MR. PICKWICK
LEEFT
VOORT IN
HOTEL
TE
ROCHESTER
ZATERDAG 6 JUNI 1970
Dit portret van Charles Dickens hangt in zijn voormalig huis in Doughty Street.
LONDEN Geen enkele andere „inn" van Groot-Brittannië
geniet zulke literaire vermaardheid als de „Buil" van Roches
ter, een historisch stadje in het graafschap Kent. In dit con
servatieve land gebeurt het wel meer. dat vreemde bezoekers
met ontzag opkijken naar dorpsherbergen of hotelletjes, die
in het verre verleden illustere gasten gehad hebben. Met de
..Bull" is dit ook het geval. Alleen zijn het daar gasten, die
door een schrijver uitgevonden werden.
Bedoeld hotel heeft zijn internationale
faam te danken aan het feit, dat in de
verbeelding van Charles Dickens daar
ene Mr. Pickwick de nacht doorbracht.
Dat Pickwick een volkomen verzonnen
persoon was, schijnt echter helemaal
geen rol te spelen voor het grote
publiek. Dickens liet ook de heren
Winkle en Tupman overnachten in de
„Buil" en die waren net zo fictief als
de geniale Pickwick, wat niet belet,
dat zij dit hotel mede beroemd hielpen
maken.
Dat in het Buil Hotel van Rochester,
op vijfenveertig kilometer van Londen,
ooit wis en waarachtig koningin
Victoria verbleef, is blijkbaar van
ondergeschikt belang. Toeristen, die de
„Buil" bezoeken, krijgen dolgraag de
kamers te zien, waarin Pickwick,
Winkle en Tupman geslapen hebben.
De hotelier voldoet met plezier aan dat
verlangen. Hij leidt de bezoekers rond
en toont ze kamer 11, waarin Mr.
Pickwick zich onder de dekens
uitstrekte. Mr. Winkle genoot een
verkwikkende nachtrust in kamer 19 en
Mr. Tupman sliep als een roos in
kamer 13, waar koningin Victoria enige
lijd later in vlees en bloed overnachtte.
De figuren, die door Charles Dickens
geschapen werden, kregen in al
de Engelssprekende landen zulke
vermaardheid, dat het onderscheid
tussen waarheid en verzinsel volkomen
vervaagd is. Geen enkele Britse auteur
werd in geheel de wereld zoveel gelézen
als Charles Dickens. In communistische
landen worden Dickens' boeken nog
steeds gebruikt om een ongunstig beeld
van Groot-Brittannië op te hangen,
ofschoon de sociale wantoestanden, die
deze auteur zo vaak aan de kaak stelde,
langzamerhand wel tot het verleden
zijn gaan behoren.
Jung gestorven
Voor de Britten en andere Engels
sprekende volkeren blijft Dickens ook
in het ruimtetijdperk een bron van
romantiek. Sinds het verschijnen van
„A Christmas Carol" in 1843 staat de
Angelsaksische kerst ieder jaar in het
teken van Dickens' literatuur, die dit
feest op een conservatieve manier
romantisch en warm helpt maken.
Vooral de uitgevers van kerstkaarten
persen het Dickensiaanse kerstthema
uit alsof het een citroen is, die eeuwig
sappig blijft.
Charles Dickens stierf honderd jaar
geleden. Op 8 juni 1870 werd hij door
'n beroerte getroffen in Gads Hill Place,
't huis dat hij sinds 1860 bewoonde te
Rochester. De volgende dag gaf hij de
geest. Hij was slechts achtenvijftig jaar.
Zijn laatste boek, „The Mystery of
Edwin Drood", waaraan hij tot kort
voor zijn dood gewerkt had, bleef
onvoltooid. De schrijver nam het
mysterie mee naar zijn graf.
Dickens' overlijden ontroerde volgens
zijn tijdgenoten niet enkel Groot-
Brittannië, maar ook de buitenwereld.
