WILLY WALDEN David Frost „EEN SCHAT VAN EEN JONGEN' BIJNA 31 JAAR, MIUONAIR, MAAR NIET GETROUWD SATERDAG 28 MAAKT WIJ ,We hebben niks aan een publiek dat zachtjes in zichzelf gniffelt. Wat wij willen horen is een brul" AMSTERDAM Het Delftsblauw bord in de vesti bule brengt de bezoeker aanvankelijk op een dwaal spoor. Hij krijgt daardoor namelijk de indruk, dat de alom gevierde komiek J. J. Kaldewaaij in tegenstelling tot de hardnekkige geruchten de grage lachers der lage landen wel degelijk ook buiten zijn vaste werk tijden volledig aan hun trekken laat komen. Kalde waaij schenkt zijn gast een licht mousserende glimlach en zegt: „U denkt natuurlijk, dat het Deens is. Dat ik het bord heb neergehangen, omdat mijn vrouw uit Denemarken komt. Iedereen denkt dat, maar in feite is het Fries. Wij zeggen: „Het maakt niet uit, of je door de hond gebeten wordt of door de kat". De Friezen kennen die uitdrukking ook, maar zeggen het alleen even anders. Daar staat: „Het komt op hetzelfde neer. of de koe scheit of de stier". Mag ik even uw jas l^en Eet een vederlichte dribbel effent Kal-, esvaaij het pad naar de zithoek, die in lilde herfstkleuren is uitgevoerd. Veel iak; op de vloer functionele tapijten, 'laats voor een pluis of een achteloos eergeworpen krant is er niet. Het jkt, alsof de bewoners na jarenlange lwezigheid zojuist zijn teruggekeerd, chter een stenen muur ligt de werk- :r, een smalle sleuf met het sc- getemperde licht, dat ook in oude terken hangt. Aan de wand achter het ureau een flets schilderij en in de hoek :n tros smoezelige linten met gou- :n opdruk. 2 bijbehorende kransen zijn al lang t as vergaan, maar Kaldwaaij eeft 't niet over zijn hart kunnen krij gen om ook de linten met de vuilnisman mee te geven. „Er zitten voor mij te feel herinneringen aan vast", legt hij welwillend uit, „het enige, wat ik be waard heb zijn die linten en wat foto's". Privacy patio-bungalow, die hij enkele ja- ren terug gekocht heeft, ligt in een ex- merciusief gedeelte van de Amsterdamse izertuinstad Buitenveldert. Zijn rechter- Jorrbuurman is een goed boerende inter- :zeroist en links woont de gulzig acterende pelcfroorvechter der arbeidende klasse doc- Dftorandus Den Uyl. Het besloten karak- - t er der huizen beperkt het contact met ïen tot een bevredigend minimum en aldewaaij is niet van plan daar enige erandering in te brengen. „Ik houd r. an privacy", zegt hij, „buiten de .•houwburg hoef ik geen mensen te jj^ien. Het zal wel een soort verlegenheid Zijn. Ik ga met opzet zo weinig mogelijk stad in, omdat ik er een hekel aan i om herkend te worden. Als ik in )e Bijenkorf loop, moet ik gelijk hand mannetje, dat niks begrijpt'is er altijd plaats. Over 20 jaar zullen er nog steeds 'domme jongetjes in deze wereld zijn. Oud patroon Dat contrast tussen Piet en mij is al tijd het geheim van ons succes ge weest. Piet roepf, dat ik de kaas niet van mijn brood moet laten eten en ik zeg, dat ik niet van kaas houd. Ik vat al zijn beeldspraken letterlijk op en dram net zolang door, totdat de chaos compleet is. Goed, ik ben het met u eens: het is een oud patroon, maar het werkt. Het publiek weet precies, waar 't bij ons aan toe is. 