MARTELAAR ARIE WILDE IN DE CEL Geschiedenis van beiaard herleeft in uniek museum GÜNTHER GRASZ IN DE POLITIEKE ARENA Kolenboeren op de barricaden HOOFDDORP „Persoonlijk ken ik een brandstoffcnhandelaar uit Zwanen burg die zich van ellende heeft opgehangen. En er zijn er in het gekkenhuis terecht gekomen. Wat mUn eigen ervaring betreft: ik ben een witte pomp annex wegrestaurant begonnen. Als ik een ANWB-bord langs de weg zet, om de mensen op mijn zaak opmerkzaam te maken, haalt de politie het weg. Maar toen ze hier in Hoofddorp een nieuw zwembad wilden beginnen, gaf een grote benzinemaatschappij een half miljoen in ruil voor een fraai plekje, waar ze een nieuwe pomp neer wilden zeten." Arie Kromhout (42) blust zijn opkomende gramschap met een slok van het kopje koffie, dat hem op vijf dagen celstraf is komen te staan. „Ik heb het goed gehad in de Haarlemse gevangenis zegt hij. „Ze zijn erf lief voor je. Ze zorgen dag en nacht voor je. Maar om als fatsoenlijk mens te moeten verkeren tussen criminelen dat is geen kippevuil. Wat heb ik helemaal gedaan? Wij met onze witte pompen hebben ervoor gezorgd, dat de benzineprijs met negeneneenhalve cent naar beneden is gebracht. Toch sta je als een rebel te boek en word je als een piraat behandeld." Hij werd door de economische politie rechter veroordeeld tot 25 gulden boete, omdat hij de prijzenbeschikking horeca had overtreden door de prijs van het kopje koffie van 40' cent op 50 cent te brengen in zijn piepkleine, maar massief beklante wegrestau rant je aan de Kruisweg te Hoofddorp. „Een calculatiefout", zegt hij on schuldig. Hij besloot niet te betalen, maar de hem subsidiair opgelegde vijf dagen te gaan zitten. Hij wilde met zijn gekooide martelgang de aandacht vestigen op de noodsituatie van de vijfduizend brandstofhande laren in Nederland, die de glans van hun zwarte goud in vier jaar tijd hébben zieni wegbléken aangevreten door het aardgas. Hij is zelf, behalve pomphouder en restaurateur, een kolenboer, zoals het vak in patriarchaler dagen heette. In 1964 zette hij 4000 ton brandstof om. Dat is nu tachtig procent minder ge worden. Dan nog geeft hij toe. vorig jaar op zijn kolen een netto-winst te hébben gemaakt van 30.000 gulden. Het gaat hem dan ook niet om die boete van 25 gulden. Het gaat hem niet om zichzelf. „I'k ben god zij dank een gelukkige uitzondering; ik heb hierachter 20-000 vierkante meter land liggen, waar ik iets op kan beginnen". Het. gaat Arie Kromhout om het lot van zijn collega's. „Als ik denk aan zo'n jongen, die altijd heeft moeten ploeteren op een werfje achter het huis en die er nu een paar pompen op zet, dan begin ik te huilen". Het ergst vindt hij de apathie van zijn vakbroeders. „Ik zelf heb 250.000 gulden kunnen investeren in een niéuwe broodwinning. Ik was een erkende brandstoffenhandelaar en nu heb ik helemaal geen erkenning, nu ben ik een zondaar, maar alla. Ik heb geluk gehad. Maar de minder geluk kigen hebben de catastrofe lijdzaam over zich heen laten gaan. Meneer, we zitten hier met een drama. Dat dit allemaal plaats kan vinden in een land, dat een welvaartsstaat met een rechtsorde en een sociale politiek heet te zijn. Ze laten zomaar vijf duizend mensen met lege handen staan. Moet je de boeren zien met hun landbouwschap. Die zitten lekker met hun subsidies. Daar zaen ze er geen been in, om de gemeenschap een wantoestand op te dringen, die miljarden kost. In de komende 40 jaar wordt 60 miljard verdiend aan ons aardgas. Esso en Shell krijgen er 20 miljard van. Maar de brandstoffenliandelaren, die de dupe zijn, zien geen cent. Goed, als ze ouder zijn dan 65 jaar en een brubo-inkomen hebben van minder dan 9300 gulden, kunnen ze aanklop pen bij het Ontwikkelings- en Sane ringsfonds voor de Middenstand. Op KOFFIE KOSTTE VIJF DAGEN SUBSIDIAIR die manier zijn 500 gevallen geholpen op de onmenselijke voorwaarde dan, dat ze nooit meer ondernemer zullen worden. De rest blijft in de kou staan". Pressiegroep Wat moet er volgens Kromhout en de groeiende pressiegroep achter hem (hij begon niet 53 medestander» en Arie Kromhout Koffie dubbeltje te