AANHANG BENFICA WENST NIEUW BLOED A. BESTMAN SIES WEVER aanbieding van Anderlecht Doelman amateurteam houdt niet van vallen Het gaat niet om de naam, maar om het geld in wereldkampioenschap schaken voor blinden ZATERDAG 25 APRIL 1970 ASSEN „Je moet niet denken, dat ik naar Anderlecht wil, omdat het een ploeg met een „grote" naam is. Zo is het niet. Het gaat bij m\j om het geld". De 23-jarige Sies Wever, doelman van Sportclub Assen en het Nederlandse amateurelftal, is van zijn kwaliteiten als doelman overtuigd: „IJ mag best we ten, dat ik wel overrompeld was, toen men mü by Sportclub Assen vertelde, dat cr een „dure meneer" naar mij had gevraagd. Achteraf bleek het een scout van Anderlecht te zijn. Nu ben ik aan dergelijke bezoeken gewend. Ik vind het de gewoonste zaak van de wereld". Het is niet alleen bij de belangstelling van de Brusselse ploeg gebleven. Ook Nederlandse topclubs waaronder Ajax zoeken contact met de talent volle Wever. De één meter 87 lange doelman: „Een aanbieding van Anderlecht had ik niet verwacht. Wél had ik er dit jaar op gerekend aanbiedingen te krijgen van betaalde verenigingen. Maar dat nu juist Anderlecht zo'n aantrekkelijk bod zou doen, kwam als een verrassing. Het bedrag noem ik liever niet, maar het is een behoorlijke som. Tweemaal ho ger dan ik zelf had gedacht. In Neder land kan ik waarschijnlijk nergens zo veel verdienen. Het enige nadeel is, dat ik voor drie jaar moet tekenen. Als het mij er niet bevalt, zit ik er toch aan vast. Het bestuur van Anderlecht is reeds enige malen in Assen geweest. Ik was zelf op 1 en 2 april in Brussel. Anderlecht speelde toen voor de Run ners Up Cup tegen Inter. De volgende dag heb ik getraind onder Sinibaldi, de ocfenmeestcr van Ander lecht. Ik heb mü behoorlyk uitgesloofd. Bij myn terugkomst had ik zelfs ka potte knieën, want Sinibaldi gaat tot het uiterste. Hjj eist veel meer dan Arie de Vroet, de trainer van het Ne derlandse amatcurelftal. Maar ik ge ,Mijn ideaal is altijd geweest; over te gaan naar het betaalde voetbal". loof wel dat ik met Sinibaldi zou kun nen opschieten. Wever kent zichzelf: „Ik heb trouwens toch iemand nodig, die met de zweep achter mü staat. Van nature ben ik nogal lui. Dat is ook de reden, dat ik doelman ben geworden. Ik heb cr geen zin in om achter een bal aan te hobbelen". „Racing White" eveneens uit Brus- sel „heeft ook belangstelling. Ook die club wil dat ik een oefenwedstrijd kom spelen. Mijn voorkeur gaat echter uit naar Anderlecht hoewel de finan ciën bij de definitieve keus doorslag gevend zullen zijn. Maar voor vijftien- tot twintigduizend gulden minder prefereer ik toch een Nederlandse topploeg. Het is altijd mijn streven geweest over te gaan naar het betaalde voetbal. Profvoetbal is mijn ideaal. Ik voel er niets voor als semi- prof te gaan spelen. Het vorige jaar heb ik een handjevol aanbiedingen ge had van teams uit de tweede divisie Maar dat lijkt me niets. Zo'n basis salaris van tweeduizend gulden en daarnaast knokken voor de premies. In dat geval kan ik beter bij Sportclub Assen blijven. Ik heb het er goed naar mijn zin. Naar een andere amateurver eniging zal ik dan ook beslist geen overschrijving aanvragen. Ik zal mij in de resterende wedstrijden van dit sei zoen voor de volle honderd procent geven. Aan mij zal het niet liggen. Het bestuur beseft dat ik weg zal gaan. Het is al bezig een plaatsvervanger te zoeken". De in Beilen woonachtige Drent startte zijn voetballoopbaan bij de derde klasser Beilen. Wever: „Op 17-jarlge leefijd stond ik in het eerste van Beilen. Vijf jaar ge leden heb ik overschrijving aange vraagd naar Sportclub Assen. Er zijn nu nog inwoners van Beilen, die mij daar kwaad om aankijken. Drie jaar geleden werd ik voor het eerst opge nomen in de selectie voor het amateur elftal. Siem Plooyer was toen trainer, Plooyer heeft mij als doelman ontdekt. In het seizoen 1968 kreeg ik een inzinking. Daardoor verdween ik uit de geselec teerde groep. De Vroet haalde mij vorig jaar terug". En: „Dat was voor mij