ALS HET MOET
INGEN WE VAN
ESTERTOREN
WIJ HEBBEN FLORIS IN FEITE GEMAAKT"
Hammie en zijn stuntteam:
KIJKER
OP
RINGPLAATS
Amsterdam Vannacht om half twee is Hammie weer
eens uit het comfortabele bed boven z(jn café gebeld.
„Eén of andere Duitse pief", zegt h(J met hartelUke af
keer, „meneer trekt door heel Europa om een televisie
serie te maken en opeens herinnerde hU zich, dat hij
vanmorgen een stel toffe motorrijders nodig had. KiJk, op
zo'n moment belt zo'n man effe naar Hammie, want Ham
mie laat niemand versukkelen. Als je je zinnen hebt gezet
op een onderwetse vechtpartij, waarbij twee man dwars
door een trapleuning lazeren, dan kom ik met zes jongens
bü je. Kun je nog uitzoeken ook. Dan kom ik met Slmon
en met Henkie en met Kootje. Man, dat maken we voor
je, want Hammie heeft een naam op te houden In Neder
land. Iedereen kan beweren, dat ie een stuntteam heeft,
maar op een gegeven moment zul je het toch waar moe
ten maken. Dc eerste de beste idioot kan met een hoge
borst gaan lopen, dat is het punt niet. Iedereen kan op
zijn visitekaartje laten drukken, dat ie stuntman is. maar
nou zal er iemand vragen, of je morgen om half elf van
de brug van een schip in de plomp wil duiken. Ik bedoel
ruggelings, nadat je eerst nog een doffe dreun op je kin
hebt gehad. Dan zul je het toch waar moeten maken".
Mammie cn zijn team van onverschrokken
stunters; van links naar rechts Henk, Nico, Simon,
Kokkie, Kootje en Bob, die hun meester Hammie de
Beukelnere („ja, ik ben inderdaad verre familie
van die Belgische koekebakker") een gezonde
rugdekking geven.
f/
Met zulke dingen heeft Hammie nou geen moeite, want
Hammie heeft zijn jongens. Ik heb twee vliegers, ik heb
Mack, die in volle galop van een paard valt. Dat doet die
jongen blindelings. Als je hem ziet, geeft je geen stuiver
voor hem. Een kikker is het, een kunstenaar in een
fluwelen pak. maar ik tart iedereen om na te doen, wat
die jongen flikt. Als Rob Houwer me dus belt en vraagt,
of ik een jongen wil sturen, die van zijn' schip springt,
rog ik: „Óké Rob, hoe laat moet ie er wezen?". Dat
kan ik maken, want ik heb Sjors in het team. Die kijkt
•orst op zijn gemak, hoe ie moet vallen en dan gaat ie.
Sjors is de beste man voor dat soort karweien. De
verzekering vroeg voor die ene dag 105 gulden en dan
zou ie bij overlijden vijftig mille krijgen. Maar zover
iaat Sjors het niet komen. Die wacht het goeie moment
•f. vraagt of de camera loopt en dondert 22 meter omlaag
in de oude Maas. Meneer vraagt of het zo goed is. En in
één keer goed, want Hammie's devies blijft: „tijd is geld".
Gebeiteld
Hier, neem mijn gabber Simon. Simon is sloper. Die
krijg je nog niét met een voorhamer kapot. In de
Mounties-show krijgt ie eerst van Kootje een schop
onder de kin en dan vliegt ie dwars door een trapleuning
op een tafel en vandaar op de grond. Een mooie scene,
waar je als vakman wat van kunt maken. Die regisseur
zegt: „zullen we het eerst nog effe repeteren voor de
camera-Instelling?". Ik zeg: „bij Hammie wordt niet
gerepeteerd, bij Hammie gebeurt het in één keer". Het
moet gelijk gebeiteld zijn".
Bef/rijp je nou een klein beetje, waarom die Duitser mij
om half twee 's nachts uit mijn bed belt? Die man heeft
gewoon gehoord, dat Hammie hem uit de brand kan
helpen. Die jongen was gewoon vergeten, dat er nog een
stel motorrijders door zijn film zouden scheuren. Dat
kan de beste overkomen- Hij zou die opnamen trouwens
eerst in Kopenhagen maken, maar toen-ie daar met
zijn hele troep aan kwam, hoorde-ie, dat het Tivoli dicht
was. Haha, daar moet je een mof voor wezen. Toen is-ie
maar naar Amsterdam afgezakt, want daar was ook een
kermis, had-ie gehoord.
Kijk. in zulke dingen zijn die Duitsers niet krenterig.