Iedere Brit betreurde zijn heengaan als
een persoonlijk verlies. Koningin
Victoria stuurde vanuit het kasteel van
Balmoral in Schotland een telegram
van rouwbeklag. Alle kranten publi
ceerden ontroerende bijdragen over de
betreurde auteur. De Times schreef, dat
alleen Westminster Abbey in Londen
een gepaste laatste rustplaats was voor
deze man. die geheel de natie zo nauw
aan het hart lag.
Overeenkomstig Dickens' wens, werd
hij in alle stilte begraven, de
dinsdagmorgen na zijn dood. Die
middag stroomde evenwel een massa
volk naar Westminster Abbey om-de
geliefde schrijver, een laatste hulde te
brengen. De menigte was zo groot, dat
besloten werd het graf nog tot de
volgende donderdag open te laten.
Maar de belangstelling bleef duren en
hel verse graf lag onophoudelijk
bedolven onder stapels bloemen.
Het stoffelijk overschot van Charles
Dickens rust in de gewijde Poets
Corner, vlakbij de gedenktekens van
de grote Engelse dichters Chaucer.
Shakespeare en Dryden, de drie
onsterfelijken, die volgens Dickens'
vriend en biograaf John Foster „hel
meeste gedaan hebben om de taal te
scheppen en Ie regelen, waaraan
Charles Dickens nog een andere
onsterfelijke naam geschonken heeft".
Gf zoals de deken van Westminster
Abbey het de zondag na Dickens'
begrafenis chauvinistisch zei op de
kansel. „Hij is de vertegenwoordiger
van de letterkunde, niet alleen-van dit
eiland, maax ook van al degenen, die
onze taal spreken".
De honderdste verjaring van Dickens'
dood wordt in Engeland herdacht met
talrijke tentoonstellingen, lezingen en
toneelopvoeringen. In Westminster Hall
zal een plechtigheid plaatsvinden, bij
gewoond door ongeveer 3000 „discipe
len" van Dickens Fellowship, een socië
teit van internationale bewonderaars
van de grootmeester der Engelse litera
tuur. Er zullen passages uit Dickens'
werken voorgelezen worden door de
vooraanstaande acteurs Sir John Giel-
gud en Emlyn Williams. Op het graf
van de vereerde auteur zal men naar
jaarlijks gebrnik kransen van paarse
geraniums leggen, de bloemen waarvan
hij het meeste hield.
Vooral Dickens' huis in Londen, het
pand Doughty Street 48, trekt in dit
herdenkingsjaar de aandacht. Het werd
gebouwd in 1830 en door Charles
Dickens gehuurd vanaf 3 april 1837.
Hij bewoonde het met zijn jong gezin
tot in december 1839.
Doughty Street 48 is
dat allerlei kleine
inneringen bevat a
waaronder zijn bure
waarop hij kort voor zijn dood nog zat
grote her-
de auteur,
de stoel
te werken in Gads Hill Place. Er is
ook de vreemde, met rood fluweel
overtrokken lessenaar te zien, die
Dickens steeds met zich meenam
wanneer hij in Groot-Brittannië of
Amerika lezingen hield.
Het Dickens House bevat tevens een
grote staande kastklok, afkomstig uit
het kantoor van Moses Pickwick,
wiens familienaam Dickens onsterfelijk
maakte in zijn „Pickwick Papers".
Moses Pickwick exploiteerde in
Dickens' tijd een uitgebreide postkoets-
dienst. Zijn hoofdkwartier was in het
stadje Bath gevestigd. Dickens ont
leende echter alleen die grappige
familienaam en beschreef in de
„Pickwick Papers" niet de echte
eigenaar ervan.
Engelands meest beroemde auteur was
op 7 februari 1812 geboren in de
oorlogshaven Portsmouth, waar zijn
vader, die acht kinderen had, een
armoelijdende betaalklerk van de Navy
was. Op 12 juni wordt in Portsmouths
Commercial Road het geboortehuis van
Charles Dickens opnieuw als museum
opengesteld. De divan waarop Dickens
gestorven is, behoort tot de kostbaarste
bezittingen van deze Instelling.
