WIJ DUITSERS MOGEN NIET VERGETEN... His master's voice of bliksemafleider? ,WIE NIET HOREN WIL, MOET MAAR VOELEN" DEN HAAG De eerste officiële daad buiten zijn eigen land van Gus- tav Heinemann, president van de Duitse Bondsrepubliek is een staats bezoek te brengen aan Nederland. Een land dat hij kent van vele, hier door gebrachte weekeinden. Een land, waar van hij weet, dat het tot in het diepst van de nationale ziel geschokt is over wat tussen 1940-1945 gebeurd is. Pre sident Gustav Heinemann is een man, die de moeilijkheden niet uit de weg gaat. Hij heeft de loodzware last van een regime, dat hij verfoeide en dus bestreed, op zich genomen en gaat daarmee naar de bewaard gebleven voorgevel van de Hollandse Schouw burg aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam, waarachter zich het mo nument bevindt voor de joodse slacht offers uit die gruwelijke jaren. Presi dent Gustav Heinemann hoopt daar iets, zo niet alles, van deze last achter te kunnen laten. Dit bezoek aan de Hollandse Schouwburg is, in het kader van het totaal van een staatsbezoek, mogelijk geen groot programmapunt; de geste als zodanig is wellicht beslis send voor de toekomstige verhoudin gen tussen Nederland en de, democra tische, Duitse Bondsrepubliek. Het zijn de schijnbare kleinigheden, die ver houdingen totaal kunnen veranderen. ZATERDAG 22 NOVEMBER 1969 ^•eB.OREN op 23 juli 1899 in Schwelm (Westfalen). Student in rechtswetenschap pen, economie en geschiedenis in Münster, Marburg. München, Göttingen en Berlijn. In 1921 gepromoveerd tot doctor economie en in 1928 tot doctor in de rechtsweten schappen. In 1928 juridisch adviseur en procuratiehouder van de Rheinische Stahl- werke. Van 1933 tot 1939 docent mijnrecht en economisch recht aan de universiteit in Keulen. Speelde van 1933 af een grote rol in de door de nazi's vervolgde Bekennen de Kerk. In 1945 lid van de raad van de Duitse Evangelische Kerk en lid van de commissie buitenlandse zaken van de Wereldraad van Kerken. Als zodanig deel genomen aan de vergaderingen van de Wereldraad in Amsterdam (1948), Evanston (1954), en New Delhi (1961). Hij was een van de oprichters van de CDU. Van 1946 tot 1949 bekleedde hij het ambt van Ober- bürgermeister van Essen. Van 1947 tot 1950 afgevaardigde van de CDU in de landdag in Düsseldorf. In die periode was hü tevens minister van Justitie van Rijnland-West- falen. Minister van Binnenlandse Zaken in het eerste kabinet van Adenauer; trad ar wegens het zonder parlementair overleg herbewapenen van Duitsland. In 1952 be dankt als lid van de CDU en betrokken bü de oprichting van de Gesamtdeutsche Volks partei. Deze partij werd in 1957 opgeheven, waarna Heinemann lid werd van de SPD. In 1957 gekozen als lid van de Bondsdag. In 1966 benoemd tot minister van Justitie in het kabinet-Kiesinger. Op 5 maart 1969 gekozen tot president van de Bondsregering. Gustav Heinemann heeft tal van werken op juridisch en theologisch gebied op zjjn naam staan. doen te hebben met een intellectueel, die de grondprincipes van een probleem raar hun waarde schat, daaruit de lo gische gevolgtrekkingen maakt en hier van niet afwijkt. De scherpte van zijn intellect wordt getemperd door een goed begrip voor de betrekkelijkheid van de dingen en door een ietwat droge, maar daarom juist s» ontwapenende humor. De bon-mots" over Heinemann zijn le gio. Wellicht behoort hij tot die zeld zame mensen, bij wie de verbluffende observatie en de logica van het kind, dat hij ooit geweest is behouden zijn gebleven. Op deze basis zijn de wijsheid en de ervaring van de oudere man ge bouwd. Deze vermenging van doorzien, wijsheid en humor maken het hem