WAREN DE GODEN KOSMONAUTEN? De toekomst knaagt aan ons verleden Herbert Marcuse en de rode verf Dondervogels, en vliegende schotels door STRIJD TEGEN MAATSCHAPPIJ ALS HOOGSTE LEVENSVORM alle eeuwen VRIJDAG 17 OKTOBER 1969 DE LEIDSE COURANT PAGINA I ,,ln de grauwe, nog onbepaal de oertijd, ontdekte een vreemd ruimteschip onze pla neet- De bemanning van het ruimteschip stelde al spoedig vast, dat de aarde alle voor waarden bezat voor het ont staan van intelligent leven. Weliswaar was de toenmalige MENS nog geen HOMO SA PIENS, maar iets anders De vreemde ruimtevaarders bevruchtten kunstmatig enige vrouwelijke exemplaren van deze wezens, brachten hen volgens oude legenden in een diepe slaap en reisden weer weg." Het is waarschijnlijk een tic van me, maar soms leid ik m'n grootmoeder, die in 1912 gestorven moet zijn (ik ken haar alleen uit de verhalen van mijn moeder) door onze wereld van bijna zestigjaar later. Ze valt van de ene verbazing in de andere. Die handige gasgeiser, de boiler bij de buren, de telefoon („met wie praat je toch, jongen?"), de radio, de televisie natuurlijk, de Romereis per vliegtuig en „knip" het elektrische licht. Hoe zou ze kunnen geloven dat Neil Armstrong en Buzz Aldrin (dat zijn twee Amerikanen, oma) op de maan hebben rondgedarteld? Niets van dat alles heeft ze meegemaakt. Alleen de „hou- temekar", die wij auto zijn gaan noe men en ze schijnt vaak te hebben ge zegd: „Ik maak het niet meer mee" (tegen haar kinderen zei ze dat, zo rond 1900) „maar jullie misschien wel, dat de mensen nog eens zullen vliegen". Mijn moeder, zelf nu tachtig: „Ik meen me te herinneren dat oma daar bij dacht aan mensen met vleugels". Gisteren, trouwens eer-eergisteren ook al, had ik m'n grootmoeder kunnen uit leggen dat wij mensen, Alpha-Centauri in 4,5 jaar zouden kunnen bereiken als wij met de snelheid van het licht zou den kunnen reizen. En die goeie Alpha- Centauri is onze meest dichtbije ster m de lichtsnelheid is 9.5 biljoen kilo meter per jaar, ofwel 300.000 kilome ter per seconde. Nee, oma, doe maar- geen moeite om je dat voor te stellen, Wönt met de paard-en-wagen waarmee u zondags naar de kerk ging haalde u nog geen 12 kilometer per uur. De wereld is wel ingewikkelder ge worden. Ingewikkeld, dat wil zeggen: we hebben vandaag de dag bijna al leen nog maar vragen over. „Nog nim mer wisten we zo weinig omtrent zo veel als tegenwoordig", verzucht de Duitse schrijver Erich von Daniken op pagina 187 van zijn boek, dat beslist een best-seller aan het worden is. In De oorspronkelijke titel uit het Duits vertaald luidt: Herinneringen aan de Onlangs kon men het bericht lezen dat een stuk dak van de Utrechtse Domkerk rood geschil derd was. De politie is de grap penmakers nog niet op het spoor, zo meldde het A.N.P.-bericht daags erna plichtsgetrouw. Maar het is zeer de vraag of het wel grappenmakers waren. Vêel waarschijnlijker lijkt hef dat we met uiterst serieuze jongelui te maken hadden, die op deze onge bruikelijke manier getracht heb ben te getuigen van hun radicale gezindheid en volstrekte ver: werping van de huidige maat schappij. Waaraan ontleent de radicale jeugd zyn ideeën en zijn geestdrift om te demonstreren, zelfs wanneer dit groot ongemak, gevaar en waaghalzerij met zich meebrengt? Het is een complexe vraag die niet met één antwoord valt af te doen. Gefrustreerdheid met het algemene streven naar welvaart dat als zinloos wordt ervaren, de behoefte om radicaal te breken met de onvolkomen maatschappij van de ouderen, verzet tegen de overgeleverde conventionele wijsheden, een duidelijk streven naar vrijheid, waarbij overigens hel ontzag voor de verworven instellingen die deze vrijheden moeten waarborgen meestal ontbreekt de opsomming zou kun nen worden voortgezet. Een bijzonder belangrijke invloed