Aanvullende bijdrage uit het
Gemeentefonds enige uitweg
Leiden raakt I Onbestuurbaar I Wetgeving thans
aan bedelstaf door voogdij niet hanteerbaar
„Verzorgingspeil zal
gaan achterblijven'5
PvdA eist duidelijkheid van PSP
MINISTERIEEL TOEZICHT
REMT MOGELIJKHEDEN AL
DONDERDAG 25 SEPTEMBER I960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
Vr\~DT ~ÏZ A 7vr DTTTA/T verdubbeling ten opzichtte van 1969, toen WÊt
3)e£«idócSou^a«t
Onder curatele
De gemeente Lelden wordt onbestuur
baar. Dit is de consequentie, die het
college van b. en w. trekt uit het telt,
dat Lelden financieel met de rug tegen
de muur staat en nu noodgedwongen
in Den Haag xal moeten aankloppen
om een aanvullende bijdrage uit het
Gemeentefonds. Het ministeriële toe
zicht zal zo beknottend werken door
de geldende voorschriften, dat er voor
het gemeentebestuur weinig meer te
Iedereen kan aankloppen by de gemeen
telijke sociale dienst, zou men zo zeg
gen. Deze dienst kost Leiden enkele
miljoenen en het fe4t, dat de gemeente
20 pet. van de kosten moet dekken uit
de alge/nene middelen vindt het ge
meentebestuur totaal onverdedigbaar.
De kosten van de sociale zorg hebben
mede geleld tot verdubbeling van het
begrotingstekort voor '70 ln vergeiyking
met 1969. (Foto: Dirk
TEKORT VAN RUIM
F 7,2 MILJOEN
MAAK BUDGETTAIRE'
POSITIE VAN
GEMEENTE
DEPLORABEL
(Van onze raadsverslaggever)
LEIDEN Met zijn begroting voor 1970 is
Leiden in een deplorabele budgettaire posi
tie geraakt. Met een tekort van f 7.725.000
is de gemeente onder de streep geraakt;
„we zitten nu in de rode cijfers", moest de
wethouder van financiën, de heer P. S.
Harmsen, aan vertegenwoordigers van de
pers mededelen. Het tekort betekent een
verdubbeling ten opzichtte van 1969, toen
het op 3,8 miljoen werd begroot. Het totaal
aan uitgaven is voor komend jaar geraamd
op ruim 98 miljoen gulden. Door de ont
stane benauwde situatie zullen b. en w. de
raad noodgedwongen moeten voorstellen,
het Rijk (Binnenlandse Zaken en Financiën)
om een aanvullende bijdrage uit het Ge
meentefonds te vragen. Het college heeft
steeds duidelijk afwijzend gestaan tegen
over het aanvragen van zo'n bijdrage. B. en
w. zijn namelijk van mening, dat de financiële
verhouding tussen het Rijk en de gemeenten
waarborgen moet bieden om daaraan te
ontkomen. Deze waarborgen zijn er niet.
Nu tot deze zeer betreurde stap zal moeten
worden overgegaan - er zal weinig anders
opzitten - vreest het college, dat Leiden in
de praktijk onbestuurbaar zal worden, ge
zien de zeer stringente voorwaarden, die
voor het verkrijgen van een aanvullende
bijdrage worden gesteld.
Dat gemeenten als Heerlen, Gouda
en Maastricht de aanvullende bij
drage al uit ervaring kennen is
slechts een schrale troost. In Gouda
heeft men b.v. de laatste jaren
onder de druk der voorwaarden
niets aan de binnenstad kunnen
doen. Ook Eindhoven en dit
baarde nogal opzien - is onder de
budgettaire streep gekomen. Op het
moment staat Leiden er relatief
gezien nog beroerder voor dan
Amsterdam en Rotterdam met hun
kolossale tekorten. Voor het eerst
zal nu ook Leiden bij het Rijk moe
ten aankloppen om zich (een be
tere schijn kan de gemeente niet
ophouden) onder curatele te stel
len als een onmondig kind. dat niet
over de eigen middelen mag be
schikken. Op extra uitkeringen is
geen uitzicht en de saldireserve
raakt langzamerhand uitgeput.