mo gelijk om de banden van de diplomatie en van het protocol, waarin een staats hoofd nu eenmaal gewikkeld zit, te ver dragen, hoewel zijn natuur hiertegen in opstand komt. („Wlilt u deze bevoegde persoon even uitlatenzei hij eens ironisch tegen de wachtpost voor villa Hammerstein) Hij is niet de man, „die zo nodig moet". („Als ik gekozen word geef ik klein feest in grote kring en als ik niet gekozen word geef ik een groot feest in een kleine kring Het zijn juist die mensen, die helemaal niet zo Democratische Duitse liek. Want nooit zou Gustav [presidentschap op zich ■ouders inïeuJp de barricaden tijdens woelige periode van 1848? Een van sneuvelde in Rastatt. De verwerving democratische vrijheden verwierf erland zonder bloedvergieten. De een wet zal.tekenen, die Duitsland de bevoegdheid geeft kernwapens te ver vaardigen en te hebben. „Gelooft u dat xm- zijn ambtsaanvaarding heeft rann het zijne gezegd over het isme en het bezit van kern- Het verwekte een politieke stijve Waarschijnlijk trok hij, de dóórdenker, meer conse- het ondemocratisch op- i uit de om standigheid dat de Bondsrepubliek weer een leger kreeg: „Ik heb niets tegen de Bundeswehr, maar wel tegen het hoera- patriottasme...." Zijn visie op wat een noodzakelijke menselijke opdracht om een menselijke samenleving te waar borgen." Zonder smetten Een zo van democratische geest door trokken mens als Gusta-v Heinemairn heeft zich vrij kunnen houden van alle nazdsmebten. Zijn lidmaatschap van de Bekennende Kerk (ds. Niemöller) geeft al een duidelijke indicatie in die rich ting. De ..grote Adolfheeft hij maar eenmaal ontmoet en dat was in de tijd, dat nationaal-socialisten opgang begon nen te maken. In een van die bierkel ders in München. vanwaar de nieuwe beweging schuimend door Duitsland trok. De kennismaking was kort maar hevig. De student Heinemann werd de straat op gesmeten wegens het plaatsen ran niet gewaardeerde interrupties. Heine mann was er de man niet naar om uit sluitend passief anti-nazi te zijn. Zijn huis was de oorsprong van een stroom van illegale lectuur (Grüne Briefe) door drenkt van de geest van de Bekennende Kerk. Vergeefs zal men in zijn biografie zoeken naar een militaire carrière. Die is er niet. Toch heeft hij de wapenen ge dragen, namelijk tegen het einde van de eerste wereldoorlog. Opgeroepen, kreeg hij van zijn vader, directeur van het zie kenfonds van Krupp, honderd mark mee voor een net uniform. Hij vergokte er tachtig mark van aan een hem onbekend,, kaartspel en „de spaanders vlogen hem' thuis om de oren Wie president Heinemann ontmoet kan zich niet aan de indruk onttrekken te President Heinemanns hartewens: GOEDE VERHOUDING MET NEDERLAND nodig moeten, die inhoud kunnen ge ven aan de hun min of meer opge drongen functies. Dit aanmerkelük beter dan de „streber" die zün doel voorbü schiet. En dat hü inhoud wil geven aan het presidentschap zegt hü ronduit: binnen de grenzen van het staatsrecht meehelpen aan de besluit vorming. Vier kinderen en twaalf kleinkinderen heeft Gustav Heinemann en de laatste categorie beschouwt hem als "s werelds fijnste opa. Dat is dan ook geen wonder. Want met genoegen wikkelt hij zich in allerlei beddegoed om, als griezelige mummie de trappen afdalend, zijn klein kinderen de afgesmeekte stuipen op het lijf te jagen. Voor de peuters was de ver kiezing als bondspresident dan ook een hele gebeurtenis. ,,Opa is nu Lübke opa is nu Lübkejuicht de een (Lübke is Heinemanns voorganger). „Slaap je nou in een hemelbed?" infor meert een ander. Wie meer dan 40 jaar gelukkig gehuwd is, heeft een werkelijk goede vrouw", is een van Heinemanns uitspraken. Zijn echtgenote