LEIDEN MOET EEN SILHOUET KRIJGEN Sleutelstad krijgt zijn toren en de universiteit van de vrijheid.. Bouwkundig schepper Zanstra: LEIDEN „Ik heb zó geredeneerd: wanneer je nou de hoofdzaak van dit plan onder brengt in een bebouwing ongeveer ter hoogte van de in nokbebouwing die zo'n beetje in het oude Leiden bestaat dan speelt dat helemaal niet in het silhouet. Je merkt er niets van. Als je daar nou op zet een toren, maar dan ook zó hoog, dat-ie werkelijk torenachtig is, dan gaat dat ding van ruim 120 meter hoog een rol spelen in het silhouet van Leiden. Als je straks Leiden nadert, dan is Leiden herkenbaar geworden aan dat ene ding. Ik wil Leiden weer herkenbaar maken, de stad een silhouet geven. Dat je weer kunt zeggen: dat is Leiden. De hoge universiteitstoren geeft een draaipunt aan het silhouet, dat karakteristiek herkenbaar is voor Leiden in de landelijke ruimte. Ik geloof, dat de overheid van Leiden zich kan permitteren, vast te houden aan deze toren ook als uitdrukkingsvorm voor een belangrijke culturele zaak als de universiteit van Leiden is, binnenkort 400 jaar oud. Het stadsbestuur kan dan ieder ander die ook een toren wil hebben afwijzen met het argument: we hébben onze toren al in ons silhouet; dat hebben we con amore gedaan, omdat dit onze universiteit is die Leiden visueel her kenbaar maakt. Dat is eigenlijk mijn gedachte )eze verantwoording kreeg ik te horen, ik dezer dagen mijn weg had evonden naar het bureau van de heer Zamstra, architect en bouwer van het nlrversLtaiire bouwplan aan de Leddse Ifiifcte Singel, waar de a-faculteiten en Universiteitsbibliotheek een nieuw iven te wachten staat- Zijn bureau ian de zuidelijke periferie van imsterdam in Buitenveldert. Te midden an het geroezemoes op de Van ijenrodeweg is architect Zamstra en jn medewerkers bezig met zijn )renhoge levenswerk Na enig ver- ennnen in het kantoorcomplex (van af zal ik het over „complexen" ebben) trof ik een receptioniste als een oogblonde, zeer voorkómende en oogst estetische attractie Daèarom al rilde ik men zal het begrijpen architectenbureau voorlopig niet er verlaten. Maar er trof mij méér. zag grafieken en statistieken in con- asterende kleuren- Architectenbureaus /ertuigen in onze dagen door „cleane" fficiency, cerebrale indeling en een quick lunch" tussen de zakelijke be- rijven door ts om er plotseling mee op te hóuden- Een componist of een schilder zegt ook niet, als hij vijfenzestig ls. nou maak Ervaringen Het is natuurlijk wel een beroep, waarin ervaring een belangrijk element ts Vroeger kwam het niet voor, dat heel Jonge architecten in aanmerking dik, kort gebouw geworden ondanks rijn hoogte. Ik heb niemand gesproken, die dit beter vindt dan het o<n-si>ronke- lijke plan" Waarom de Zamstratoren in Leiden zo enorm hoog moet worden vond de schepper gemakkelijk te beantwoorden. Alleen de B-faculteiten nemen met hun nieuwbouw over een aantal jaren al een ruimte in beslag, die groter is dan het oude Leiden binnen de vestinggrachten- En wat betreft de literaire faculteit, de centrale interfaculteit van wijsbegeerte, _!xtra-demensie ouwroeester Zanstra ontving me in koel-kalme ruimte, die toch geen idruk van improduktieve rust gaf. Zijn □lumineuze kamer scheen een extra- ^^Jimensie van vaart te hebben, zoals ^^T?mmige gestroomlijnde interieurs van isbureaus Hel deed me ook denken in de comfortabele „snelheid" van een ooking office. Architecten van onze •r