WAREN DE GODEN KOSMONAUTEN?
De toekomst knaagt aan ons verleden
Herbert
Marcuse en de rode verf
Dondervogels,
en
vliegende
schotels
door
STRIJD TEGEN
MAATSCHAPPIJ
ALS HOOGSTE
LEVENSVORM
alle
eeuwen
VRIJDAG 17 OKTOBER 1969
DE LEIDSE COURANT
PAGINA I
,,ln de grauwe, nog onbepaal
de oertijd, ontdekte een
vreemd ruimteschip onze pla
neet- De bemanning van het
ruimteschip stelde al spoedig
vast, dat de aarde alle voor
waarden bezat voor het ont
staan van intelligent leven.
Weliswaar was de toenmalige
MENS nog geen HOMO SA
PIENS, maar iets anders
De vreemde ruimtevaarders
bevruchtten kunstmatig enige
vrouwelijke exemplaren van
deze wezens, brachten hen
volgens oude legenden in
een diepe slaap en reisden
weer weg."
Het is waarschijnlijk een tic van me, maar soms leid ik m'n grootmoeder,
die in 1912 gestorven moet zijn (ik ken haar alleen uit de verhalen van
mijn moeder) door onze wereld van bijna zestigjaar later. Ze valt van de
ene verbazing in de andere. Die handige gasgeiser, de boiler bij de buren,
de telefoon („met wie praat je toch, jongen?"), de radio, de televisie
natuurlijk, de Romereis per vliegtuig en „knip" het elektrische licht.
Hoe zou ze kunnen geloven dat Neil
Armstrong en Buzz Aldrin (dat zijn twee
Amerikanen, oma) op de maan hebben
rondgedarteld? Niets van dat alles
heeft ze meegemaakt. Alleen de „hou-
temekar", die wij auto zijn gaan noe
men en ze schijnt vaak te hebben ge
zegd: „Ik maak het niet meer mee"
(tegen haar kinderen zei ze dat, zo rond
1900) „maar jullie misschien wel, dat
de mensen nog eens zullen vliegen".
Mijn moeder, zelf nu tachtig: „Ik
meen me te herinneren dat oma daar
bij dacht aan mensen met vleugels".
Gisteren, trouwens eer-eergisteren ook
al, had ik m'n grootmoeder kunnen uit
leggen dat wij mensen, Alpha-Centauri
in 4,5 jaar zouden kunnen bereiken als
wij met de snelheid van het licht zou
den kunnen reizen. En die goeie Alpha-
Centauri is onze meest dichtbije ster
m de lichtsnelheid is 9.5 biljoen kilo
meter per jaar, ofwel 300.000 kilome
ter per seconde. Nee, oma, doe maar-
geen moeite om je dat voor te stellen,
Wönt met de paard-en-wagen waarmee
u zondags naar de kerk ging haalde u
nog geen 12 kilometer per uur.
De wereld is wel ingewikkelder ge
worden. Ingewikkeld, dat wil zeggen:
we hebben vandaag de dag bijna al
leen nog maar vragen over. „Nog nim
mer wisten we zo weinig omtrent zo
veel als tegenwoordig", verzucht de
Duitse schrijver Erich von Daniken op
pagina 187 van zijn boek, dat beslist
een best-seller aan het worden is. In
De oorspronkelijke titel uit het Duits
vertaald luidt: Herinneringen aan de
Onlangs kon men het bericht
lezen dat een stuk dak van de
Utrechtse Domkerk rood geschil
derd was. De politie is de grap
penmakers nog niet op het spoor,
zo meldde het A.N.P.-bericht
daags erna plichtsgetrouw. Maar
het is zeer de vraag of het wel
grappenmakers waren. Vêel
waarschijnlijker lijkt hef dat we
met uiterst serieuze jongelui te
maken hadden, die op deze onge
bruikelijke manier getracht heb
ben te getuigen van hun radicale
gezindheid en volstrekte ver:
werping van de huidige maat
schappij.
