Reisbureaus niet altijd prijzenswaardig
Transavia in de snellift
explosie in het sociaal
dank zij
toerisme
JOHN BLOCK:
CONSUMENTENBOND ONDERZOEKT DE WAAR
DIE TOERIST VOOR ZIJN GELD KRIJGT
970
KUONI
HET EINDE
OP het geduldig houtvrij papier van de
reisgidsen is er geen vuiltje aan de
lucht, geen smetje op de trijpen fau
teuils, geen vlekje op de strandstoel. Alle
hotels zijn „gerenommeerd", alle kamers
hebben „fraai uitzicht op zee". En geen
kwaad woord over de bediening, want die is
„af". En niets dan lof over de maaltijden,
want de chefkok is toevallig een baasje,
wiens lust en leven het is om zijn gasten
de godganselijke dag in de watten te leggen.
De conversatiekamer is uiteraard „smaak
vol" en de tuin „sprookjesachtig". En de
afstand tussen het hotel en het strand? Wat
zegt u? Een bagatel? Een wandelingetje
van niks? Je zou bijna denken, dat u die
folder zelf hebt volgeschreven.
Nederland wordt in deze weken weer
bedolven onder dit soort indianen-
kreten, die het goed-doorregen volk uit
de leunstoelen moeten sleuren. De olie
bollen zijn gezakt, de zes procent
vakantietoeslag wordt aan de horizon
al zichtbaar. Hoog tijd dus om het
vadsig nietsdoen af te zweren en met
een rood hoofd de bestemming te be
palen, waar „het geluk wenkt en de
zon gul en gastvrij schijnt". Een hei
dens karwei, want op de foto's zijn
alle hotels opgeblazen tot paleizen en
hebben alle privézwembaden de afme
tingen, die normaal worden aangehou
den voor openbare badinrichtingen in
gemeenten met meer dan 50.000 inwo
ners. Je worstelt je manmoedig door
de honderden pagina's, die alle zijn
gevuld met de smeuïge inhoud van de
jorca, Torremolinos (dat van de Con
sumentenbond het twijfelachtige predi
kaat „Valkenburg van Spanje" mee
kreeg), Istrië en Tunesië, dat eind
februari aan de beurt komt. In deze
populaire vakantieoorden werden alle
hotels gecontroleerd, die door de Ne
derlandse reisbureaus op charterbasis
worden verhuurd en daarnaast werden
alle loftuitingen uit de folders met de
werkelijkheid ter plaatse vergeleken.
Het resultaat? Een groot deel van de
aanbiedingen bleek op waarheid te be
rusten, maar de gevallen, die door de
zeef vielen, logen er ook niet om. Eén
van de reisbureaus had bijvoorbeeld
een fraaie foto gepubliceerd van hotel
Las Vegas op het eiland Tenerife. Er
stond bij, dat het hotel beschikte over
een eigen zwembad en inderdaad kon
matig enquêtes onder de lezers, die
hun vakantie reeds hebben doorge
bracht in het gebied, dat door Westen
dorp en Nicolai wordt onderzocht. Wat
Torremolinos betreft leverde dat een
score op van 81 tevreden reizigers,
45 uiterst teleurgestelden en bijna
80 mensen, die het verblijf maar zo zo
hadden gevonden. Tunesië daarentegen
kreeg adhesie van 96 procent van de
deelnemers aan de enquête. Klachten,
die op de formulieren regelmatig terug
keerden betroffen de beduidend min
dere kwaliteit van de dépendances,
waar men naar verbannen was en het
vertier, dat nergens op leek. Westen
dorp voegt daar waarschuwend aan
toe: „Je hebt natuurlijk altijd mensen,
die het nooit naar hun zin hebben.
Iemand klaagde bijvoorbeeld over het
(ADVERTENTIE)
toeristische slagroomspuit. je probeert
uit te vissen, wat is inbegrepen en wat
als extraatje door de hartelijke reis
leider uit je zak zal worden geklopt,
je ziet de gebruinde droompaardjes,
die hun leden losjes op het pittoreske
havenhoofd hebben gedrapeerd en ie
telt de bomen, waardoor je het sprook
jesbos allang niet meer ontwaart.
