misschien kun je nu begrijpen, waar
om lk niet naar dat zaaltje aan de
Nieuwe Schoolstraat terug ga. PePijn
is een hoofdstuk apart geweest, de
periode van het onszelf waar maken.
Ik heb de zaal gehuurd tot juli 1971,
maar als we op 8 december weer naar
Den Haag komen, gaan we toch mooi
m Diligentia staan. Het is net als het
uittrekken van de korte jongensbroek.
Je kunt natuurlijk straffeloos tot je
twaalfde jaar met blote knieën rond
stappen. maar een lange broek is toch
fijner. Ik heb nu die zekerheid, dat we
met PePijn toe zijn aan de lange
broek. Daar komt nog bij, dat ik niet
meer zo best tegen dat typische Haag
se sfeertje in PePijn kan. Dat eigen,
goedkeurend knikkende publiek, dat
Van Vliet als zijn eigen bezit be
schouwt. Dat overal rondbazuint, dat
Van Vliet zo heerlijk beschaafd is en
zulk in en in keurig entertainment
brengt. Wet je, wat mij regelmatig
Överkwam in PePijn? Dat vrouwen
me voor de voorstellingen een zakje
snoep gaven of een paar schuimtaart-
jes, die ze van een verjaardag hadden
overgehouden. Zo'n kneuterig sfeertje
haat ik, omdat het je belemmert in je
eigen vrijheid. Ik verdom het om de
privé lolbroek van een bepaald select
groepje mensen te zijn. Toen ik in
Opus Vier opeens andere woorden ge
bruikte dan het vaste PePijnpubliek
van me gewend was, hoorde je tel
kens in het zaaltje „tsssjt" mompelen.
Zo van„Paul gaat nou wel wat over
de schreef". Ze hadden het van ieder
een verwacht, begrijp je, maar niet
van hun eigen Paul. Ze kunnen de pot
op.
PePijn is al volgeboekt tot april 1972.
Tegen die tijd zal het programma er
wel een stuk anders uit zien dan nu,
individueler, meer het eigen gezicht
van ieder van ons tonen. Je kunt in
deze tijd op het toneel niet meer een
ander spelen dan je in feite privé
bent. Vandaar ook, dat je ons steeds
vaker alleen ziet. Een logisch gevolg
dunkt me van het zoeken naar je
eigen identiteit. Wat die plotselinge
populariteit betreft. Het streelt na
tuurlijk je ijdelheid, maar datzelfde
succes betekent automatisch ook een
stuk vereenzaming. Wat je vroeger
met zijn drieën, vieren deed, doe je nu
alleen. Het schrijven, het spelen, het
applaus halen.
In zo'n faze van je leven moet je
verrekt goed oppassen, dat je niet
gaat lijden aan beroepsblindheid. Je
loopt het gevaar, dat je alles meent te
kunnen, omdat het ogenschijnlijk zo
moeiteloos gaat. Daarom ben ik blij,
dat er voortdurend mensen om me
heen zijn, die me op de vingers tik
ken, die me genadeloos bekritiseren.
Mijn eigen vrouw, Henk van Ulsen,
Fred Hugas, zijn vrouw Liedje. Stuk
voor stuk zorgen ze er voor, dat ik
niet buiten mijn schoenen ga lopen.
En dat uiteraard op basis van gene
genheid, van vriendschap. Kritiek
omwille van de kritiek lap ik aan
mijn laars. De vent, die me niks zegt
en me de grond intrapt, kan zijn gang
gaan. Het zal me een zorg zijn.
Ondertussen denk ik wel aan mijn
toekomst. Ik denk bijvoorbeeld: als er
over vijf jaar vijf groten in ons vak
zijn, dan wil ik als het effe kan wel
bij die vijf horen. Ik heb zes jaar
gewacht met de eerste sprong. Ik ge
loof echt, dat ik niet kansloos ben".
LEO THURING
Paul van Vliet: „Met concerten op valse piano's en een optocht onder
het motto „Scheveningen door de eeuwen heen" trek je alleen een
sikkies publiek aan, waarmee je Scheveningen niet redt".