Zo'n serie moet jofel op de buis komen en dan dondert
het niet, of ie een ton kost of een miljoen. Dat vind ik
een gezond standpunt. Als er bij ons een auto de gracht
ln moet rijden, dan schrappen ze die scene het liefst uit
het draaiboek, want die auto is pleite en dat vinden ze
zonde van het geld.
Ik zal je een voorbeeld geven. John Rosinga. Ik noem
man en paard. John maakt ..To grab the ring" en daar
komt toevallig een enorme vechtpartij in voor. Ik ga dus
effe bij hem langs en ik laat de actiefoto's, van de jongens
zien. Van Simon en Kootje en Henkie. Vergeet niet. dat
Gerrie Vogelenzang toevallig al tien jaar de worstel-
HHBBHIHHHBI
Floris van Rozemongt en z(jn vriend Sindala hou
den sinds zondagavond 4 oktober riddermlnncnd
Nederland in de ban van hun spannende avon
turen. die terugvoeren naar de woelige middel
eeuwen. Morgenavond vjjf over zeven stemt jong
en oud weer af op Nederland II om getuige te zijn
van de itr(jd tussen de heren Oldestein en Gelre.
gniffelend b(j de slimme streken van het tweetal
Floris en Sindala, maar vooral ademloos k(jkend
als een toeschouwer op een ringplaats bü een boks
wedstrijd naar de bepaald niet zachtzinnige ge
vechten. Nog nooit werd in een vaderlandse tele-
visieproduktie zo realistisch geschermd, gevochten,
geramd en geschoten. Hammie de Beukelacre cn
zijn stuntteam. een aantal potige Amsterdammers,
dat voor het brute geweld in deze jeugdserie te
kent. verheffen door hun medewerking „Floris"
tot een gewelddadige piek in het vaderlandse buis-
bestel. Daar hadden de produktiekosten overigens
al eerder voor gezorgd, zij het dat de NOS daar
minder vereuld mee was
Een vechtpartij wordt door Hammie en zijn
gabbers a la carte geserveerd. Na een korte beraad
slaging op de kermis, waarbij de taken verdeeld
worden, zeilt één van de leden levensecht door
het zwerk. Tevoren heeft Hammie persoonlijk zijn
paladijn een oplawaai gegeven, die voor het leken-
oog een doodklap lijkt, maar in feite uit pure nep
is opgebouwd.
kampioen van Nederland is. Ik hoef dus niet te zeggen,
dat die jongen het één en ander kan weg zetten. Wat
zegt Rosinga? „Foto's bewijzen niks. De eerste de beste
amateur kan ook zulke kieken laten maken". Ik denk:
„man sterf" maar het is je brood en ik stel dat stuk
verdriet dus voor om een demonstratie te geven. Voor
nop. Alleen om te laten zien, wat de jongens van Hammie
de Beukelaere klaar maken. Dat is toch een jofel aanbod
nietwaar, maar Rosinga zegt: ..Laat maar zitten. Ik gooi
die hele vechtpartij eruit".
Maanden later hangt ie aan de bel Hij was half Europa
doorgesjouwd en het geld was op. Of ik hem kon helpen
aan een paar jongens voor een vechtscene
Natuurlijk, op zo'n moment moet je „neen" zeggen, maar
zoveel kansen krijg je niet in dit land. Als we in Italië
zaten, dan waren we nou steenrijk. Daar maken ze films
zoals ze bij ons brood verkopen. Westerns, avonturenfilms,
noem maar op. Ik vertel je wat. Als we op dit moment
vrije jongens waren, als ik geen vrouw en geen kind had.
dan zou ik de jongens voorstellen om alle soaarcenten
in één grote pot te doen. En dan op een vrachtboot naar
Amerika Gewoon proberen een poot aan de grond te
krijgen. Ik zou wilen bewijzen, dat dit kleine land tot
meer grote dingen in staat is dan schaatsen en wielrennen.
Ik weet zeker, dat het team van Hammie de Beukelaere
een wereldnaam zou krijgen Hetzelfde als met een
Gerrit Schulte. Als een Schenk. Maar dan op een ander
niveau. Voor Nederland zijn wij nu eenmaal unieke
jongens Dat mag best eens gezegd worden. Natuurlijk,
het ziin geen uitblinkers, maar ze kunnen wel van alles.
Ook de jongens, die er niet uitspringen, hebben een
gezonde geldingsdrang en daar is het stuntteam voor. Ze
komen door hun kracht verder dan ze in de sport ooit
zouden bereiken.