't Komt naar ons kijken, omdat ze zich willen ontspan nen. Zonder problemen, zonder dubbele bodem. Ik vind Sieto Hoving geweldig en als ik naar zijn voorstelling ga, amu seer ik me kostelijk. Maar we moeten niet proberen om zijn teksten te imite ren, want dan bereiken we ons publiek niet meer. Van ons wordt niet ver wacht, dat we scherp en satirisch zijn. Sterker nog: ze stellen het niet op prijs. Alle zure kritiek op de Snip en Snapre- vue is in feite dan ook een bewezen misverstand. De critici van de Neder landse pers hebben nooit begrepen, waarom wij het zo lang hebben volge houden. Ze roepen, dat we betere tek sten moeten gebruiken, dat onze scenes gebaseerd zijn op steeds hetzelfde ver sleten patroon. Maar ze gaan voorbij aan het krankzinnige feit, dat we met diezelfde scenetjes twee generaties hebben overleefd. Ik ben ervan overtuigd, dat Snip en Snap al lang niet meer zouden bestaan, als we inderdaad de actuele problemen hadden opgezocht. Zodra ze bij onze revue gaan denken: „Wat bedoelt die kleine daar nou mee?", is het met ons gedaan. Wij hebben niks aan een pu bliek, dat zachtjes in zichzelf gniffelt. Wij moeten het hebben van de yel, van de spontane reactie. Ik moet in die zaal een brul horen en als die wegblijft is het voor mij een teken dat we gefaald hebben. Vertrouwde cadans Ik ben er ook van overtuigd, dat het be grip revue zal verdwijnen, als we er straks mee ophouden. Ik kan me dat nou nog niet voorstellen en ik wil er niet over nadenken ook. Vorig jaar had den we drie maanden vakantie en de eerste maand vond ik het geweldig. Lek ker zitten, een beetje fietsen, met de hond wandelen. Ik dacht werkelijk, dat ik het eindeloos zou kunnen volhouden. Maar na een maand werd ik dodelijk onrustig. Ik miste mijn vaste, ver trouwde cadans. Om zeven uur begon ik onrustig door het huis te dwalen. Ik voelde me ongelukkig. Veertig jaar ben je 's avonds om zeven uur naar het theater gegaan en die motor kun je zo maar niet straffeloos afzetten. Toch zal ik voorzichtig aan het idee moeten wennen. Ik word op tweede paasdag 65 jaar en dat vieren we met een matinee en een avondvoorstelling. Ik vind dat een gelukkige oplossing, want we zijn niet zulke grote verjaar- dagvierders. Daarna gaan we rustig door. In 1971 beginnen met een serie Snip en Snap Souvenirs. Allemaal hoog tepunten uit 32 revues. Misschien halen we de dames ook nog een keer van stal, als we 'n geschikte tekst kunnen vinden. We zijn er toen mee opgehou den omdat juffrouw Snip en juffrouw Snap verouderd waren. Het zag er op 'n gegeven moment sickies uit en dan moet je ophouden. Maar als we het pu bliek een plezier kunnen doen door nog één keer die jurk aan te trekken, vind ik dat best. Ik voel ook wel wat voor een musical. Ik heb nooit echt toneel gespeeld en ik weet dus niet, of het lukt, maar ik zou het willen proberen. En dan het liefst met Piet, want zonder hem zie ik het succes niet zo duidelijk zitten.'Het pu bliek is gewend aan het contrast en dat moet je niet kapot maken. Bon vivant Ik probeerde net uit te leggen, wat het verschil tussen ons is. Voor mij is dat een heel duidelijke zaak. Als Je in het dagelijkse leven wilt lachen, moet je echt niet bij komen. Ik ga nu niet be weren, dat Piet maar raak leeft, maar hij is wel de levenslustige bon vivant. Als je het toneel even Vergeet en ons in een café aan een tafel zet, dan is Muy- selaar gegarandeerd de grote gangma ker. Om hem wordt gelachen. Mij vin den ze de grote chagrijn. Sorry, maar ik ben niet anders. In feite is 't ook nooit de bedoeling ge weest, dat ik aan het toneel zou gaan. Ik wilde missionaris worden. Missiona ris vond ik een prachtig beroep, want dan kon je wat voor de mensen beteke nen en gelijk wat van de wereld zien. Ik ben altiid gek op reizen geweest. We hebben een tijd een flatje aan de Fran se Rivièra gehad, maar 't kwam er op neer, dat je de eerste weken bezig was met het weghalen van de spinnewebben en de rest van de tijd gastheer speelde Willy'Walden regisseert persoonlijk zijn eigen staatsieportret. Met