Het gezin Dickens verliet Portsmouth
toen Charles twee jaar was. Eerst
vestigde het zich in Londen en korte
tijd later in Chatham, vlakbij Rochester.
In Chatham bevinden zich belangrijke
dokken van de Navy. Talrijke beroemde
Britse oorlogsschepen uit de ge
schiedenis, onder meer Nelsons vlagge-
schip H.M.S. Victory, zijn ér van stapel
gelopen.
Charles Dickens leerde als kind tegelijk
Chatham en Rochester kennen. Hij was
nog geen vijf jaar toen hij even buiten
Rochester voor het eerst het vreemde
huis Gads Hill Place aari de weg naar
Londen zag staan. Dit gebouw
fascineerde hem zijn hele leven lang.
Hij kocht het huis van zijn dromen,
toen hij vierenveertig jaar was. Na
Londen is Rochester de stad waarover
Dickens het meeste geschreven heeft.
In december 1822 verhuisde de familie
Dickens naar Londen, waar ze een klein
huisje bewoonde in Camden Town. Het
jaar daarna werd vader Dickens in de
Marshalsea, een gevangenis voor
schuldenaren in de Londense gemeente
Southwark, gestopt. Zijn elfjarig
zoontje Charles kreeg werk bij een
neef. die schoensmeerfabrikant was. In
dit naargeestige bedrijf beleefde de
toekomstige auteur een trieste tijd, die
hem later inspireerde bij het schrijven
van „David Copperfield".
Teen zijn vader zijn schulden betaald
In de tuin van ..Bleak House" in Broadstairs (Kent) vindt van 13 tot
20 juni een folkloristisch Dickens Festival plaats, met onder meer
een Victoriaanse modeshow.
had en uit de gevangenis ontslagen
was, kon het gezin Dickens een betere
woning betrekken in Camden Town en
werd het knaapje Charles naar de
school van ene Mr. Jones gestuurd, een
Welshman, die zijn schamele instelling
de „Wellington House Academy"
gedoopt had. Charles Dickens leerde
er geen Grieks of Latijn en zijn
tijdgenoten zeiden later, toen hij al een
bekende schrijver was: „Het lijdt geen
twijfel, dat Dickens een self-made man
is, die zijn prachtige kennis en
beheersing van de Engelse taal aan
gekweekt heeft door middel van
langdurige en geduldige studie, na het
verlaten van zijn laatste onderwijs
instelling".
Reporter
Charles Dickens zei het schoolleven
vaarwel toen hij vijftien jaar was.
Daarna vond hij gedurende enkele
maanden werk op het kantoor van
notaris Molloy, in Symond's Inn, maar
trad in november 1828 in dienst bij
notaris Blackmore, wiens kantoor in
Gray's Inn gevestigd was. De ouder
wetse lessenaar waaraan de jonge
Dickens als pennelikker enkele broeken
versleet, is een van de merkwaardigste
bezittingen van het Dickens House in
Doughty Street.
Als kantoorklerk leerde Charles
Dickens heel wat over notarissen en
advocaten. Deze wetenschap gebruikte
hij later om figuren te scheppen zoals
Dodson en Fogg, Mr. Perker, Sampson
Brass en Mr. Tulkinghorn. Maar terwijl
Charles wat geld verdiende als
bediende, had zijn vader de marine
vaarwel gezegd, om reporter van' een
Londense krant te worden. Later werd
hij redacteur van „The Mirror of
Parliament", gesticht door zijn zwager
John Barrow, een advocaat van Gray's
Charles Dickens kwam nu tot het
besluit, dat zijn toekomst eveneens in
de journalistiek weggelegd was. Met
„een hemelse of duivelachtige energie"
begon hij te werken „om een volmaakte
en volledige beheersing van de
stenografie" te verwerven. Zodra hij
achttien jaar Was de leeftijd waarop
men als lezer aanvaard wordt diende
hij een aanvraag in om een toegangs
kaart tot de leeszaal van het British
Museum te bekomen. Daar deed Charles
Dickens drie jaar lang met on
verminderde ijver boekenwijsheid op,
terwijl hij als part-time reporter
gerechtszaken versloeg.
