Kosterman „Televisie is in feite één grote vleesmolen" Amsterdam Op weg naar Hellenburg 37 een functionele woondoos, lie voorlopig nog onzichtbaar blijft in de versteende tuinstad Buitenvel- - welt spontaan de gedachte op, of het eigenlijk nog wel zin heeft ,2 am te gaan praten over het televisieprogramma „OPMAAT". Nu de VARA lit ondergeschoven kind wreed de nek heeft omgedraaid teneinde haar alerte rakker Postema aan zijn personality-trekken te laten komen, is het voorgenomen loflied immers gedoemd om een grafrede te worden in het lijzijn van de treurende nabestaanden. Is het in dat geval niet beter om iet bezoek te laten vallen en te volstaan met bloemen? Achteraf blijkt pas. dat de bewoners Hellenburg 37 de doodklap alweer aardig te boven zijn. Ze zijn het er wel ens, dat de VARA de samenstel- an Opmaat wat meer tijd had moeten gunnen. „We zochten nog naar definitieve vorm. toen we al te ho- kregen, dat het niet meer hoefd" is natuurlijk sneu". Is dat al het commentaar? Letty Kosterman kijkt aandachtig naar haar man, die vanaf de bank cursief de nabeschouwing deelneemt. Hij is weken geleden geveld door de Hong- konggriep en ontleent nu aan dit taaie (ongerief het volste recht om de con- ft versatie met gave rochels te door schieten. „Akkoord", zegt ze, „op de avonden, waarop vroeger Opmaat op het scherm kwam, willen we ook nog ns een protestje laten horen. We zijn fanatieke televisiekijkers. Soms denk ik wel eens: we zijn eraan ver- Dan rijden we als gekken naar huis, omdat over vijf minuten Farce Majeure begint. Als de omroepster nu /oensdags zegt, wat er komt, schreeuwen we met-zijn tweeën: „Wij .allen Opmaat, wij willen Opmaat. IiAoat lucht lekker, op?. [„Opgaat was te kort", stelt "haar man somber vast, „je kon nergens diep op ingaan. Dat vond ik een groot bezwaar". „Ho ho", zegt ze, „als je dat zo zegt, denkt meneer meteen, dat mevrouw Kosterman erop gebrand was om haar licht te laten schijnen op de betere echtscheidingsvoorwaarden en de adop tiebepalingen. En op dat punt heb ik juist zo goed als geen eerzucht. Ik vind dat je voor zulke onderwerpen erg veel moet brengen; ik laat het graag aan specialisten als Hedy d'An- cona en Jeanne van Munster. Die we- tenminste zinnige dingen over te vertellen". Terzijde vanaf de bank: „Letty zoekt' :er in de richting van een perso nality-show, zoiets als Willem Duys doet". „Willem Duys?", roept ze verbijsterd, kauwt enkele seconden op de naam spuwt hem dan korzelig op de sa lontafel. „Ik ben geen alleendoener", „ik ben ook geen witzenvertel- ler. Als ik een leuke bak ga vertellen, ordt het een droefenis. Ik zoek het liever in de intimiteit, ik houd van een programma met warmte". Vleesmezen Had Opmaat- de voorgeschreven tem peratuur? Ze denkt na. Is inmiddels devoot op een kinderlijk laag rotankrukje aan het voeteneinde van haar ondervra ger gaan zitten. „Luister" zegt ze, „te levisie is in feite één grote vleesmo len. Bij de radio ken je iedereen, daar is de intimiteit een vanzelfsprekende zaak. Ik zou de radio dan ook voor geen goud willen missen. Bij televisie liggen de zaken heel anders. Daar lo pen tien, twintig mensen om je heen. Mensen met draadjes in hun oor, die onbegrijpelijke dingen zeggen. Dat maakt de kans op paniek groter. Als ik tussen de repetities voor Opmaat in de kantine een kop koffie ging drin ken, dacht ik: „Waarom knikt die man zo vriendelijk naar me?". Ik wist niet eens, dat hij in hetzelfde programma De gasten hadden dat gevoel nog ster ker. Die kwamen met grote blauwe paniekogen de studio binnen en wer den aan hun lot overgelaten. Ik heb het ook tegen de regisseur gezegd. Ik zei: „Rinus, dat loopt fout". We had den in Opmaat altijd een losmakertje. eens eën lekker ontspannen program ma maken". In afwachting van een nieuwe kans om de buis te annexeren, heeft ze zich nu weer teruggetrokken in het- veilige ra diobastion, waar ze drie programma's moeiteloos aan dc praat houdt. „Voor mij is elke uitzending een feestje", be kent ze, „als ik zaterdags voor dag en dauw in de auto stap, heb ik altijd het gevoel, dat ik naar een party