Waaraan ontleent de radicale jeugd
zyn ideeën en zijn geestdrift om te
demonstreren, zelfs wanneer dit groot
ongemak, gevaar en waaghalzerij met
zich meebrengt? Het is een complexe
vraag die niet met één antwoord valt
af te doen. Gefrustreerdheid met het
algemene streven naar welvaart dat als
zinloos wordt ervaren, de behoefte om
radicaal te breken met de onvolkomen
maatschappij van de ouderen, verzet
tegen de overgeleverde conventionele
wijsheden, een duidelijk streven naar
vrijheid, waarbij overigens hel ontzag
voor de verworven instellingen die deze
vrijheden moeten waarborgen meestal
ontbreekt de opsomming zou kun
nen worden voortgezet.
Een bijzonder belangrijke invloed op
de gedachtenwereld van de radicale
jeugd komt uit Califomië. Niet meer
zoals lang geleden uit Hollywood, maar
uit San Diego, waar een deel van de
universiteit van California is gevestigd.
Hier doceert professor Herbert Marcuse
enkele jaren geleden nog een volmaakt
onbekend man, thans de voornaamste
ideoloog van de radicale jeugd.
Heel veel demonstranten hebben zijn
boeken misschien nooit gelezen, maar
zijn opvattingen zijn gemeengoed in
Chicago, Parijs of Amsterdam.
Affiniteit
Marcuse heeft zijn laatste boek, „An
essay on liberation", geschreven vóór
de Parijse revolutie, maar hij heeft zich
wel gehaast om in voetnoten en door
toekomst". De Nederlandse uitgever
Kluwer te Deventer, noemde het ech
ter niet ten onrechte: „Waren de goden
kosmonauten?"
Er staat een vraagteken achter die ti
tel hel hoek wemelt 220 bladzijden
lang van de vraagtekens. Daar kom je
pas langzamerhand achter. Aanvanke
lijk lijkt het puur bewering en louter
science fiction, interessant, dat wel,
maar niet meer dan een „wetenschap
pelijke droom", Jules Verne in het kwa
draat. Sorry, maar ook Jules Verne
schoot niet zo erg ver naast de maan!
Leven in het heelal
Theoretisch gesproken kan een ruimte
schip met fotonenmotoren 99 procent
van de lichtsnelheid (300.000 km per
seconde) bereiken. „Door met deze
snelheden te werken zou de grens van
ons zonnestelsel doorbroken worden.
„Uw kleinzoon zal het wel meemaken.
Maar wij zullen het al zeker weten,
dat er geen twijfel is „aah het bestaan
van gelijksoortige planeten als de aar
de, met een overeenkomstig mengsel
van edelgassen en met een gelijksoor
tige zwaartekracht, met een min of
meer gelijke flora en misschien zelfs
wel fauna. Echter: moeten het nu wer
kelijk uitsluitend planeten zijn met le
vensvoorwaarden, overeenkomend met
die van onze aarde, waarop leven mo
gelijk is?"
In november 1961 al kwamen elf top-
geleerden bij elkaar tijdens een toen
geheim gehouden conferentie in het Na
tional Radio Astronomy Observatory
inlassingen in de tekst naar de opstand
van de Parijse studenten te verwijzen.
Hij bezit een sterke affiniteit met de
opstandige jeugd, hoewel hij de
zeventig nadert en ontleent een
groot deel van zijn inspiratie aan de
radicale studentenbeweging. Er bestaat
dus duidelijk ook een wisselwerking-
Een bekende stelling van Marcuse is,
dat niet de arbeiders een omwenteling
ven de maatschappij teweeg zullen
brengen, maar de intelligentsia en de
verdrukte minderheden de negers in
Amerika en de volken van de derde
Zijn hoofdmotief in „An essay on
liberation" is uiteraard de bevrijding.