zijn lievelingshond Lukkie, een drieëneenhalf jaar oude Dalmatiër poseert hij in de keuken van zijn riante patiobungalow in Amsterdam, terwijl hij glimlachend roept: „Kijk, dat krijg je nou bij Luns niet voor elkaar". voor alle vrienden en familieleden, die het enig vonden om even bij Willy aan te wippen. Dat missionaris worden is niet doorge gaan. omdat ik ontdekte, dat ik te we relds was. De eerste keer, dat ik bij Louis Davids in het Paleis voor Volks vlijt kwam, zag ik alleen maar het bal let. Hij had me zien optreden'met een amateurcabaretje en voelde er wel wat voor om me een contractje te geven. Ik zag al die mooie dames en dacht: „dit is het helemaal". Davids gaf me op de koop toe nog vijf gulden per dag. Later heb ik gedacht: „misschien heb .ik die tic wel van mijn vader". Hij zat in het verzekeringsvak, maar was privé een geweldige komiek, hij zag altijd de sunny side van het leven en tot aan zijn dood heeft hij grappen ge maakt. Hij was 82 jaar toen-ie stierf. Hij had kaartjes gehaald voor Good Bye Mister Chips, die in Tuschlnski draalde. Op de terugweg is hij op een rijdende tram gesprongen, omdat hij het vertikte een kwartiertje op de vol gende te wachten. Hij viel en in het Binnengasthuis hebben ze toen één van zijn benen geamputeerd. Toen hij weer bijkwam riep hij: „zo, nou kan ik voor taan één likdoorn minder snijden". Ik had toch wel graag wat van zijn opti misme geërfd'". Blozend gezicht Tijdens het gesprek is Kaldewaaij tel kens van de immense bank opgeveerd voor een onrustige wandeling door de kamer. Ook heeft hij onverhoeds de ra dio aangezet voor de nieuwsberichten van één uur. Sussend zei hij erbij: „U kunt rustig doorpraten. Ik luister alleen maar naar de belangrijkste punten". Zijn antwoorden zijn kort, exact. Mis- ikeningen uitdelen. Daar voel ik niks Ik wil gewoon meneer Jansen zijn. rijn privé. In 1949 hebben Muyselaar n ik een winkelcentrum in de Jan '.vertsenslraat geopend. We waren toen og de dames Snip en Snap. De politie noest eraan te pas komen, want ze rokken ons de jurken van het lijf. Dat ind ik doodgriezelig. Op een gegeven jioment zijn we een winkel ingevlucht. inHet zijn altijd de mensen, die je gek naken. Die verantwoordelijk zijn voor Ie hysterische toestanden. Neem al maar de verheerlijking van de lopgroepen tegenwoordig. Dat be- chouw ik als een regelrecht degenera- ieverschijnsel. Het publiek- wil niet be- irijpen, dat je buiten het toneel een loodgewone burgerman wilt zijn. Als k zeg, dat ik in de pauze altijd een half lurtje met mijn hond ga wandelen, achen ze me uit. Ik hoef ze ook niet te •ertellen, dat ik thuis hetzelfde doe als edere doorsnee burger. Ik drink mijn coffie, ik lees de krant, haal een kam loor mijn haar, poets mijn tanden en. ichiet een broek en een trui aan. Dat ijn geen zaken, waar je om kunt snik- :en van het lachen. Maar voor mezelf -ind ik het best zo. Ik kan een gëweldi- »e avond hebben gehad, een zalige zaal, reel applaus. Maar na afloop ben ik toch heel dat. Carré vergeten. Alles, vat ik heb, geef ik op 't toneel en daar- >uiten moeten ze me met rust laten. La- Ik kan het toch ook liet helpen, dat ik thuis geen lollige iroek ben. Dat ik een gesloten karak- heb. Als ik op het strand lig, ben ik ïelijk weer Willy Walden de komiek, verwachten ze van me dat ik gek- bekken trek. Maar mijn hemel, ik ireng dat niet op. Ik weet, dat ik ze te leurstel, maar het gaat domweg niet. Realist Muyselaar is anders. Muyselaar en ik iijn totaal verschillend en dat geldt zo wel voor het toneel als privé. In de re- hij altijd de verstandige realist, de ernstige