KEES,
DE CRACK,
heeft nog
'klein klusje'
op te knappen
Soms denk ik: „De mensen zien
in mij
een speelgoedpop'
TIMMERT AAN
OLYMPISCHE SPELEN 1972
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1969
Van
sportredactie
AMSTERDAM Kees Verkerk, de wervelwind van
de Zuidhollandse eilanden, heeft zijn hagelwitte
Mercedes ditmaal in Amsterdam geparkeerd. De
kernploeg traint. Kees, de crack, draait zijn rondjes
met de flair van een zelfbewuste routinier. De
bulderstem van commandant Leen Pfrommer, de
oren verstopt zijn onder een door moeders gehaakt
calotje, gaat geheel aan hem verloren. Ter gerust
stelling: het Puttershoekse schaatsfenomeen heef
pure kracht niets, maar dan ook werkelijk
niets ingeboet. Het is dezelfde Keessie van weleer:
een praatgrage vedette, getapt bij zijn makkers en
ambitieus als nooit tevoren. Per slot van rekening
heeft hij nog een klein klusje op te knappen. Wat
°al denken Dag Fornaess en Göran Claesson wel, de
r broekies? Die komen nota bene pas kijken. Dag
"«Fornaess „de Noorman" heeft hem, Kees Verkerk,
"jjnachtigste regent van 's werelds ijspiste, wel een
uropese en een wereldtitel afgesnoept, maar
dat was toch een vergissing. Gewoon een kwestie
even rechtzetten.
bovendien, Kees Verkerk heefit sinds kort meer
)lichtingen tegenover het schaatsvolk, dat zich nu al
iffelend in de handen wrijft over al dat ijskoude
veld, dait al zo snel weer zal losbarsten. Liggen daar
niet vijfduizend hard en zacht gekafte „Heya-Keessies"
tte wachten op afnemers? Dertig cent voor de schrijver
{de Rotterdamse journalist Ger Bestebreurtje,), dertig
cent voor het onderwerp, de Puttershoekse crack Kees
Verkerk. Nee, wat Kees Verkerk betreft zit het allemaal
wel goed dit jaar- En daarom krast het fenomeen
wederom gracieus over het ijs. Die heerlijk stijlvolle rit.
waar de schoonheid van een jarenlange routine vanaf
valt te zien. En dan dat bochtenwerku weet wel,
ene beentje over het andere en met de knuisten op de
rug, soepel het rechte stuk op. De kenners langs de
kant hebben het allang gezien: voor de vijanden van
Kees Verkerk is het oppassen geblazen. Ze zullen hem
niet meer krijgen, die Fornaess en Claesson.
Blijft natuurlijk nog de vraag wait het fenomeen ertoe
heeft aangezet zijn memoires te schrijven. Hij is nog zo
Jong (28) en de mogelijkheid, dat hij en zijn ghost-writer
er in de toekomst een triologie uitetampen, dient zeker
niet uitgesloten te worden. „Het begon eigenlijk allemaal
bij de Nederlandse kampioenschappen- Cottaar zei tegen
me: „Kees, als je soms 'wart kwijt wil, je belt me maar".
Ik dacht, waf wil die venrt nou. Hij zal toch zeker geen
boek bed'oelen Ik. denken natuurlijk, hè- Hert zou toch
niet gek zijn, een boek over Kees Verkerk. Fred Anton
Maier had er ook al een geschreven. En daar kreeg hij
'n vijftienduizend gulden voor- Cash in het handje
;n ook Dag Fornaess in de pen klom, was de kogel
>r de kerk. Dart begrijp je wel Dag Fornaess, puh, wart
?ft die peuter nou meegemaakt".
tijd, dat jij er ook iets aan gaat doen, Verkerk,
ik togen mezelf Eerst heb ik over Spaak en over
>men nagedacht. Maar uiteindelijk is het Gerrit
worden, 's Avonds nam ik de recorder mee naar bed
dan begon ik te praten- Na een half uurtje ging dat
ng als een gek te keer Het bandje was afgelopen. Ik
dacht, verrek, nou heb ik in een half uur een boek
geschreven. Dart kan natuurlijk niet. Er zijn tenslotte nog
;n paar bandjes, ik geloof zo'n stuk of drie, bijgekomen.
heeft zijn vrouw twee weken ontslagen en heeft zioh
Jgesloten om aan het boek te werken".