Strigente voorwaarden
Br zijn ministeriële richtlijnen (voor
waarden) die b(j het verlenen van aan
vullende bijdragen gevolgd moeten wor
den. Deze zijn o.m.:
aan nog openstaande begrotingen
worden geen nieuwe uitgaven toege
voegd, welke het evenwicht versto
ren of verder verstoren; besluiten,
welke niet onmirHeWik f!- -««'e
volgen hebben, doch kunnen leiden
tot uitgaven, welke het evenwicht op
begrotingen verstoren, worden niet
opgenomen;
van geval tot geval zal worden nage
gaan of er aanleiding is de verplich
ting op te leggen, de opbrengst der
eögen inkomsten te verhogen en tot
welk bedrag;
een aantal gemeenten zal worden ver
plicht een bindend saneringsplan vast
te stellen, dat voorziet in het sluitend
maken van de begroting in een nader
na advies van G.S. te bepalen
termijn.
Voor de toekenning van een aanvullen
de bijdrage zijn minimumnormen vast
gelegd. In Leiden overschrijdt de totale
opbrengst in de gemeente deze normen
met 235.000 gulden. Als voor 1970 de
minimumnormen nog een verhoging zul
len ondergaan zullen b. en w. ertoe ge
noopt kunnen worden de tarieven op
nieuw in beschouwing te nemen. Een
wijziging in het systeem voor het op
halen van huisvuil (plastic zakken) zal
bij invoering een wijziging van de rei
nigingsrechten ten gevolge hebben.
Vooralsnog doen b. en w. de raad geen
voorstel tot verhoging van de tarieven
der gemeenteiyke heffingen, zy liggen
nog steeds boven de minima, welke de
regering voor 1969 voor gemeenten, die
een aanvullende bydrage nodig hebben,
heeft vastgesteld.
Oorzaken van het tekort
Enkele van de belangrijkste oorzaken
zijn:
de ten laste van de gemeente blij
vende uitgaven voor sociale zorg,
die voor 197 op f 3,2 miljoen wor
den geraamd;
de nadelige verschillen tussen de
geraamde kosten voor het basis-
onderwijs, het buitengewoon on
derwijs en het kleuteronderwijs
enerzijds en de rijksuitkeringen
hiervoor anderzijds.
Dit verschil zal in 1970 pl.m.
fl,5 miljoen bedragen.
Naar de mening van het college zou
den dit soort kosten integraal door het
Rijk moeten worden vergoed.
Het huidige systeem van ryksuitkerin-
gen lost nl. de grote verschillen in uit
gaven tussen de Nederlandse gemeen
ten onderling niet op. Die verschillen
spruiten-voort uit toevallige omstandig
heden als bodemgesteldheid, sociale
structuur van de bevolking en uit het
eigen karakter van iedere gemeente,
factoren waarmee de huidige Financiële
Verhoudingswet vrijwel geen rekening
houdt. Zo kan een summiere vergelijking
tussen gemeenten met vergelijkbare in
wonertallen in verschillende delen van
ons land verschillen in uitgaven te zien
geven van pl.m. f 90,per inwoner,
louter en alleen omdat bepaalde voor
zieningen in de ene gemeente niet en
in de andere wel moeten worden ge-
B. en w. zien dan ook in het grote te
kort voor 1970 een duidelijke bevesti
ging van de conclusies van het adres
„Leiden in last?", nl. dat de Financiële
Verhoudingswet sterk verouderd is en
met spoed herzien moet worden.
Financiering
van gemeente
De handhaving van de centrale finan
ciering in de huidige vorm belemmert
het beleid van de gemeente in hoge mate.
De toewyzing van vaste financierings
middelen vertoont de laatste jaren een
dalende iyn.
Wat de grootte van de overschrijding
van de kasgeldnorm betreft nam Leiden
per 1 mei 1969 met een bedrag van
f 19,2 miljoen de zesde plaats in na ge
meenten als Amsterdam, Rotterdam,
Utrecht, Dordrecht en Zoetermeer.