duur; vijf dagen subsidiair. heeft er nu 600, die geld sturen voor het voeren van actie) wat moet er gebeuren? Arie, kersvers terug uit zijn demonstratieve gevangenschap: „Het hoeft helemaal niet over de rug van de belastingbetaler te gaan. Wij zijn blij met het voorbeeld van de kranten, die schadeloosstelling heb ben gekregen uit de STER-pot. Zoiets willen wij ook; 50 tot 60 miljoen uit de aardgaspot, en de hele brandstof- fenhandei is gesaneerd. Wie dat wil, moet een vergoeding krijgen van 25 gulden voor elke ton, die hij in het seizoen 1963-'64 omzette, en ermee ophouden. Dan blijft er voor de rest een markt over, waar een boterham te verdienen valt. Maar dat is niet alles. Die eruit stappen moeten ongeacht hun leeftijd ondernemer kunnen blijven en- bij hun omscholing worden begeleid met vestigingsvergunningen, bouwpriori- teiten en dergelijke. De ellende is, dat de gemeenten, de provinciale overheden en rijkswaterstaat allemaal autonoom zijn. Wij vragen meer druk van boven naar beneden. De minister van Economische Zaken moet instruc ties geven voor omscholingsprioritei ten voor de brandstofihandelaren. Waarom kunnen die geen benzine pompen langs de grote wegen krijgen en de oliemaatschappijen wel? Het is vechten tegen monopolies, tegen grootmachten. Man, we beseffen niet, hoe rijk we met ons aardgas zijn. De oliesheiks zouden hier moeten komen kijken kunnen ze nog wat leren. Maar het verdwijnt in de verkeerde zak". Demonstratie Heeft zijn vrijwillig ondergane cel straf positieve gevolgen gehad of heeft hij er spijt van? „Ik zou het weer doen. Vanmorgen heb ik tachtig bijvalsbetuigingen van collega's ge had. Er wordt opeens van onder en van boven af enorm veel activiteit ontplooid. We lagen apathisch in een hoek- We geloofden nergens in. Dat is veranderd. We kenden vier ver schillende organisaties. Het bekende confessionele gedoe. We waren te ver deeld. Er werd te veel gekletst over de verkeerde dingen. Er was alleen belangstelling voor zetelkwesties, voor persoonlijke belangen. Het pres tige van de bestuursleden ging boven de problemen van het vak. Nu is god zij dank het moment ge komen, dat de leden het bestuur opdracht geven, wat te doen. Nu gaan we opeens samen in een groot Ver bond van Handelaren in Kolen en Olieprodukten. Op 1 oktober, in Rot terdam, houden we de oprichtings vergadering, die tegelijk een massale demonstratie moet worden. Dan heb ben we, als het goed is, het antwoord van de regering op de eisen, die we hebben ingediend. Ik wil het op gang zijnde overleg op geen enkele manier doorkruisen. Maar ik zeg wel, dat de regering ons serieus zal dienen te nemen en dat zij piet met ons klaar is, als zij onze eisen afwijst of op de lange baan schuift. Wij zullen dat niet accepteren. Voor het eerst zijn we in onze branche zover, dat we kunnen zeggen: denk erom, mijne heren, eendracht maakt macht. Maar ik hoop op een positief resultaat. Ik blijf mijn vertrouwen stellen in Ne derland als rechtsstaat". PIET SNOEREN ASTEN Wie in ons land, waar zo veel klokken luiden, mocht denken dat het de Nederlanders waren die de klepel hebben uit gevonden, zit er naast. Het zijn weer eens de Chinezen geweest, die in zo veel dingen, ook in het bespelen van klokken, haantje de voorste waren, en wel lang voor de zestiende eeuw, toen hier de beiaard zijn opkomst beleefde. Weliswaar zagen de gongklokken, waarop de inventieve Aziaten het klokkenspel beoefenden, er beduidend anders uit dan de klokken zoails wij ze in Europa kennen, maar dat doet weinig af aan het feit, dat de Chinezen niet alleen het buskruit hebben uitgevonden. Museumconservator André Lehr bespeelt een oefenklavier, dat stamt uit 1780 en vervaardigd is door de beroemde Bel gische beiaardier Boudewijn Scheepers. Eigenlijk een min of meer teleurstel lende wetenschap, als men in het beiaardmuseum te Asten geconfron teerd wordt met de geschiedenis en de glorie van de lagelandse klokken. Maar al hebben de Chinezen ons de primeur ook ontnomen, er blijft voor Nederland en België nog wel wat over om trots op te zijn. De tastbare bewijzen daar van bevinden zich in het