«Si
Folkloristische ontmoeting op de Scheveningse boulevard: Japan, Zeeland en Californië geven te toon
in de maxi-mode.
SCHEVENINGEN Dertien jaar. na
dat ze als zindelijke kleuter met wa
terproof vlechten naar de westkust
van Amerika emigreerde, is Ineke
Verouden in Nederland teruggekeerd.
Ditmaal als stralende Miss Californië-
Holland, een titel, die ze vorig jaar in
een stampvol Hollywood-Palladium
met soepel beupwerk in de wacht
sleepte. Ze moest het toen opnemen
tegen vijftien concurrenten uit allerlei
aantrekkelijke prijsklassen, die met
haar gemeen hadden, dat ze ook als
ontheemde Hollandse schonen in den
warme vreemde leven.
Dat zij uiteindelijk als de enige,
chte Miss uit de bus kwam, dankte
ze volgens de jury aan het feit, dat ze
volledig beantwoordde aan het oerge
zonde beeld, dat men in het buiten
land van onze vaderlandse eigenhei
mers heeft. Blonde, rondborstige Ineke
leeft ondertussen niet stil gezeten en b
r in geslaagd om door middel van
oedzame stamppotten en uitgebreide
ijsttafels nog enige centimeters toe te
voegen aan de vitale maten, die in-
iertijd bekroond werden. „Voor die
Miss-verkiezingen". onthulde ze des-
:ewenst op Schiphol, „had ik maanden
geleefd op een streng dieet van crae-
ers en appels, maar dat is niet vol te
'ïouden. Mijn ongeluk is dat ik gek
ien op lekker eten"'
Met een overwicht van .vijf niet be
loonde kilo's trekt Miss Californië-
lolland nu in typisch Amerikaans
'empo door Nederland. Ze heeft daar-
oe voor de ongehoorde som van vijf
tig gulden een twaalfdehands auto
van het ijzersterke bouwjaar 1960 ge
kocht, die onder meer beroofd is van
ijn knaldempers. Op die manier laat
:e niemand in het ongewisse dat Miss
Californië in het land is.
Als het aan haar alleen lag. zou ze
overigens het liefst in Nederland blij
ven wonen, maar dat voornemen zal
ze nog even moeten opzouten tot eind
1971. Dan hoopt ze met een felbegeerd
einddiploma de Palisades High School
Miss Californië-Holland gooide er ook een kwartje tegen aan om via een kijker haar geliefde Veronica-schip
in het vizier te krijgen. „Een dergelijk popstation", zegt ze, „is uniek in de wereld. Ik zou willen, dat we in
Amerika ook zo'n swingende omroep hadden".
in Los Angeles voorgoed de rug toe te
keren. Ze heeft inmiddels becijferd,
dat het grote struikelblok de talen
zijn. „Met name mijn Engels lijkt
nergens op", onthult ze. Oké, dat
weten we dus alweer. Haar Neder
lands is trouwens ook niet meer je
dat. Haar sterkste vak is elektronica.
Ze heeft al enige versterkers ge
bouwd. die de krachtigste decibellen
van dit ondermaanse produceerden.
Volgens haar leraren slaat ze op dit
punt alle leerlingen van de andere
kunne. .In dat licht bezien baart het
dan ook nauwelijks opzien, dat ze al
jaren captain is van het voetbalteam
van haar school. Een meisje met voor
uitzichten, dat had de jury vorig jaar
ook al vastgesteld.
Haar grote wens een bezoek aan
de elektronische industrieën in Japan
zal voorlopig nog wel een mooie
droom blijven, maar in Scheveningen
heeft ze dank zij restaurateur Jan
Pieters deze week wel vast een voor
proefje gekregen. In zijn Japans res
taurant sloeg ze zich voorbeeldig door
de rauwe vis en de lauwe saké heen.
Daarvoor had ze in een geleende ki
mono met één der Japanse gastvrou
wen van het restaurant een maxi-
show gegeven op de boulevard, waar
bij ze spontaan steun kreeg van een
potvehrterende struise Zeeuwse. Wat je
al niet doet als schoolse Miss om je
bekroning waar te maken.