De keus. die je na eindeloos wikken
en wegen maakt, is uiteindelijk toch
een grote gok, want er is immers geen
reisbureau, dat u in vier kleuren de
sof van uw leven probeert aan te
praten. Die ontdekking doet u maar in
uw vrije tijd. Wat zullen we nou
krijgen: vakantie is immers een avon
tuur en er moet toch ook wat worden
overgelaten aan het initiatief van de
klant.
zelfs een bijziende klant de indruk
wekkende plas pal voor de ingang
ontdekken. Er werd echter niet bij
verteld, dat het hier het gemeentelijk
zwembad betrof en dat het eigen kik
kerbad onzichtbaar naast het hotel lag.
Reisgeweten
Opzettelijke misleiding? De heer D.
Westendorp, die samen met drs. H.
Nicolai het mobiel reisgeweten van de LSflfikosk
Consumentenbond vormt, houdt het
voorlopig op „slordige berichtgeving".
„Iedereen weet", zegt hij. „dat de
informaties van de kant van de reis
bureaus zeer onvolledig zijn. Dat kan
ook niet anders, want het gaat bij deze
entertainment in Torremolinos. De bur
gemeester had ons net daarvoor ver
teld, dat er in zijn dorp duizend bars
zijn. In een bergdorpje in de buurt
zagen we zelfs een bord met „Eet worst
van lange Jan" erop. Toch zijn die
enquêtes nuttig, want ze vormen een
controle op ons werk. Je bent er na
melijk na een bezoek van twee weken
nooit zeker van, of je niks over het
hoofd hebt gezien".
l de
Valkenburg
Om diezelfde klant een handje te
helpen is de Nederlandse Consumenten
bond (260.000 leden, die alles horen
over de kwaliteit van lucifers, haar
drogers, wasmachines, brommers en
andere menselijke verworvenheden)
twee jaar geleden begonnen met het
doorlichten van vakantiereizen. Aller
eerst moesten de Canarische Eilanden
eraan geloven en daarna volgden Ma-
objectieve voorlichting. Ze voelen er
niks voor om te zeggen, dat er een
heuvel tussen het. hotel en de zee ligt,
maar ze willen wel vertellen, dat de
afstand slechts tweehonderd .meter be
draagt. Dat je elke keer die rot berg
over moet is een zaak, die de klant
maar zelf moet ontdekken. En als ze
toevallig een hotel in de stad hebben
maken ze er meteen „unieke ligging in
het centrum" van. Je moet dan wel
met de ramen dicht slapen, omdat je
andere vergaat van de herrie, maar een
kniesoor, die daarop let".
De Consumentenbond houdt ook regel-
ADVERTENTIE
JOOST SIJBRANDIJ
voor de betere gebruikte automobiel
PAETS VAN TROOSTWIJKSTRAAT 7-13
DEN HAAG TELEFOON
070-90.11.00
A.N.W.B.-keuring altyd toegestaan.
Opvallend in de onderzoekingen van
de Consumentenbond zijn de prijsver
schillen tussen de aanbiedingen. Het
zelfde hotel op Tenerife was bij het
ene reisbureau zelfs 280 gulden per
veertien dagen duurder dan bij de
concurrent. Andere bestemmingen laten
prijsverschillen van 60 tot 100 gulden
zien. Een bekend reisbureau werpt
„San Felipe" op Tenerife voor 1485 op
de markt en een ander spreidt voor u
hetzelfde bed a raison van 1204. Dat
zelfde eerste reisbureau is ook
bereid om u voor 642 in hotel „Costa
Azur" onder te brengen, wat 26 goed
koper is dan precies hetzelfde arrange
ment van weer een derde. „De reis
bureaus", zegt Westendorp, „komen
achteraf altijd met het verhaal, dat
hun service beter is. Dat is echter in
99 van de 100 gevallen pur e lariekoek.