Het werkelijke tekort aan financierings
middelen bedroeg op 1 september jl. 25,6
miljoen gulden, wat gezien de geringe
toewijzingen tot nu toe niet verwonder
lijk is. Dit betekent ook dat het totaal
van de niet goedgekeurde investeringen
fors is gestegen (1968: 43 miljoen, 1969:
101 miljoen, waarbij inbegrepen 50 mil
joen gulden aanloopkosten voor 'n nieu
we elektriciteitscentrale).
Financiële verhouding
In de geleidebrief wordt een overzicht
gegeven van de vele punten van kritiek
die het Leidse gemeentebestuur heeft
tegen de regeringsvoorstellen ter ve
ming van het gemeentelijk belasting
gebied en de regerigsmaatregelen t.b.v.
de drie grootste gemeenten in ons land.
Met deze kritiek heeft het zich o.m. ge
wend tot een aantal Kamerleden. N.a.v.
de ministeriële nota over de financiële
positie van de drie grote gemeenten
(1969) waarbij aan deze gemeenten ver
hoging van de uitkeringen uit het ge
meentefonds werd toegekend, richt de
kritiek van Leiden zich vooral tegen
het volstrekt individuele karakter van
deze uitkernigen, waarvan de hoogte in
geen enkel opzicht in relatie staat tot
het aantal inwoners van de betrokken
gemeenten. Daardoor handelt de rege
ring in strijd met de grondgedachten van
de Financiële Verhoudingswet.
De beperking tot de drie. grootste ge
meenten is voorts volstrekt willekeurig,
omdat er in Nederland meerdere ge
meenten zijn, waarvan de budgettaire
positie relatief belangryk slechter is
terwyl hun problematiek relatief èn ab
soluut niet minder groot 19. Daartoe be
hoort zeker ook Leiden, dat zich ge
noodzaakt ziet een aanvullende bijdrage
uit het gemeentefonds te vragen. De op
lossing van Leldens vele grote proble-
ligt verder weg dan ooit, menen
b. en w.
Een ernstige Leidse grief is voorts dat
de verhoogde uitkeringen aan de groot
ste gemeenten ten koste gaan van alle
overige Nederlandse gemeenten. In dit
verband stelt het Leids gemeentebestuur
de vraag of de beginselen van 'n rechts
staat kunnen rechtvaardigen, dat ge
meenten, die alle onder dezelfde gemeen
tewet vallen, op volstrekt verschillende
wijze kunnen worden behandeld, wan-
zij als gevolg van een verouderd
financieel statuut in moeilijkheden ra-
Suggesties
Het Leidse gemeentebestuur doet ook
aantal suggesties die tot verbetering
zouden kunnen leiden van de financiële
verhouding tussen Rijk en gemeenten.
Het pleit voor de instelling van enkele
organen binnen het Ministerie van Bin
nenlandse Zaken, waarvan er een zich
zou moeten bezighouden met de wijzi
ging van de bestaande verouderde be-
grotings- en rekeningsvoorschriften,
waardoor een vergelijking tussen de ge
meenten op eenvoudige wjjze mogelijk
wordt. Een ander orgaan zou zich bij
voortduring bezig moeten houden met
het vraagstuk van de gemeentefinanciën
en daarvan een verantwoorde studie
moeten maken.
De regering kent nl. thans de proble
men van de gemeenten niet. Verder
wordt gepleit voor een fundamentele
heroriëntatie over het vraagstuk van de
gemeentelijke autonomie. Dit verlangen
spruit o.m. voort uit de overweging dat
het geen zin heeft gemeenten verant
woordelijk te stellen voor uitgaven, waar
toe zij volgens de wet verplicht zijn,
maar waarop zij overigens vrijwel geen
invloed kunnen uitoefenen (zoals byv.
de uitkeringen krachtens de Algemene
Bijstandswet en de kosten van het on
derwijsVraagstukken als agglomeratie
vorming, het subsidiesysteem, het lokale
en interlokale openbaar
nanciële gevolgen van de centrumfunc
tie en de steeds verdergaande taakuit
breiding van de gemeenten maken bo-
vengemeentelijke bestuursvormen met
volledige integratie van de financiën
noodzakelijk.