op de gedachtenwereld van de radicale jeugd komt uit Califomië. Niet meer zoals lang geleden uit Hollywood, maar uit San Diego, waar een deel van de universiteit van California is gevestigd. Hier doceert professor Herbert Marcuse enkele jaren geleden nog een volmaakt onbekend man, thans de voornaamste ideoloog van de radicale jeugd. Heel veel demonstranten hebben zijn boeken misschien nooit gelezen, maar zijn opvattingen zijn gemeengoed in Chicago, Parijs of Amsterdam. Affiniteit Marcuse heeft zijn laatste boek, „An essay on liberation", geschreven vóór de Parijse revolutie, maar hij heeft zich wel gehaast om in voetnoten en door toekomst". De Nederlandse uitgever Kluwer te Deventer, noemde het ech ter niet ten onrechte: „Waren de goden kosmonauten?" Er staat een vraagteken achter die ti tel hel hoek wemelt 220 bladzijden lang van de vraagtekens. Daar kom je pas langzamerhand achter. Aanvanke lijk lijkt het puur bewering en louter science fiction, interessant, dat wel, maar niet meer dan een „wetenschap pelijke droom", Jules Verne in het kwa draat. Sorry, maar ook Jules Verne schoot niet zo erg ver naast de maan! Leven in het heelal Theoretisch gesproken kan een ruimte schip met fotonenmotoren 99 procent van de lichtsnelheid (300.000 km per seconde) bereiken. „Door met deze snelheden te werken zou de grens van ons zonnestelsel doorbroken worden. „Uw kleinzoon zal het wel meemaken. Maar wij zullen het al zeker weten, dat er geen twijfel is „aah het bestaan van gelijksoortige planeten als de aar de, met een overeenkomstig mengsel van edelgassen en met een gelijksoor tige zwaartekracht, met een min of meer gelijke flora en misschien zelfs wel fauna. Echter: moeten het nu wer kelijk uitsluitend planeten zijn met le vensvoorwaarden, overeenkomend met die van onze aarde, waarop leven mo gelijk is?" In november 1961 al kwamen elf top- geleerden bij elkaar tijdens een toen geheim gehouden conferentie in het Na tional Radio Astronomy Observatory inlassingen in de tekst naar de opstand van de Parijse studenten te verwijzen. Hij bezit een sterke affiniteit met de opstandige jeugd, hoewel hij de zeventig nadert en ontleent een groot deel van zijn inspiratie aan de radicale studentenbeweging. Er bestaat dus duidelijk ook een wisselwerking- Een bekende stelling van Marcuse is, dat niet de arbeiders een omwenteling ven de maatschappij teweeg zullen brengen, maar de intelligentsia en de verdrukte minderheden de negers in Amerika en de volken van de derde Zijn hoofdmotief in „An essay on liberation" is uiteraard de bevrijding. De mens zal zich vrij moeten maken van de dwang van de consumentenmaatschappij, die beheerst wordt door „corporate capitalism", de macht van de grote concerns, die steeds streven naai- een verhoging van hun produktie hetgeen enerzijds leidt tot een dwangmatige strijd om het bestaan in de ontwikkelde landen met een kunstmatige opvoering van de behoeften en anderzijds lot uitbuiting van de armen der aarde in de achtergebleven gebieden. Marcuse betrekt in zijn kritiek ook de dwang die het socialisme oplegt in de „oude" communistische landen, zoals de Sovjet-Unie waar de bureaucratie hoogtij viert. Hij wijkt dan ook af van Marx en Engels, die volgens hem te weinig stil hebben gestaan bij de ontplooiing van de menselijke vrijheid, omdat zij geen begrip konden hebben van de mogelijkheid die de produktiestijging heeft geboden. De vrijheid, die Marcuse predikt, veronderstelt ook een volledige „Umwertung aller Warte", want „de kritische analyse van deze maatschappij vraagt om nieuwe categorieën: moreel, politiek en esthetisch". Onbewezen Hoewel Marcuse nogal eens Kant citeert, lijkt hij trouwens vooral beïnvloed te zijn in zijn denktrant door Nietzsche. Hij heeft met deze filosoof gemeen het formuleren