Toen ik het resultaat zag, kon ik wel janken
ijdschap. Eerst had ik enorm de pest in gehad- Elke
ig hing Gerrit aan de lijn. Kees, is die tijd
oed. of weet je dart nu wel zeker Ik zei, Ger, als je
log ene keer belt, dan kan je voor mijn pai't barsten r
ijn
gd
„Het is voor een specifieke stayer verrekte moei
je hele boek Nu ben ik er zo trorts op ails een pauw. Ze
vliegen de deur uirt. Vóór de Olympische Spelen wil ik
een tweede deel schrijven- Je weet nooit wat er in do
tussentijd gebeurt".
Wel snor
Wel, als het aan Kees Verkerk ligt, knalt het in de
winter. Hert zit hem en zijn schaatsvrienden eerlijk
gezegd een beetje hoog, dat de Hollandse vlag niet meer
boven alles uitwappert. Toen „Keessie" na zijn zoveelste
wereldreis op de schaats afhaakte om op verhaal te
komen, begon het te bruisen in zijn bloed. En tussen
het tappen van pilsjes in pa's etablissement, tussen het
openen van winkels en tussen het voetballen met de
kernploeg door, trainde Kees Verkerk tot de stukken
eraf vlogen Hij, de onttroonde vedette, gunde zijn
lichaam geen rust. 's Morgens in Puttershoek, als de
veerman net op kwam en de nachtwaker zijn laatste
rondje fietste, zette Kees Verkerk het op een lopen- De
bevolking zag hem gaan, blakend van werklust- En
knipoogdehet zaït wel snor met hun Kees.
Verder wist niemand in heel schaatsminded Nederland
iets af van de intentie waarmee het idool zijn frustraties
te lijf ging. Het zat aan het kastje gekluisterd, waarin
Ajax naar de hoogste toppen van de internationale roem
klauterde. Totdat het kwik angstvallig begon te dalen en
de dagen kort en koud begonnen te worden. Ajax
verdween in de herinnering en Keessie kwam van stal.
Ard Sohenk werd er gemakshalve maar bijgehaald. Het
schijnt het koppel, uiterlijk dan, niet zo erg te deren-
„Als je populair bent", weet Kees, „wordt er beslag op
je gelegd. Startschotje lossen, zaken openen, pilsjes tap
pen in een nieuw café. Ik heb er geen bezwaar tegen.
de sprint goed onder de knie te krijgen".
Dus bleef Kees Verkerk dezelfde geslepen jongen- Nog
altijd even rap van de tongriem gesneden. Een gladde
causeur, die hetgeen hij kwijt wil, kwistig debinteert
en al het andere opsluit in zijn brantikast. Een
rondje vooi" het huis (het clubgebouw van de
Anistel .Tigers op de Jaap Edenbaap), een hand
handtekening op een gipsbeen van een verlegen
kunstrijdstertje, dart er als troostprijs een boek onder de
prijs bij krijgt en een collegiaal advies aan kernploeglid
Ari Eriks. ..Mooi geval", onthult Kees Verkerk
ongevraagd. „Vanavond hebben we getraind. Morgen
ochtend weer en zondag zijn er wedstrijden. Ik heb
het nog niet nodig om in topvorm te zijn Ari wel. Die
vecht A-oor een plaats in de uiteindelijke kernploeg. Die
zal zich zondag moeten uitsloven- Dus slaat hij morgen
ochtend de training over. Als hij vier van dergelijke
weekends heeft, kiest hij voorlopig vier trainingen. Dat
kan zo'n jongen zich niet veroorloven- Want als hij
naar de wereldkampioenschappen mocht gaan, is hij toch
mooi vier trainingen kwijt".
Grote gevaar
Er wordt geschaatst daar in Amsterdam, Deventer en
Heerenveen. waar de K.N.S.B- haar levende reclame
stationeert. Schaven vooral aan de sprint, de maraithon
voor een stayer. „Het grote gevaar is dan", zegt Kees
Verkerk, „dat je je andere afstanden verwaarloost- Maar
aan de andere kant. als je op zo'n sprint bij de eerste
tien kan eindigen, met één seconde, hoogstens, verschil
met de topsprintei-s, dan zit je natuurlijk wel goed. Dat
maak je wed goed op de overige afstanden- Als je aan
zo'n sprint begint.' sterf je duizend doden Het is
voor een specifieke stayer verrekte moeilijk om de
sprinit goed onder de knie te krijgen. Een echte sprinter
stapt uit zijn bed, draaft in recordtijd over de baan.
Als ze klaar zijn zeggen ze, goeie dag. ik heb het
gehad. Maar wij moeten, om een redelijke sprint te
rijden, de techniek van drie afstanden combineren. Een
vijftienhonderd meter rijd je met alle twee de armen
los, een vijfduizend met een arm langs het lichaam en
de tien kilometer met alle twee de armen op de rug.