De mens zal zich vrij moeten
maken van de dwang van de
consumentenmaatschappij, die beheerst
wordt door „corporate capitalism", de
macht van de grote concerns, die steeds
streven naai- een verhoging van hun
produktie hetgeen enerzijds leidt tot
een dwangmatige strijd om het bestaan
in de ontwikkelde landen met een
kunstmatige opvoering van de
behoeften en anderzijds lot uitbuiting
van de armen der aarde in de
achtergebleven gebieden.
Marcuse betrekt in zijn kritiek ook de
dwang die het socialisme oplegt in de
„oude" communistische landen, zoals
de Sovjet-Unie waar de bureaucratie
hoogtij viert. Hij wijkt dan ook af van
Marx en Engels, die volgens hem te
weinig stil hebben gestaan bij de
ontplooiing van de menselijke vrijheid,
omdat zij geen begrip konden hebben
van de mogelijkheid die de
produktiestijging heeft geboden.
De vrijheid, die Marcuse predikt,
veronderstelt ook een volledige
„Umwertung aller Warte", want „de
kritische analyse van deze maatschappij
vraagt om nieuwe categorieën: moreel,
politiek en esthetisch".
Onbewezen
Hoewel Marcuse nogal eens Kant
citeert, lijkt hij trouwens vooral
beïnvloed te zijn in zijn denktrant door
Nietzsche. Hij heeft met deze filosoof
gemeen het formuleren van onbewezen
stellingen en apodictische beweringen
Een vervelende hebbelijkheid van
Marcuse is zijn voorkeur voor moeilijke
woorden de typische neiging van de
Amerikaanse intellectueel en van de
Duitse immigrant om gelatiniseerd
Engels te schrijven waardoor zijn
in Green-Bank, West-Virginia. „On
derwerp der conferentie was het vraag
stuk van het mogelijke bestaan van
buitenaardse intelligenties. De geleer
den kwamen aan het einde van hun bij
eenkomst tot de zogenaamde Green-
Bankvergelijking.
Volgens deze formule bestaan er alleen
al in ons eigen melkstelsel op elk tijd
stip ongeveer 50 miljoen (het uiterste
minimum is volgens deze formule toch
altijd nog 40) verschillende civilisaties,
die of hunnerzijds trachten zich met ons
in verbinding te stellen, of die op een
teken van andere planeten wachten".
Daniken schudt de namen van tiental
len geleerden die werken aan de mo
derne wetenschap van exbiologie (de
wetenschap omtrent intelligent le
ven buiten onze aarde) zo maar uit
z'n mouw. Grote NASA-namen nuchtere
kerels die de drie astronau
ten naar de maan dirigeerden en man
nen als Nobelprijswinnaar natuurkun
de 1964 Townes en Edward Purcell,
hoogleraar fysica van Harvard; tien
tallen onder wie Werner von Braun en
diens leermeester prof. dr. Oberth.
Science fiction
Okay, science fiction. Enkele weken ge
leden hebben mensen nog beweerd dat
„de mens" nooit op de maan zou
komen „omdat God dat niet wil". Wel
ke God zouden die mensen toch op het
oog hebben? Ze zouden gewoon maar
eens een lagere-schoolboek over ster
renkunde moeten lezen. Dan zouden ze
zulke uitspraken voor zich houden.
Menen ze werkelijk dat hun waarschu
wend opgeheven vingertje door God
wordt geleid? Ze zijn gewoon overwel
digd door hun eigen onkunde en ze zijn
bang. Hun angst noemen ze God. Ze
zouden toch het boek Job eens goed
moeten lezen en daarna hun ogen op
slaan cn zien hoe waar het is wat
toegankelijkheid tot de grote massa
beperkt zal blijven.