Het is gewoon een kwestie van calcu
latie. De één koopt scherper in dan
de ander, sluit voordeliger contracten
af, omdat hij de hoteleigenaar betere
garanties geeft".
Winstpunt
De speurtocht in Tunesië („We waren
er net, toen die overstromingsramp
kwam. maar zelfs op het ministerie
werd er met geen woord over gerept")
heeft onder meer als resultaat opge
leverd. dat de hotels van redelijk tot
zeer goed zijn, dat de barprijzen aan
zienlijk hoger zijn dan in Spanje, dat
er over het algemeen weinig vertier
is en dat de bediening even hoffelijk
als traag verloopt. De hotelprijzen zijn
vergelijkbaar met die van de Cana
rische Eilanden. Men kan al voor 575
gulden naar het eenvoudige Beau
Rivage in Tunesië, terwijl men voor
een vergelijkbaar hotel in Las Palmas
500 betaalt, maar dan zonder lunch.
De Consumentenbond raadt Tunesië-
gangers met vaderlijke klem aan om
in elk geval een deel van de vakantie
te reserveren voor een rondrit door
het fascinerende binnenland. Een Ne
derlander. die een dergelijke trip bij
een Nederlands reisbureau geboekt had
betaalde 512 gulden en kreeg achteraf
van de Tunesische organisator te horen
dat de tocht in feite 350 gulden kostte.
Uitzicht
Voor de nabije toekomst heeft de Con
sumentenbond Dubrovnik op zijn lijstje
staan en de kust van Montenegro in
Joego-Slavië. Ook reisdoelen, die dich
ter bij het Nederlandse bed liggen,
komen binnenkort aan de beurt. Ge
dacht wordt aan de Waddeneilanden,
de Rijnreizen en de dagtochten per bus
We zijn benieuwd hoe op Texel en ln
Wesbkapelle het uitzicht op zee uitpakt.
SCHIPHOL Als hij wasknijpers had verkocht verrekte goeie
met extra veiligheidsnippel voor windkracht negen- of Europese
vermaardheid had gekregen met zijn diagonaal gebakken krenten
brood, zouden de journalisten hooguit bij zijn 25-jarig zakenjubileum
enkele kolommen aan hem hebben gewijd. Er was dan sprake geweest
van de ,nog altijd vitale directeur", die hen had ontvangen in zijn „smaak
vol ingerichte werkkamer", waar hij met nonchalante weemoed zou
hebben verteld over het schuurtje bij vader thuis, waar het allemaal
begon. Hij zou hen na het tweede kopje koffie waarschijnlijk hebben mee
genomen naar de versleten werkbank, waar hij in de crisisjaren stom
toevallig zijn eerste wasknijper maakte. Zijn oude vader stond er hij en
keek er naar, maar denk niet, dat hij enig benul had van de geweldige
ontdekking, die zijn zoon deed. Laat hij trouwens eerlijk zijn: zelf zag hij
het succes nou ook niet zo duidelijk zitten en als je hem toen voorspeld
had, dat hij nog eens aan het hoofd zou staan van een wasknijperfabriek
met 1100 man personeel en vestigingen in veertien landen, waaronder
Ivoorkust en Alaska, had hij toch mooi gedacht, dat je een gaatje in je
kop had.
Bij John Block liggen de zaken ecli-
even anders. John Block handelt
vliegtuigstoelen en dat intrigeert de
luitjes. Daar komt nog bij, dat hij
riet zijn pendeldiensten naar de zon
erpletterende successen boekt en dat
:et de luitjes nog meer aan het den
ken. Toen hij ruim drie jaar geleden
met drie bejaarde DC-6-kisten op de
Nederlandse chartermarkt verscheen,
olgden de ouwe jongens zijn verrich
tingen aanvankelijk met het fraai ge
stileerde medeleven van een vader, die
donders goed weet, dat zijn zoon niet
deugt, maar hem toch de hand boven
het hoofd houdt. Diep in hun hart wa-
:e er echter van overtuigd, dat de
nieuwkomer een luchtkasteel had ge
bouwd, dat bij voorbaat onbewoonbaar
was. „Let op", zeiden ze glimlachend,
.als hij een half jaar verdei- is, vliegt
e geheid met zijn kop tegen de muur".