van onbewezen stellingen en apodictische beweringen Een vervelende hebbelijkheid van Marcuse is zijn voorkeur voor moeilijke woorden de typische neiging van de Amerikaanse intellectueel en van de Duitse immigrant om gelatiniseerd Engels te schrijven waardoor zijn in Green-Bank, West-Virginia. „On derwerp der conferentie was het vraag stuk van het mogelijke bestaan van buitenaardse intelligenties. De geleer den kwamen aan het einde van hun bij eenkomst tot de zogenaamde Green- Bankvergelijking. Volgens deze formule bestaan er alleen al in ons eigen melkstelsel op elk tijd stip ongeveer 50 miljoen (het uiterste minimum is volgens deze formule toch altijd nog 40) verschillende civilisaties, die of hunnerzijds trachten zich met ons in verbinding te stellen, of die op een teken van andere planeten wachten". Daniken schudt de namen van tiental len geleerden die werken aan de mo derne wetenschap van exbiologie (de wetenschap omtrent intelligent le ven buiten onze aarde) zo maar uit z'n mouw. Grote NASA-namen nuchtere kerels die de drie astronau ten naar de maan dirigeerden en man nen als Nobelprijswinnaar natuurkun de 1964 Townes en Edward Purcell, hoogleraar fysica van Harvard; tien tallen onder wie Werner von Braun en diens leermeester prof. dr. Oberth. Science fiction Okay, science fiction. Enkele weken ge leden hebben mensen nog beweerd dat „de mens" nooit op de maan zou komen „omdat God dat niet wil". Wel ke God zouden die mensen toch op het oog hebben? Ze zouden gewoon maar eens een lagere-schoolboek over ster renkunde moeten lezen. Dan zouden ze zulke uitspraken voor zich houden. Menen ze werkelijk dat hun waarschu wend opgeheven vingertje door God wordt geleid? Ze zijn gewoon overwel digd door hun eigen onkunde en ze zijn bang. Hun angst noemen ze God. Ze zouden toch het boek Job eens goed moeten lezen en daarna hun ogen op slaan cn zien hoe waar het is wat toegankelijkheid tot de grote massa beperkt zal blijven. Maar hot past uiteraard niet om met Marcuse af te rekenen via de stijlkritiek. Een vrij sterke zeggingskracht ontbreekt hem trouwens niet. Een veel groter bezwaar vormt zijn neiging om ondanks alle dure woorden niet boven het niveau van de pamflettist uit te stijgen. Hij is duidelijk een zwart- en witdenker. Hij heeft altijd wel een beetje gelijk, maar hij heeft nooil helemaal gelijk. Verrassend is vooral het gemak, waarmee hij alle wandaden in deze wereld weet te herleiden tot de invloed van de grote Amerikaanse concerns, altijd samengevat in het scheldwooi-d ..corporate oapitalism", dat een volk desnoods met napalmbommen bestookt als het niet naar zijn pijpen danst. Avant-garde Bepaald naïef of oneerlijk Is zijn verheerlijking van de Vietkong als avant-garde van de bevrijding, waarmee hij dan gemakshalve het streven van China naar machtsuitbreiding in Aaië. waartegen Amerika zich met slinkend verzet teweer stelt, verzwijgt. Mao en de culturele revolutie mogen zich trouwens sterk in zijn gunst verheugen, maar het is hem duidelijk ontgaan, dat die culturele revolutie zich behalve tegen de apparatchiks ook Deze merkwaardige tekening in steen werd ontdekt in Palenque (het oude Rijk der Maya's - Mexico). De tekening stelt naar alle waarschijn lijkheid de god Kukumatz voor. Hij zit in coureurshouding op een soort raket. Het lijkt wel of hij een serie ondefinieerbare controle-apparaten bedient. Zijn linkervoet rust op een soort pedaal. Hij heeft doeltreffende kleding aan voor een ruimte vaarder. Of is dat maar domme fantasie? psalm 8 zegt: „Gij hebt de mens wel haast tot een godheid gemaakt; gij hebt hem gekroond met glorie en luister; ge hebt alles aan zijn voeten gelegd „In de kosmos heeft alleen het meest fantastische de kans werkelijkheid te worden", is een uitspraak van de door links en rechts