Maar hot past uiteraard niet
om met Marcuse af te rekenen
via de stijlkritiek. Een vrij sterke
zeggingskracht ontbreekt hem trouwens
niet. Een veel groter bezwaar vormt
zijn neiging om ondanks alle dure
woorden niet boven het niveau van de
pamflettist uit te stijgen. Hij is
duidelijk een zwart- en witdenker. Hij
heeft altijd wel een beetje gelijk, maar
hij heeft nooil helemaal gelijk.
Verrassend is vooral het gemak,
waarmee hij alle wandaden in deze
wereld weet te herleiden tot de invloed
van de grote Amerikaanse concerns,
altijd samengevat in het scheldwooi-d
..corporate oapitalism", dat een volk
desnoods met napalmbommen bestookt
als het niet naar zijn pijpen danst.
Avant-garde
Bepaald naïef of oneerlijk Is zijn
verheerlijking van de Vietkong als
avant-garde van de bevrijding, waarmee
hij dan gemakshalve het streven van
China naar machtsuitbreiding in Aaië.
waartegen Amerika zich met slinkend
verzet teweer stelt, verzwijgt.
Mao en de culturele revolutie mogen
zich trouwens sterk in zijn gunst
verheugen, maar het is hem duidelijk
ontgaan, dat die culturele revolutie zich
behalve tegen de apparatchiks ook
Deze merkwaardige tekening in
steen werd ontdekt in Palenque (het
oude Rijk der Maya's - Mexico). De
tekening stelt naar alle waarschijn
lijkheid de god Kukumatz voor. Hij
zit in coureurshouding op een soort
raket. Het lijkt wel of hij een serie
ondefinieerbare controle-apparaten
bedient. Zijn linkervoet rust op een
soort pedaal. Hij heeft doeltreffende
kleding aan voor een ruimte
vaarder. Of is dat maar domme
fantasie?
psalm 8 zegt: „Gij hebt de mens wel
haast tot een godheid gemaakt; gij hebt
hem gekroond met glorie en luister;
ge hebt alles aan zijn voeten gelegd
„In de kosmos heeft alleen het meest
fantastische de kans werkelijkheid te
worden", is een uitspraak van de door
links en rechts versmade jezuïet Teil
hard de Chardin.
Een paar vragen: „Hebben vreemde
wezens uit de oneindigheid van de kos
mos in de grijze voortijd onze aarde
bezocht? Trachten ook nu ergens in de
kosmos vreemde intelligenties met 'ons
in aanraking te komen? Zullen de me
dische wetenschap en de biologie wegen
vinden om de door diepvriesinstallaties
geconserveerde mens weer tot leven
te wekken? Zullen aardbewoners zich
op nieuwe planeten vestigen? Zullen zij
zich met de oerbewoners vermengen.
Zullen mensen 'n tweede, derde, vierde
aarde scheppen? Zullen op een dag ge
specialiseerde robots het werk van chi
rurgen overnemen? Zal in een verre
toekomst het leven van de mens door
kunstharten, -longen, -nieren, enz. voor
onbepaalde tijd verlengd worden?"
Vragen vragen
Von Daniken toont dit in elk geval
tegen de intelligentsia van China heeft
gericht, waardoor het land een enorme
sprong achterwaarts heeft genomen.
Geen beter bewijs van onvrijheid is
overigens maai- dat kon Marcuse
nog niet weten het volstrekt
vei zwijgen voor achthonderd miljoen
Chinezen van de Amerikaanse vlucht
naar de maan.
Toch heeft Marcuse wei ergens gelijk,
wanneer hij 't Westers maatschappelijk
bestel verwijt geen oplossing gebracht
te hebben voor de nood in de derde
wereld of wanneer hij spreekt over de
vrijwillige"' knechting van iedereen
die zonodig in de maatschappij vooruit
moet komen en daarmee een stuk van
zijn vrijheid opoffert. Maar hij is het
minst overtuigend wanneer hij, terecht
overigens, stilstaat bij de diepere
culturele onderstroom van verzet tegen
de maatschappij en de anti-kunst als
een vorm van bevrijding aanprijst
Bepaald pover is tenslotte na alle
indringende kritiek op ons bestaan zijn
alternatief. Marcuse ziet in het. geveoht
tegen de bestaande maatschappij reeds
een hogere vorm van leven. En wat
hierna komt. moet zich volgens hem
vanzelf ontwikkelen. Hij heeft er geen
„blueprint" voor- Maar hij geeft wei
toe. dat het huidige systeem recht
heeft, als het dan zo verwerpelijk i«
op een andere oplossing.