burger, die het allemaal be grijpt. En ik, ik ben de onbevangen dom- August, steeds datzelfde blijmoedi ge mannetje, dat er niks van begrijpt. Zo gaat dat al 35 jaar zonder noemens waardige veranderingen. We hebben oor onze langspeelplaat de scène van de fietsenbewaarder gespeeld. Die was twintig jaar oud, maar we hebben er geen komma bij gemaakt. Weet u, waar om niet? Omdat de mensen niks anders 'erwachten van ons. Dat is ook het ver schil tussen bijvoorbeeld Buziau en ons. Buziau was op een gegeven moment erouderd, hij was de ouderwetse clown n die is in deze tijd alleen nog maar bruikbaar in een circus. Ik weet zeker dat Buziau nu bij kinderen wel succes hebben. Voor de ouderen is zijn hu- achterhaald. Maar voor een dom LONDEN Als je een tijdlang door Londense kranten „De Haatzaaicr" genoemd werd en de critici je nu ootmoedig de eretitel „Het Genie van de Kijkkast" geven, heb je bepaald de bovenste sport van de t.v.-ladder bereikt. David Frost twij felt daar zelf geen ogenblik aan. Hü is trouwens van plan het nog lang uit te houden in de top positie die hü momenteel bekleedt. Voor sommigen was hij „De Haatzaaier" in de pionierstijd van „That Was The Week That Was", een satirisch programma, dat voor de eerste maal in de gestrenge geschiedenis van de Britse radio en televisie de draak stak met het Establishment. „TW3". zoals men deze uitzending in de omgang placht te noemen, werd enerzijds zó populair en kreeg anderzijds zoveel vijanden, dat de BBC zich wel genoodzaakt zag er na een jaar of wat mee op te houden. Maar David Frost had zijn weg gevonden. „TW3" maakte hem beroemd tot ver buiten zijn geboorte-eiland. Sindsdien is zijn faam zodanig gestegen, dat de Britten hem binnenkort op twee t.v.-kanalen tegelijk zullen zien (als ze tenminste over twee t.v.-apparaten beschikken, wat nu meer en meer in de mode komt). De commerciële televisiemaatschappij „London Weekend" zendt elke zondagavond een succesrijk „Frost On Sunday"-programma uit. Omdat Frost vijf procent aandelen van „London Weekend" bezil. heeft hij het. niet moeilijk gehad om de beste tijd voor zichzelf uit te kiezen. Miljonair David Frost verzorgt bovendien vijf wekelijkse shows in de Verenigde Staten, waarvoor hij elke maandag naar New York vliegt. Het zijn deze Amerikaanse uitzendingen, die de BBC sterk aanti'ekken. Tussen Londen en New York wordt druk onderhandeld. Als het tot een akkoord komt, zal de BBC zich voor een bom geld Frosts mensen leerde hij trouwen» de kunst gevaarlijke klippen te omzeilen. „Hoeveel verdient u?", vroeg de man van de „Sun". „Daar praat ik nooit over", antwoordde Frost. „Financiën en vriendinnen zijn privé-aangelegen- heden. Ik heb in de pers het cijfer één miljoen dollar per jaar vermeld gezien. Wie ben ik, dat ik op een dergelijk bedrag commentaar zou durven geven?" David Frost mag miljonair zijn, maar de centen puilen niet uit zijn zakken. „Hoeveel geld zit er vandaag in uw portefeuille?", vroeg de nieuws gierige „Sun". „Even kijken", antwoordde David. „In elk geval méér dan anders..... Drie pond, om precies te zijn. Dat is ongeveer twee pond negentien shilling en zes pence méér dan wat ik meestal op zak heb.... om me mijn dagelijkse „Sun" aan te schaffen'." Aftellen Frost wordt up 9 april eenendertig jaar. Groot- Brittanniës jongste t.v.