versmade jezuïet Teil hard de Chardin. Een paar vragen: „Hebben vreemde wezens uit de oneindigheid van de kos mos in de grijze voortijd onze aarde bezocht? Trachten ook nu ergens in de kosmos vreemde intelligenties met 'ons in aanraking te komen? Zullen de me dische wetenschap en de biologie wegen vinden om de door diepvriesinstallaties geconserveerde mens weer tot leven te wekken? Zullen aardbewoners zich op nieuwe planeten vestigen? Zullen zij zich met de oerbewoners vermengen. Zullen mensen 'n tweede, derde, vierde aarde scheppen? Zullen op een dag ge specialiseerde robots het werk van chi rurgen overnemen? Zal in een verre toekomst het leven van de mens door kunstharten, -longen, -nieren, enz. voor onbepaalde tijd verlengd worden?" Vragen vragen Von Daniken toont dit in elk geval tegen de intelligentsia van China heeft gericht, waardoor het land een enorme sprong achterwaarts heeft genomen. Geen beter bewijs van onvrijheid is overigens maai- dat kon Marcuse nog niet weten het volstrekt vei zwijgen voor achthonderd miljoen Chinezen van de Amerikaanse vlucht naar de maan. Toch heeft Marcuse wei ergens gelijk, wanneer hij 't Westers maatschappelijk bestel verwijt geen oplossing gebracht te hebben voor de nood in de derde wereld of wanneer hij spreekt over de vrijwillige"' knechting van iedereen die zonodig in de maatschappij vooruit moet komen en daarmee een stuk van zijn vrijheid opoffert. Maar hij is het minst overtuigend wanneer hij, terecht overigens, stilstaat bij de diepere culturele onderstroom van verzet tegen de maatschappij en de anti-kunst als een vorm van bevrijding aanprijst Bepaald pover is tenslotte na alle indringende kritiek op ons bestaan zijn alternatief. Marcuse ziet in het. geveoht tegen de bestaande maatschappij reeds een hogere vorm van leven. En wat hierna komt. moet zich volgens hem vanzelf ontwikkelen. Hij heeft er geen „blueprint" voor- Maar hij geeft wei toe. dat het huidige systeem recht heeft, als het dan zo verwerpelijk i« op een andere oplossing. Collectiviteit Voorwaarden zijn volgens hein. collectieve eigendom, collectieve be heersing en planning vah de produktie- middelen en van de verdeling. Maar dat is niet voldoende, de nieuwe structuur dient gepaard te gaan helemaal niet aan die behoefte om het kapitalistische systeem in Ie halen zoais in Rusland aanwezig is maai aan het vestigen van een nieuwe biologische leefgemeenschap met „een werkelijke harmonie tussen sociale en individuele behoeften en doelstellingen, tussen erkende noodzaak en vrije ont wikkeling precies het tegengestelde van geregeerde en opgelegde harmonie die wordt georganiseerd bi de ver gevorderde kapitalistische (en socialis tische?) landen. Akkoord, maar het blijft vrij vaag en is het nodig om hiervoor de hele zaak ondersteboven te gooien? Is het niet veel redelijker om zonder „culturele revolutie" tot hervormingen te komen met werkelijke inspraak in de be- onweerlegbaar aan: de archeologie heeft zich vastgepraat op onhoudbare theorieën. Zelf beweert hij eigenlijk niet eens zo veel. Hij stelt in hoofdzaak vragen. Hij vraagt zich af hoe 't moge lijk is, dat in werkelijk alle bescha vingen. overal op onze aarde, in alle (heilige) schrifturen gesproken wordt over hemelwagens die „goden" vervoe ren met enorm geraas, veel rook en vuur en lichtstralen. Hoe arllerlei be schavingen spreken en tekeningen ma ken van „reuzen", „supermensen" en wederom „goden", die 'n soort helmen dragen met wat wij ..antennes" zouden noemen en die allerlei attributen bij zich hebben, die wij in 1969 aan ruim tevaarders zouden toeschrijven. Ruim 200 pagina's lang valt Von Dani ken de archeologie aan, die altijd maar weer aan komt dragen met mythologie- en die geen verklaring geven voor de ongelooflijk techn. prestaties, die nog