Na verloop van tijd bracht Dickens het
tot parlementair verslaggever van de
„Mirror of Parliament" en Van de
„True Sun". Hij was tweeëntwintig
jaar, toen de „Morning Chronicle" hem
aanwiei-f met een salaris van vijf
guineas per week. Hij werkte nu voor
een belangrijke krant, die hem naar
Edinburgh, Exeter, Bristol, Bath,
Ipswich en andere plaatsen stuurde om
de toespraken van leden van de
regering te verslaan. Charles Dickens
werd een van de twaalf parlementaire
verslaggevers die de „Chronicle" erop
nahield en verwierf spoedig de
reputatie dat hij de snelste, meest
pi-ecieze en betrouwbaarste reporter
van geheel de Londense pers was.
Boz
In 1834 begon Dickcns nog tijd te vin
den om verhalen te schrijven. Zij ver
schenen in het „Monthly Magazine" dat
geen honorarium betaalde. In 1835 werd
Dickens evenwel door een nieuwe
avondkrant, de ..Evening Chronicle",
uitgegeven door de „Morning Chronicle"
waarvan h(j nog steeds parlementair
verslaggever was, verzocht verhalen te
schrijven zoals degenen die in het
„Monthly Magazine" verschenen waren.
Hij zou er twee guineas per week voor
betaald krijgen. Dickens hapte gretig
toe en zijn verhalen .werden gepubli
ceerd onder de algemene titel „Sketches
of London". Iljj ondertekende ze met
de schuilnaam „Box".
Later v
de plu:
bijnaam Mozes, die hij in zijn jeugd
aan een jongere broer gaf. Door slechte
uitspraak werd Mozes verbasterd tot
Bozes, wat uiteindelijk afgekort werd
lot Boz. In 1836 verscheen Dickens'
eerste boek. een verzameling „Sketches
by Boz"; prijs een guinea. De auteur
genoot toen al vrij grote bekendheid
niet enkel onder de letterkundigen
maar ook bij het grote publiek.
Als gevolg daarvan werd hij door eei
Londens uitgever benaderd om een
vervolgverhaal te schrijven. Iederi
maand zou een aflevering verschijnen
die het publiek een shilling ging
kosten. Dickens kreeg voor ieder deel
veertien pond. Zo verscheen op 31 maarl
1836 de eerste aflevering van „The
Posthumous Papers of the Pickwiclt
Club". Samengebundeld werd dit werk
een van de klassieken van dr
wereldliteratuur.
Toen de eerste aflevering van d«
„Pickwick Papers" gepubliceerd was,
•rtelde de auteur, dat dez<
ie een derivaat was v;
trad Dickens in het huwelijk met
Kate Hogarth, dochter van een
redacteur van de „Morning Chronicle".
Het jonge paar woonde op kamers in
Furnival's Inn. Begin 1837 werd hun
eerste zoontje geboren en de auteur,
die inmiddels beroemd geworden was
en zich meer weelde kon veroorloven,
verhuisde met vrouw en kind naar
Doughty Street 48.
Werk onder druk
De humoristische „Pickwick Papers"
waren een enorm succes geworden.
Dickens verdiende er drieduizend pond
aan, want de uitgevers, die zelf
veertienduizend pond opstreken, be
taalden hem uiteindelijk veel meer dan
het afgesproken honorarium. De
..Pickwick Papers" werden in een
theater over het voetlicht gebracht nog
vóór de laatste afleveringen van de
pers gekomen waren. De complete
versie verwierf later zoveel interna
tionale faam, dat ze in vrijwel alle talen
van de wereld vertaald werd. In
Engeland gaven de „Pickwick Papers"
aanleiding tot allerlei commerciële
stunts. In de winkels werden Pickwick-
sigaren, -hoeden, -wandelstokken,
-jassen en -broeken verkocht. Er
verschenen Plckwickalmanakken en
boekjes met Pickwickliedjes en
Pickwickmopjes. Pickwickclubs rezen
als paddestoelen uit de grond op.