De voorstellen van de regering m.b.t.
de verruiming van het gemeentelijk be
lastinggebied zyn echter gebaseerd op
handhaving van de gemeentelijke auto
nomie ln het kader van de huidige ge
meentewet. Alleen al daarom vormen zy
anachronisme en zeker voor die ge
meenten, die in het brandpunt van veler
lei maatschappelijke ontwikkelingen lig
gen, aldus b. en w.
„Het is voor ons onaanvaardbaar,
dat Leiden met zijn moeilijke struc
tuur het slachtoffer gaat worden
van een wetgeving, die de gemeen
ten slechts wil herkennen aan het
aantal inwoners en die elke kwali
tatieve onderscheiding negeert,"
zo wordt in de geleidebrief gecon
cludeerd.
Gouda s wethouder Blankert:
besturen overbiyft. De praktyk ln an
dere door het ryk gecontroleerde ge
meenten wyst daarop. Het commen-
r van de Goudse wethouder van fi
nanciën niet minder. Verlaging van
het voorzlenlngspeil Is nu net iets, dat
Leiden helemaal niet kan hebben. De
gehele agglomeratie zou daar boven
dien de dupe van kunnen worden, ge
zien de centrumfunktie van de Sleutel
stad. Verlaging van het voorzlenlngs
peil betekent niets meer of minder
dan wachten op betere tyden voor een
Creatief centrum van „Leefbaar Lel-
een eigen K O-gebouw, een
ruime opzet van de Merenwyk, zoals
plantsoenen en royale wegen, opschor
ting van subsidies aan verenigingen en
Instellingen, vervanging en verbete
ring van bruggen (nieuwe Pauwbrug,
Oude Vest. onontheeriyk voor oost-
st-verbindlng), uitkeringen socia-
dienst, de nieuwe schouwburg,
kortom alle culturele sectoren wor
den getroffen, tenslotte: wachten op
verbetering van de kademuren (een
Goudse ervaring is: pas goedkeuring
er een stuk walmuur instort).
Deze waslijst kan gcvoeglQk worden
uitgebreid.
ir de gemeenteraad zal er weinig
keus zijn, by de begrotingsbehande
ling in december. Het zal voor de ge
kozenen in de toekomst een zeer zwa-
1 dobber worden om nog serieus en
toegewijd aan een besluitvorming die
op de toekomst gericht is toe te ko
men. Wij vrezen, dat de raad nillens
willens een schyn-pnrlement wordt,
een figuratie om lopende zaken af
Wat Is straks, in maart 1970, de roe
ping van de nieuwe Leidse gemeente
raad? Men kan niet zeggen, dat de
huidige bestuurders hun tyd wel zul-
uitzitten, daarvoor is de veront
waardiging over de toestand rond de
Financiële Verhoudingswet by B. en
en ook de raad te fel. Maar we
vragen ons wel af, vvëlke partypoli-
tleke concentratie In de raad dan ook
g maar Iets voor Lelden zal kun-
i doen. Alle fracties, welke dat ook
zullen worden, kunnen er beter aan
doen, een „entente cordiale" te slui-
om ln een gezamenlijke gemeen
tepolitiek te trachten er voor Lelden
uit te halen wat er uit te halen valt
t liefst nog wat meer.
LEIDEN. Hedenavond presenteert
de Club 500 van de Stichting Ontspan
ning voor Gehandicapten een programma
in het Bejaardencentrum RIJN EN
VLIET. Medewerking wordt verleend
Willy Fransen, accordeon, mr.
Arenso, goochelaar en telepaath, het Trio
Los Amicos en de operettezangeres Anne
Chérle met aan de plano Fien Zuurhaar.
Instellingen en huizen die voor dit sei-
ien een ontspanningsavond willen heb
ben worden verzocht hun aanvraag zo
spoedig mogeljjk in te dienen bij mevr.