Collectiviteit
Voorwaarden zijn volgens hein.
collectieve eigendom, collectieve be
heersing en planning vah de produktie-
middelen en van de verdeling. Maar
dat is niet voldoende, de nieuwe
structuur dient gepaard te gaan
helemaal niet aan die behoefte om
het kapitalistische systeem in Ie halen
zoais in Rusland aanwezig is maai
aan het vestigen van een nieuwe
biologische leefgemeenschap met „een
werkelijke harmonie tussen sociale en
individuele behoeften en doelstellingen,
tussen erkende noodzaak en vrije ont
wikkeling precies het tegengestelde
van geregeerde en opgelegde harmonie
die wordt georganiseerd bi de ver
gevorderde kapitalistische (en socialis
tische?) landen.
Akkoord, maar het blijft vrij vaag en
is het nodig om hiervoor de hele zaak
ondersteboven te gooien? Is het niet
veel redelijker om zonder „culturele
revolutie" tot hervormingen te komen
met werkelijke inspraak in de be-
onweerlegbaar aan: de archeologie
heeft zich vastgepraat op onhoudbare
theorieën. Zelf beweert hij eigenlijk
niet eens zo veel. Hij stelt in hoofdzaak
vragen. Hij vraagt zich af hoe 't moge
lijk is, dat in werkelijk alle bescha
vingen. overal op onze aarde, in alle
(heilige) schrifturen gesproken wordt
over hemelwagens die „goden" vervoe
ren met enorm geraas, veel rook en
vuur en lichtstralen. Hoe arllerlei be
schavingen spreken en tekeningen ma
ken van „reuzen", „supermensen" en
wederom „goden", die 'n soort helmen
dragen met wat wij ..antennes" zouden
noemen en die allerlei attributen bij
zich hebben, die wij in 1969 aan ruim
tevaarders zouden toeschrijven.
Ruim 200 pagina's lang valt Von Dani
ken de archeologie aan, die altijd maar
weer aan komt dragen met mythologie-
en die geen verklaring geven voor de
ongelooflijk techn. prestaties, die nog
altijd voor elke toerist te bezichtigen
zijn in Egypte, China, Amerika en ei
genlijk overal ter wereld. Pyramiden
e.a. massale „koningsgraven", die wij
zelf vandaag de dag niet zouden kun
nen vervaardigen, doet de archeoloog
af met 'n wat gemakkelijke verwijzing
naar mytholohische geloofsimpulsen,
die in werkelijkheid alleen een graag
door ons geloofde theologie bevestigen,
omdat die geen „troubles" veroorzaakt
met het geloof van grootmoeder. Want
niet alleen India heeft zijn heilige koei
en. Dergelijke beesten grazen bij ons
ook nog naar hartelust door de
straten van onze geestelijke lui
heid. „In de wereld van het on
bewijsbare is het vredig leven",
zegt Von Daniken. Maar het zal
weinig helpen: „De toekomst knaagt
drijven en een verwezenlijking van de
democratie door een veel grotere par
ticipatie op ieder gebied. En wordt
men dan altijd niet weer geconfron
teerd met hert: vraagstuk van de orga
nisatie waardoor het bijvoorbeeld
alleen mogelijk zal zijn om de armoede
in de achtergebleven gebieden op te
heffen. Die organisatie hoe democra
tisch ook georganiseerd hetzij in
concemverband, hetzij in collectiev e
vorm betekent een stuk verlies van
de vrijheid.