jaren lijken berekend op goede oorui*zichten op een volgend millen- hard en solide. Voor een niet ige wij de in laat-twimtigste-eeuwse (instructies waart de inspiratie liet zo op liet oog aanstekelijk ond- Om achter blanco tekenpapier «en vleug van op te snuiven, moet een getalenteerde vakman zijn. anstra is zo'n man, dacht ik, die een niversi/ta i-re gigant op Leiden en de lekomst loslaat. In het verloop van gesprek heb ik, al etend en schrij- end, kunnen besluiten, dat dat een _-r is, die de details componeert ot een matodont, die vele decennia noet trotseren, een man die bouwele- nenten een ziel geeft Schepper Zanstra »1 Leiden ..z'n toren" geven -ersiteit vam de vrijheid" een krachtige impuls, waarmee de ïuwwisseliing gepasseerd moet worden. te jol 'resikhaaf fat architect Zanstra zo allemaal in in leven heeft gebouwd, is een heel erhaaL „Werken in deze orde van rootte heb ik nooit eerder gehad- Wel eel grote woningcomplexen, een groot onkel centrum ook Het winkelcentrum resikhaaf in Arnhem-Oost bijvoor- leeld (waar ook het Leiderdorps ge- ïeentebestuur zich heeft laten voor- chten, T.P.), maar dat is een heel implex, waar vijfhonderd woningen ij staan, tachtig winkels en waren- izen en geweldige kantoortorens. Dit eigenlijk meer een stukje stadswijk, at vorig jaar gereed is gekomen", at bureau van de heer Zanstra. waar- ook de collegae Gmeliig Meyling en te De Clerq Zubli zijn geassocieerd, oudt zich veel met de woningbouw ezig- Er wordt met grote getallen ewerkt; in Arnhem 9taat een complex bijna duizend woningen op stapel, iti Dat zijn natuurlijk grote werken", zei ntrac e heer Zanstra me. „maar meer een rresp apeling, een repetent van hetzelfde ypew lemenit, wat bij zo'n universiteit hele maal niet het geval is" et stukje Buitenveldert waar we te waren, is ook door het bureau kinstra ontworpen, vier grote won.ng- antoorblokkenlorens aan de Van ijenrodeweg. Het architectenbureau gt prettig buiten de infernale bij - omstigheid van hot straalverkeer in ze t-|e lucht ..Ik zit er net naast", aldus f heer Zanstra tevreden. Hij werkt in de noordzijde van het gebouw, aan zuidkant wordt men overspoeld met ■n ontoelaatbaar aantal decibels, die n de zoveel minuten een aantal men- •n dichter bij een neurose brengen it naargeestig verschijnsel wordt be- r aderend omschreven met „geluidstrog" .if f „de bulderbaan van Schiphol", Het ;n p aat aan de heer Zanstra voorbij, hij t buiten de trog te rijeferen en te eheppen Het bouwen in een bulder- aan laat hij voor rekening van de .ebouwkundlgen van de stad Am- irdam; architecten zoals hij zijn in sbedebouwkundige bouwplannen lechts „invullers" van het Dlan od een itectonisohe manier, ïhitect Zanstra wil best voor zijn iftijd uitkomen, want al mag hij het ■lgend jaar aanspraak maken op OW. zijn levens- en werkritme zal iet veranderen. Dat vindt hij het >rrecht van een vrij beroep, je wordt a pensioengerechtigde leeftijd Iwangen er acuut mee uit te scheiden. [Vooral als je werk dan bovendien niet „living" uitmaakt, maar ook hobby is waarvoor je grote belang- :lling hebt, dan is het zo'n belangrijk Je leven, dat hert eigenlijk mal kwamen voor grote opdrachten, omdat men die liever in handen gaf van mensen, die het gevoel gaven op dat gebied een heel grote ervaring te hebben. In de crisisjaren, m 1932, richtte de heer Zanstra zijn bureau op. Je kon toen maar moeilijk aan de slag komen. Nu, na de oorlog, leven we