In zijn' grote herenhuis nam de
literaire produklie van Charles Dickens
zienderogen toe. De auteur, yond echter
nog steeds tijd voor ontspanning. Hij
ging veel paardrijden in de buiten
wijken van Londen en bracht met zijn
vrouw een bezoek aan België. Dickens
werkte in die tijd onder hoge druk. De
afleveringen van zijn romans kwamen
altijd slechts op het nippertje klaar en
hij slaagde er nooit in een deel vooruit
te schrijven. Toen hij in Doughty Street
woonde, werkte Dickens verder aan
de „Pickwick Papers" en begon hij
nieuwe verhalen: „Oliver Twist",
„Sketches of Young Gentlemen" en
„Nicholas Nickleby". Voor deze laatste
roman, een felle aanval op ongehoorde
toestanden in kostscholen van het
graafschap Yorkshire, betaalden de
uitgevers hem al 150 pond per
maandelijkse aflevering en 1500 pond
zodra het verhaal compleet was.
„Oliver Twist" werd een scherpë
aanklacht tegen de wettelijke discri
minatie ten aanzien van de armen.
Deze roman bleef zeker niet zonder
gevolgen. Dat in Engeland uiteindelijk
heel wat veranderde ten gunste van
de verdrukten en degenen die honger
leden, dat er een einde kwam aan de
exploitatie van vrouwen- en kinder
arbeid, was voor een groot deel te
Het Dickens House, Doughty Street
Londen.
danken aan Charles Dickens, die met
zijn boeken de sociale, hervorming in
de hand werkte.
Dickens streek nu' VOTr zijn literair
werk voortdurend hogere honoraria op.
In 1842 bezocht hij voor de eerste maal
Amerika en werd er op uitbundige
wijze onthaald. Na die reis schreef
Dickens zijn „American Notes", die in
de Verenigde Staten veel ongenoegen
veroorzaakten, omdat de auteur scherpe
kritiek uitbracht op de Amerikaanse
levenswijze. Toen Dickens vijfentwintig
jaar later Amerika opnieuw bezocht,
werd hij daar echter weer als een genie
beschouwd.
In 1843 publiceerde Dickens het eersti
van zijn succesrijke reeks kerstboeken
„A Christmas Carol" dat met ^zün bood
schap van liefde en goede wil jegens d
evenmens een Engelse kerstklassieke
werd. Het jaar daarna nam de produk-
tieve auteur een tiental maanden rust
in Italië, waar hjj toch nog „Tht
Chimes" schreef, een verhaal dat eind
1844 gepubliceerd werd. In 1845 speeld
Dickens veel amateurtoneel, wanl
h(j in de journalistiek ging, wj
bijna toneelspeler geworden.
In januari 1846 stak in Londen een
nieuwe krant van wal, de „Daily News",
waarvan Dickens de eerste hoofd
redacteur was. Die taak beviel hem
evenwel niet en na drie weken werd
hij al opgevolgd door zijn boezem
vriend, John Foster. Dickens bracht de
rest van het jaar door in Lausanne,
Genua en Parijs. Ondertussen schreef
hij „Dombey and Son", met zijn eigen
pennen en inkt die hij, samen
een paar bronzen figuurtjes voor
bureau, in een speciale doos liet Ovci-
komen uit Londen. Zonder zijn eigen
schrijfgerief kon Dickens niet werken.