een geweldige stimulans". Wever is overigens nuchter genoeg: „In hel begin van mijn loopbaan, verweet men mij te laconiek optreden. Mentaal ben ik nu echter sterker geworden. Dat komt hoofdzakelijk door de goede trai ningsmethoden van De Vroet en van actie met steun van Nederlands* mijn clubtrainer Benninga. Ik heb een hekel aan vallen. Ik doe 't wel maar alleen als het niet anders kan". Wever gelooft zich in het betaalde voetbal waar te kunnen maken. „An derlecht zal mij waarschijnlijk het eer ste seizoen nog niet in competitiewed strijden opstellen, maar door het spe len van oefenwedstrijden hoop ik ech ter het komende seizoen te bewijzen, dat zij mij moeilük op het reserve bankje kunnen laten zitten. Ik vind, dat Trapeniers maar vanaf de kant moet toekijken. Het Belgische voetbal ken ik overigens niet maar ik heb het voordeel dat Jan Mulder en Pummy Bergholz daar al jaren deel uitmaken van de selectie. Zü kunnen mij in het begin opvangen. Overigens heeft An derlecht mij al een huis aangeboden". Indien de club van voorzitter Roozens „de grote man" bij de Belgen definitief mocht besluiten Wever te contracteren, is hij van plan een rechts kundige in te schakelen. „Het gaat tenslotte om een te belangrijke over eenkomst, waarmee een grote som geld is gemoeid". „Het is mogelijk, dat we met het amateurelftal de finale bereiken om de Europa Cup voor landenteams (in Italië). Het is echter een nadeel, dat de finale op zondag wordt gespeeld. De zaterdagamateurs mogen op zondag niet voetballen. Ik hoop maar, dat het sectiebestuur zaterdagvoetbal nog op zyn besluit terugkomt. In deze kwestie hadden ze de spelers inspraak moeten geven, of tenminste om advies vragen. Henk Kiel (Go Ahead K.) wil de finale graag meespelen. Er moet in ons land echter nog veel gebeuren. En laat ik dan nog maar zwijgen over reorganisatie. Ik heb er toch niets meer mee te maken als ik naar Anderlecht ga". HANS V. D. BERGHE Het glorieuze elftal van Benfica in de samenstelling waarin het in 1963 in de halve finales van het Europa-Cuptoernooi voor landskampioenen Feijenoord versloeg. Staand v.l.n.r.: Angelo, aanvoerder Coluna, Cruz, Cavern, Raul en doelman Costa Pereira. Zittend v.l.n.r. Jose Augusto, Santana, Torres, Eusebio en Simoes. LISSABON De voormalige Engelse international Jimmy Hagan bevindt zich als nieuwe manager van Benfica in een netelige positie. De ploeg uit Lissabon, waarvoor in vroeger tüden heel Europa moest buigen is cr voor het eerst in drie jaar niet in geslaagd het landskampioenschap te veroveren en is dientengevolge uitgeschakeld voor deelneming aan het Europa Cuptocr- Hagan wist bij de ondertekening van zijn contract wat van hem werd verwacht. De voorzitter van Benfica. Barges Coutinho, heeft publiekelijk verkondigd dat Hagans contract loopt tot 31 juli 1971 en dat het ver lengd zal worden als Benfica de landstitel verovert. Coutinho gaf ook onomwonden do weg aan die Hagan daarvoor dient te bewandelen. „Hagan heeft een goede reputatie en hij heeft indruk op mij gemaakt", zo zei Coutinho. „Hij is een manager met grote ervaring In het spel en in staat om nieuwe spelers te ontdekken Dal laatste is wat de aanhang van Benfica voortdurend eist. Men vindt dat een begin moet worden gemaakt met de vervanging van verblekende sterren als Coluna, Simoes en Torres en zelfs Eusebio. Otto Gloria, de Braziliaanse-voorganger van Hagan, werd aan de kant gezet toen duidelijk was geworden dat Benfica voor het kampioenschap was uitgeschakeld. Een van zijn laatste uitspraken als manager was: „Ik kan een roestige, oude auto niet eeuwig laten rijden". Die auto moet nu door Hagan weer op gang worden gebracht. Een aanwijzing voor de meer bescheiden rol waarmee Benfica genoegen moet nemen was het voorstel om Eusebio voor zes maanden uit te lenen aan de Braziliaan se vereniging Vasco da Gama. Het plan ging niet door omdat de clubs het financieel niet eens konden worden, maar dal een dergelijke transfer werd overwogen, zei voldoende. In vroeger tijden zou het nooit