in een periode van steeds toenemende of in elk geval gelijk blijvende bouw activiteit, dacht architect Zanstra- „Ik geloof, dat hieruit blijkt, dat de eco nomen de problemen veel beter iin de hand hebben. Toen ik als twintigjarige jongen uit Friesland me in Amsterdam vestigde, was zeven jaar na de eerste wereldoorlog de hoogconjunctuur van de Amsterdamse school het fanta serend spel met beton en baksteen al afgelopen, de periode van De Klerk en Kramer, De Bazel was ook al dood. Het was gedaan met bouwen tijdens de geweldige werkeloosheid. Op het ogenblik is er voor iedereen in dit vak werk, wel een heel verschil, hè? Er worden nu ook veel grote opdrachten gegeven aan longere mons«n Heel* De heer Zanstra laat hel koud, dat zijn Leids project doet denken aan de pa meren schepping van collega Nervi in Den Haag- Het eerste, afgekeurde, ont werp kent hij niet. alleen het laatste, waarbij de oorspronkelijke hoogte is teruggebracht tot. zevenitig meter. „Nu eie je weer hoe gevaarlijk zoiets is, want achteraf ls niemand er gelukkig mee. want zeventig meter ls natuurlijk ook nog flink hoog. Hel is nu een heel de faculteit van de godgeleerdheid en dan kunstgeschiedenis, archeologie, prentenkabinet, maar ook de universi teitsbibliotheek daaraan vast. waarom heeft hel universiteitsbestuur deze zaken ook met naar buiten gebracht? Het antwoord daarop is geweest: om redenen van relatie werkgebouw-woon- gebied „Het is duidelijk, dat je van de mensen, die in het gebied werken waar de B-faculteiten komen Itot ver ten westen van de rijksweg Den Haag Amsterdam) en dat geldt de gehele universitaire gemeenschap moeilijk kunt verwachten, dat de meeste op die grote afstand van het werk in de oude stad willen blijven wonen Als je nu ook de A-faculteiten naar buiten stuurt, verplicht J« bijna die mensen ook buiten te gaan wonen. Daarom staat dit projeot mi in de onmiddellijke na bijheid van <ie oude universiteit aan het Rapenburg, ook al omdat het geen toestand zou zijn als die duizenden elke dag op en neer zouden gaan pendelen van huis naar hun werk en terug met gent&toriseerd vervoer. Voor .de binnen stad zelf en voor het verkeer daarin is vestiging van de faculteiten een heel we kunnen niet zoveel parkeerruimte maken, dat iedereen met z'n lelijke eend of Amerikaanse wagen daar maar binnenkomt. Die oude stad kan nu woongebid blijven Dat is het grote voordeel van de nabijheid van dit nieuwe gebouw met de oude gebouwen". Het tweede punt is de plaats Er moest een geweldig groot bouwprogramma op. „Er zijn naar mijn mening een paar mogelijkheden: óf je zegt, het kan er niet op óf het kan er wel op, maar dan moet je kiezen tussen hoog en laag. In het laatste geval zou het een gebouw worden van meer dan tweehonderd meter lang, met een hoogte variërend van vijfentwintig tot vijfendertig meter. Dat kan niet anders- Dat is zo hoog en gigantisch, dat het de hele schaal van de oude stad ter plaatse zou vernielen. Het zou werken als een muur Kijk maar hier in Amsterdam met een ge bouw als het belastingkantoor (paleis) aan de Wibautstraat. Gewoon een aan tasting van de schaal van de biirnen- „Die Leidse binnenstad is mooi, maar heeft geen verticale elementen. Er is vroeger een keer in de middeleeuwen een toren bij de Pieterskerk geweest, maar die is ingestort- Sindsdien was het silhouet van Leiden bescheiden, wel mooi hoor, maar pastoraal met die lange nokken van Pieters- en Hoog landse kerk met hun dakruitertjes.