ga. Neem ZO-135, dat gaat live de lucht in en ik moet dus om zes uur op. Dat lijkt een onchristelijke tijd, maar je went er aan. Als ZO straks is afgelopen, sta ik waarschijnlijk zaterdags toch om zes uur op. Ik vind live programma's zal,ig. Naar ZO-135 luisteren zo'n miljoen mensen en die heb je allemaal om je heen, als je bezig bent. Je weet, dat er kerels in pyjama's tussen zitten, mensen, die 'n beschuitje smeren, mensen, die op je rekenen. Dat hele gekeutel werkt on gelooflijk inspirerend. In dat zaterdagmorgenprogramma kan ik ook een hoop van mezelf kwijt. Je moet voortdurend alert zijn, je moet de zaak plezierig houden. Ik ben een perfectioniste, ik houd van mijn eigen taal. ik heb er ontzettend de pest in, als er iets fout gaat. Toch ben ik nooit echt bang. Ik ben alleen plezie rig gespannen en dat duurt tot na de uitzending. Dan komt de i-eactie: ik voel me laveloos en zou spontaan op de grond kunnen gaan liggen ronken. Ik geloof, dat ik mijn angst gewoon op- Huimain interest Dan doe ik ook nog Plaats Gevon den. Je trekt het land in en praat met een zaal vol mensen. De plaatselijke amateurs zetten hun beste beentje voor, je kletst met een man, die een hoop van zijn stad weet. Ja, wat kan ik daarin kwijt? Misschien mijn hu- man intérest. Je komt in aanraking met mensen, die je in je eigen leven nooit tegenkomt. Ik vind, dat zulke ontmoetingen erg nuttig zijn, want je loopt bij radio en televisie voortdurend het gevaar, dat je alles beoordeelt vanuit je eigen Gooi- se club. In Hilversum en Amsterdam wordt de wereld gemaakt vinden ze en daarbuiten is alles waardeloos. Ik heb zelf een hoop kritiek op die Bussumse incrowdmentaliteit, ik vind het ook verloren tijd om in de Jonge Haan met de mensen uit het vak karnemelk te drinken en te zwetsen. Maar als je dan de moeite neemt om de provincie in te trekken, zijn de reacties meestal be- Letty Kosterman: „Ik ben gek op spelletjes". Een jongen met vrouw met de n heinde en verre vreemde wereld ongelukkig. In één n gekke eend. De voelden zich in die ii de televisie dood de uitzendingen had ik een man uit Hoogeveen, die zijn fluitje kwam demonstreren. Zijn zelf gemaakte fluitje, dat hij in grauw papier uit Drente naar Hilversum had gebracht. Die man stapt uit de trein en denkt er niet over om een taxi naar de studio te nemen. Dat doet hij in Hoogeveen ook niet. Hij gaat dus lo pen en komt buiten adem in de studio, waar de floormanager meteen twee grote blauwe kringen om zijn voeten tekent. Die man komt na een paar uur ontredderd bij me en zegt: „Mevrouw Kosterman, luistert dat nauw? Mag ik niet uit de kringen, als ik Op mijn fluitje blaas?". Begrijp je. Die man is volledig in de war, voordat bij één noot geblazen heeft. Die krijgt tussen de middag een uitsmijter in de kantine en voor de r-est moet hij met zijn poten in die kringen blijven staan. Ga op die manier maar droevend. Met ZO-135 hebben we het geprobeerd. Je ging dan naar Den Bosch en de VARA stuurde wat mensen mee, die vragen konden beantwoorden. Weet je, wat je dan kreeg? Een man, die vroeg, waar Herman Wigbold zat en als je het had uitgelegd, bleek zijn enig probleem 't vullen van zijn VARA- aansteker te zijn. Ik heb zelf een vrouw te woord gestaan, die vroeg, of ik ver stand had van opbergmappen. Ze had er één voor haar radiogids en de rug was losgegaan. Als je zo'n reactie hoort, denk je toch: „Wat doe ik hier eigen lijk?" Dieptepeiling Een tussentijdse dieptepeiling naar haar ambities levert aanvankelijk een dof stilzwijgen op. Ze kijkt maar weer eens naar de bank en haalt de schou ders op. „Ben ik eigenlijk ijdel?" vraagt De bank resoneert onmiddellijk: tuurlijk ben je ijdel. Wat zullen w krijgen?" „Na- Volgt een snelle onthulling over de Urechtse cabaretgroep, v/aar ze in de vijftiger jaren met handgemaakte lie deren schitterde. „Op een gegeven mo ment heb ik me aangemeld voor een auditie van De Oprechte Amateur. Ik wilde wel 'ns van 'n ander horen, wat ik kon, want zelf vond ik het al lang niet zo slecht. Ik heb 't gebracht tot de landelijke finale en daarna kreeg ik van het komische duo