Jongeren Oud-katholieken willen in hun recht staan GAAN HISTORISCH TIJDPERK TEGEMOET Mgr. Marinus Kok coadjutor van oud-katholieke aartsbisdom Utrecht ZATERDAG 29 NOVEMBER 1969 DEN HAAG. Inspraak, medezeggen schap, medebeslissingsrecht. Kreten, waar van onze maatschappij zo langzamerhand *Ra ?op haar grondvesten staat te trillen, lot: Aula's worden bezet. Universiteitscom plexen bestormd. Een kweekschool gaat ,plat". Arbeiders bezetten de fabriek, Groeperli die het niet meer nemen. Voor hen is de maat vol. Zij protesteren, want, zeggen ze. „wij staan in ons recht". Er is weer een groep, die het niet neemt. Weer een groep voor wie de maat vol is. Weer 4'ongeren. Jongeren, die protesteren, omdat ij niet in hun recht staan. .Kinderen worden wel gezien, maar nieit ge- tioord", een oud gezegde, dat onze wetgever im en moet hebben geklonken, toen hij het getal 21 neerschreef voor degenen, diie wettelijk ^ifvolwassenen zijn. Toen hij 20 neerschreef voor de ndet-wettelijk volwassenen om ingelijfd te vorden bij het vaderlandse leger. Toen hij de leeftijd van 16 jaar vaststelde om gestraft te kunnen worden door een andere rechter dan kinderrechter. Toen hij 25 neerschreef als ninimumleeftijd om lid van het parlement te vorden en 30 om zonder"toesténming van ou ders te trouwen. ,Voor u, over u, maar zonder u",- daar willen vele jongeren vanaf- Eén lijn. Ndet op je acht tiende naar het front gestuurd worden door een regering en parlement, dat je niet hebt nee mogen kiezen. Een groep jongeren, af komstig uit allerlei organisaties (Plattelands- ongeren, politieke jongerengroeperingen, COC, echolierenvereniglngen en studentengroepen) verken aan een protest tegen de willekeur op ïbied van leef tij dsgrenzen van onze wet- Zij vormen een commissie leeftijdsgren en, d!ie de discussie over deze zaak levendig Absoluut arbeidsverbod tot 14 voor de magische leeftijd van 21 jaar aan voor onmondigen. Ze hebben geen werkelijk eigen verantwoordelijkheid. „Toestemming van ou ders of voogd", een regeltje, dat op vele for mulieren staat. Ouders of voogd moeten wet telijk bepalen of Jan verzekeringspolissen gaat verkopen, koeien melken of mag gaan stude ren. Maar Jan moet het doen- Als hij op ka- Leeftijdsgrenzen: 16 jaar: 18 jaar: 18 jaar: 18 jaar: 20 jaar: 21 jaar: 21 jaar: 30 jaar: trouwen meisje trouwen jongen alle films zien in dienst strafrecht meerderjarig stemmen trouwen zonder toestemming ouders Is ook een struikelblok Jongeren kunnen wor den verplicht tot overwerk. Het minimumloon gaat in op 24-jarige leeftijd. Van 21 tot 23 jaar geldt dikwijls een jeugdloon. Vreemde situaties Onze wetgever heeft niet voorzien, dat zijn vaststellen van allerlei leeftijdsgrenzen vele vreemde situaties kan veroorzaken. Zo kan een meisje van 16 met toestemming van haar ouders trouwen, maar ze mag nog steeds niet naar een film voor achttien jaar Een jongen van 18 mag een natuurlijk kind erken nen, maar tot zijn 21ste heeft hij een hand tekening van ouders of voogd nodig om een paspoort aan te vragen. Iemand van 18 Jaar is volgens het burgerlijk wetboek niet meer derjarig, volgens ons strafrecht wel. Jongeren dragen al vroeg verantwoordelijk heid, vooral diegenen, die werken of een grain stichten. Zij zijn tegenwoordig veel beter ge ïnformeerd dan vroeger. Lichamelijk zijn zij eerder volwassen dan vroeger. Het is hierom, dat de commissie leeftijdsgrenzen meent, dat de meerderjarigheid gekoppeld moet worden aan de leeftijd, waarop men bepaalde verant woordelijkheden gaat dragen en waarop men elementaire rechten krijgt. Mensen, die deze rechten hebben moeten, volgens de commissie