Toen John Block na een jaar pionieren
de balans van zijn wilde vaart op
maakte. had hij er met zijn drie vlieg
tuigen 3.100 luchturen op zitten én wa
ren 41.000 mensen met hem het zwerk
ingezeild. Een bemoedigend resultaat,
maar de kenners waren er toch niet
kapot van. De kenners vertrouwden er
met bijbels optimisme op, dat David
het deze keer tegen Goliath zou af
leggen en ze hielden de grafkransen
vast onder handbereik. Voortdurend
circuleerde in de kale wandelgangen
van Schiphol ook het gerucht, dat
Block op zijn laatste benen liep. De de
finitieve doodklap zou nog slechts een
kwestie van weken en in het ongun
stigste geval van maanden zijn. Block
moest in elk geval niet denken, dat hij
zich kon meten met de ouwe jongens,
die al jaren in de wolken waren.
Dat kwam dan wonder goed uit, want
ook John Block voelde er bitter wei
nig voor om de ouwe jongens treite
rend voor de voeten te lopen. Hij wil
de alleen een eigen wolk om op te
zitten en probeerde dat doel te berei
ken door uiterst omzichtig tussen ber
gen van ongeloof, afgunst en concur
rentie door te laveren. Daarin ver
schilde hij duidelijk van zijn oude
werkgever Martin Schroder, hemelbe
stormer, stuntman en enfant terrible
bij de gratie van een oeverloze lef.
Schroder hield van provocatie en zocht
de schenen persoonlijk op, maar hij
beschikte ook over de radar, die hem
op winst zette. Hij stampte schijnbaar
moeiteloos een bloeiend charterbedrijf
uit de drassige poldergrond van Schip
hol en pikte tussen hemel en aarde
een lief graantje mee uit de toeristen-
ruif. „Bij MAC heb ik het vak ge
leerd", geeft Block graag toe, „ik zou
trouwens niet weten, waar ik anders
terecht had gekund. Als je plompverlo
ren in de charterbusiness stapt, kom je
in een volkomen verdwaasde wereld,
waar je niks van begrijpt. Iedereen
praat over de romantiek van het vlie
gen, maar dat is er voor ons al lang
niet meer bij. Dit is gewoon een kei
harde zaak, die in feite op de grond
wordt uitgevochten. Een vent, die de
weg niet kent, raakt op een gegeven
moment reddeloos verloren".
Een tic
De basis, die John Block koos, deelt
hij wel met zijn Mac-ker Schroder.
„Bij de keuring kreeg ik te horen, dat
ik abosis I had. Ik dacht al aan een
lelijke afwijking, maar achteraf bleek,
dat je daardoor geschikt was voor de
vliegerij. Dus toch een tic. Ik ben ser
geant-vlieger geweest en daarna heb
ik me in de burgerluchtvaart gestort.
Rondvluchtjes gemaakt; met reclames
gevlogen. Als je over de pure roman
tiek van het vliegen praat, heb ik die
toen meegemaakt. Een gouden zorge
loze tijd. Na MAC heb ik nog even in
de reisbureauwereld rondgebanjerd en
toen kwam Transavia op de proppen.
Natuurlijk wist ik, dat het een zo goed'
als failliete boedel was. Die zaak had
den ze ondeskundig opgezet en op een
gegeven moment zaten ze op het vlieg
veld Beek bij Maastricht zo'n beetje
te sterven van de ellende".
