Parijs lanceert vrouw van totaal nieuwe stijl VOOR het eerst sedert een aantal jaren is de mode waarlijk veranderd. De schetsmatige aanduidingen van het afgelopen seizoen hebben geleid tot een sterk omlijnde tekening en geven nu een vrouw weer van totaal nieuwe stijl. Zij is gedistingeerd, een beetje mysterieus, houdt van hoeden, bont, een smalle taille, lang vloeiende rokken, vage sombere kleuren, hoge hakken. Zij speelt af en toe „de Russische grootvorstin" en als zij wat ongedwongen wil zijn, doet ze dat ook graag in Russische stijl met folkloristische broderieën, kozakkenbroeken en -mutsen, Bojaren- en Tartarenhoeden en laarzen. Zij moet zeker met een minachtend glimlachje terugdenken aam de minimode. Parijs heeft laten zien, dat het nog steeds de bakermat van de mode is. Intussen gaat eenzelfde golf door alle modecentra van de wereld. Hooggenoteerd staan: capes, rokken en blouses, tailleurs met spencerjasjes, kuitbroeken of broekrokken, lange redingotes, chemisiers in wollen voile. Daarbij komen interessante details om mee te speculeren: zeer wijde (omgorde) mantels: nauwsluitende tuniekjasjes met geplisseerde rokken of met wijde uitlopende kuitbroeken; raglan- en kimonomouwen. De roklengte varieert van halverwege de kuit tot vlak boven de enkel; de meeste couturiers houden het op 35 cm boven de grond. Het silhouet is niet alleen daardoor lang en dun. Madame (ja, zij is geen doldwaas kind meer) heeft smalle schouders en heupén, haar •urken zijn nu eens zo nauw dat splitten loopruimte moeten geven. dan weer sluik en geplooid onder een heupstuk. De doorknoop- en wikkelrok zijn dan ook uit praktische overweging op hun plaats. De blouse in zo'n lange rok, heeft een sjaalkraag, dichtgestrikt onder de kin, of is van Slavische allure, ingerimpeld langs de ronde halslijn en aan de polsen van de lange mouw. Lang, dun en recht maken ook de smalle mantels. Wat zwieriger zijn de klokmodellen die Russisch aandoen, vooral wanneer ze gegarneerd zijn met vossebont dat een rage gaat worden. Er zijn nog wel lange broeken in tuniekpakken, maar ze gaan (althans in Parijs) op hun retour. (Saint Laurent die ze lanceerde, heeft er niet één meer in zijn collectie). De kuitlange broek soms lijkend op een broekrok, maar vaak ook op zijn Russisch verdwijnend in kuiblaaraen, komt veel vaker voor. Zelfs in avondkleding is die broek te vinden. Nu uit satijn met satijnen tuniek en versierd met Chinese broderie (Saint Laurent). De opmars van de laarzen is onstuitbaar: de meeste modellen zijn uitgevoerd in suède, maar voor de avond in textiel (satijn, jersey). Met bonthoeden, slap vilt met golvende rand (en een lange fazanteveer!), kleine nauw omsluitende kapjes, jersey cagoules en gebreide ijsmutsjes voorkomt Parijs dat de vrouw nog langer blootshoofds zal gaan. Ofschoon er bijzonder veel suède en leer is verwerkt, blijven de wollen stoffen voor de winter aan de top: laken, jersey, tweed, wollen crêpes, vederlichte voiles en mousselines. Voor de avond: zijden mousseline, velours chiffon (typische terugkeer uit de vroegere „lange" tijd), lamé en gepalleteerde stoffen. Jersey en laken worden wel gemattelasseerd (in meetkundige figuren doorgestikt); met kraaltjes, soutache en ander handwerk zijn folkloristische motieven op de stoffen geborduurd. De meest geliefde kleuren worden wel somber en zelfs vaal genoemd. Leidend zijn: het rood van oude vijn, legergroen, terracotta en het paarsrood van bosbessen. Maar ze passen wel bij het wat languissante beeld evenals het vele grijs en zwart. De oude wet, dat kleuren, stoffen, dessin, in een ensemble op elkaar afgestemd móeten zijn, is vergeten. Men draagt mantels over jurken die niet onafscheidelijk bij elkaar horen, gedessineerde sjaals bij totaal anders bedrukte stoffen. Kortom er heerst op dit punt een fascinerende disharmonie. VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1§70 LEIDSE COURANT PAGINA 11 V 3644. 36Ï? ;rjurk >n bij. 1 .75 I >.95 >.95 rftu genj* De informele avondjaponnen die in een stuk van Tsjechov niet geïncrusteerde ceintuurs en randen langs de wijde rok. mosgroen en saffraangeel borduursel op marron wollen crêpe zouden passen, hebben zeer hoge boordjes, zeer brede al of Er horen driekanten doeken met lange franje bij. Links - Rechts zwart en koningsblauw op bordeaux. LAROCHE In bloemfiguren doorgestikte wollen Shetland voor de zeer Russische grijze mantel, met nerts kraag en manchetten. De sluiting van brandebourgs reikt over de rechte stiksels die het model omlijsten. Hierbij een nerts Bojarenhoed. RICCI. De meeste tailleurjasjes zijn spencerkort. Maar een ander nieuw silhouet is het lang en slank gesneden jasje met hoge col bij de midibroekrok. Beige laken met wijnrood en mosgroen bedrukt. VENET. Russische „moujik"-blouse boven geplooide midirok in een interessant bedrukte stof: grof breiwerk in kabel patroon, eindigend in lange franje, i- gedessineerd op soepele wollen serge. LAN VIN. Midirok met dikke zoom en een lange pelerine waaraan de doorgeschoven leren ceintuur mouwen lijkt te geven (zoals de vleermuis- en kimonomouwen uit deze collectie). Kaneelbeige wollen stof, met donkerbruin leer voor cein tuur en vest. VENET.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 11