-magnaat is nog steeds niet getrouwd en zal ongetwijfeld nog wel enkele jaartjes een van de meest verkieslijke en be geerde vrijgezellen van de t.v. en het Britse koninkrijk blijven. „Ik ben van plan te trouwen als ik het rustiger aan ga doen en kinderen wil hebben", vertelt David. „Ik zeg altijd dat ik over zes jaar in het huwelijksbootje ga stappen. Toen ik dertig jaar geworden was, belde een oude vriendin mij op om mij eraan te herinneren, dat al drie jaar voorbij waren sinds ik haar dit geheimpje toevertrouwd had. Daaraan zie je, wie aftelt!" Amerikaanse videotapes aanschaffen en ze in Groot-Brittannië uitzenden tijdens de piekuren. Dat deze programma's een beetje verouderd zullen zijn wanneer ze in het Verenigd Koninkrijk aan de beurt komen, schijnt de BBC-mensen niet te kunnen schelen. Ze hebben het langzamerhand wel door, dat Britse t.v.-kijkers gewoon niet genoeg krijgen van de jonge man, die nota bene al in 1968 „Het Genie \-3n de Kijkkast" genoemd werd door de Londense „Observer", toch ook niet de eerste de beste krant. Deze faam heeft van David Frost een multimiljonair gemaakt. Hoeveel hij tegenwoordig precies verdient, isevenwel moeilijk te achterhalen. Kortgeleden trachtte de Londense „Sun" het uit te vissen in een nogal diepgaand interview, waarin de vragen evenwel niet brutaler waren dan die waarmee David Frost in zijn t.v.-programma's zijn eigen slachtoffers op de rooster legt. Van deze Davids moeder wereldberoemde waarmee hü dan haard zou blUv zal i hij - moment mogelijkheden oi rest van zjjn lev zou het fjjn vinden, als haar toon een goede echtgenote vond. eindelijk eens rustig bü de open a zitten, „llij werkt zich kapot", is jn(jn enige zorg. Merk je niet op de televisie vaak uitziet? Er aanbreken dat hü züu fysieke 'erschat en dan is hü voor de tn gebroken". ..Het tempo waarmee Davld leeft, is onhoudbaar", klaagt moeder Frost. „Elke week van maandag tot donderdag in Amerika en dan per vliegtuig weer op weg naar Londen, om daar iedere dag opnieuw tot diep in de nacht te werken. Geen mens, die begrijpt, hoe hij het uithoudt". Over zoonlief is mevrouw Frost begrijpelijker wijs in de wolken. „Hij is een schat van een jongen", vertelt ze trots en niemand spreekt haar tegen. „Weet je, ik was erg van streek toen hij zich aankondigde. Mijn twee dochters, Jean en Margaret, waren toen al groot. Ik had sinds veertien jaar geen baby meer gehad". „Reken maar, dat ik het eerst een echte jobs- tijding vond. Ik had de kinderwagen al lang verkocht. Het idee alleen al om weer helemaal opnieuw te moeten beginnen, gaf me de kriebel". „Wel, uiteindelijk werd het de mooiste gebeurtenis van mijn leven. Zijn vader en ik verlangden na tuurlijk naar een jongen. Een betere zoon hadden we nooit kunnen krijgen. Genietbaar Davids vader, een methodistische dominee; ls in 1967 gestorven. Zijn moeder woont op het platte land, in Beccles, maar zij komt hem om de veer tien dagen opzoeken in Londen. Hij woont aan de Edgerton Crescent in de „koninklijke gemeente" Kensington. Voor zijn moeder heeft David in Beccles een riante bungalow gekocht. Ze wordt door haar zoon met weldaden overladen. „Ik durf haast niet meer te zeggen, dat ik iets mooi vind", beweert mevrouw Frost, „want als ik dat doe. rent hij naar buiten om het te gaan kopen. Ik zei eens terloops „O, wat een mooie bedsprei" en enkele uren later werd er net zo een thuis bezorgd". Vorig jaar bracht mevrouw Frost in gezelschap van haar zoon een bezoek aan New York. „Het was heerlijk", zegt ze. „Dit jaar betaalt hij mijn vakantie in Nigeria, waar mijn dochter Jean woont. Zij is met een dokter getrouwd. De tickets voor het vliegtuig heb ik al". Volgens mevrouw Frost zegt iedereen van haar zoon: „David heeft zijn carrière gemaakt in de wereld, maar hij heeft het er niet door in zijn hoofd gekregen. Hij blijft genietbaar". Men stelde hem ooit de vraag welk grafschrift hü zou kiezen. David