museum te Asten, het Peelstadje in Brabant dat zich met enige trots Asten beiaard- centrum" noemt. Het beiaardmuseum is voorlopig nog ingericht op de zolder van het gemeen tehuis. Zo komt het dat 's zaterdags morgens, als het museum voor publiek geopend is, niet alleen carillonklanken weerklinken uit de kerktoren van Asten, maar ook gedempt overwaaien vanaf de gemeentelijke zolder. De benaming beiaardmuseum is eigen lijk niet volledig, want de geëxposeerde collectie omvat meer dan alleen caril lons al neemt de beiaardafdeling een belangrijke plaats in. Het stichtings bestuur heeft beslag weten te leggen op enkele fraaie stukken museum materiaal waarvan een groot deel vroe ger óf later op de schroothoop terecht Een mechanisch speelwerk uit 1637, voor de stadsbeiaard van Tholen gebouwd door Willem Pieterssen en zijn zoon, is een van de pronkstukken van het Beiaardmuseum. zou zijn gekomen. Zo is het museum in het bezit van twee antieke oefen klavieren, waarvan de oudste waar schijnlijk door de bekende Belgische stadsbeiaardier van Aalst, Boudewijn Scheepers, omstreeks 1780 is vervaar digd en bespeeld. Bij dit klavier be vindt zich beiaar dmuziek. eveneens waarschijnlijk geschreven door Boude wijn Scheepers of diens zoon. Verder kan men aan de hand van beiaardklokjes vanaf 1600 tot heden een indruk van de bloei, de neergang en de wederopbloei van de klokken- stemkunst krijgen. Daarbij valt het zelfs muzikaal weinig geschoolde leken op, welk een verschil van klank er bestaat In de klokken. Museumconser vator A. Lehr weet te vertellen dat de oudste klokjes zo weinig welluidend zijn doordat de gietkunst enkele eeuwen geleden nog op laag peil stond. De klank, door zo'n klok voortgebracht, is eigenaardig meertonig en moeilijk na te zingen. Die gietkunst kwam allengs op een beter plan te liggen, en in het begin van de achttiende eeuw waren de klokkengieters in staat klokken te vervaardigen die een duidelijk en hel der geluid voortbrachten. Ze hebben hun wetenschap kennelijk niet aan de grote klok gehangen, want daarna ging het bergafwaarts. Eerst in de negentiende eeuw begonnen vooral de Engelsen weer met goed werk te leveren, terwijl na de tweede wereld oorlog in Nederland de gietkunst weer op hoog peil kwam te staan. In Asten zelf is de klokkengieterij Eijsbouts een dagelijkse reclame voor de Nederlandse klokkengieterij. Heel wat klokken en carillons binnen en buiten de lands grenzen (in Nederland zelf zijn al on geveer 150 beiaarden) zijn door de Astense gieterij geleverd. Mechaniek Toen de beiaard in vele Europese steden populair werd, begon men al snel te zinnen op een middel, waardoor de stadsbeiaardier niet bij nacht en ontij in de toren hoefde te klauteren. En dank zij vernuftige geesten ont stond het mechanisch speelwerk. In feite een uit de kluiten gewassen speel- Het beiaardmuseum is de gelukkige bezitter van een mechanisch speelwerk, in 1637 gebouwd door Willem Pieterssen en zijn zoon Adriaen voor de stads beiaard van Tholen. Dit speelwerk, een van de pronkstukken van het museum, lag al te roesten op de Tholense ge- meentewerf, totdat het, dank zij lieden met enige kijk op de historische waarde ervan, voor een weinig glorieus einde bespaard bleef. Onder de hanebalken van het gemeentehuis te Asten toont het nu gerestaureerd voor zover de middelen het toelieten hoe enkele eeuwen geleden de carillonklokken mechanisch bediend konden worden. In het museum zijn ook twee toren uurwerken in vol bedrijf opgesteld. De werking van de slagwerken en de Westminstervoorslag wie wel eens naar de BBC luistert, weet wel wat hiermee bedoeld wordt is zo van nabij te volgen. Tot deze torenuurwer ken zou ook een deel van het trommel speelwerk uit Tholen moeten behoren. In hetzelfde frame als waar de trom mel zich bevindt, zaten vroeger uur- en slagwerken. Helaas is een groot deel van de tandwielen en rondsels verloren gegaan, doch het ligt in de bedoeling dit unieke stuk te laten restaureren zo gauw de geldmiddelen daarvoor aan wezig zijn. Tot de kleinere museum stukken, die de bezoeker waardevolle informatie verschaffen over de geschie