Dat zei Rosinga ook. Die zag Henkie Ordemondt een
klassegeveebt weggeven in een ireincoupé man, de
flarden hingen cr bü- „Verrek", riep ic. „als ik dat eerder
had geweten, zou ik jullie door heel Europa hebben
meegenomen". „Slümerd", heb ik toen gedacht, „grote
alümerd".
Begrijp je? Je vecht voor een ideaal en als puntje bij
paaltje komt krijg je stank voor dank. In „Paranoia"
vallen twee van mijn jongens van een trap met dertien
treden, die nauwelijks zeventig centimeter breed was.
Als je een behoorlijke trap hebt, dan kijk je op je gemak
uit, hoe je je val kunt breken, maar in dit geval was het
alleen: „vallen en wachten, hoe je terecht komt". Ik
maak een klein prijsje af. Voor je naam weet je wel. Ik
dacht aan die titelrol met „het stuntteam van Hammie
de Beukelaere erop. Ik deed het voor de reclame. Wat
gebeurt er? Die hele scene komt in de film niet voor.
In „Het Gangstermeisje" lukte het goddank beter. D'r is
geen Nederlandse regisseur, die 'een knokpartij kan
filmen zonder Hammie en dat was met het Gangstermeisje
niet anders. Ik kom met tien gabbers op de Nieuwe Zijds
en we rammen elkaar vakkundig in elkaar. Man, dat
was om je vingers bij af te likken. En allemaal flauwekul
natuurlijk, er was niemand, die een echte opdonder kreeg,
maar in de film vlogen de stukken eraf. Een plaatje was
het. Toen we net lekker bezig waren, kwam er een tram
voorbij. Lijn twee. geloof ik. Je had dat smoel van die
bestuurder moeten zien. Als ie op dat moment een
pakhuis binnen had kunnen rijden, had ie het gedaan.
Grote kracht
Dat is onze grote kracht. We zien een vechtpartij en dan
komen we bij elkaar om de zaak te perfectioneren. Ik
heb een boerderij in de Wieringermeer en daar zitten we
twee keer in de week. Een beetje met motoren slippen,
een beetje paardrijden en dan natuurlijk conditietraining.
We onderrichten elkaar en als we op een gegeven
moment merken, dat een geleerde greep voor de camera
anders moet, dan doen we dat. Ik zeg altijd: „voor
Hammie gaat geen zee te hoog". Je moet me alleen niet
gaan vragen, of ik op dit moment vier hoog uit het raam
spring. Dan zeg ik toch: „krijg jij maar mooi de klere".
Ik doe het wel. Natuurlijk, ik doe alles. Maar ik wil eerst
wel effe weten, wat er onder ligt. Een paar matrassen
en wat dozen kunnen nooit kwaad. Als die er liggen, zeg
ik: „oké jongens, springen maar". Begrijp ie? Stunten is
mooi. maar je moet er altijd voor zorgen, dat het gevaar
zo klein mogelijk is. Iedereen kan vier hoog het raam
uitspringen, maar het gaat er om: „hoe kom je terecht?"
Dat wilen de jongens van Hammie toch echt graag weten,
voordat ze zich klaar maken voor de sprong.
Suikeren fles
En dan nog gebeuren er dingen, die je niet verwacht
hebt. In één van de Mountiesshows werd Piet Bambergen
met een fles op zijn hoofd geslagen. Dat is een heel
eenvoudige zaak. Je maakt van suiker een fles. je laat
hem hard worden in de ijskast en een uurtje voor de
show haal je hem eruit. Dan lijkt het. of je er een schedel
mee kunt splijten, maar de man in kwestie voelt het
nauwelijks.
Piet toacht dus breed lachend op die suikeren fles en
toen de klap gevallen was. gleed hij prachtig onderuit.
Ik dacht nog: „Daar moet je een artiest voor zijn".
Vakwerk was het. Ik vond het wel wal vreemd, dat die
fles niet gebroken was, maar ja. wie ben ik, dat ik me
daarmee mag bemoeien. Misschien stond het zo in het
draaiboek. Na vijf mimi ten merkten we pas. dat Piet
echt bewusteloos was geslagen. Ze hadden die fles net
effe te lang in de ijskast laten staan.