ter sprake zijn gekomen Eusebio was een nationale held en een transfer zelfs voor zes maanden zou tot protesten uit het hele land hebben geleid. Maar Eusebio schijnt niet langer onmis baar te zijn. BAARN „Iedere blinde kan schaken leren en nog een behoorlijk partijtje meeblazen ook, maar om een beetje goed te zijn moet je talent hebben. In de Koninklijke Neder landse Schaakbond heb ben we zo'n vijftien lot twintigduizend schakers, maar in Nederland lopen er wel een miljoen rond. Van die twintigduizend zijn er zo'n stuk of vijf tien internationale scha kers. Dan komt cr een groep, die loopt in de honderdtallen, van echt goeie schakers. Daar kan er eens een uitschieten naar de meestergroepen. Tot die groep behoren vier blinde schakers. Als je bedenkt dat in Ne derland ongeveer vijfen zestig „georganisec de" blinde schakers zijn en als je dan die verhouding ziet van vier ten opzichte van 20.000, dan is dat niet zo gek. Als je talent hebt kun je ook echt wel mee tellen. Dat is het fijne ervan. Na de traditionele ontspanningsmogel i j kheden heden van boeken lezen, met het bandrecordertje en met radio's knoeien heb je iets waarmee je buiten je eigen wereld in die „ziende" wereld geïn tegreerd kunt raken. Dat geldt natuurlijk ook wel voor dammen, toneel en zang, maar dan in minde- „Er is natuurlijk wel ver schil tussen het schaken van zienden en blinden. Dat wil zeggen; niet in het spel zelf, maar in de middelen waarmee het gespeeld wordt. Neem het bord: 64 velden waarvan Spelen met twee borden om zetten af te tasten de zwarte verhoogd zijn ter onderscheiding van de witte. In elk veld zit een rond gaatje, onder elk stuk zit een pennetje dat in dat gaatje past zodat het stevig staat en niet om kan vallen, je met je handen bord gaat. Bij de zwarte stukken zit bovenop de kop een spijkertje alweer ter onderscheiding. Dan heb je nog een braille- schaakklok, daar zit geen glas voor. Om de vijf mi nuten zit een punt. We spelen ook altijd met twee borden. Wanneer ik aan zet ben dan kan mijn tegenstander niet op dat bord komen, maar in die tijd kan hij wel degelijk overwegen wat zijn mo gelijkheden zijn en die „last" hij af om de be denktijd zoveel mogelijk te bekorten. Andersom, als hij aan zet is, kan ik niet met mijn handen op dat bord zitten. Dus ie hebt twee borden nodig. Je zegt ook welke zet je hebt gedaan, de woorden worden door de tegen stander herhaald om ver sprekingen te voorkomen. En als ik met zienden schaak doe ik dat precies Voordeel „Dat is ook wel nodig, want op één bord spelen zou beslist in het nadeel zijn van de ziende speler. Ik zit met mijn handen op dat bord en bedek een veld. Een ziende kan dan geen zet bedenken want hij kan tot de onaangena me ontdekking komen dat er onder mijn hand toe vallig nog een loper Dinsdag 28 april begint in Dennenheul, op het terrein van instituut „Sonneheert" in Er- melo het wereldkampioenschap schaken voor blinden. Zeker één Nederlander, de heer A. Bestman uit Baarn, een der tiger, landskampioen in 1969 en favoriet voor het lopende lands kampioenschap 1970, neemt er aan deel. Schaken is een van de zeer weinige sporten die blin den kunnen beoefenen, waarbij het competitie-element, ook tegenover zienden, volledig tot zijn recht komt. Natuurlijk gaat dit schaken anders dan onder zienden. Eén partij wordt ge speeld op twee borden en de stukken zijn anders. Zwarte en witte velden hebben hun eigen kenmerk. We praatten daar over met de Nederlandse favo riet A. Bestman. stond. Dan moet hij dus opnieuw een zet beden ken. Terwijl hij bezig is kan ik toch wel rustig nadenken ook zonder bord. Vandaar dat je dus in het voordeel bent. Het speelt ook rustiger. Stel je voor: ik bedenk een zet en ongewild gaan mijn handen naar het bord. Dat stoort de ziende te genstander die onmiddel lijk zegt: „Wil je even met je handen van het bord afblijven". Nu moet je echt niet gaan denken dat wij na iedere zet .het bord weer gaan aftasten. De spelers die in Ermelo komen, kunnen stuk voor stuk een partij zonder