COMPLETE BEETHOVEN
X4
/f (M
-
V'/-/
1
SLAG OM
ARNHEM
MISLUKT
Stad werd
al spoedig
een prooi
van Duitse
aasgieren
HOE ZAG BEETHOVEN ER UIT?
'25 jaar geleden
A\^-JL
200ste
geboortedag
aanleiding
om de
via de grammofoonplaat te herdenken
(Van onze muziekredacteur
16 december 1970 is het twee eeuwen ge
leden, dat Ludwig van Beethoven te Bonn
werd geboren en alom ter wereld worden
reeds de nodige voorbereidingen getroffen
aan dit feit meer dan gewone aandacht te
schenken.
Voorbereidingen, die ons herinneren aan een andere
Beetihovenherdenking, die van 1927, naar aanleiding van
rijn honderdste sterfdag. De meester stond toen als een
centrale figuur in de muziekgeschiedenis, figuur, waarin
de ganse evolutie der Europese toonkunst haar einde en
bevestiging vond-
Wij herinneren ons dat nog zo levendig uit onze jonge
jaren: Beethoven, dat was het alpha en omega der
muziek. En Haydn, en Mozart? Ze waren de fakkel
dragers, die in een majestueuze optocht zijn komst voor
bereidden. In dit klimaat, in deze sfeer zijn we opge
voed. Maar reeds vroeg rezen bij ons twijfels aan deze
onwrikbare dogmatiek. Twijfels, die ons de kwalificatie
van „impertinente vlegel" bezorgden, toen we, in alle
bosdheidenheid, meenden te mogen (en te moeten)
opmerken, dait wij Mozart een groter componist vonden.
Een conflict dus met het milieu, waarin we leefden,
dat, als bijna alle conflicten, berustte op een misverstand.
Misverstand: wij interesseerden ons primair voor de
muziek, de noten, de klanken; onze omgeving daaren
tegen voor de gedachten, de gevoelens, die daarachter
leefden. Gevoelens van strijd, van overwinning, van
leed, van berusting Anders gezegd: hier stonden een
zuiver muzikale en een door de literatuur beïnvloede
Beethoven recht tegenover elkander.
„In de mens Beethoven herkenden latere generaties
zichzelfBeethoven was een enorm zwaar geladen
inductieklos en het is zéér begrijpelijk, dat de eruptieve
Berfiioz om één voorbeeld te noemen „foudroyé"
werd bij het contact", aldus Willem Pijper in 1927.
Maar niet alleen Berlioz. Ook Mendelssohn, ook Schu
mann, ook Brahms, ook Wagner, ook Richard Strauss,
die met het „bovenmenselijke" van Beethovens concep
ties hevig waren gepreoccupeerd.
En uitzondering bij al deze groten in het domein der
toonkunst. Dat was Debussy, die reeds in 1903 kwam met
een zuiver muzikale benadering van het fenomeen
Beethoven.
„Het zou absurd zijn te denken dat ik geen respect voor
Beethoven heb: maar het is zo, dat wanneer een muzi
kaal genie van zijn formaat zich vergist, dan is hij in
zijn vergissing blinder dan een ander
We noemden in deze beschouwing Willem Pijper. Hij
schreef in het herdendingsjaar 1927 een artrifcel, dait
aan actualiteit nog niets heeft ingeboet, het had, althans
voor het grootste gedeelte ook in 1969 geschreven kunnen
worden.
Zo merkte hij destijds op:
„Het behoorde ook algemeener bekend te zijn, dat
Beethovens levenswerk niet uitsluitend bestaat uit
negen symphonieën, vijf pianoconcerten en het viool
concert, elf ouvertures, ettelijke sonates en zeventien
strijkquartetten. Beethoven, die één opera voltooide,
waarover hij zelf ndet tevreden was, heeft zijn leven
lang met operaplannen rondgelopen".