denis van de klok, behoren onder an deren enkele oude klepels, stemvorken en een interessante collectie luidklok- ken. Het oudste klokje stamt uit de twaalfde eeuw en is vermoedelijk door monniken gegoten. De klokken bestrij ken een periode van 900 jaar en geven globaal de evolutie, die de klok in de loop der tijden heeft ondergaan, weer. Aan de hand van een luidbaar op gestelde klok kan men de werking van het luiden volgen, terwijl ook het gieten aanschouwelijk is voorgesteld. Uiter aard is de in het Astense museum ondergebrachte verzameling verre van volledig doch wie een bezoek brengt aan Asten is een rondgang door het museum bepaald aan te bevelen. Ar geloze leken kunnen in ieder geval na afloop van zo'n bezoek zeggen dat ze in ieder geval de klok hebben horen luiden. TIJS STRÏJBOS. BONN ..Vertel mü eens", schreeuwt de oude inan tijdens een verkiezings bijeenkomst. „is Koningsbergen een Duitse stad of niet?" De jongelui, die aanwezig zijn, lachen. Giinter Grasz, de schrijver van vele bekende boeken en de meest welbespraakte Duitse in tellectueel, die zich sinds de VVeimar- republiek met de politiek bemoeit, ant woordt: ..Koningsbergen was een Duitse stad totdat we haar verloren door Duitse schuld". HU vervolgt met te zeggen, dat de christen-democrati sche partU gedurende de laatste twin tig jaar een „oostpolitiek" heeft ge voerd, die de vroegere bewoners van de oostelUke gebieden in verwarring moet hebben gebracht en die het moeilijk voor hen maakte om gewend te raken in het westen. Zij hadden ge leefd in de valse hoop, dat zU eens terug zouden keren naar hun vroegere woonplaatsen in een hersteld Duits r«k. Grasz, die 41 jaar geleden in Danzig werd geboren, reist door het land voor zijn tweede verkiezingscampagne ter ondersteuning van de Sociaal-Demo cratische Partij niet als partijlid, ook niet als officieel spreker, maar als een politiek bewuste burger, die ge looft dat het belangrijk is, dat de S.P.D. aan het bewind komt Hij voert een oorlog op twee fronten, tegen uiterst links, dat hem beschouwt als een ka pitalistische stroman, en tegen alle rechtse groeperingen van conservatie ven tot nationaal-democraten. Gedurende de laatste verkiezingen was hij nogal geïsoleerd en reisde het land door als een eenzame profeet, enigs zins gewantrouwd door sommige so ciaal-democraten, die maar al te goed weten, dat linkse intellectuelen bij het grote kiezerspubliek niet erg gezien zijn. Ditmaal heeft hij een beweging opgericht, die bekend staat als „het S.P.D. kiezersinitiatief", dat een kan toor in Bonn heeft en dat reeds twee nummers van een zeer goed verzorgd politiek tijdschrift, beide met een op laag van 1 miljoen exemplaren, heeft uitgegeven. Hij is nu iets bezadigder geworden, maar hij is nog steeds verfrissend als politiek commentator. De werkelijke betekenis van Grasz' aanwezigheid in de verkiezingsstrijd, is het feit, dat hier nu eindelijk een Duitse intellectueel is, die niet aan de kant staat toe te kijken en zich afzijdig houdt. Professor Golo Mann, de zoon van Thomas Mann, zegt over Grasz: „Hij is een linkse in tellectueel, die iets doet dat linkse intellectuelen in de periode van de Weimarrepubliek nooit deden hij ac cepteert de staat ondanks haar tekort komingen. Hij wil haar verbeteren maar niet als een criticus, 4ie alleen maar afkraakt, terwijl hij toekijkt". Grasz vertelt zijn toehoorders, dat hij behoort tot een generatie, die de rea liteit wdst te onderkennen. Hij was een jongetje van twaalf jaar in Danzlg, toen Hjtler de vernietiging van Polen aankondigde. De gevolgen van deze daad zijn voor hem duidelijk, maar er zijn nog steeds politici in West-Duits* land, die doen alsof het verleden nooH heeft plaatsgevonden. Grasz is een grote attractie en meestal kunnen de zalen al het publiek, dat voor hem komt, niet bevatten. Men applaudiseert luid voor hem, zelfs wanneer hij zegt, dat Adenauers groot ste verdienste het feit was, dat hij de CJD.U. tot een „staatspartij" heeft ge maakt en dat in het vroegere kies district van Adenauer. NORMAN CROSSLAND,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 13