Van der Zee- Lugtenburg het aanbod om voor de AVRO te gaan werken. Ik vond het al lang prachtig. Ik was onderwijzeres maar dat lustte ik niet meer. Ik had het alleen gedaan vanwege de korte werkdagen en voor de rest vond ik er niets aan. Na vier uur 's middags be gon mijn leven pas. Dan kwam het to neel, het cabaret. Ik kreeg, van dé AVRO 2000 gulden per jaar en voor dat geld heb ik tientallen programma's gemaakt en gepresenteerd. Achteraf zeg je: het is een schandalige fooi, maar ik moest toch zo nodig? Als ik als kind naar de radio luisterde dacht ik al: „Het moet geweldig zijn om met andere mensen dingen te bedenken, die er. maar worden uitgezonden". Ik zou c En de ijdelheid, hoe zit het daai dingen n op houden, dat ik ijdel ben. aiï enorme dwaas zijn, als die e koud lieten". „Ik ben ijdel", geeft ze toe, „maar anders dan de meeste vrouwen. Niet op de doorzichtige glamourtoer van „meid, wat zie je er mooi uit". Ik vind het jofeler als ze zeggen: „Dat heb je op een intelligente manier aan gepakt". Ik ben ijdel op een manier, die ik zelf niet vervelend vind". Na een kort gewetensonderzoek: „Na tuurlijk vind ik het ook geweldig om bekijks te hebben. Daar ben je vrouw voor. Ik was een van de eersten in Nederland, die een maxi-ijas had Ik ga in De Bijenkorf met opzet niet met de lift, want dan kan ik niet in mijn maxi-jas van de trap af schrijden. Dat is een kunst apart. In een maxi-jas op de tram stappen is ook geweldig. Weet je. wat ik ook fijn vind. Om een broekpak aan te trekken en op een klein wit fietsje door Buitenveldert te scheuren. En goeie sieraden en mutsen, dat is het ook wel. Neen, laten we het Engagement Ze noemt zich ook een „typisch VARA-vrouwtje". „Ik voel me gelukkig bij die omroep. Dat is een kwéstie van engagement. Het is je hou ding tegenover de dingen in de wereld. Of klinkt dat te dik? Schrap het dan maar weer. Zet maar, dat er bij de VARA geen benauwde kliekjessfeer Feit is, dat ze onder de vleugels van de kraaiende haan, pas reële kansen heeft gekregen. Ze heeft reportages en interviews gemaakt en toen Bert Gart- hoff definitief terugkeerde naar z'n zon dagse dauwtrappers, nam ze ook de walmende fakkel van „Dit is uw leven" over. Daarna volgde Rotonde, de voor loper van ZO-135, waarmee de VARA een geslaagde aanval deed op het KRO- feestneuzenprogramma Djinn. En dan natuurlijk de hartelijke radio spelletjes, waarin ze landelijke ver maardheid heeft gekregen. Ze geeft het stralend toe: „Ik ben gek op spelletjes. Een rubriek als „Verhaal Halen" doe ik erg graag. We krijgen dan de laat ste twee regels van een verhaal en moe ten de rest reconstrueren. Je kunt er alles in kwijt. Je moet je hersens la ten werken, je moet gevoel voor de taal hebben en een flinke dosis humor kun nen opbrengen. Het is alleen jammer, dat er zo weinig mensen naar luiste- Maudarijntje Toch ben ik ervan overtuigd, dat de radio ook nu nog enorme kansen heeft. Je merkt het trouwens om je heen: radio raakt steeds meer in. Alleen de tijd, waarop ernaar geluisterd wordt, verschuift. Vroeger was alles geconcen treerd op de avonden, nu op de dag. Ik denk er ook niet aan om de radio los te laten. Ik wil wel een televisie programma, een personality-show van een uur mét een fijn team van mede werkers. Ik houd er niet van om ver antwoordelijkheid alleen te dragen. In de groep heb ik de meeste lol". Ze kijkt weer naar de bank en zucht. ..Mensen zijn het boeiendste, wat ooit gemaakt is", zegt ze, „mensen en man darijntjes". „Wat is dat nou voor flauwekul", roept haar man getergd, „hoe kom je nou ineens op die mandarijnen?". „Omdat mandarijntjes zo ongelooflijk lief zijn", zegt ze. LEO THURING Wie op Hellenburg 37 in Amsterdam-Buitenveldert in de keuken van een omroepspecialiste kijkt ontdekt ©en vrouw met alle courante ambities. „Jazeker ook ijdel. Ik zou een dwaas zijn als al die dingen me koud lieten". Bekentenis voor de spiegel: ik ben ijdel i wat zie je er mooi uit". - anders dan de meeste vrouwen. Niet op de doorzichtige glamour-toer van „meid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1970 | | pagina 9