Mij overkwam zo'n zelfde geintje in een aflevering van
Maigret. Ik was aangenomen om een vent door een
glas-in-lood-raam te kieperen en wat doe ik dus: ik meet
de afstand en denk: „dat is kinderwerk" Nou dacht ik
ook nog. dat het glas-in-lood-raam op het decor was
geschilderd. Hel is immers allemaal nep in die studio's
Ik pak hem op. geef een brul en donder hem door het
raam. De stukken lood staken door ziin hemd heen. ziin
hele colbertje was aan flarden. God bewaar me. Dat
raam was echt. Hij had zelf één klein schrammetje op
zijn rug. maar voor hetzelfde geld had zo'n stuk lood
dwars door zijn longen kunnen gaan Weet je, wat ie zei
toen ie weer opgekrabbeld was" „Wie betaalt dat
colbertje en dat hemd nou? Haha"
Hammie de Beukelaere stoot een volvette lach over het
kermisterrein. Terwijl Nico en Rob op aanwijzingen van
de Duitse regisseur de knalpotten van hun motoren
geselen en Kootje op de achtbaan puntgaaf een
vluchtende boef neerzet, is hij met Simon en Henkie
in conclaaf gegaan om de lopende zaken door te nemen
Hij heeft daarvoor een strategische plaats in de
poffertjeskraam uitgekozep, vanwaar hij zowel een
onbelemmerd uitzicht heeft op de gabbers als op de
sissende bierpomp. Zijn witte Mercedes staat even
verderop bij de schiettent.
„Dat rossen op die motoren", zegt hij vaderlijk, „dat
vinden mijn jongens kasie. Dat vinden mijn jongens
prachtig. Het is voor ons een kleine klus, maar wie het
klefne niet eert Mijn hemel, laten we toch even
vaststellen, dat we een geweldig leven hebben. Een man
als Thonhauzer verhuurt ook figuranten aan de televisie,
maar die vraagt tien procent. Thonhauser is een domme
doordauwer, die geen bliksem voorstelt. Mijn jongens
weten, wat ze aan me hebben. Ik doe dit werk voor de
gein. Ik heb mijn café, ik heb mijn nachttent in de
Warmoesstraat. Helemaal in wild-weststijl. Kun je je dat
voorstellen? Als daar geschoten wordt, gebeurt het met
klapperpistolen. Als ik mijn eten maar heb, dan vind ik
het goed zo. De rest is voor de jongens. Zo maak je een
team. Zo kweek je karakters. Hier loopt niemand rond,
die de andere het succes misgunt. Hier wordt gewerkt.
Basta. Hard lopen, gewichtheffen, boksen. En als iemand
met een hoge bdrst gaat lopen, als ie op straat rond
bazuint, dat ie één van de jongens van Hammie is. dan
ligt hij er uit. Dan heeft ie bewezen, dat ie niet rijp is
voor het team.
Ik kan natuurlijk niet verhinderen, dat ze op straat
herkend worden. Dat overkomt mij ook. Dat doet je goed,
,Voor Nederland
zijn wij
unieke jongens,
wij doen
alles wat je maar
verzint"
Aangrijpende hand
Weet je, wat Max Appelboom tegen me zei na de
opnamen van Floris? Ik heb negen maanden met die
man gewerkt en ik mag dus zeggen, dat ik hem zo'n
beetje ken. De Belgen dachten altijd dat wij in Nederland
geen avonturenfilm konden maken, maar ze weten nou
beter. Ik zou de heren Belgen willen verzoeken om eens
met Appelboom te gaan praten. Met alle respect
natuurlijk, maar als je die serie van Floris ziet, dan weel
je gelijk, hoe zo'n film gemaakt moet worden'. Max zei
Hammie, ik maak je een compliment voor je opvoed
kundige werk tijdens de opnamen" Ik bedoel maar.
Hij schurkt zijn zwaar doorregen lichaam enkele
seconden in de rieten stoel en legt dan een aangrijpende
hand op de leren mouw van Henkie. „Dit is één van de
gabbers", zegt hij met dampende trots, „die aan de
wieken van een molen hebben gehangen Henkie, Simon.
Kokkie en Mack. Ze waren elk voor vijf ton verzekerd
en er hing dus op een gegeven moment voor twee miljoen
aan de wieken. Henkie had ze vastgebonden, die is
verhuizer geweest en weet dus hoe je een platte knoop
legt. Haha. Er kon van alles gebeuren, maar die vier
bleven muurvast aan hun wiek kleven.
Appelboom had er een dag voor uitgetrokken, maai in
feite was het in tien minuten bekeken. Het duurde acht
seconden voordat zo'n wiek rond was en je kunt dus zelf
uitrekenen, hoe hard het ging. Een pracht gezicht
Na afloop hebben we een geweldige slok genomen, want
als het er op aankomt kunnen we ook een heel mooi
feest bouwen. Wat dacht je. De sport is nummer één.
dat blijft het ook. maar denk toch asieblieft niet. dat we
op zijn tijd niet eens doorzakken Lekker zuipen, lekker
eten, man, d'r is toch ook nog zoiets als levenskunst. Wij
zijn echt niet vies van een feest, maar het werk mag ér
alleen niet onder lijden.
