AVIODOME
JACK LONDON VERBOND
STRIJDT TEGEN
CIRCUS EN DIERENTUINEN
NIEUW TEHUIS VOOR NATIONAAL MUSEUM LUCHT- EN RUIMTEVAART
(„de Botervloot")
ZATERDAG 4 OKTOBER 1W50
DE Amsterdammers hebben, vindingrijk als
altijd, al een bijnaam gevonden voor een
koepelvormige gevaarte, dat op het nieuwe
Schiphol is verrezen. Zij doopten liet „de bo
tervloot". Officieel heet de constructie „avio-
dome" en hij is voorbestemd, in de nabije toe
komst het van het oude Schiphol verdreven,
thans nog ontheemde nationaal museum voor
lucht- en ruimtevaart te herbergen. De bouw
werd mogclük door schenkingen van de KLM
cn Fokker, die vonden, op hun vijftigste ver
jaardag best een monument voor zichzelf te
mogen oprichten. Vandaag is op Schiphol in
aanwezigheid van prins Bernhard het geld
symbolisch overhandigd.
De constructie een zogenaamde Temcor-
kocpcl is in Amerika niet ongewoon, maar
voor Europa uniek. Ze bestaat uit een alumi
nium buizenconstructie, waaronder ruitvormige
panelen van aluminium zijn bevestigd. De nok
ligt 23 meter boven de grond, de koepel over
spant, zonder één pilaar, een vrije ruimte van
60 meter en het voor de expositie beschikbare
vloeroppervlak is niet minder dan 3.000 vier
kante meter. In oktober hoopt men de aviodome
die 'n architectonische blikvanger is in de orde
van het Evoluon in Eindhoven, officieel te kun
nen openen.
Deze tekening geeft een indruk van hoe het er
dan van binnen uit zal zien. Links op de voor
grond is het begin van de luchtvaart uitge
beeld: luchtballon, gljjvliegtuig van Lilienthal.
Wright-flyer, Fokker „Spin" en het eerste in
Nederland gebruikte zweefvliegtuig. Rechts ziet
men aan de hand van echte vliegtuigen de ont
wikkeling van het vliegtuig tot heden weerge
geven. De DC-3 rechts boven vliegt momenteel
nog. In deze afdeling ook militaire vliegtuigen
zoals de Spitfire en de Gloster Meteor. Een der
de sector zal tenslotte niet alleen een beeld ge
ven van de hedendaagse luchtvaart (in het am
phitheater waar 130 mensen kunnen zitten,
wordt om het kwartier een realistische naboot
sing gegeven van een nachtvlucht Amsterdam-
Londen) maar zal ook een visie worden gegeven
op de toekomstige ontwikkeling van de lucht
vaart. Boven het amphitheater, dat gedeeltelijk
in de grond is verzonken, bevindt zich een ga
lerij, waarop een ruimtevaart-tentoonstelling
wordt ingericht. Elders in 't museum vindt men
nog 'n levensechte kabine van 'n jumbojet, een
windtunnel, een radarinstallatie en een oefen-
stuurhut. Een groot aantal diorama's, gewijd
aan de belangrijkste gebeurtenissen in de his
torie van lucht- en ruimtevaart (gedeeltelijk
met door projectie uitgevoerde beweegbare
voorstellingen) zullen de bezoekers een drie-di-
inensionale kijk geven op oude en recente ont
wikkelingen. Een „motorlijn", een „luchtschroe-
venlijn" en een lijn, die de evolutie van verti
caal opstijgende vliegtuigen zal uitbeelden zul
len naast de belichting van nog vele andere fa
cetten van lucht- en ruimtevaart het beeld van
de ontwikkeling van deze moderne transport
middelen moeten afronden. piet snoeren
hebben om zich bij het Verbond
aan te sluiten. Het aantal leden
daalt jaarlijks en de vergrijzing
heeft de strijdlust allang een mil
de herfstkleur gegeven. Een ken
merk van het Jack London Ver
bond is trouwens toch, dat het
zijn edel doel op uiterst voorzich
tige wijze tracht te bereiken. De
leden missen de virulente „ik
duld geen tegenspraak"-methodiek
van de vivisectiebestrijders en
proberen ook de betweterige toon
van de notoire dierenbeschermers
te vermijden. ,Het gaat ons", zegt
v. d- Brandhof, „hoofdzakelijk om
de bestrijding van de excessen. Wij
vinden een leeuw die door een
brandende hoepel springt even be
klagenswaardig als een vrouw, die
in haar huis honderd katten heeft.