„Ik wil geen vliegtuig met stalpoten"
„Ik ben er toch ingestapt, omdat ik er
genoeg brood in zag. Er waren wat ge-
interesseerden, die er geld in wilden
steken en ik had het gevoel, dat er
kansen lagen voor een waterdichte
chartermaatschappij. De ellende van
dat soort privé-ondememingen was het
gebrek aan know how. In het buiten
land schoten de chartermaatschappijen
als paddestoelen uit de gtond en ieder
een, die een paar centen over had,
kocht een kist. Die wild-westperiode
heeft de chartermarkt toen een tijd
lang die rot naam bezorgd. Vertragin
gen waren aan de orde van de dag en
als je de verhalen mocht geloven, was
er geen charterkist, waar de olie niet
uitdroop".
„Ik heb me vanaf het begin op het
standpunt gesteld, dat een charter
maatschappij kisten moet hebben, die
de vergelijking met de al gerenom
meerde maatschappijen moeiteloos
kunnen doorstaan. Natuurlijk kun je
dat probleem even gauw oplossen door
een hagelnieuwe Boeing voor 35 mil
joen te kopen, maar dan ben je na een
half jaar ook mooi kapot. Als Transa
via in 1966 gestart was met een nieu
we kist, hadden we de reis echt niet
gehaald. Zo'n aankoop is niet econo
misch en daarbij ook nog nutteloos,
want de IATA-maatschappijen stoten
him vliegtuigen toch af op een mo
ment, dat ze uit technisch en econo
misch oogpunt nog jaren mee kunnen".
Wat Transavia betreft: de trouwe, tra
ge DC-6-toestellen, die in de aanloop
periode van de maatschappij met
kunst- en vliegwerk optornden tegen
de snellere machines van de concur
renten, zijn inmiddels vervangen door
Caravelles, Franse paradepaarden, die
in de loop der jaren bewezen hebben,
dat ze veilig, vlug en geriefelijk zijn.
„De Carsvelle", zegt Block, „is voor
ons de ideale machine. Hel publiek
heeft een duidelijke voorkeur voor dit
vliegtuig en de eigenaar heeft er een
goed en goedkoop werkpaard aan.
Toen we de eerste Caravelle van Swiss
Air konden kopen, sprongen we dan ook
een gat in de lucht. Achteraf beschouw
ik die aankoop als het beslissende keer
punt in de geschiedenis van Transa
via. We wisten, dat we met onze pro-
pellortoestellen niet zo erg lang meer
vooruit konden, maar dat we nauwelijks
anderhalf jaar na de start al een up to
date straaltoestel aan onze passagiers
konden offreren, is voor ons toch ook
een grandioze meevaller geweest".
handelingen waren praktisch rond, toen
ze met de prijsdumping begonnen. Op
zo'n moment kun je natuurlijk zeggen:
„we hebben medegedeeld, dat het een
DC 8 wordt en we kunnen niet terug"
maar als het effe kan willen we toch
ook een beetje zekerheid. Wij kunnen
niet bij de regering aankloppen, als
we misgegokt hebben. Daarom hebben
we nu het besluit genomen om toch met
Boeing te blijven vliegen. Eerst met
een gehuurde kist, maar we streven er
naar om nog dit jaar een 707 te kopen.
Door de komst van de grotere 747 zal
dit type zo goed als zeker in prijs da
len en op dat moment zitten we te
wachten. Als ik nou vertel, dat we nu
al 30 vluchten op Los Angeles, 22 op
Tokio en 40 op Vancouver hebben, dan
is het dunkt mij toch wel een duide
lijke zaak, dat we genoeg emplooi heb-
Snellift
Prijzenslag
Transavia beschikt nu over vijf Cara
velles, waarvan er drie eigendom van
de maatschappij zijn. Zij zijn vooral
bestemd voor de vakantievluchten en
charteropdrachten op de korte afstand.