Wij hebben op het CIOS veel kort werk godaan, maar
dnarrpee ben je nog geen hardloper op de schaats.
Het allermooiste hè, weet je wat ik het allermooiste
zou vinden? Als je zo'n echte' sprinttrainer naar Neder
land zou kunnen halen. Zoiets als in het kader van de
internationale trainersuitwisseling. Leen Pfrommer een
paar weken naar Duitsland of weet ik waar naar toe
en Thormed Moem, de trainer van Erhard Keiler, een
paar weken hier. Moet je eens kijken naar de resultaten'
Pleidooi
Op zo'n avond ails hij wat warm is gedraaid, hoef je er
bij Kees Verkerk alleen maar een muntje in te gooien.
De rest komt vanzelf Hangend over de bar in het
intieme clubhuis steekrt Kees Verkerk vervolgens een
pleidooi af voor de misdeelde schaatsers. Hij schat dat
het de vijfentwintigste keer is diie maand. Maar het
plezier waarmee hij zijn spraakwater laat lopen, is er
nierts door gesleten. De vonken vliegen er nog steeds af.
„Eigenlijk zijn wij schaatsers kinds- Een werkweigeraar
krijgt wel centen van de regering. Een invalide ook.
Maar de schaatsers moeten maar zien hoe ze zich
redden. Men moet vooral niet vergeten, dat wij van
oktober tot maart zo goed als werkeloos zijn. Dan
vangen we geen cent. Jazeker er zijn wel mogelijkheden,
maar dan kom je weer in de knoop met de amateur
bepalingen. Zolang dat nog gebeurt, moet er ieder jaar
weer geld bij- We krijgen vijfendertig gulden in de week
(Wordt binnenkort verhoogd tot waarschijnlijk honderd
gulden Red.) Per jaar moeten we dan zo'n dikke twee
duizend gulden bijpassen. De Noren hebben er wel een
regeling A-oor. Als die een maand van huis zijn, krijgen
ze loonderving. Die knapen kunnen gerust gaan trouwen.
Wij niet Anders zat je elke dag in de rats of je vrouw
wél centen heeft om brood te kopen. Want het geld
dart er is, hert» jij in je zak".
..We hebben al eens voorgesteld, dart de ijsolubs grotere
subsidies moesten hebben. Dan kunnen zij ons het geld
botalen, dat we. sociaal gezien, nodig hebben- We
hebben gevraagd of het riet mogelijk is dat een groot
bedrijf ons adopteert. Daar steekt toch geen kwaad
achter Maar dat is ook al in srtrijd met de amateur-
bepalimgen- Nu kunnen wij wel loonderving krijgen,
maar er is geen geld Dan schiet je nog geen snars op.
De K.N.S-B. kan hot ook niet helpen. Die krijgt een
subsidie van de N-S.F., zoveel geld van de recettes en
de contributies van de leden. Zo'n voorbereiding vain de
complete kernploeg kost ongeveer een ton. Weg centen-
Vroeger had je alleen Henk van der Grift en Rudi
Liébrechrts, maar nu staan er vijf heren aan de top. En
dan heb je nog enkele dames".
„Ik heb er d'it jaar veel over nagedacht En op een
gegeven moinerit 'zie je eensklaps de oplossing. Maar
dan denk jé weer, waarom zal ik het aan de grote klok
hangen? Het valt toch niet te realiserenVeronderstel
eens, ik denk nu even hardop, als je de twaalf beste
topsporters van Nederland selecteert, Ada Kok gaat
dan met nummer acht badpakken verkopen in een sport
zaak. Kees Verkerk gaat met nummer rier schaatsen
verkopen in een andere sportzaak. De rest vertoont films,
vimral in het land En als dat dan gedaan is, gaan we
allemaal voor halve dagen werkenDe middag betaalt de
gemeente van de plaats waar de sportman woont Dat
kost niks, er woven toch geen vijftig topsporters in
zo'n plaats. Zelfs in Amsterdam niet Dat moet je alle
maal eens voor de t.vvertellen. Dan zeggen ze, daar
heb je Verkerk weer met zijn grote bek"
Ridicuul
Kees rit er een beertje mee. maar het zal hem im ieder
geval niet weerhouden van zijn verpletterende revanche
op de Noorse scheatsbop. Dat er ook nog enige Russische
deelnemers zijn pad kunnen doorkruisen, schuift Kees
Verkerk als ridicuul terzijde. „Die hebben een dreun
gehad Die zien we voorlopig niot meer terug Weert je
voor wie ik als de dood ben? Voor Jan Bols en Per
Willy Guttormsen .Ta. Dag Fornaess en Göran Claesson.
die ook een beetje- Maar eigenlijk is er vorig jaar niets
gebeurd. Goed. ze hebben me gepakt. Maar dart kwam
alleen door die rot vijfhonderd meter. Toevallig gebeurde
„Kees Verkerk, zeggen ze, die is niet te verslaan.