hoefde zelfs niet na te den ken. Hy antwoordde: ..Mosje Dajan zei me eens: „Het geeft niet wat de mensen over je vertellen als je eraan bent; daarvoor ben je immers dood". ROGER SIMONS schien de training van een man, die veertig .iaas gewend is om scenes van hooguit zes minuten te spelen. Hij ven tileert de zinnen via een zuinig gescha pen mond, die deel uitmaakt van een blozend gezicht, dat voortdurend op perste verbazing uitstraalt Inmiddels heeft hij ook de fotograaf medegedeeld hoe hij zal poseren. „Je moet me niet aan mijn bureau fotograferen. Dat is goed voor een man als Luns. Maar met mij moet je wat anders maken. Als ik nou eens een schortje voor doe en het eten voor de hond ga maken. Dat lijkt me nou aardig. Dat is anders dan an ders". In de keuken gespt hij geheel ontspan nen een huishoudschort voor en begint hij de ligakoeken door een onsje bloed rode tartaar te prakken. Daarbij produ ceert hij telkens dezelfde tekst. Hij kijkt met een schuine glimlach naar zijn lepe hond, die hem gapend obser veert. „Wat gaat pappie nou doen? Gaat pappie eten maken voor Lukkie?" De hond staart hem aan met een ver veelde blik, die boekdelen spreekt. Wat hem betreft kan pappie de hap ook zwij gend afschuiven. „Lukkie is mijn enige hobby", zegt Kaldewaaij, „ik neem hem ook altijd mee naar de voorstelling. Waar we ook spelen, maar de mand van Lukkie gaat mee. Ik heb in de kleedkamer ook een televisietoestelletje. Niet, omdat ik nou zo geweldig onder de Indruk ben van de programma's, maar je wilt toch op de hoogte blijven. Ik heb de afgelopen zo mer veel televisie gezien en ik beklaag de mensen, die het hele jaar moeten kijken. Het is geestdodend en fnuikend voor het gezinsleven. Neen, ik ben blij dat ik maar hier en daar een glimp op vang. Ik heb bijvoorbeeld die wedstrijd van Feijenoord tegen Vorwarts gezien. Net niet de doelpunten, toen stond Ik op het toneel. Maar ik was met Muyse laar toch wel de enige die er wat van heeft opgevangen. Voetbal op de televi sie is onze grootste concurrent en daar om was ik blij, dat er toch nog een paar honderd mensen in de zaal zaten. Jo kunt nou eenmaal geen lege stoelen la ten lachen. Na afloop gaven ze ons 'n slaande ovatie. Kijk. op zo'n moment ben je wel even trots". Ouden van dagen Als hem gevraagd wordt, of hij jaloers is, kijkt hij pijnlijk verrast. „Ik jaloers. Waarom zou ik? Jaloezie is een bewijs van zwakte, van twijfel aan eigen kun nen. Ik heb een prachtige carrière ge maakt, ik heb dingen gedaan, waar ie dereen van droomt. Op welke collega zou ik dus in hemelsnaam jaloers moe ten zijn? Ik vind het juist geweldig, dat jonge mensen in onze revue de kansen krijgen. Wij willen geen instituut voor ouden van dagen worden. Een jongen als André van Duyn heeft in de vorige revue zalige dingen gedaan. Daar ging Carré voor in elkaar. Ze vraten hem op. Ik vind dat enorm". Over zijn eigen succes zegt hij nog: „Snip en Snap zijn een nationaal pro- dukt geworden. Het hoort bij het vaste patroon van de Nederlanders zoals Sin terklaas en Kerstmis. Daarom moeten we onszelf ook niet veranderen, niet for ceren. Laat ons nou maar blijven, wie we zijn". Aan de binnenkant van zijn voordeur heeft hij 'n rode sticker geplakt met de cijfers één, twee, drie erop. „Dat is 'n geheugensteuntje", legt hij uil. „als we uitgaan zeggen we altijd, hebben we één het licht uitgedaan, twee het gas dichtgedraaid en drie het water afgeslo ten". Zijn glimlach is bijna verontschuldi gend. Kan hij het helpen, dat hij als het even kan op zeker speelt? Leo Thuring.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 13