Marcuse is me eigenlijk met alle
erkenning van zijn scherp inzicht in
aan ons verleden" en we zijn al op de
maan geweest.
Mogelijke theorie
De hypothese van Von Daniken luidt
ruw geschetst: „In de grauwe, nog on
bepaalbare oertijd. ontdekte een
vreemd ruimteschip onze planeet. De
bemanning van het ruimteschip stelde
al spoedig vast, dat de aarde alle voor
waarden bezat voor het ontstaan van
intelligent leven. Weliswaar was de
toenmalige mens nog geen homo sa
piens, maar iets anders. De vreemde
ruimtevaarders bevruchtten kunstma
tig enige vrouwelijke exemplaren van
deze wezens, brachten hen volgens
een oude legende in diepe slaap en
reisden weer weg.
Duizenden jaren later keerden de
ruimtevaarders terug en troffen toen en
kele exemplaren van de soort homo
sapiens aan. Zij herhaalden het vere-
delingsproces enkele malen tot tenslot
te een wezen van zodanige intelligen
tie was ontstaan, dat men dit sociale
regels kon bijbrengen. Nog altijd waren
de mensen van die tijd barbaren. Om
dat het gevaar bestond, dat hun ont
wikkeling zou teruglopen en dat
zij weer met dieren zouden pa
ren, vernietigden de ruimtevaarders
de mislukte exemplaren, of zij na
men deze mee om hen op an
dere werelddelen tót ontwikkeling
te brengen. Aldus ontstonden de
vroegste samenlevingen en de eerste
vaardigheden; rots en grotwanden wer
den beschilderd, de pottenbakkerij werd
uitgevonden en de eerste proeven van
bouwkunst slaagden".
Von Daniken geeft zelf toe. dat deze
theorie natuurlijk niet „waar" hoeft te
zijn. Maar, „in vergelijking met de the
orieën, dank zij welke vele godsdien
sten onder bescherming voortleven,
zouden wij toch ook gaarne onze éne
hypothese een minimaal percentage
aan waarschijnlijkheid willen toeme-
Want waarom zouden al die visioenen
het. klimaat van deze tijd nogal tegen
gevallen. Maar ik kan iedereen aan
raden, die zich wil verdiepen in de
onrust vari de jongere generatie, waar
van een steeds grotere invloed zal
lutgaan op ons beslaan, om dit boek
te lezen. Meer dan de radicale
jongeren, die het immers al weten,
zullen de ouderen ervan profiteren.
A. DE VRIES
Herbert Marcuse: -4n essay on libe
ration. Allen Lane The Penyuin Press,
London, 1969.
Op tientallen plaatsen ter
wereld zijn dit soort afbeeldingen
gevonden, overblijfselen van reeds
eeuwen geleden vergane culturen.
Het lijken wel kosmonauten
van hemelse vogels, vliegende slangen,
vuurwapens, gehelmde goden enzo
voort alleen maar in de fantasie van
onze voorvaderen (en overal ter we
reld) hebben bestaan? Waar haalden
ze de fantasie toch vandaan? Zo fan
taseren kunnen onze beste science-fic-
tionschrijvers niet eens. Waren de go
den kosmonauten? Von Daniken: „Met
het betreden van de kosmos zullen wij
ervaren, dat er niet twee miljoen go
den. niet twintigduizend secten of tien
grote godsdiensten zijn, maar dat er
slechts een enkele Is".
Hoe wisten zij het
In de mythologie van de Eskimo's
wordt beweerd. ,.dat de eerste stam
men door „goden" met ijzeren vleu
gels naar het noorden zouden zijn ge
bracht. De oudste Indiaanse sagen
spreken over een thunderbird (donder-
vogel), die hun vuur en de vrucht
bracht. Tenslo'.Le blijkt uit de mytholo
gie van de Maya's, dat de „goden" al
les zouden hebben gekend: het heelal,
de vier richtingen aan de horizon en
zelfs het ronde aangezicht der aarde".