Vorstenbosch-v. Tartwyk, Breitnerlaan
LEIDEN „Voor Leiden is het
beroerd, voor ons is het misschien
wel goed. Hoe meer gemeenten
aantonen, dat er met de huidige
financiële verhoudingswet niet be
hoorlijk gewerkt kan worden, hoe
eerder er misschien iets aan gedaan
gaat worden", aldus de Goudse
wethouder van financiën, mr. J. W.
Blankert, die wij hedenmorgen om
commentaar vroegen over het voor
stel van het Leidse college van
b. en w. aan de gemeenteraad.
De gemeente Gouda werkt sinds
1967 met het systeem van de aan
vullende uitkeringen, waarmee men
Op hearing over concept-overeenkomst PAK
LEIDEN De heren Th. Dirks en M.
van Aken, resp. voorzitter van de PvdA
afd. Leiden en voorzitter van de PvdA-
fractie in de Leidse raad, hebben zich
gisteravond in de Burcht tijdens de
hearing over de concept-overeenkomst
voor proprammatische samenwerking in
de Leidse raad tussen D'66, PvdA, PSP
en PPR, zeer sceptisch opgesteld tegen
over de PSP.
Sinds de PSP uit het landelijk PAK is
getreden heeft zij haar afdelingen ver-
bzoden aan een lokaal PAK mee te
werken, maar wel bepaalde condities ge
steld. Met name daarover was de heer
Dirks zeer ontstemd. Tot de heer Herman
Amptmeyer, die zitting heeft in de
commissie, welke de concept-overeen
komst heeft opgesteld, zei hij: „Aan
betutteling van het PSP-hoofdbestuur
hebben we geen behoefte. Voor we over
een overeenkomst beginnen te praten,
willen we wel eens eerst precies weten
welke condities het PSP-hoofdbestuur
heeft gesteld."
De heer Amptmeyer sprak zich niet uit
en hield een slag om de arm met: „Het Walle stelde, dat in een PAK-meerder-
feit, dat we hier aanwezig zijn bewijst heidssituatie de progressieve wethou-
toch wel, dat wel constructief aan het ders moeten aftreden
PAK willen meewerken."
Over de programmapunten van het (toe
komstige) PAK werd gisteravond wel-
is waar uitgebreid gediscussieerd, maar
enkele wijzigingen en aanvullingen daar
gelaten, resulteerde dat niet in wezen
lijke veranderingen. Over het program
ma was men het in grote lijnen eens.
Het scherpst stonden de partijen - met
name de PSP- en de PvdA-aanhangers -
tegenover elkaar met betrekking tot de
uiteindelijke overeenkomst.
Zoals bekend staat in de concept-over
eenkomst, dat de samenwerkende PAK-
partijen geen wethouderszetels zullen
accepteren indien zij geen raadsmeer-
derheid krygen. Uit de hearing kwam:
„We mogen onder geen enkele voor
waarde weglopen en mogen geen ver
antwoordelijkheid uit de weg gaan."
Daar stond de motie die van de PSP'er
Walle ter tafel bracht lijnrecht tegen-
financieringsbsleid van de overheid «ie
uitvoering van het programma ln ge
vaar brengt of onmogelijk maakt.
Van Aken ging daar fel tegen in: „In
dien wethouders aftreden schrijft de
wet voor, hoe we aan nieuwe wethou
ders moeten komen. Regeringscommis
sies zyn nog een heel eind weg. We heb
ben een behoefte aan een tweede Fin-
sterwilde. Punt, uit, af".
Op de hearing kwam als wens naar vo
ren, dat de commissie zo spoedig moge
lijk een prioriteiteniyst zal samenstel
len. In de komende maanden zullen er
ongetwyfeld harde woorden vallen over
de rode iyn die door de prioriteitenbaro
meter zal lopen. Walle: „De PSP past
ervoor, beloftes te doen, die ze niet
war kan maken", an Aken: „We kun
nen niet over een overeenkomst praten
voordat we precies weten in hoeverre
de PSP wil meewerken aan de priori
teitenlijst". Hy stelde ook een eis: „Voor
l 31 december moeten we dat weten".
243, tel. 070—689.258.
ook in Leiden zal werken als de
gemeenteraad het voorstel van b.
en w. aanvaardt.