Hilda heeft hem bijgestaan in goede en kwade dagen. Zij is iets ouder dan hij. Aangezien dit ook het geval was met zijn voorgangers Heuss en Lübke, pleegt Heinemann zijn vrien- hulp in de huishouding den te adviseren: Als je ooit bonds president wilt worden, moet je een iets oudere vrouw trouwen Zonder vrees Zoals gezegd is de eerste officiële daad buiten zijn land een staatsbezoek aan Nederlapd. Dit as zijn innige persoon lijke wens geweest: de verhoudingen verbeteren van zijn land en het land, dat hij, na zijn verkiezing, nog eenmaal, incognito en „clandestien" bezocht heeft. Hij weet dat het geen gemakkelijk be zoek zal zijn, maar het is hem alles waard. „Wij Duitsers mogen niet ver geten, maar ik zou zeer gelukkig zijn als de slachtoffers in Nederland een beetje willen vergeten." Dat is in wezen de reden van zijn komst aanstaande maan dag. Hij komt met de oprechte hoop, dat de schaduwen van de oorlogsherinne ringen zullen verdwijnen en dat men in Nederland in wijde kring zal beseffen, dat de grote democratisohe buur geen aanleiding meer geeft tot vrees of ver dragsbreuk. A. VAN GRINSVBN SPIRO TED AGNEW: Spiro „Ted" Agnew, vice-president van dc Verenigde Staten, de man die ruim een jaar geleden tegen verslag gevers aei: „Ik ben niet veranderd. Ik sta stil", deze Agnew is in beweging gekomen. Als een politieke John Wayne banjert hü door de hippe prai ries van Amerika. Zijn colts scherp gesteld en ]os in de holsters, schünt hü vastbesloten te tüjn links, kritisch en intellectueel Amerika te lynchen. Splro Agnew, Grieks emigrant van de tweede generatie, harde werker van de echte Amerikaanse stempel, door gaans toch niet zo onvriendelijk, wel patriarchaal, gelovend in het orde-en- rechtaxioma„Wie niet horen wil, moet maar voelen", naar eigen zeggen voor stander van gelijke burgerrechten, maar niettemin tijdens de verkiezings campagne Nixons zoethoudertje voor het conservatieve zuiden: deze Agnew had ruim een jaar geleden, zei hij toen zelf, geen standpunt ten aanzien van Vietnam- Waarom dan gaat de man nu zo te keer tegen de Amerikanen, die wel een standpunt hebben, zij het dan dat het afwijkt van dat van Agnews meester, president Nixon. Dat het nu een afwijkend standpunt is, kan Agnew de protesterenden niet kwalijk nemen: wat zij easen is niets meer dan wat Mevrouw Hilda Heinemann: „Als je Bondspresident wilt worden moet tojftekSd^mefoiïïe een iets oudere vrouw trouwenaan Johnsons oorlog. Spdro Agnew is nooit een tactisch, spreker geweest. Hij maakte onnodig ruzie met de negerleiders in zijn stad na de moord op Martin Luther King- Tijdens de verkiezingscampagne schold hij een Japanner uit voor „vette Jap", een landgenoot van Poolse komaf noemde hij „PolaCk" en van vice- president Hubert Humphrey zei hij, dat hij „slap was tegenover de commu nisten", in de Amerikaanse politiek nog allüd een van de gemeenste en schade lijkste aantijgingen. Voor miljoenen Amerikanen wordt een man. die vice-president is en ruige dokwerkerstaal gebruikt, alleen maar een stukje menselijker, zoals ae Ame rikanen het leuk vonden van John F. Kennedy, dat hij wel eens „vijf letter woorden" gebruikte- Maar de conse quenties van wat Agnew thans uit kraamt aan het adres van al degenen, die zich verzetten tegen Ndxons Viet- nampoiitiek of dat nu op straat ge beurt, in het Congres of in de eerbied waardige senaatscommissie van Buiten landse Zaken gaan veefl verder dan die van het irritante uitschelden van Japanners en Poolse Amerikanen. De uitwerking van Agnews woorden kan niets anders zijn en Is ook niet an ders - dan dat Amerikanen beschuldigd worden van landverraad en on-Ameri- kaanse