- zo heel lief en bescheiden in dat vloeiende 9ilhouet Aan het einde van de vorige eeuw en het begin \pn de twintigste is dat silhouet bedörven door een ring van gashouders, meelfabrieken, schoor stenen Di-e lelijke hoge elementen heb ben hét silhouet van Leiden sterk be ïnvloed. De laatste tientallen jaren zijn er de nieuwbouwflats bij gekomen en als je nu Leiden van verre nadert, er vaar je een hybridische, amorfe silhouetvorming, heel anders dan bij voorbeeld Delft, Utrecht, Zierikzee, Amsterdam en ga maar door" De universiteit is voor Leiden van eminente betekenis. Ook architect Zanstra is daarvan overtuigd- „In de middeleeuwen bouwde men te midden van kleme huizen ln een kleine stad een stuk schaaldtscrepantic: een ge weldige kathedraal, een oceaanstomer van een gebouw. De middeleeuwer wilde iets dait van grote betekenis was voor de gemeenschap ook een grote voim geven. Dat ls ook deze universi teit voor Leiden". Dit moet in het silhouet herkenbaar zijn volgens sil houettekenaar Zanstra. Volgend jaar oktober moet de zaak effectief op gang komen. Met het vierhonderdjarig bestaan van de uni versiteit moet het faculteitsgebouw in gebruik genomen kunnen worden, in 1974. Dat is al heel vlug. Toen de heer Zanstra zijn opdracht kreeg, zag hij het nog niet allemaal zó voor zich „Je krijgt een heel boek van honderd pa gina's, wat je eerst terug moet brengen tot een eenvoudige zaak wil je ermee kunnen werken. Alles wat erin moet zitten, is langzamerhand ontwikkeld door >een bureau, dat zich uitsluitend bezighoudt met het maken van bouw programma's. Een Delfts bureau, BSB, Bureau Samenstelling Bouwprogram ma's, heeft mede op grond van zijn ervaringen in het buitenland een pro gramma opgesteld, waarmee idereen ook de overheid, zich kon verzoenen. Een groots karwei Dat programma heb ik me eerst eigen moeten maken- Een .UNIVERSITEIT IS VOOR DEZE STAD VAN ENORME BETEKENIS" heel gecompliceerde zaak. vorm moet geven" De heer Zanstra heeft nu een bouw kundig organisme geschapen, waarin dat formidabele programma Zo gunstig mogelijk is ondergebracht. Het ontwerp biedt ook de nodige flexabiliteit om in de toekomst nog eens veranderingen aan te brengen. „Zo'n toren is in wezen niets anders dan een kern met daar omheen een open ruimte, die je om de 1,80 meter kunt indelen. Die een meter tachtig ls de formule waarop alle schema's zijn afgestemd. Je kunt wan den erin zetten en er weer uitnemen, die wanden zijn namelijk niet dragend"- Kleine afdelingen Het grootste voordeel voor het ge bruik van die toren vindt de architect, dat de afdelingen, die erin worden ondergebracht, allemaal betrekkelijk klein zijn. Ze beslaan meestal niet eens een hele verdieping de grootste zelfs net meer dan twee verdiepingen wat wil zeggen, dat wanneer je ze in een gestrekt gebouw zou onderbrengen, je allerlei afdelingen zou moeten passeren om bij je eigen faculteit te komen. De heer Zanstra vindt het niet zo erg om een eind W» lopen, maar het is natuur lijk wel storend voor de afdelingen waar je doorheen moet. Het gaat nu allemaal in één ruk door; de snellift brengt student of hoogleraar mot een snelheid van één verdieping per se conde op de plaats van bestemming. „Ik voor mij geloof, dat in beginsel deze opzet de enig mogelijke is. Als die toren niet gebouwd had kunnen worden had men naar een ander terrein moeten Mijn gastheer, die zijn banaan-van-de- lunch met