En dan gaat hij verder:
„Hij heeft dozijnen dansen gecomponeerd, die niemand
meer hoort omdat zij, inderdaad weinig zouden bij
dragen tot de grootschheid van den wereldhervormer
Beethoven -- en hij heeft een aantal marsohen voor har
monie nagelaten. Hij heeft humoristische bas-aria's ge
schreven, een Elegie auf den Tod eines Pudels en een
stuk „für eine Spieluhr". Men hoort ook zijn „Welling
tons Sieg, oder die Sahlaoht von Vittoria" niet meer,
>•-
Gezien de hier gereproduceerde Van links naar rechts;
portretten is hierop heel moeilijk 1. Beethoven door een romanticus
antwoord te geven. Schilders en ia v"
tekenaars zijn hier romantiserend
of realistisch: ze doen hetzelfde
als de musici, die hem zouden gaan 2.
vertolken.
gezien in de periode, dat hij
zijn Missa Solemnis schreef
(1823-'24).
Een realistische tekening uit
dezelfde tijd; de meester lijdt
aan spit...
Beethoven in de eerste periode
van zijn verblijf in Wenen:
sjiek en enigszins burgerlijk.
Weer een realistische tekening,
gegraveerd naar een potlood
schets van Louis Letionne, uit
1815 daterend.
Beethoven op zijn sterfbed
potloodschets van Josef Telt-
scher.
een werk, waarmede Beetlhoven iin 1813 plotseling be
roemd werd. Kent men de stukken voor madoline en
cembalo nog? Of het duet voor alt en violoncel „mit zwei
obligaten Augenglasern"? Of de canons „Lob auf den
Dicken" en „O, Tobias Haslinger"? Krijgen de execu
tanten het kn hun hoofd om het „Kriegslied der Oester-
reiaher", de marsch „Zur grossen Wachtparade", het
Equaie voor vier trombones te gaan uitvoeren? Neen
immers."
Had Willem Pijper op dit moment deze vragen gesteld,
dan was hierop, waarschijnlijk tot zijn grote vreugde,
onmiddellijk een respons gekomen- Echter niet uit de
wereld der praktische muziek, niet van de organisatoren
van concerten, hetzij in de „grote", hetzij in de „kleine
zaal".
Want sinds 1927 Is er een nieuw communicatiemiddel
gekomen, dat bij dc vorige herdenking nieit, of nauwe
lijks, een rol speelde: we bedoelen natuurlijk de gram-
mofoonindustrie.
En zo kon het gebeuren, dat de Deutsche Grammophon
Gesellschaft het aandurfde, in samenwerking met Das
Beethoven-Arohiv Bonn de „Gesammelte Werke auf
Söhallplatten" te annonceren, verblijdend resultaat van
hechte samenwerking tussen kunst, wetenschap en
commercie.
Gesammelte Werke: wat betekent, dat m de loop van
dit en het komende jaar niet minder dan twaalf cas
settes verschijnen, begeleid door een groot geïllustreerd
boekwerk van circa 250 pagina's, meer dan 200 kleuren-
reprodukties, li artikelen, uitvoerige bronnenvermelding
en discografie. In het voorbijgaan opgemerkt: de in
tekenprijs bedraagt 875.de verschillende cassettes
zijn echter ook afzonderlijk verkrijgbaar.
Natuurlijk komen ook alle bekende werken aan bod,
waarin de vrienden des huizes optreden. Om er enkele
te noemen: Herbert von Kara jan met de Berliner Phil-
harm oniker, Wilhelm Kempf, Christian Ferras, Gé7a
Anda, Wolfgang Sohneiderhan, Pierre Fournier, dirigen
ten als Ferdinand Leriitner, Ferenc Fricsay, Sir Eugène
Goossens, Karl Böhm, kamermuziekgroepen uit de Ber
liner Phiilharmondker en, vooral ndet te vergeten, het
Amadeus-Quaitet en het Trio Italiano d'Archi.