altijd voor elke toerist te bezichtigen zijn in Egypte, China, Amerika en ei genlijk overal ter wereld. Pyramiden e.a. massale „koningsgraven", die wij zelf vandaag de dag niet zouden kun nen vervaardigen, doet de archeoloog af met 'n wat gemakkelijke verwijzing naar mytholohische geloofsimpulsen, die in werkelijkheid alleen een graag door ons geloofde theologie bevestigen, omdat die geen „troubles" veroorzaakt met het geloof van grootmoeder. Want niet alleen India heeft zijn heilige koei en. Dergelijke beesten grazen bij ons ook nog naar hartelust door de straten van onze geestelijke lui heid. „In de wereld van het on bewijsbare is het vredig leven", zegt Von Daniken. Maar het zal weinig helpen: „De toekomst knaagt drijven en een verwezenlijking van de democratie door een veel grotere par ticipatie op ieder gebied. En wordt men dan altijd niet weer geconfron teerd met hert: vraagstuk van de orga nisatie waardoor het bijvoorbeeld alleen mogelijk zal zijn om de armoede in de achtergebleven gebieden op te heffen. Die organisatie hoe democra tisch ook georganiseerd hetzij in concemverband, hetzij in collectiev e vorm betekent een stuk verlies van de vrijheid. Marcuse is me eigenlijk met alle erkenning van zijn scherp inzicht in aan ons verleden" en we zijn al op de maan geweest. Mogelijke theorie De hypothese van Von Daniken luidt ruw geschetst: „In de grauwe, nog on bepaalbare oertijd. ontdekte een vreemd ruimteschip onze planeet. De bemanning van het ruimteschip stelde al spoedig vast, dat de aarde alle voor waarden bezat voor het ontstaan van intelligent leven. Weliswaar was de toenmalige mens nog geen homo sa piens, maar iets anders. De vreemde ruimtevaarders bevruchtten kunstma tig enige vrouwelijke exemplaren van deze wezens, brachten hen volgens een oude legende in diepe slaap en reisden weer weg. Duizenden jaren later keerden de ruimtevaarders terug en troffen toen en kele exemplaren van de soort homo sapiens aan. Zij herhaalden het vere- delingsproces enkele malen tot tenslot te een wezen van zodanige intelligen tie was ontstaan, dat men dit sociale regels kon bijbrengen. Nog altijd waren de mensen van die tijd barbaren. Om dat het gevaar bestond, dat hun ont wikkeling zou teruglopen en dat zij weer met dieren zouden pa ren, vernietigden de ruimtevaarders de mislukte exemplaren, of zij na men deze mee om hen op an dere werelddelen tót ontwikkeling te brengen. Aldus ontstonden de vroegste samenlevingen en de eerste vaardigheden; rots en grotwanden wer den beschilderd, de pottenbakkerij werd uitgevonden en de eerste proeven van bouwkunst slaagden". Von Daniken geeft zelf toe. dat deze theorie natuurlijk niet „waar" hoeft te zijn. Maar, „in vergelijking met de the orieën, dank zij welke vele godsdien sten onder bescherming voortleven, zouden wij toch ook gaarne onze éne hypothese een minimaal percentage aan waarschijnlijkheid willen toeme- Want waarom zouden al die visioenen het. klimaat van deze tijd nogal tegen gevallen. Maar ik kan iedereen aan raden, die zich wil verdiepen in de onrust vari de jongere generatie, waar van een steeds grotere invloed zal lutgaan op ons beslaan, om dit boek te lezen. Meer dan de radicale jongeren, die het immers al weten, zullen de ouderen ervan profiteren. A. DE VRIES Herbert Marcuse: -4n essay on libe ration. Allen Lane The Penyuin Press, London, 1969. Op tientallen plaatsen ter wereld zijn dit soort afbeeldingen gevonden, overblijfselen van reeds eeuwen geleden vergane culturen. Het lijken wel kosmonauten van hemelse vogels, vliegende slangen, vuurwapens, gehelmde goden enzo voort alleen maar in de fantasie van onze voorvaderen (en overal ter we reld) hebben bestaan? Waar haalden ze de fantasie toch vandaan? Zo fan taseren kunnen onze beste science-fic- tionschrijvers