„Wat fantaseren de Eskimo's-over me
talen vogels? Waarom verhalen de In
dianen over een dondervogel? Hoe zou
den de voorvaderen der Maya's geweten
kunnen hebben dat de aarde rond is?"
„Steeds weer verschaffen ons Soeme-
rische, Assyrischc, Babylonische en
Egyptische spijkerschriftteksten het
zelfde beeld: „goden" kwamen van de
sterren en keerden daarheen terug, zij
voeren met vuurschepen of barken
langs de hemel, bezaten huiveringwek
kende wapenen en beloofden enkele
mensen de onsterfelijkheid".
„Wat is er nu toch zo volstrekt en
overtuigend tegen om aan te nemen,
dat er in de oude teksten echte vuur
wapens beschreven en bedoeld waren*
Toch zeker niet de even triviale als
vage bewering, dat er in het verle
den geen vuurwapens hebben kunnen
bestaan!" „Tenslotte is het nog hele
maal niet zo lang geleden, dat van be
voegde zijde werd beweerd, dat or
geen stenen (meteorieten) uit de hemel
konden vallen omdat er in de hemel
geen stenen aanwezig zouden zijn.
Zelfs mathematici van de 19e eeuw
kwamen tot de voor hun tijd over
tuigende berekening, dat een spoor
trein nooit sneller dan 43 km per uur
zou kunnen rijden, omdat anders alle
lucht eruit geperst zou worden en dien
tengevolge de passagiers zouden stik-
Antwoord gevraagd
Het is zoiets als een bombardement,
dat Von Daniken uitvoert op onze vas
te overtuigingen, die als gevaarloze
bolwerken in onze (slechts voor een
tiende deel gebruikte) hersenen werden
opgericht. We zuilen toch antwoord
moeten geven. Er zijn vragen genoeg.
Deze bijvoorbeeld
er zijn in het begin van de 18e eeuw
duizenden jaren oude kaarten gevonden
(de zogenaamde Piri Reis' kaarten)
die volgens het hydrografisch Instituut
van de Amerikaanse marine en vol
gens pater Lineham S. J. van de Ame
rikaanse sterrenwacht in Weston, vol
komen exact alle gegevens omvatten
omtrent het Middellandse Zeebekken
en de Dode Zee, ze geven ook de kust
lijnen van Noord- en Zuid-Amerika
met grote stiptheid aan. Het origineel
van deze kaarten moet uit zeer grote
hoogte opgenomen zijn. Uit een ruim
tevaartuig?
Bladzijden lang geeft Von Daniken op
sommingen van dit soort onopgeloste
raadsels, die pleiten voor de theorie,
dat wij niet de eerste ruimtereizigei s
zijn. In zijn boek staat trouwens nog
heel wat meer. Een bijzonder zinnige
uitleg bijvoorbeeld van de noodzaak
zelfs van een ruimtevaartprogramma,
zonder dat hij de ogen sluit voor het
gevaarlijk militaire aspect.
Op gevaar af van zich belachelijk te
maken doet hij gedocumenteerde mel
dingen over l'FO's (vliegende scho
tels). Het past allemaal in zijn hypo
these: het is niet vol te houden dat al
leen de aarde, dat toevallige planeet
je van ons. intelligente wezens zou
herbergen. Von Danikens hypothese
is trouwens al lang aanvaard door de
groten van de ruimtevaart. Alleen wie
echt niets van astronomie en exobio-
logie weet kan zich vastklampen aan
de ideeën van zijn grootvader. Dat zijn
kleinkinderen hem zullen uitlachen,
heeft zijn grootmoeder al voorzien. De
uwe waarschijnlijk ook. Want zo zijn
JAN HuSKEN
Herbert Marcuse