Die rijdt zo vreselijk hard".
dat allemaal in Deventer en dat doet je wel even pijn.
Maar in feite Is alles bij het oude gebleven Wij hadden
pech en ik raakte mijn titels kwijt- Zij hadden geluk
en warden kampioen".
„Soms denk ik wel kêns, 'dat» de mensen mij zien als een
speelgoedpop, die je alleen maar hoeft op te winden om
zeker van succes te zijn- Kees Verkerk, zeggen ze, die is
niet te verslaan. Die rijdt zo vreselijk hard. Maar ze
vergeten vaak, dart er altijd nog factoren zijn, die je
met in de hand hebt. Ik vind het wel prettig hoor, al die
mensen, ik zou er niet buiten kunnen Als ik die krij
gende massa hoor, dan denk ik. Verkerk, da's voor jou.
Dan bijt ik op mijn tanden En dan pers ik alles uit
mijn lichaam Mij krijgen jullie niot vandaag, jongens,
ik heb de mensen wat beloofd".
Keelgat uit
„Er is een tijd geweest, dart het me allemaal niets meer
deed, dat hele schaatsen. Ik zat mot Anton Geesink in
Japan en promprt daarna vloog ik naar de wereld
kampioenschappen in Londen. Een moordleven. 's Avonds
ging ik uit naar bars Dat de mensen dat zo gezel hg
vinden Op een gegeven moment kwam het mijn keelgal
bijna uit. Ik spoog ervan. Dan zei ik, Kees. jongen, er
gaal toch niets boven schaatsen- Ook al kost hert .ie
handen vol geld. Als jij erin slaagt een wereldrecord te
rijden op de tien kilometer, als je pas de benen uit je
lijf gereden hebt op de vijfhonderd, de vijftienhonderd
en de vijfduizend, dan is schaatsen een machtige sport".
En daarom gaat hij door. Kees Verkerk, de wervel
wind van de Zuidhollandse eilanden.
(Van
redacteuren
MüN'CHEN Bijna driehonderd meter
fioog staat de Olympiatoren in Mün
chen (met draaiend restaurant, net als
Euromast in Rotterdam) met rode
:n verbaasd te knipogen over een
itad, die in 1972 de Olympische Spelen
haar muren zal hebben. Dit
.binnen de muren" is tamelijk letterlijk.
*ant het gehele olympische gebeuren
München speelt zich, met uitzonde-
ng van het zeilen in Kiel, vrijwel bin-
en de stadsgrenzen af. dank zü de aan-
ezigheid van een oud militair oefen-
(Oberwiesenfeld), opgesmukt
i kunstmatige met bomen en
«esters beplante heuvel van oorlogs-
München is bereid de zaken groot
te pakken. Er wordt gedraafd, ge
en en geslaafd oin straks de vele
-tieten en de geschatte tweeëneenhalf
niljoen bezoekers behoorlijk waar voor
geld te geven. München timmert
^Pgewekt aan zijn Olympische Spelen.
groot aanpakken in München
biets bijzonders- Een „kleintje pils
ït je met twee handen aanvatten en
glaasje wijn is een volwassen wa-
trglas- De Olympiatoren zou de hoog-
Europa zijn als de naijverige
postberlijners er niet een schepje beton
venop hadden gedaan. Dat zijn, op
ftchzelf, geen problemen, zonder dat ge-
gd kan worden dat daarmee de pro-
|lemen voor München opgelost zijn.
ïünchen bezit namelijk een verstopt
usgat: de Stachus. Dat is, ergens in
et centrum van de stad, een plein met
iwe poort. Als gevolg van on-
tecfiluidelijke magische invloeden heeft
?re Münchenaar, en niet-Münche-
r, deze Staehus nodig. De Münche-
i'r omdat hij niet beter weet en de
t-Münchenaar omdat hij toch in de
(uurt is en München wil zien. Het ge-
een permanente verstopping. De
verkeersdeskundigen van München
moeten er niet aan denken, dat idem
zoveel miljoen olympische bezoekers al
lemaal tegelijk door de Stachus willen.
Vandaar dat er een plan uitgekiend is.
dat de verstopping opheft en iedere al
dan niet Olympische bezoeker een vrije
doorstroming door München waarborgt.
Een plan van ondergrondse verbindin
gen en bovengrondse wegkruisingen.