Wat ons persoonlijk bijzonder intrigeert, zijn de casset
tes, waarin Beethoven zich als componist van vocale
muziek voorstelt- Wat weten we daaromtrent eigenlijk?
De meeste composities op dit gebied: we kennen ze
eigenlijk alleen maar van horen zeggen, niet van horen.
En dat, terwijl hij zijn produktief leven begonnen is
met een lied „Schilderung eines Madchens", van 1782
daterend en beëindigd werd met twee canons, één
jaar vóór zijn dood, dus in 1826, geschreven: ze dragen
de veelzeggende titel van „Es musz sein" en „Wir irren
allesamt, nur jeder iiret anders".
Gisteren hebben het Beethoven-Arohiv Bonn en de
Deutsche Grammophon Gesellschaft het herdenkingsjaar
1970 in de Beethoven-Saai der Redoute Bonn - Bad
Godesberg op enigszins plechtige wijze geopend.
We hebben daar dr. Hans Werner Steinhausen van de
D.G.G. en prof. dr- Joseph Schmidt-Görg kunnen be
luisteren. Hun toespraken werden door muziek om
lijst: een grammofoonopname, waarin Karl Böhm de
Staatskapelle Dresden de Derde Leonore-ouverture deed
uitvoeren en Opus 18, nr. 1, gespeeld door het Ama-
deus-Quartet.
Over de verschillende cassettes, die nu gaan verschij
nen, hopen we u te zijner tijd nader te informeren.
Nazomer 1944. Het geloof in een spoedige ineenstorting van nazi-Duitsland
nam hand over hand toe. De bevrijding van West-Europa, in de eerste
weken na de invasie slechts traag vorderend, leek ineens van een leien
dakje te gaan. De geallieerde legers vorderden met een snelheid van dertig
tot tachtig kilometer per dag. Het ontredderde Duitse leger haastte zich
voor een „ontruiming volgens plan". Hitier zette alles op één kaart: de
Siegfriedlinie.
In het hoofdkwartier van generaal
Eisenhower dacht echter geen militair
een bestorming van dit moderne
bolwerk. De geallieerden peinsden over
een van de Duitsers geleerd lesje. Net
als Hitiers legers in 1940 met de
Maginotlinie deden werd een plan ont
worpen, dat voorzag in een negering
van dit stellingcncomplex. Opzet was,
dat luchtlandingstroepen de bruggen
over Maas, Waal en Rijn zouden ver
overen en dat daarna een omsingeling
van het Roergebied zou worden uit
gevoerd.
Het plan lekte uit. Christiaan Linde
mans, die zich de legendarische naam
King-Kong verworven had, kletste zijn
wetenschap door aan Kiesewetter, het
hoofd van de Duitse contra-spionage in
Nederland. De Duitsers geloofden de
verhalen over luchtlandingen niet en
hij verzweeg ze voor de legerleiding.
Het was in de gehele oorlogsgeschiede
nis niet meer dan een toeval. Andere
toevalligheden zouden de operaties in
het Gelderse rivierengebied echter een
dramatische wending gaan geven. Op
zondag 17 september, rond het middag
uur, landden 20.000 man in 1500 trans
port- en 425 zweefvliegtuigen op
Nederlands grondgebied. In de daarop
volgende negen dagen voltrok zich een
complete ramp. Achtduizend Red
Devils van het Engelse eerste lucht-
landingsleger stuitten op een onver
wacht grote Duitse tegenstand.
In de nabijheid van Arnhem bevonden
zich bij toeval twee tankdivisies van
de SS, die op terugtocht uit Frankrijk
rond Arnhem de gelegenheid kregen
•ven op verhaal te komen. De inlich-
tingengroep Albrecht had ze gesigna
leerd, maar op het geallieerde hoofd
kwartier werd de waarde van het
bericht ontkend. Het hoofd van de
inlichtingendienst van het Engelse
legerkorps zag daarentegen het gevaar
wel. Hij vond geen gehoor voor zijn
alarm. Men achtte de man overspannen
en stuurde hem met ziekteverlof naar
Engeland.