Het zijn allebei voorbeelden van
Dansende beren
Heeft het Jack London Verbond
in de 47 jaar van zijn bestaan
iets bereikt, dat de inspanningen
van de leden rechtvaardigt? V. d.
Brandhof zou het wel denken.
„Wat zou u denken van de ker
misvermaken", zegt hij, „de dan
sende beren, de apen. die in pa
len klimmen. Dat is goed afgelo
pen. Die strijd hebben we dus al
gewonnen. Nu Llijven alleen nog
de circussen en de dierentuinen
over Als Boltini schreeuwt, dat
bel circus het eeuwige leven heeft,
dan moet hij niet om subsidie
gaan lopen bedelen. Dat is on
waardig voor een instelling, die
de pretentie heeft voor de eeuwig
heid Ie zijn geschapen. De waar
heid is echter, dat 90 procent van
de circussen op sterven na dood
is. Ik kan niet zeggen, dat deze
ontwikkeling ons bedroeft. Het is
al een schande, dat ons Verbond
kans ziet om straks het vijftig
jarig bestaan te vieren. Dat bete
ken! immers, dat het doel nog
steeds niet bereikt is. We hadden
er een lief ding voor over gehad,
als we ons anno 1969 al lang over
bodig hadden gemaakt. Het zal
dan ook stellig eeri jubileum wor
den met een rouwrand er om-
Saillante details
Om de werkwijze van het Ver
bond efficiënt uit de doeken te
doen heeft v. d. Brandhof vast
een aantal exemplaren van het
bondsorgaan „Vermaak en Dieren
leed" op tafel gelegd, waarin hij
saillante passages van een rood
kruis voorzien heeft. „Als u dit
thuis op uw dooie gemak door
leest", zegt hij glimlachend, „dan
weet u er alles van".
Hij heeft wederom gelijk. „Ver
maak en Dierenleed", dat ook in
zijn 38ste jaargang op glanzend
houtvrij papier gedrukt wordt,
geeft over het wel en wee in cir
cussen en dierentuinen eèn infoi
matie, die opmerkelijk is voo
mensen, die geacht worden deze
.instellingen links te laten liggen
Afgezien van herhaaldelijke op
wekkingen om de algemene leden
vergadering toch vooral te bezoe
ken; is elk nummer van zestien
pagina's boordevol gevuld met een
baaierd van onheilspellende be
richten. Een greep uit het herfst
nummer: „Ongelukken aan de lo
pende band". „Circusoorlog in
Limburg". „Beer brak poot",
„Maastrichtse beren dreigen Ic
verdrinken", „Trapeze raakt los.
echtpaar ernstig gewond", „Beei
valt dompteuze aan", Franse zan
geres door leeuw aangevallen".
„Circus Heros vlucht voor mooie
weer", „Circus Rancy vlucht uit
Valkenburg". „Financiële tekorten
nekslag voor jeugdcircus Roberti".
,,Dan hoef ik u niets meer te zeg
gen", roept de heer v. d. Brandhof,
..het is één grote bende in al die
circussen en dierentuinen".
Persoonlijk is hij dan ook ver
heugd, dat hij tijdens het komend
uitje van het bejaardentehuis de
keus heeft uit twee mogelijkheden.
Een snelle opiniepeiling in de
eetzaal heeft hem duidelijk ge
maakt, dat de meeste bewoners
de voorkeur geven aan een be
zoek aan het Safaripark in de
Beekse Bergen. „Dat moeten zij
weten", zegt hij schouderophalend,
„ieder zijn meug. Maar mijn vrouw
en ik gaan naar het Evoluon in
Eindhoven. Dat is tenminste leer
zaam. Daar steek je nog eens wat
van op."