niet eens. Waren de go den kosmonauten? Von Daniken: „Met het betreden van de kosmos zullen wij ervaren, dat er niet twee miljoen go den. niet twintigduizend secten of tien grote godsdiensten zijn, maar dat er slechts een enkele Is". Hoe wisten zij het In de mythologie van de Eskimo's wordt beweerd. ,.dat de eerste stam men door „goden" met ijzeren vleu gels naar het noorden zouden zijn ge bracht. De oudste Indiaanse sagen spreken over een thunderbird (donder- vogel), die hun vuur en de vrucht bracht. Tenslo'.Le blijkt uit de mytholo gie van de Maya's, dat de „goden" al les zouden hebben gekend: het heelal, de vier richtingen aan de horizon en zelfs het ronde aangezicht der aarde". „Wat fantaseren de Eskimo's-over me talen vogels? Waarom verhalen de In dianen over een dondervogel? Hoe zou den de voorvaderen der Maya's geweten kunnen hebben dat de aarde rond is?" „Steeds weer verschaffen ons Soeme- rische, Assyrischc, Babylonische en Egyptische spijkerschriftteksten het zelfde beeld: „goden" kwamen van de sterren en keerden daarheen terug, zij voeren met vuurschepen of barken langs de hemel, bezaten huiveringwek kende wapenen en beloofden enkele mensen de onsterfelijkheid". „Wat is er nu toch zo volstrekt en overtuigend tegen om aan te nemen, dat er in de oude teksten echte vuur wapens beschreven en bedoeld waren* Toch zeker niet de even triviale als vage bewering, dat er in het verle den geen vuurwapens hebben kunnen bestaan!" „Tenslotte is het nog hele maal niet zo lang geleden, dat van be voegde zijde werd beweerd, dat or geen stenen (meteorieten) uit de hemel konden vallen omdat er in de hemel geen stenen aanwezig zouden zijn. Zelfs mathematici van de 19e eeuw kwamen tot de voor hun tijd over tuigende berekening, dat een spoor trein nooit sneller dan 43 km per uur zou kunnen rijden, omdat anders alle lucht eruit geperst zou worden en dien tengevolge de passagiers zouden stik- Antwoord gevraagd Het is zoiets als een bombardement, dat Von Daniken uitvoert op onze vas te overtuigingen, die als gevaarloze bolwerken in onze (slechts voor een tiende deel gebruikte) hersenen werden opgericht. We zuilen toch antwoord moeten geven. Er zijn vragen genoeg. Deze bijvoorbeeld er zijn in het begin van de 18e eeuw duizenden jaren oude kaarten gevonden (de zogenaamde Piri Reis' kaarten) die volgens het hydrografisch Instituut van de Amerikaanse marine en vol gens pater Lineham S. J. van de Ame rikaanse sterrenwacht in Weston, vol komen exact alle gegevens omvatten omtrent het Middellandse Zeebekken en de Dode Zee, ze geven ook de kust lijnen van Noord- en Zuid-Amerika met grote stiptheid aan. Het origineel van deze kaarten moet uit zeer grote hoogte opgenomen zijn. Uit een ruim tevaartuig? Bladzijden lang geeft Von Daniken op sommingen van dit soort onopgeloste raadsels, die pleiten voor de theorie, dat wij niet de eerste ruimtereizigei s zijn. In zijn boek staat trouwens nog heel wat meer. Een bijzonder zinnige uitleg bijvoorbeeld van de noodzaak zelfs van een ruimtevaartprogramma, zonder dat hij de ogen sluit voor het gevaarlijk militaire aspect. Op gevaar af van zich belachelijk te maken doet hij gedocumenteerde mel dingen over l'FO's (vliegende scho tels). Het past allemaal in zijn hypo these: het is niet vol te houden dat al leen de aarde, dat toevallige planeet je van ons. intelligente wezens zou herbergen. Von Danikens hypothese is trouwens al lang aanvaard door de groten van de ruimtevaart. Alleen wie echt niets van astronomie en exobio- logie weet kan zich vastklampen aan de ideeën van zijn grootvader. Dat zijn kleinkinderen hem zullen uitlachen, heeft zijn grootmoeder al voorzien. De uwe waarschijnlijk ook. Want zo zijn JAN HuSKEN Herbert Marcuse

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 7