De Duitsers kregen gelegenheid om de
beide tankdivisies in de strijd te wer
pen en andere versterkingen aan te
voeren. De Red Devils stonden voor
een onmogelijke taak, temeer omdat
ondersteuning vanuit de lucht en be
voorrading onvoldoende was. Wegens
de mist kon er nauwelijks gevlogen
worden. De slag om Arnhem was mis
lukt
Evacuatie
De ontredderde stad werd een prooi
van een groep Duitsers met aasgier
kwaliteiten. De gehele bevolking werd
van huis en haard verdreven. Hon
derdduizend mannen, vrouwen en kin
deren moesten hebben en houden ach-
teilaten en maar zien waar ze een on
derdak vonden. Strategisch is die
evacuatie van Arnhem nog altijd een
raadsel. Ai die wegtrekkende mensen
blokkeerden dagenlang het verkeer op
de noordelijke en westelijke routes. De
zich hergroeperende Duitsers onder
vonden er de grootst mogelijke last
Een verlaten stad bleef achter. Rijks
commissaris Seyss Inquart schonk wat
er aan waardevols te vinden was achter
de zorgvuldig afgesloten hulsdeuren aan
het zwaar geteisterde Duitsland. Een
ambtenaar bij het bureau voor de
„beauftragte für die Provinz Gelder
land" kreeg opdracht om er maar voor te
zorgen, dat de bezittingen van de
Arnhemmers in Duitse handen kwam.
Mensen die hem gekend hebben, vin
den hem nog steeds geen onaardige
man. Fanatisme was hem in ieder geval
vreemd.
In zijn omgeving vertoefde echter een
vrouw, die de Arnhemmers al jaren
schuwden wegens haar hechte en
naar het heet ook intieme relaties
met de SD. Voor de oorlog genoot ze
in Arnhem aanzien. Na de scheiding
van haar echtgenoot raakte ze compleet
op drift. Emotioneel werd zij zich een
Duitse afkomst bewust, liet zich tot
Duits staatsburger verklaren en zorgde
ervoor, dat het werk, dat haar vriend
de referent opgedragen had gekregen
ten uitvoer werd gelegd.
De Gauleiters van de Nazipartij in
Duitsland werden keurig genood om in
de hun toegewezen wijk van Arnhem
maar te komen halen wat van hun
gading was. Onze dame toerde dag in
dag uit door het nog slechts door wat
Duitsers bevolkte Arnhem om erop toe
te zien, dat haar plan goed ten uitvoer
werd gelegd. Het kan moeilijk anders
dan dat Arnhem op niemand gebetener
is geweest dan juist op deze vrouw.
Roofpartijen
Het was d« eerste tijd na de bevrijding
uiterst moeilijk huisraad, keukengerei
of kleren te kopen. Er zijn echter
duizend en een dingen die onvervang
baar zijn. Heit gouden kettinkje van
moeder, het zakhorloge dat grootvader
nog gedragen heeft, de trouwfoto's, de
eerste schoentjes van Fritsje en vult u
zelf maar aan. Het was allemaal weg.
Gehaald door de Gauleiters, gestolen
door de zich vervelende soldaten, mee
genomen door handlangers, die einde
lijk eens de gelegenheid zagen ook wat
waardevols in bezit te krijgen. Al is
het dan 25 jaar geleden, vele Arnhem
mers zijn er nog steeds niet mee ver
zoend dat wellicht om ettelijke Duitse
nekken hun kettinkjes hangen, dat
er op hun horloges wordt gekeken en
dat andere snuisterijen Duitse in
terieurs oompleteren.