Ondergrondse
Hel München van dit moment biedt een
merkwaardige aanblik. Overal in de
stad liggen schachten en molshopen- De
Münchenaars lopen aarzelend over be-
modderde planken waaronder diepe af
gronden gapen- Daar gaat straks, op een
gemiddelde diepte van zestien meter
(met een maximum van dertig) de Mün-
chener ondergrondse lopen. Geen recent
plan, maar het aanwijzen van München
als olympisch centrum heeft plannen,
die over dertig jaar liepen, samenge
perst tot een bestek van een luttel aan
tal jaren. En omdat het toch allemaal
Olympische Spelen is wat de klok slaat,
heeft men er nog maar vier kilometer
olympische ondergrondse bij versierd
teneinde de bezoekers het belevt
de Münchener binnenstad niet te
ontberen
Diep onder de klinkers en het asfalt
van de stralen gromt en graaft een
enorme mechanische mol zich een weg
onder de funderingen van de oude bier
kelders. En bovengronds vlechten ver-
keersexperts hun betonnen geasfal
teerde knooppunten en hun aan- en af-
voerwegen. Het zijn allemaal enorme
investeringen, maar de stad kan er :n
de komende decennia mee vooruit.
Alles bU elkaar
De organisatie van de Olympische
Spelen 1972 heeft een belangrijk ding
voor ogen staan: „Alles moet zoveel mo
gelijk bij elkaar blijven". Dat is gelukt
met een uitzondering: dc Olympische
zeilwedstrijden zijn jn Kiel. De Chiem-
see bijvoorbeeld is. wegens de grillige
Alpenwinden, voor zeilen niet zo ge
schikt. Dit „alles bij elkaar" betekent,
dat het Olympische dorp op zeer korte
afstand ligt van de plaatsen waar de
prestaties geleverd moeten worden,
over het algemeen niet verder dan 1300
meter. Aan het onderkomen van de at
leten is de uiterste zorg besteed: be
hoorlijke kamers en niet meer dan twee
op één kamer.
Hetzelfde geldt voor het perscentrum-
Uit alle macht is ernaar gestreefd de
verwachte vierduizend journalisten een
optimaal werkklimaat te verschaffen
Iedere journalist krijgt in het perscen
trum een eigen kamer met televisie. La
boratoria voor het ontwikkelen van
kleuren- en zwartwit films staan tot on
middellijke beschikking. Er is, uiteraard,
in het perscentrum een uitgebreid ver-
houdingsnet (datzelfde is trouwens aan
wezig op de kleinere perscentra voor die
genen, die onmiddellijk en ter plaatst
moeten doorgeven) en er zijn zelfs spe
ciale, strikt aan de pers voorbehouder
wegen met elektrowagens van en nas
de plaats van handeling, waarvan he
gewone publiek geen gebruik mag mi
leen. Tenslotte richten erkend grote va
renhuizen dependances op, waar alle
le koop is, zowel in het perscentrum al
in het Olympisch dorp.
München houdt trouwens aan deze bei
de projecten iets over: het perscentrur
wordt, na de Spelen, uitgebouwd lot ee'
satellietstad waar 25.000 mensen (kindei
rijke gezinnen) zullen kunnen wonei
en in het Olympisch dorp zullen 14.001
studenten (München heeft er ongevee
30.000) een onderkomen vinden.
En wat zeggen de Münchenaars van da
alles „Nou, het zal wel knap duui
worden met die Spelen. En zie dan maai
eens dat de prijzen omlaag gaan....'
Hoe dat alles gefinancierd wordt, is niet
helemaal duidelijk. De Spelen alleen al
kosten bij de situatie van nu 1.15 mil
jard mark, maar dan mogen de grond-
stofprijzen (zoals staal) niet stijgen. Stad.
staat (Beieren) en Bondsrepubliek ne
men ieder een adequdat deel op zich
„Maar", zo zei men ons, „het zal er wel
op neerkomen, dat de Bondsrepubliek
het leeuwendeel zal moeten betalen.."
De maquette van het Olympisch terrein: 1. Het Olympisch stadion yoor 80.000 toeschouwers. De tentachtig. bedekking is yan D|,yi»|a.
aan stalen palen 2. Sporthal. 3. Het rwemstadion. 4. Wielerbaan. 5. Oefenterreinen. 6. Kleine sporthal. 7. Olympiatoren f289 meter hoog met draa"fnd
restaurant. X. 4 heater. 9. Olympt.ch dorp (12.000 atleten). 10 Radio en T.V.-centrum. 11. sportvelden. 12 station ondergrondse. 13. station bovengronds