leeftijdsgrenzen, op alle niveaus kunnen mee- Tot 16 jaar geen toegang tot mers wil gaan wonen om te studeren is er zon der toestemming van de ouders geen mogelijk- Verlaging heid- De jongeren zien dit alles als blokken aan het been. Groen achter de oren Nog groen achter de oren. Dat is de tiitel van een discussiekrant, die de werkgroep deze week de wereld instuurde en waarmee ze weer een poging doet belangstelling op te wekken voor de leeftijdsgrenzenproblematiek. In de discus siekrant wordt de meerderi arigheidsgrens van 21 jaar als centrale moeilijkheid gesteld. Aan deze leeftijdsgrens zitten de meeste blokken- aan-het-been vast. Medezeggenschap, medebeslissings recht, verantwoordelijkheid. De jeugd schreeuwt om zeggenschap. Vooral voor scholieren en studenten vormt de* leeftijd van 21 jaar een struikelblok- Maat schappelijk gezien worden vele jongeren onder de 21 als volwassenen bestempeld, voor de wet echter niet. (Kopen ze een kostuum worden ze aangesproken met meneer, voor de kanton rechter heten ze meestal Piet of Jan). School- direoties, overheid en andere instanties zien hen Studerende jongeren Blok-aan-het-been 1: Financieel blijft een stu derende afhankelijk van zijn ouders tot zlj-n 279te jaar. De overheid gaat ervan uiit, dat de ouders de studie betalen. Verdienen deze te weinig, dan kan er worden bijgepast door beurzen of studievoorschotten. De ouders ont vangen kinderbijslag en land eraf trek en een studerende kan pas als hij 21 is dat geld op eisen als de ouders weigeren hem te onder houden. Getrouwd of niet, tot zijn 27ste blijft hij afhankelijk. Blok-aan-het-been 2: De studerende onder de 21 is nog niet handelimgsbekwaam; hij kan geen wettelijke verantwoordelijkheid dragen voor zijn handelingen- Dilt betekent dat soho- lierenverenigingen geen rechtsgeldige overeen komsten kunnen sluiten. Dait zij geen konink lijke goedkeuring voor hun vereniging kunnen krijgen. Daarbij moeten steeds de ouderen be trokken worden Ook al mogen de minderja rigen het spelletje soms aardig meespelen, m werkelijkheid berust de verantwoordelijkheid bij de ouderen. Blok-aan-het-been 3: Er zijn nog steeds leef tijdsgrenzen voor het afleggen van examens en toelating op scholen. Het nut van deze girenzen is niet altijd even duidelijk- Door al deze wet telijk vastgelegde regels worden scholieren en studenten (soms tot de leeftijd van 27) aan het handje gehouden door de volwasenen. De werkende jongeren kampen ook met moei lijkheden rond de leeftijdsgrenzen- Jongeren van vijftien jaar hebben geen wettelijk recht op vormingswerk. Bij de gratie van hun werk gever kunnen zij soms een dag per week deel nemen aan het vormingsonderwijs. Overwerk Verlaging van de meerderjarigheidsleeftijd- Dat willen de jongeren. Tegenwerpingen als zouden jongeren onder de 21 jaar nog niet op het verstandelijk niveau zijn, waarop ze verant woordelijkheid kunnen dragen worden door hen niet geaccepteerd. Er lopen in onze maat schappij immers ook ouderen rond, die dit verstandelijk niveau missen. Protest tegen willekeur van leeftijdsgrenzen wetgever t.a.v. Maar ndet alleen meerderjarigheid op lagere leeftijd speelt voor de jongeren een rol. Zij willen één lijn, één of zo weinig mogelijk leef tijdsgrenzen. Voor stemmen, voor gekozen worden, voor inlijving bij het leger, voor recht op minimumloon, voor zitting in de onder nemingsraad, enz- enz. De jeugd eist verant woordelijkheid. De jongeren willen meepraten, meebeslissen. Maar dan niet zonder een poot om op te staan. Ze willen voortaan ln hun reciht staan. CEES VERSCHURE. Tot 12 jaar strafrechtelijk niet vervolgbaar. Gratis vervoer per