activiteiten, enkel en alleen omdat zij oppositie voeren tegen de Vietnampolitiek van Agnews meester. Voorzitter van de senaatscommissie van Buitenlandse Zaken, J. William Fulbright, vanaf het begin een van de invloedrijkste oritioi van het Ameri kaanse Vietnambeleid, heefit er al op gewezen, dat de post die hü krijgt, de „giftigste en dreigendste is sinds de dagen van Joe McCarthy". Hü krijgt dreigbrieven. Hü wordt voor verrader uitgemaakt. „Ik wijt dit", zei Fulbright, „aan de rechtstreekse aantijgingen van vice-president Agnew, dat wij, vredes gezinde senatoren, verantwoordelijk zijn voor voortduring van de oorlog en het toenemend aantal doden op het slag veld"- De herinnering aan de dagen van Joe McCarthy, de op communisten en heksen jagende senator, die met zijn waanzinnige verhoren en beschuldi gingen in de vijftiger jaren half Ame rika tot wanhoop bracht, doet menig Amerikaan huiveren. Maar het kan niet anders of Agnew bouwt mee aan een sfeer, die tot een nieuw McCarthy- isme kan leiden Senator Edward Ken nedy beschuldigjde vorige week Agnew ervan „dat hij de Amerikanen tegen eikaar opzet. Als hiertegen geen maat regelen worden genomen", zo vervolgde Kennedy, „dan kan diit alles wed eens tragisch aflopen"- De meest gestelde vraag als het over Agnew gaat, is natuurt ijkvindt de pre sident dat allemaal goed? President Nixon die in zün inauguratierede zo de nadruk legde op „vereniging van de natie" op de Amerikaanse saamhorig heid, die zijn eerste doel zou worden: kan deze president toestaan, dat de kloof tussen voor- en tegenstanders van zijn Vietnambeleid kennelijk met opzet wordt verbreed en ver diept, dat met kracht gestreefd wordt naar een polarisatie van standpunten? Blijkbaar weQ. Want nog maar kort geleden, na de zoveelste uitbarsting van Agnew, klopte hij deze in het openbaar en voor de tv-camera's op de schouder: „HIJ (Agnew) heefit voortreffelijk werk gedaan voor de regering". Is Agnew Nixons spreekbuis, of diens bliksem afleider? Of beide tegelijk? Onderschat Nixon de tegenstanders van rijn Vieft- nampolitiek en denkt hij tijd genoeg te hebben hen te Isoleren van de „stille, zwijgende meerderheid", waarop hij zijn hoop heeft gesteld? Gebruikt hij tevens Agnew om het „ruige, politieke werk" te doen als het erom gaat de haviken, de dromers van een militaire eindoverwinning in Vietnam ook ach ter zich te houden? Moet de vice- presldenit een stuk Witte Hudspolitaek aan de man brengen op een manier, die voor een deel van Nixons veronder stelde meerderheid de enige is en voor het andere deel nog acceptabel genoeg: maar een manier dje de president zich zelf niet kan veroorloven, omdat hij in principe „vader" van alle, dus ook van de dissidente Amerikanen is? Met Agnew in de politieke branding kan Nixon rich immei-s gemakkelijker en vooral rustiger wijden aan de staats zaken- Agnew is dan zün bliksem afleider en zijn thermometer. Wat is er tegen bovenstaande vragen bevestigend te beantwoorden? Eigenlyk met veel. Politieke orakels in Washing ton hebben nog veel meer theorieën over het opvallende optreden van Agnew Maar op de een of andere ma nier leiden die theorieën steeds tot de conclusie, dat er een soort strategie achter schuilt, dat het allemaal bewust wordt gespeeld- Wat duister folüft Is het antwoord op de vraag wat president Nixon er pre cies mee wil bereiken. De ongekende omvang van de jongste demonstraties en het bluswater dat de „duiven" in het Congres met emmers vol beginnen aan te dragen, duiden erop, dat de Wittc-Huistandcm (te) hoog spel speelt. En Amerika is toch al zo'n explosieve natie w. KOCK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11