De leidster van de grootste huizenroof
uit de jongste oorlogsgeschiedenis heeft
er straf voor gekregen. Het heeft echter
heel wat voeten in de aarde gehad voor
zij voor de rechters stond. Dat het niet
temin zover kwam viel te danken aan
de vasthoudendheid, die een Neder
landse officier van de Dutch War
Crime Commission aan de dag legde.
Het was de heer J. Mekers, voor en
In de oorlog ambtenaar van de ge
meente Gorssel, die nu in Eefde woont
Al spoedig na de capitulatie werd de
roofridderes van Arnhem in Duitsland
achterhaald. In afwachting van haar
proces werd ze opgeborgen in Sonsbeek.
Op 30 november 1946 zag ze kans om
haar bewaker in de maling te nemen.
Ze klaagde erover, dat ze het koud
had in haar cel en dat ze het raam
achter de tralies graag gesloten wilde
zien. De cipier voerde een klimpartij
uit om de aanvoer van koude buiten
lucht rf te sluiten. Zijn gevangene zag
haar kans schoon. Ze sloop de cel uit,
draaide aan de buitenkant de cel dicht
en wandelde de vrijheid tegemoet. Een
niets vermoedende marechaussee hielp
haar zelfs nog om de grens te pas
seren. Hij kon het zich indenken, dat
de zich uiterst charmant voordoende
ex-Arnhemse hunkerde naar het ogen
blik, dat zij haar over de grens wonen
de zuster weer eens kon ontmoeten!
Speuren
De justitie was verslagen. De hoop op
een tweede arrestatie van de dievegge-
en-gros werd gebouwd op de Neder
landse ambtenaren, die in Duitsland
aanwezig waren om er de Duitsers op
te sporen, die zich in Nederland mis
dragen hadden. Groot was de hoop niet
In een zo ontredderd land als Duitsland
na de oorlog was, waren de kansen
legio zich gedekt te houden. Voor
luitenant Mekers werd haar arrestatie
echter een erezaak. Maandenlang zocht
hij naar aanwijzingen, die haar aan
wezigheid zouden kunnen verraden.
Daarbij had hij een belangrijke troef
in handen: hij kende haar vrienden.
Op een zondagmorgen in Hamburg ver
scheen de gezochte aan een van de
loketten van het station om twee trein
kaartjes naar Dortmund te kopen. Een
voor zichzelf c-n een voor haar vriend
de referent. Zonder dat ze zich de aan
wezigheid van de Nederlandse officier
ln burger in haar directe omgeving
bewust was, wachtte zij in een Ham-
burgs café een halve dag op haar ge
liefde. De Nederlander buiten op het
terras, zijn aanstaande arrestante bin
nen in de gelagkamer. Afspraak was
namelijk, dat zij gearresteerd zou wor
den bij het betreden van het stations
gebouw. Het was gemakkelijker daar
de Duitse politie, uitgerust met een
arrestatiebevel van de Britse bezet
tingsautoriteiten, onopvallend in reser
ve te houden. Die opzet leek even te
mislukken. Het werd geen arrestatie
in de trein.
„Dag mevrouw, zou het voor u niet
rustiger zijn als u met mij meeging,
inplaats van maar opgejaagd te wor
den?" Zo presenteerde de Nederlander
zich bij de nerveuze reizigster naar
Dortmund. Ze ging mee. Maanden ver
bleef ze in een Duitse cel voor het
uitleveringstribunaal ln Hamburg haar
ter beschikking stelde van de Neder
landse justitie. Met een vonnis van
acht jaar gevangenisstraf ging ze in
het voorjaar 1952 naar de vrouwen
gevangenis in Rotterdam. Ze bleef er
tot het voorjaar van 1954. Onder een
reeks van voorwaarden herkreeg ze
haar vrijheid. Die geniet ze nu alweer
vijftien jaar in Duitsland. Zonder dat
iemand weet waar. Er ls trouwens ook
niemand meer die zich voor haar in
teresseert.