,In 1967 hebben wij er toe besloten;
jaren hebben we de eindjes aan elkaar
proberen te knopen, toen eindehjk de
reserves uitgeput waren moesten we
wel", aldus de heer Blankert. zyn erva
ringen met wat in Leiden al „de cura
tele door binnenlahdse zaken" genoemd
wordt:
„Projecten waarvoor men kan aantonen
dat er dekkingsmiddelen aanwezig zijn
of binnen afzienbare tyd beschikbaar
komen met name het voorbereiden
uitbreidingen op woningbouwge
bied komen er meestal wel vlot door.
Ik moet zeggen, dat G.S. daar zeer goed
in meewerken. Op onderwijsgebied en
bijvoorbeeld by de politie kryg je ook
geen problemen, omdat dat allemaal ge
regeld is met normuitkeringen. Moei-
lyker evenwel gaat het bij werken en
activiteiten, waar geld bij moet: open
bare werken: herbestratingen, sanering
wegenstelsel en woningenbestand in de
binnenstad. Verder op het gebied van
recreatieve voorzieningen en de cultuur.
Als men bijvoorbeeld in Leiden een
Schouwburg wil gaan bouwen kan men
dat voorlopig wel vergeten".
„De algemene stelregel van binnenland
se zaken", aldus de Goudse wethouder,
„is, dat de gemeente de verplichting
krygt opgelegd een evenwichtige situa
tie te scheppen. Kosten dan ook dek
king. Dreigt het evenwicht door nieuwe
posten, die geld kosten verstoord te
worden, dan krijgt men geen goedkeu
ring. Op zich lijkt dat redeiyk, maar in
feite, als de plaatseiyke belastingen
niet verhoogd kunnen worden en ik
weet, dat dit in Leiden niet kan; het
plafond is daar bereikt leidt dat tot
een achterbiyven of verlaging van het
verzorgingspeil". Hoe de moeiiykheden
zyn op te lossen?
„Allereerst wijziging van de Verhou
dingswet, waarmee niet te tverken is in
oude steden met historische moeilijk
heden en een goede regeling voor ge
meenten met een centrumfunctie. In
Gouda hebben we ongeveer precies het
zelfde als in Leiden: de stad onderhoudt
dure centrumvoorzieningen, die voor een
groot deel van groot belang zijn voor
de omliggende plaatsen".
Gemeentelijke problemen
complexe aangelegenheid
Niemand zal Merenwijk
in de weg durven staan
LEIDEN Wethouder Harmsen is
als beheerder van Leidens financiën
(voorzover er straks nog in „eigen
huis" te beheren valt) een veel
geplaagd man. De kopzorgen zijn
bij hem niet van de ene dag op de
andere komen aanwaaien; dat is al
jaren gaande. Maar vanaf april,
toen de eerste onderdelen van de
begroting voor een bundeling be
gonnen binnen te komen, zijn de
budgettaire wolken zich dreigender
dan ooit gaan opstapelen. Thans
verkondigen de financiële experts
de jobstijding, dat Leiden tot de
bedelstaf is gebracht door een wet,
die in alle voegen kraakt en uit
elkaar hangt. Het hoge woord is er
bij b. en w. meteen uit: Leiden
wordt onbestuurbaar.
De heer Harmsen zat niet eens perplex,
toen hem gisteren op de persconferentie
werd gevraagd, of hy er nu niet aan
dacht het bijltje er maar by neer te
gooien, omdat hy zijn portefeuille, die
by een aanvullende bydrage door het
Ryk verzegeld gaat worden, net zo goed
naar Den Haag kan opsturen.
„Persoonlijk vind ik het niet juist en
zinvol, dat een wethouder die 't moeilijk
heeft aftreedt. De gemeenteiyke pro
blemen vormen een complexe aange
legenheid; we zitten met z'n vyven in
een collegiaal bestuur. De moeiiykheden
liggen niet op een bepaald gebied, of
schoon sommige onderdelen er inder
daad wel uitspringen. Als een college
geen kans meer ziet, een bydrage te
leveren aan de ontwikkeling en ont
plooiing van een gemeente, dan kan ik
me, persooniyk, voorstellen, dat de wet
houders gezameniyk aftreden en ge
steund door de raad, die hen in het col
lege heeft benoemd unaniem de mi
nister om een gemachtigde vragen. Ook
de raad zou dan wel eens kunnen uit
eenvallen."