Wanneer hij dan toch weer
Engeland terugkeerde, bracht hij
tijd door in Broadstairs, waar
auteur een vakantieverblijf, „Bleak
House", bezat op de kust van het
graafschap Kent, 121 km ten zuidoosten
van Londen. In Broadstairs vindt van
13 tot 20 juni 'n Dickens Festival plaats,
waarin al de populaire personages
uit Dickens' verhalen zullen optreden
Op het programma staan concerten, een
toneelbewerking van Dickens' „Grea/
Expectations", een Victoriaanse mode
show en twee ouderwetse melodrama's,
die voorgesteld worden door middel
van dat wetenschappelijke wonder, de
toverlantaarn. Als Dickens er zelf bij
kon zijn, zou hij het beslist een heerlijk
feest vinden.
Het boek waarvan hij zelf het meeste
hield, was „David Copperfield", dat in
1849 verscheen. Het lijdt geen twijfel,
dat de auteur met dit verhaal het
hoogtepunt van zijn faam bereikte,
vooral omdat de wereld achteraf
begreep, dat hij er veel van zichzelf in
verwerkt had. Na „David Copperfield"
verscheen een nieuwe sociale aanklacht,
„Bleak House" en begon Dickens zich
weer meer op toneel toe te leggen. Hij
had toen al zes zonen en twee dochters,
zodat hij nogmaals naar een grotere
woning moest uitzien. Van zijn vriend
Frank Stone kocht Dickens het pand
„Tavistock House" in Tavistock Squar.
en woonde er negen jaar.
Gezondheid
In de salon van dit huis richtte hij eei
minitheater in. En alsof boeken
schrijven, toneel spelen en op reis gaan
nog niet genoeg was, hield hij regel
matig lezingen uit eigen werk. Dickens
bracht nu zijn tijd beurtelings door i..
Londen, Folkestone, Parijs en Boulogne
en schreef zijn historische roman „A
Tale of Two Cities", die in 1859
maandelijks verscheen in „Household
Words". Een jaar later vestigde
Dickens zich permanent in Gads Hill
Place, bij Rochester, waar hij tot dan
toe slechts een paar zomers door
gebracht had. De onvermoeibare auteur
schreef er nog vele boeken, waaronder
„Great Expectations", dat qua stijl en
inhoud op „David Copperfield" geleek.
In 18671868 reisde Dickens vool
tweede /naai naar Amerika om lezingen
te houden in de voornaamste steden, De
wereldberoemd geworden auteur oogstte
er overal een enorme bijval en
verklaarde tijdens het afscheidsdiner,
dat hem in 1868 door tweehonderd
journalisten aangeboden werd, dat hij
voor zijn „American Notes"
vijfentwintig jaar geleden een bij
voegsel zou schrijven over de prachtige
veranderingen, die hij ditmaal in c
Verenigde Staten vastgesteld had.
De tweede Amerikaanse rondreB
bracht Dickens niet minder dan 19.000
pond op, nadat alle onkosten betaald
waren. Maar zij tastte ook zijn
gezondheid aan. Hoewel hij slechts
zesenvijftig jaar was, zag hij er-
ouder uit. Toch wilde hij nog
afscheidsreis ondernemen in Engeland,
Schotland en Ierland, om honderd
lezingen te houden, waarvoor hem 8.000
pond zou betaald worden. Voor zijn
ondermijnd uithoudingsvermogen was
deze inspanning echter te veel. In het
Schotse stadje Preston stortte Dickens
in 1869 in elkaar en zijn lezing kon
geen doorgang vinden. De rest van
rondreis werd afgelast en hij keerde
terug naar Gads Hill Place.
Na een weldoende rust was Dickeus
volgens zijn dokter begin 1870 weer
voldoende opgeknapt voor een dozün
lezingen in Londen. De laatste daarvan
vond plaats op 15 maart, in de SI.
James's Hall aan Piccadilly. Er waren
2.000 aanwezigen en Dickens ontving
een honorarium van 422 pond. Hij las
voor uit „A Christmas Carol" en de
„Pickwick Papers" en besloot zün
lezing met enkele ontroerde afscheids
woorden. Weinige maanden later was
Charles John Huffam Dickens niet
ROGER SIMONS