Voor de transatlantische vluchten werd
in 1969 voor het eerst een gehuurde
Boeing 707 ingezet, maar in oktober
kondigde John Block aan, dat Transa
via een tweedehands DC 8 zou kopen
voor het grotere werk. Inmiddels is
dat plan door de moordende prijzen
slag in het Noordatlantisch luchtver
keer alweer van de baan. „Toen die
vechtpartij tussen de IATA-maatschap
pijen nog niet was losgebroken", legt
Block uit, „was die aankoop van een
DC 8 beslist verantwoord. De onder
inmiddels is ook duidelijk geworden,
dat Transavia in de snellift zit. De cij
fers bewijzen het feestelijk: in 1969
werden 180.000 passagiers vervoerd en
daarnaast 10.000 ton-vracht verwerkt.
Het aantal vlieguren bedroeg 8.000.
waarvan 144 op de transatlantische
routes. De omzet bedroeg 30 miljoen
gulden. Transavia had daarmee zijn
vroegtijdige volwassenheid overduide
lijk bewezen.
„Toch", zegt John Block, „zullen we
dit jaar pas de echte grote klap ma
ken. De prognoses wijzen in de rich
ting van 275.000 passagiers, dat is bij
na 100.000 meer dan vorig jaar. Het
aantal vlieguren zal verder oplopen
tot zo'n 11.000 en voor het eerst zul
len onze machines ook over de Pool
vliegen .Wij hopen daarmee een omzet
te halen van 35 miljoen gulden. En dat
met 250 mensen en zes machines. Het
is natuurlijk een spectaculaire sprong
vooruit, maar het verzadigingspunt is
nog lang niet bereikt. Nu pendelen we
al naar 23 bestemmingen, dat worden
volgend jaar beslist meer. Barce
lona is nu al het Zandvoort van Span
je, de privé-badkuip van honderddui
zenden Nederlanders. Alleen op Barce
lona hebben we in de komende vijf va
kantiemaanden al 260 vluchten".
John Block tipt Spanje ook voor de ko
mende jaren als het belangrijkste va
kantieland voor de Nederlanders. „Als
ze in Spanje de prijzen in de hand
houden, zitten ze op fluweel". Daar
naast noemt hij ook Griekenland als
een groot toeristenreservoir. Hij voegt
er aan toe: „natuurlijk, als een juf
frouw op de televisie komt zeggen, hoe
erg "het daar is, zakt de markt weer
voor een tijd in elkaar. Maar dat is
maar voor even, de praktijk wijst dat
uit".
Ook de tweede vakantie betekent voor
Transavia een welkome nieuwe bron
van inkomsten. Nu al zijn er wekelijk
se vluchten op Tenerife, Alicante en
Malaga. In de wintersportbestemmin
gen ziet Block minder elastiek: „die
zullen nooit die vlucht nemen als de
warme oorden". Voor de verre be
stemmingen ziet hij de continuïteit als
een vervelend probleem. „Natuurlijk
kan ik straks 200 mensen naar India
brengen, maar na drie weken zal ik
er toch weer 200 moeten produceren. Ik
weet nog niet of er in een klein land
als het onze genoeg mensen zijn, die
zoveel geld over hebben voor een va
kantietrip. De vliegprijzen zijn nu al
scherp gecalculeerd en kunnen echt niet
veel meer naar beneden. Daar komt
nog bij, dat zo'n peperdure kist ln de
tussenliggende tijd zoveel mogelijk in
de lucht moet zijn".
Stalpoten
Wat dat betreft is John Block niet pes
simistisch. „Wij vliegen nu al in twee
uur naar Majorca. Als je met de
trein naar Valkenburg gaat, doe je er
nog altijd 2'/» uur over. Het vliegtuig
is de bus voor de moderne toerist ge
worden. Als straks het hoogseizoen
losbarst, dan gaat er hier op Schiphol
weer wat gebeuren. Bekijk ons plan
bord: alleen onze Caravelles zijn ln
juli al 1.910 uur in de lucht Onze
luchtvloot is voor de komende zomer
finaal volgeboekt, uitverkocht. Ik zou
er nog wel tien kisten bij kunnen heb
ben, maar wat heb ik er aan, als ze
na oktober aan de grond staan? Aan
een vliegtuig met stalpoten heb ik
niks".