een begrijpelijk gevoel voor oongruëntie in schijfjes sneed, trachtte mij (als volslagen leek op bouw gebied) uit te leggen ho« het ontwerpen in zijn werk gaat „Nou ja, je gaat van groot naar klein, hè, mot ontwerpen. Als je zo'n programma good in je hoofd hebt en je begiijpt wat er eigenlijk in moet, (voorat die bibliotheek is een veel in gewikkelder organisme dan liet hoge faculteitsgebouw) dan kun je beginnen Die bibliotheek is een probleem apart. Het faculteitsgebouw is een verzameling van vertrekken,* collegezalen voor der tig, maar ook voor vierhonderd man natuurlijk, ook wel een probleem. Maar voor je weet hoe precies de gang van het boek is in de bibliotheek, je moet ook weten waar het publiek zich mag bevinden, waar de ambtenaren thuis horen, waar de verschillende looplijnen elkaar moeten ontmoeten, waar ze niet door elkaar mogen lopen- Dat 1b een in gewikkelde structuur" Het is in het buitenland gebleken, dat waar je de faculteiten een interne ver binding geeft met de bibliotheken, bet bezoek aan die bibliotheek geweldig toeneemt. Men ziet er niet meer tegen op naar de bibliothek te gaan, want men is er al. Dat is heel belangrijk. Voor beelden vindt Je in Duitsland, waar in Bonn sinds de stichting van de biblio theek bij de faculteiten het bezoek aan de boekerij vervijfvoudigd is Ook de nieuwe Vrije Universiteit van Amster dam krijgt een dergelijke opzet Hel Leidse boekenmagazijn krijgt tweeën eenhalf miljoen boeken te verstouwen. De ontwerpfaze is nu afgelopen Het bureau Zanstra is thans bezig met het maken van bestektekeningen. Er kan nog van alles veranderd worden, de eerste paar jaar. totdat de heer Zanstra zegt: „Nu moet u het precies weten, heren, op welke verdieoing u Frans (de taal) wi-lt hebben. „We werken en tekenen er net zo lang aan als de bouw duurt. Je blijft te kenen tot het bittere end- Dan is er weer een portiersloge en een balie hier en een kantine die ingericht moet worden Dat gebeurt in een heel laat stadium; dat moeten we allemaal te kenen". Het versieren van het gebouw laat de heer Zanstra over aan de anderhalf-procentsregeling (van de naakte bouwsom) voor opdrachten aan beeldende kunstenaars „Dit ding zal zo ongeveer zeventig miljoen kosten", zei de heer Zanstra losjesweg, „als bouwkosten. Niemand draait tegen woordig zijn hand meer om voor een miljoen, want die gulden onfwaardt zo snel,..." „Geweldig", vond hij. toen ik hem vertelde, dat Heineken in Zoeter- woude gaat bouwen voor honderd miil- loen; „geweldi, honderd miljoen voor bier...., maar die honderd miljoen is niet meer wat het vroeger war" Architect Zanstra heeft niet alleen grote dingen gemaakt in zijn werkzaam leven, ook kleine- Een paar kerken ook, zoals „de Ark" in Amsterdam „Dat zijn van die liefhebberijen, weet u wel. Het zijn weinig functionele opgaven, die kerken. Behalve met de bouwsom heeft de ar chitect hier een zeer grote vrijheid van handelen. Geen boek van honderd pa gina's bouwprogramma Het programma van een kerk kun je altijd op één klein blocnotevelletje schrijven Het gaat om de atmosfeer, de sfeer in de ruimte «elf en ook dat is heel sterk aan ver anderingen onderhevig Ik bouw op het ogenblik een kerk in Rotterdam, in Ommoord, die gebouwd wordt door een combinatie van de gereformeerde, her vormde en katholieke kerk. En die kant moet het natuurlijk ook uit. Het vs eigenlijk te gek, dat die ruimten die «o weinig gebruikt worden, maar op gesplitst