bord spelen; als blinde heb je altijd wat meer een „getraind" geheu- „Waarom gaat een blinde schaleen? Waarom gaat een ziende voetballen? Omdat je het leuk vindt, omdat het je bevalt. Je vindt het prettig. Ik heb schaken geleerd op het blindeninstituut Barti- meus in Zeist. Als je er eenmaal plezier in begint te krijgen ga je ermee door. Je komt bij een plaatselijke schaakclub. Dan blijf je doorgaan. Je moet ook de toekomst voor ogen houden. We krijgen nog meer vrije tijd die je met recreatie door moet brengen. Ook als blinde moet je wel Wij tasten echt niet na iedere zet het bord af. De spelers die in Ermelo komen kunnen stuk voor stuk een partij zonder bord spelen". degelijk in de gaten hou den dat je straks „uit- geautomatiseerd" wordt. En schaken is typisch een sport waaraan je volledig mee kunt doen, met zlen- den en blinden onder el- Amateuristisch „Maar wij schaken nog erg amateuristisch. Wil je werkelijk tot dc top ho ren dan moet je er zo ontzaglijk veel voor over hebben. Een ziende scha ker heeft zijn top tussen dertig en veertig jaar, maar in de blinden- schaaksport kun je tot je vijftigste, zestigste jaar ook nog wel meedraaien. Als je het niveau van een Donner als maatstaf neemt dan ligt dat te hoog, daar kan ik niet aan tippen. Want dat zijn mensen die avond in, avond uit, dag in, dag uit in schaakboeken zitten te neuzen. Die zijn van uur tot uur op de hoogte van wat zich in de schaak sport ontwikkelt. Wij blijven bij doordat onze Nederlandse Blinden Schaakbond een schaak blad Ln braille uitgeeft. „De Schaakbaak", waarin ook de laatste snufjes ko men die we mogen over nemen uit Schakend Ne derland, het orgaan van de Koninklijke Neder landse Schaakbond. Ver der is er de gebruikelijke schaakliteratuur die ge- brailleerd wordt. Je ligt als blinde altijd achter omdat alles eerst moet worden overgezet in braille. Ik heb dat zelf een keer ondervonden toen ik aan het IBM-toer- nooi deelnam. Toen kwam ik voor complete verras singen te staan, voor nieuwe varianten van openingen die op een of ander toernooi al gespeeld waren, en wel gepubli ceerd, maar niet gebrail- leerd". Bij eerste tien „Er nemen 22 spelers uit twintig landen aan het toernooi deel. Van elk land komt de kampioen. Dan komt ook de titel houder van vier jaar ge- EUSEBIO niet meer onmisbaar „Met schaken kun je in 'ziende' wereld integreren' leden. dc Joego-Slaaf, Chabarkapa. Omdat we spelen volgens het zoge naamde Zwitserse systeem moet het aantal deelnemers even zijn. Dat betekent dat er praktisch zeker een tweede Neder lander zal deelnemen. Th. van Driest uit Bilthoven, want Rusland heeft het laten afweten. Waarom is ons niet gemeld. De favo rieten voor het toernooi zijn: Chabarkapa en zijn landgenoot Dragun, de Tsjech Novak, de Hon gaar Erös, de Roemeen Demian, de Deen Kristen- sen en dc Amerikaan Sandrin. Als je bij de eerste vijftien bent dan heb je je uitzending ge rechtvaardigd. Voor me zelf ben ik meer dan dik tevreden als ik bij de eerste tien kom. De kos ten van dit toernooi zijn 20.000 gulden. Twee jaar geleden is men al begon nen met de organisatie. De man die er bijzonder veel aan gedaan heeft is dc heer Klep uit Breda. In december 1968 zijn de hei;r Goudsmit, voorzitter van de Koninklijke Ne derlandse Schaakbond en ik naar burgemeester Langman van Ermelo ge gaan en hebben daar na dewerking gekregen. Hij heeft ons op allerlei mo gelijke manieren gehol pen om het bedrijfsleven van Ermelo, Harderwijk en Nunspect erbij te be trekken. De grootste sponsor is de gemeente Ermelo zelf geworden. De toernooileider is de inter nationale scheidsrechter Harry de Graaf uit Zut- „EigenlUk wordt er in Ne derland te weinig geschaakt door blinden. Wy hebben ongeveer vüfcnzestig leden in dc Nederlandse Schaak bond voor Blinden, maar je mag aannemen dat je yerhoudingsgewüs op drie- si vierhonderd kunt komen. Het kan eens een beetje meer worden of een beetje minder, maar het moet mogclUk zyn". GERARD CRONé.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 13