Bij het afscheid geei't hij nog het
artikel „meehelpen een vuist te
maken" als huiswerk mee. „Wie
Dr.N.v.d. Brandhof:
„AFSCHUWELIJK
EEN LEEUW
IN EEN
KAAL HOK
OF EEN IJSBEER
ACHTER DE
TRALIES
VAN
DIERENTUIN"
op Werelddierendag 1969 iets voor
het dier wil doen", staat er onder
meer, „gaat praktisch te werk".
De commissie voor natuuronder
zoek in Nederland zal dolblij zijn
als daadwerkelijke dierenbescher
mers ijveren voor humanere me
thoden bij het bestrijden van scha
delijk wild. De anti-vivisectie
stichting zal juichen als zich men
sen bij haar aansluiten, die ijveren
voor- beperking van vivisectie en
medewerken aan het afschaffen
van vivisectie tot op enkele pro
centen na. Aan het vervangen
van vivisectie door films, die
steeds weer gebruikt kunnen wor
den en door computergegevens.
Werelddierendag is geen dag waar
op het sentiment hoogtij moet vie
ren. Geen overdreven verwennerij
van dieren en dan denken „wal
ben ik toch een dierenvriend".
Geen gesmoezepoes met katten,
die zo dik zijn, dat ze nauwelijks
meer kunnen lopen, geen zilveren
lijsten kopen voor de stamboom
van de rashond, maar nuchter
denkwerk. Wat kan ik doen?
Iemand heeft eens gezegd: „als
We de kreten van alle dieren op
aarde die door de mens misbruikt
werden, eens konden horen, dan
zouden we ons schamen," Dit be
sef is de ware beleving van „Die
rendag", die gevolgd moet wor
den door een daad. Een hond of
een kat halen uit een plaatselijk
asyl. Een verstoten dier dat hun
kert naar een baas, een huis."
Grote deugden
Het lidmaatschap van het Jack
London Verbond zou natuurlijk
ook een mogelijkheid zijn, maar de
heer v. d. Brandhof zwijgt ter
zijde afdoende.
De praktijk heeft hem geleerd,
dat bescheidenheid juist één
der grote deugden van aijn
Verbond is.
leo THURING
50-jarig
bestaan:
feest
met
rouwrand
WASSENAAR Neen, de
suffe leeuwen van Boltini
zullen er geen weet van hebben
en Toni zelf, Toni, de grootver
sierder, die de scepter zwaait
over een chaotisch rijk, dat hij
met veel bravour „het grootste
circus van de wereld" noemt;
heeft al meermalen laten weten
dat hij zijn opponenten niet
serieus neemt. „Een stelletje
seniele grijsaards", zegt hij,
„probeert mij, Toni Boltini, de
wet te lezen. Een belachelijke
zaak, waarover ik me niet eens
wens op te winden. Laten ze
maar schelden in hun clubblad,
er is toch geen hond, die het
In een Wassenaars bejaarden
tehuis, dat in betere tijden door
de Rotterdamse scheepsmagnaat
Van Ommeren in het- weelderig
groen is neergezet, glimlacht dr.
N. W. v. d. Brandhof vertederend,
wanneer hem deze vernietigende
kenschets bereikt. Toegegeven, hij
behoort niet meer tot het hippe
volkje, dat bij voorkeur zijn uiltje
knapt op de trappen Van het Dam-
monument. „Ik ben trouwens al
tijd een liefhebber van binnen-
vering geweest", legt hij uit, „ik
begrijp niet, wat de jongelui te
genwoordig bezielt. Oké, dat wil
ik ook nog wel toegeven. De hele
wereld staat op zijn kop, je kunt
er geen touw meer aan vastkno
pen. Het gezag wordt bespot, de
godsdienst aan de laars gelapt, Toe
maar. Ik lees het wel in de krant
en voor de rest heb ik er geen
boodschap aan. Een man van 75
jaar hoeft zich goddank niet meei
over alles op te winden.