Voorlopig wordt er in het Leidse college
echt niet met portefeuilles gerammeld.
Het water is wel tot de lippen gestegen,
maar men hoopt op een gunstige af
loop, die uitzicht biedt op een wat min
der somber perspectief.
Merenwijk levensbelang
Op de lyst van nog niet door G.S. goed
gekeurde raadsbesluiten staat 't bouw
rijp maken van de Merenwyk. Er is in
middels al mee begonnen, zoals men
zal weten. De Merenwyk is voor Leiden
een levensbelang. „De bouw van deze
wyk mag niet stagneren. We zyn ermee
begonnen op de eigen verantwoordelijk
heid van stadsbestuurders die iets moe
ten riskeren," aldus wethouder Harmsen.
G.S. zullen binnenkort (de wethouder
vertrouwt hierop rotsvast) wel afkomen;
er is hun een sluitende regeling over
gelegd. De heer Harmsen redeneert:
„Niemand zal de moed hebben, de ont
wikkeling van de Merenwyk beletselen
in de weg te leggen." Maar de indruk
is wel, dat de Merenwyk een „test case"
zou kunnen zijn voor het springen van
de bom, in dit geval: het college.
Schouwburg
Ook de nieuwe schouwburg ligt bfl G.9.
nog in de koelkast. „Dit is een vraag
stuk apart, waarop ik liever nog niet
inga," zei de heer Harmsen. Zoals be
kend, is er een „spaarpot" van ruim
9 miljoen gulden, voor extra afschry-
ving op de kosten van de bouw van een
schouwburg. Deze spaarpot hoeft niet
voor iets anders te worden aange
sproken. Nóg niet.
De aan te vragen aanvullende bijdrage
uit het Gemeentefonds vergelykt de wet
houder met een fles wonderolie; het is
in elk geval voor Leiden geen genees
middel. Een exorbitante bijdrage valt
niet te verwachten (voor sommige ge
meenten begint de bystand met 2000
gulden). Er zal iets geheel anders moe
ten gebeuren dan deze noodmaatregel,
die merkwaardig veel geiykt op 's Ryks
bijspringen in het Verolmeconcern.
Blijven hameren
Het gemeentebestuurbiyft inmiddels
niet stilzitten. De brochure „Leiden ln
last?" krygt een voortdurende „follow
up". B. en w. timmeren onophoudelijk
met hun kritiek en suggesties aan de
weg; ze blijven er allerwege op hame
ren de brochure wordt in den lande
meermalen geciteerd dat de stellingen
in „Lelden in last?" juist zyn. zy biy-
ven zich afvragen, welke overwegingen
ooit kunnen rechtvaardigen, dat een
stad, die door een erfenis, van het ver
leden en de problemen van heden in
grote moeiiykheden is geraakt, gestraft
moet worden met een statuut, dat haar
niet alleen onbestuurbaar maakt, maar
haar ook in een positie plaatst waar
door zulke grote achterstanden onstaan,
dat de oplossing van haar problemen
verder dan ooit verwyderd ïykt.
Als de raad in december met pijn
akkoord gaat met het aanvragen
van een aanvullende bijdrage - en
de noodzaak ligt er nu een keer -
verwacht wethouder Harmsen, dat
er niet veel meer te besturen valt:
„Je wordt dan op alle mogelijkheden
afgeremd in de nodige voorzienin
gen. Je kunt niets meer doen waar
door je begrotingstekort uitloopt;
dat is niet veel meer. Voortaan gaat
ieder besluit van de raad via G.S.
naar de minister. Die zal dan moe
ten wikken en wegen over een
nieuwe brug, een nieuwe vent op
het stadhuis (ambtenaar, red.), een
nieuwe schrijfmachine, betere ver
lichting en ga zo maar door".
Deze voorwaarden kunnen voor een
dynamische gemeente als Leiden
niet gelden, vinden b. en w.