trein AMERSFOORT Als de Oud-Katholieke Kerk aan Rome meldt, dat zü een opvolger heeft gekozen voor de volgend jaar met emeritaat gaande 'artsbisschop van Utrecht, dr. Andreas Rinkel, herneemt zü daarmee, na een onderbreking van 70 jaar, de oude traditie, zoals die bestaan heeft linds bet ontstaan van de Oud-Katbolieke gemeenschap in Nederland om- F* treeks 1700. Telkens ontving het episcopaat dan de banvloek vanuit Rome L ils antwoord: WJJ erkennen uw bisschoppen niet, heette het dan. Die tod voorbü. Paus Paulus zal een boodschap van heil sturen met de vurige vens, dat de betrekkingen tussen beide Kerken steeds beter en hechter togen worden. nwording met lome steeds neer een feit als het rooms-katholieke episcopaat !an Nederland zijn zin zou krijgen, kardinaal Alfrink, gezien de litmuntende relaties tussen de Kerken, oor handoplegging mede voorgaan bij le bisschopswijding in de Gertrudis kathedraal in Utrecht op 7 december, federland is rijp voor een dergelijke doorgevoerde vorm van eenheid ussen de Oud-Katholiéke en Rooms- katholieke Kerk. Maar, zoals deze week >ekend is geworden, de curie in Rome, ïame het secretariaat voor de enheid, dat van deze wens op de loogte is gesteld, heeft het laten af beten. Deskundigen zeggen: „Rome is geneigd de mogelijkheden die in "s land liggen voor de eenheid tussen •aide Katholieke Kerken te onder- ennen"- dan zou inderdaad 7 december 969 de volgende historische gebeur- ems zijn ln het intensieve toenaderings- roces RomeUtrecht. De eerste viel ho; P november 1966. Op die dag werd ijdens een liturgische bijeenkomst in Oud-Katholieke kathedraal van 5p It recht een aanbal belemmeringen weg enomen voor het officiële gesprek ussen beide Kerken. Er werd een ien isschoppelijke studiecommissie op ent ericht. die zich met het onderzoek van onf e theologische geschillen zou bezlg- ouden, terwijl een „conventus pas- 5rum" (vergadering van pastores uit o aide Kerken) de praktiseh-pastorele raagstukken onder de loep zou nemen. Beide ooanmis9ies hebben nu drie jaar gewerkt met uitzonderlijke resultaten: theologisch zijn de vragen zover uit gediept dat eenwording geen moeilijk heid meer zou zijn En praktisch is men in verschillende parochies reeds tot de nauwste samenwerking gekomen, zoals in Rotterdam waar in twee gevallen op alle mogelijke terreinen tot en met intercommunie en intercelebratie (pries ters van beide Kerken gaan gelijk tijdig voor in eucharistievieringen voor gemengde parochies) gezamenlijk de pastoraal uitgevoerd wordt. Op 7 november 1966 ook hebben kardinaal Alfrink en mgr. Rinkel gezamenlijk de zegen uitgesproken- Ook in dat geval speelde de pas gekozen opvolger van aartsbisschop Rinkel een centrale rol- Oecumenisch Marinus Kok (53). momenteel pog pre sident van het Oud-Katholieke semi narie te Amersfoort en daarvoor pas toor te Den Haag (1958—1968) is van huis uit een oecumenisch geïnteresseerd man. Reeds in zijn studententijd hield hij zich met de toenadering van de Kerken bezig. Vooral kerkhistorisch, wat bij het gesprek RomeUtrecht van groot belang is gebleken. Rond de verzoeningsplechtigheid van 7 november schreef hij,' samen met de Groningse historicus prof. dr. J. Tans, het boek „RomeUtrecht". Tijdens de bijeenkomst in de Gertrudiskathedraai hield hij een toespraak onder de titel „Historische terugblik op het schisma RomeUtrecht", terwijl in het tijd schrift „Oecumene" een bijdrage ver scheen, getiteld „Het betreurde schisma RomeUtrecht". Alles duidt erop, dat mgr- Kok een historische analyse van het schisma wil geven met een beoordeling ervan van uit onze tijd. En dan is het hem wel duidelijk: het Utrechtse schisma is een achterhaalde zaak, die op korte termijn in het reine gebracht moet worden. Hij hoopt dan ook, dat tijdens zijn episco paat de eenheid in alle opzichten een feit wordt. Hij zegt: „Achteraf bezien is die verzoeningsplechti'gheid van 7 november 1966 het einde van het schisma „de jure" (volgens de maat staven van het recht). „Defacto", in de praktijk, moet nog het een en ander gebeuren Niet zozeer theologisch, wat betreft de dogma's over Maria van 1854 en 1950 en dat over de pauselijke onfeilbaarheid van 1870. Bij de toe naderingspogingen stoot je vooral op wederzijds onbegrip in de parochies, al moet ik toegeven dat gespreksgroepen en pastorale experimenten de laatste Jaren daarin al heel wat verbetering hebben gebracht. Maar je kunt niet van eelite voltooide eenheid spreken zolang integratie in het parochieleven nog niet helemaal mogelijk is, waarbij de ge zamenlijke eucharistie centraal staat". Telkens keert die datum 7 november 1966 in ons gesprek terug- Toen immers liet - Rome officieel de eis vallen tot ondertekening van het „formulier van Alexander de Zevende", daterend uit 1655. Tevens werd de „Bulle Unigeni- tus" van Clemens de Elfde" uit 1718 als achterhaald verklaard. Hiermee wordt de blaam van de Oud-Katholieke Kerk afgenomen, als zou deze zwaar besmet zijn met Jamsenistisch-ketters vuil. Zoals bekend is deze beschuldiging een van de redenen geweest waarom de Kerk van Utrecht in het begin van de achttiende eeuw haar eigen weg Missiegebied Toen de reformatie in de zestiende eeuw Nederland overspoelde, ver klaarde Rome de Katholieke Kerk in Nederland tot missiegebied. Er werd een apostolisch administrator aan gesteld. Mgr. Kok: „Wij zijn het met deze visie van Rome nooit eens ge weest- Het Utrechtse kapittel immers heeft er altijd voor gezorgd, dat er nieuwe bisschoppen kwamen- Dat door de theologische strijd tussen wereld- clerus en ordegeestelijkheid, vooral de Jezuïeten, op de spits gedreven door de politiek van Lodewijlc de Veertiende, een scheiding ontstond onder de Neder landse katholieken, is onze schuld niet". In 1700 werd Codde beschuldigd van Jansenisme, afgezet als aartsbisschop van Utrecht; de eerste apostolisch ad ministrator werd benoemd. Dit was voor een deel vam de hier gevestigde geestelijkheid reden om Rome de rug toe te keren. Van die tijd heeft dit deel van de clerus de Oud-Katholieke lijn voortgedragen onder de naam Oud- Bisschoppelijke Clerezie- ln 1889 geven de bisschoppen een ver klaring uit, waarin zij stelling nemen tegen de opvatting van de pauselijke onfeilbaarheid, zoaLs.die Ln 1870 door Rome tot dogma uitgeroepen werd. Men zegt daarin uitdrukkelijk, dat er" geen bezwaren bestaan tegen het „historische primaatschap": de paus als bisschop van Rome is de „eerste onder zijns ge lijken". Gelijktijdig wordt het Maria- dogma van 1854 (onbevlekte ontvange nis) verworpen. Daarmee lis voor Rome de maat vol. Telkens wanneer de Oud- Katholieken hun bisschopskeuze aan Rome melden, wordt de banvloek uit gesproken- De Oud-Katholieke Kerk in Nederland telt momenteel drie bisschoppen, dertig priesters en ongeveer twaalfduizend leden Sinds 1889 heeft de nationale kerkformering zich ook elders in Europa en de V.S. voortgezet. Al deze groeperingen zijn gefedereerd in de Unie van Utrecht, waarvan de Utrechtse aartsbisschop voorzitter is (recht van de oudste). Struikelblok Mgr. Kok: „Het struikelblok m de relatie tussen de Rooms- en de Ouü- Katholieke Kerk is en blijft vooralsnog de pauselijke onfeilbaarheid en zijn primaatschap, althans zoals Rome zich dit voorstelt- Pasgeleden hebben de Oud-Katholieke