Ik heb mijn handen vol aan de
circussen en de dierentuinen. Het
lean er bij mij niet in, dat een
wild dier, een leeuw, een tijger,
een luipaard, noem ze maar op,
voor een klontje suiker en een
stuk stinkende pens graag door
een brandende hoepel springt. Die
beesten zijn als de dood voor vuur.
Laat Boltini dan maar van de da
ken schreeuwen, dal de beesten
bij hem humaan behandeld wor
den. Daar lachen wij om. Dat is
je reinste koekebakkerij. Wat het
publiek ziet is het kant en klare
produkt. Ze zien een beest, dat al
zo vaak op zijn bliksem heeft ge
had, dat hij het niet meer in zijn
kop haalt om te rebelleren. Als
een leeuw sullig op zijn postement
klimt, dan is daar een bedrijf aan
vooraf gegaan, dan Is hij gesla
gen, vernederd, vertrapt. Dat wil
len wij zien. Hoe vaak hebben we
niet tegen Boltini gezegd: „Laat
ons ook binnen, als je dompteur
een beest africht", maar op zulke
verzoeken hoor je niks. Boltini
kijkt wel uit. Die weet, dat hij
dan gelijk hangt. Boltini weet ook,
dat bij sommige dieicntransporten
waarschuwt hij, „wij hebben niets
tegen de mensen zelf. Du moment
dat Boltini zijn zaak sluit, is hij
voor ons uit het gezicht verdwe
nen. Dan is hij weer gewoon een
zeer oninteressante man. Als ik nu
met voldoening constateer, dat de
meeste dierentuinen op apegapen
liggen, dan i6 dat niet om de di
recteuren te pesten ik gun hun
dat baantje best maar ik zeg
dat alleen, omdat dierentuinen
verfoeilijke instellingen zijn.
Het Is afschuwelijk om een leeuw
in een kaal hok op te sluiten en
ijsberen voor gek te zetten achter
tralies. Laat u toch niets wijs ma
ken door de heren. Ze doen het
zogenaamd om de uitstervende
dierenrassen te beschermen. Koe
kebakkerij zeg ik, het paard ach
ter de wagen spannen. Als ze dan
zo nodig de dieren willen redden,
Laten ze dan liever de jacht beper
ken, laten ze de uitvoer van bees
ten aan banden leggen. Dan doen
ze tenminste echt goed werk".
Natuurlijke personen
Om zijn gram te ventileren is
v. d. Brandhof jaren geleden toe
getreden tot het Nederlands Jack
Londenverbond, dat in artikel
vier van de statuten de bestrijding
van alle vertoningen met en dooi
al of niet gedresseerde dieren en
de afschaffing van dierentuinen
en dierenparken als levensopdracht
centraal heeft gesteld. Het ver
bond. is in 1922 door jonkvrouwe
E. des Tombe opgericht en heeft
volgens artikel 6 „ereleden, leden,
jeugdleden, gezinsleden en begun
stigers". Over de ereleden wordt
onder sub 2 vermeld, dat zij „na
tuurlijke personen zijn, die zich
bijzonder verdienstelijk hebben ge
maakt voor het Verbond." Helaas
moet de heer v. 4- Brandhof vast
stellen, dat de natuurlijke perso
nen tegenwoordig weinig fut meer
Op apegapen
Oud-ambtenaar v. d. Brandhof
nog steeds kaarsrecht, „maar de
honderdtien meter horden loop ik
niet meer in recordtijd", behoort
tot een select gezelschap Neder-
landers, dat in zijn vrije tijd de
circussen en dierentuinen bestrijdt.
„Versta me i._ hemelsnaam goed",
80 procent sterft. Dat is gewoon
bij de prijs ingecalculeerd. En dat
allemaal om een handvol mensen
op een paar minuten sensatie te
vergasten. Is dat ethisch verant
woord? Neen meneer, dat is im-