worden voor ieder kerkgenoot schap afzonderlijk. Ik vind het heel aardig, zelfs wel mooi, dat daar in Rotterdam die drie grote kerkgenoot schappen elkaar gevonden hebben"- Berlageprijs Oe heer Zanstra dacht, dat het me wel zou interesseren te weten, dat hij die veel in Den Haag heeft gebouwd de eerste Berlageprijs heeft gekregen, een vijfjarige architectuurprijs van de ge meente Den Haag, die acht Jaar ge leden voor het eerst werd uitgereikt. Een prijs, waarop de bouwer Zanstra toch wel trots is. Het accentueert zijn verdiensten en het zegt ook, hoezeer men in het milieu van opdrachtgevers gelukkig is met zijn uitdrukking vam vorm geven. De Flies Zanstra al heeft hij zijp domicilie in huiselijke kring gekozen aan de Amstel, waar de zeventiende eeuw rond de Majpere Brug nog na/trillt in het twintigste-eeuwse verkeer rond om („hoewel het er 's zondags dorps- kalm is") hij blijft een noordeling maakte op mij de indruk, dat hij elke opdracht koelbloedig tegemoet treedt. Hij denkt nuchter en zakelijk, maar zijn visie is niet bperkt- Hij gaat effectief mt gegevens om, maar noodzakelijke eisen verwerkt hij met een kunstzinnige zwier wanneer hij zijn creativiteit in betrekking tot de ruimte brengt. Ruim telijk lijnenspel en silhouet, dat worden de Zanstratrekken, die ook de niet- exaote contreien van de nieuwe Leidse universiteit zullen kenmerken. Re ge loof, dat zelfs de tegenstanders van het hoogrijzende project aan de Witte Singel er ongewild een openbaring in zullen vinden. Enkele jaren woonde architect Zanstra in Parijs, voor een bouwmeester een klimaat waar hij ja en nee op kan zeggen Wel heeft hij een mening ge vormd, dat Le Corbusier de grootste bouwer van deze eeuw is- Overigens heeft hij ervaren, dat de Fransen nu en dan ervan getuigen, dat zij veel geld willen investeren in nieuwe ideeën. Nieuwe ideeën, die in Nederland zo moeizaam van de grond komen, vindt de heer Zanstra. „Hier vragen ze gauw: wat is het nut, dat het afwerpt?" Volgens architect Zanstra vertoont de Nederlandse architectuur thans alge meen een vrij behoorlijk gemiddelde met weinig geweldige uitschieters. „De Nederlandse architectuur gaat gebukt (nou ja, gebukt) onder het stempel van een sterke bevoogding door de overheid. Dat heeft z'n positieve en negatieve kanten- De Belgen zijn wel eens jaloers op de Nederlandse overheidszorg, die bij ons vaak als een rem wordt ge- Mijn gastheer heeft veel bewondering voor het gepresteerde Ln vroeger eeuwen. „In de zeventiende eeuw kwam een bouwwerk vaak van het initiatief tot de ingebruikneming binnen twee jaar tot stand. Ik 9ta verbaasd over die prestaties, ook wat de snelheid betreft; dat deden ze maar eventjes zonder ge bruik van hulpgereedschappen zoals wij, met kranen en zo. Er "waren na tuurlijk wel zwermen van bekwame arbeiders; maar je wrijft je wel je ogen uit Op de bouwplaats komen nu heel weinig mensen te pas, maar in onze tijd kost het bouwen een ont zettend lange tijd van voorbereiding Tot zover architect P. Zanstra, wonend en werkend in Amsterdamdie de ge wichten ran de Leidse universiteitsklok sinds het initiatief van Willem van Oranje na vierhonderd jaar weer heeft opgetrokken en Leiden een eigen, spe cifiek silhouet wil geven. Eenkick voor veel Leidenaars van vandaag, maar onze achterkleinkinderen zullen niet beter weten - TON PIETERA -vijst. Nu nog maquette, straks

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11