theologen een congres gehouden in Bonn over het kerkelijk gezag. Zij erkennen dat sinds 't tweede Vaticaans concilie een nieuw denken over het primaatschap is binnen gedrongen. Het Petrusambt moet dienstig zijn aan Christus, aan zijn Kerk en aan de wereld Bepalend is niet de macht die de paus heeft, maar zijn plicht om in alle beslissende situaties het initiatief te nemen, zodat de hele christenheid zich kan uitspreken. Het geloof kan belijden en de eenheid zichtbaar pre sent stellen. Vergelijk de visie van deze theologen nu eens met wat Hans Küng in zijn boek over de Kerk schrijft: is dat niet precies hetzelfde denken over het pauselijk primaat: een gezag, dat zich typeert, niet door macht maar door dienstverlening". En wie de bisschop pensynode in Rome (oktober jongst leden) goed gevolgd heeft, zal ook daar dit geluid gehoord hebben, zowel uit de mond van de bisschoppen als uit die van de paus (slottoespraak). „Er is iets aan het groeien, dat de andere Katho lieke Kerken direct aanspreekt", aldus bisschop Kok- dels de officiële bisschoppelijke com missie van theologen uit bedde Kerken gevoerd wordt, is afgerond. De knel punten op leerstellig terrein zijn onder zocht, Binnenkort worden de studies in boekvorm uitgegeven. Maar ook op prakitisch-pastoraal terrein is de toe nadering een eind gevorderd. De ver gadering van pastores van beide Ker ken heeft van beide episcopaten in ons land de goedkeuring gekregen voor samenwerking op alle mogelijk terrein. Principieel zijn deze zaken ook inter nationaal aanvaard: voor de Oud- Katholieken tijdens een congres in Ztirich (eind 1968) en even later voor de Rooms-Katholieken tijdens een samenkomst met het Romeinse secre tariaat van de eenheid. Er is toen een nota opgesteld, die begin februari van dit jaar aan de paus is toegestuurd- Nog steeds is hierop geen antwoord ont vangen, Is ze wel onder de ogen van de paus gebracht, is nu de vraag. De rooms-katholieke theoloog dr. F. Thijs- sen is momenteel in Rome om de zaak te onderzoeken. Mgr. Kok: „Als Rome niet positief reageert op de bisschopswijding, noch op de nota, zullen we deze experimen ten moeten stopzetten- Hoe betreurens waardig het ook zou zijn, voor de hél derheid van het gesprek zou zo'n be slissing noodzakelijk zijn. We mogen de Kerken geen ficties voor ogen houden- Anders ligt het natuurlijk met de gespreksgroepen, die in alle plaatsen waar beide Kerken parochies hebben, bestaan". Zal mgr Kok de laatste oud-katholieke bisschop van Utrecht zijn? Hijzelf zegt erover: „Je kunt op de duur moeilijk met twee bisschoppen in één stad zitten. Dat geldt ook voor Haarlem. Ik hoop dat ik de volledige hereniging mag meemaken. Maar zover zijn we nog niet. In ons land liggen de zaken niet zo ingewikkeld- Maar juist als voor zitter van de Unie van Utrecht zal ik ervoor moeten oppassen, dat ik geen breuk veroorzaak tussen de oud-katho lieke gemeenschap in ons land en die daarbuiten. In Duitsland en Zwitser land doen zich geen noemenswaardige problemen voor- Maar ln Oostenrijk, en vooral in Polen en de V.S., liggen de verhoudingen heel anders". Intussen kan bisschop Kok, die voor zitter is van de bisschoppelijke com missie RomeUtrecht en ook zitting heeft in de nationale raad van Kerken, Instaan voor een werkelijk pluriforme ontwikkeling van de Kerk van Christus in Nederland. Juist als vertegenwoor diger van een relatief kleine groep, die niet opgaat in juridische structuren, noch m absolute vrijzinnigheid, kan hij zorg dragen voor een evenwichtige ba lans binnen de Nederlandse christen heid. JOEP SPITZ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 13