Hier. vraag nou eens aan Simon, hoe ie het vond om aan
zo'n wiek te worden rondgeslingerd. Simon is één van de
vaste gabbers, die heeft in Floris wel tien rollen gehad
Met baard, zonder "baard. Met helm, zonder helm. Noem
maar op. Zonder Hammie zou die serie er trouwens nooit
geweest zijn. We leefden er helemaal voor, we geloofden
er in. Mijn hemel, wat is er mooier dan een ridderverhaal
Als jongen droom je er van, lees je er over. Je zou
allemaal wel eens in 1500 willen rondkuieren, een
schildknaap willen zijn. Ga me nou asjeblieft niet
vertellen, dat het ook niet jouw grote wensdroom is
geweest om als ridder door het leven te gaan.
Voor ons is het niet bij een droom gebleven. Wij liepen
in harnassen, wij hadden een helm op. Negen maanden
lang. Alles wat we op school geleerd hadden over de tijd
van de roofridders werd werkelijkheid. Man. dat is een
grootse belevenis. Als je een boodschap in het dorp moest
doen, dan pakte je een paard en reed je er met open
vizier heen. Op een avond zijn we met vijf man naar de
kermis gegaan. Op de knollen. We geloofden er helemaal
in. Sterker nog: we waren het. Vraag aan Simon, hoe hij
het vond om aan die molenwiek te hangen. Simon liegt
niet, die zal het heus niet mooier maken dan het is.
Simon is een keiharde. Is het niet Simon?".
zijn meester en zegt: „Ik
Hammie knikt. Hammie wenkt de ober voor een nieuwe
ronde. Hij slaat op zijn strak gespannen tors en roept:
„Ik houd van alles, wat oud is Ouwe boerderijen, ouwe
kastelen. Ik heb een collectie antieke wapens, waar Pisto
len Paultje alleen maar van mag dromen. Ik heb pistolen,
waarvoor je zelf de kogels moet gieten. En historische
romans, daar mag je me ook voor wakker maken
Mensen als Jan Cremer kunen me gestolen worden. Wat
die schrijven, maak ik dagelijks beter mee. Het punt is,
dat je moet proberen om een fijn leven te hebben, om
prettig met de mensen om te gaan.
Ik heb gezien, hoe mijn eigen ouders moesten sappelen.
Mijn vader verdiende 25 gulden bij Van Gend en Loos
en als ie zich verslapen had, omdat ie gewoon kapot was.
dan moest ie een taxi nemen. Want iemand, die te laat
kwam. vloog er gelijk uit. De stakkerd. En mijn moeder.
Die werkte voor een paar knaken als serveerster en dan
moest ze nog witte handschoenen aantrekken ook. Toen
heb ik al gedacht: ..Hammie. je moet aan de goeie kant
zien te komen. Je moet jezelf onafhankelijk maken"
Het is één keer mislukt Ik had een leuke bar in
Amsterdam, de Hokv Poky, maar met een kunstje
hebben ze me er uitgedonderd. In 1964 heb ik het
opnieuw geprobeerd. Met een hoop schuld en een hoop
sores. Tn datzelfde jaar werd de kleine Willem geboren
en dat was miin gelukspoppet ie. Ik kan nou doen en
laten, wit ik wil. Ik heb twee fijne zaken en ik ben van
plan om ergens in de binnenstad nog een pakhuis te
kopen, waar ik een leuke zuipschuit begin. Stukkie eten.
beetie drinken en een dansje maken. Dat moet toch
kunnen. Iedereen in Amsterdam praat over het toerisme,
maar als ie wat op het oog hebt. moet je de blaren op
je tong kletsen om een vergunning los te krijgen.
Paarrfenkruk
En dan natuurlijk het stuntteam. Daar ga ik ook mee
door Ik heb een outfit, die niemand in Nederland heeft.
Als ze morgen tegen me zeggen: „we maken een wild
westfilm" dan kunnen we gelijk beginnen. Ik heb een
zadel, waar zelfs de grootste Daardenkruk in blijft zitten.
Ik heb geweldige jongens, die voor geen Amerikaanse
stuntman onder doen. Zeg maar. wat je hebben wilt.
Robin Hood. James Bond? We maken het.
Als het moet springen we ook nog van de Westertoren.
„Maar dan moet je er wel eerst een paar matrassen
onder leggen".