WAAR KOMT VOLGENDE HAL?
GROENOORDHAL/SPORTHAL
PAGINA 3 DE BEIDSE COURANT DONDERDAG 14 SEPTEMBER I960
Drs. J. P. v. d. Reijden:,, Verenigingen moeten
vriendelijk agressief zijn tegenover gemeente"
LEIDEN Met jaloerse blikken
keek menige sportliefhebber het
vorig seizoen naar Haarlem, Ne
derlands sportstad no. 1, waar in
de Kennemer Sporthal het ene
evenement na het andere werd
bereid. Badminton, basketball,
om maar eens een greep te doen.
Schijnbaar moeiteloos werd de
Spaarnestad in het nieuws ge-
louden. Als zoiets nu eens in
Leiden zou kunnen gebeuren
Nu de veemarkt-sporthal als een
trotse blikvanger in Leiden-
Noord is verrezen, behoeft pas
sieve recreatie op hoog niveau
geen illusie meer te zijn. In de
Vijf-meihal is al gretig geprofi
teerd van de sportieve demon
straties, maar de hal aan de Bos-
buizerlaan leent zich niet zozeer
voor een massale opkomst van
'bet publiek.
Sportstichtingsvoorzitter drs. J. P. v.
d. Reyden: „Een wedstrijd nis Punch
—Blue Stars doet onnodig schade aan
de accommodatie. Lopen wij daar met
viltschoentjes over de vloer, terwijl
na afloop 200 jongetjes de baan op
rennen. De Vyf-meihal zou ik een ver
edelde gymnastiekzaal willen noe
men. De Groenoordhal is voor spec
taculaire aangelegenheden. Zulke
wedstryden moeten daarom in het
vervolg in deze hal gespeeld worden.
Daar kan men rustig op de vloer
gaan zitten."
Apatiscbe bonding
Of de Groenoordhal inderdaad con
stant topteams onder zijn dag zal
krygen hangt af van het initiatief
van de Leidse verenigingen, die niet,
zoals verwacht mocht worden, als
bijen op de honing afkwamen, maar
een apatische houding aannamen en
zelfs nog geanimeerd moesten wor
den om de nieuwe hal te bespelen.
Nu waren sommige verenigingen na
tuurlijk al helemaal thuis in de over
bevolkte) Vijf-Meihal, maar daar te
genover staat dat de voetbalclubs,
die volop gelegenheid kregen hun
spelers aan een uitstekende trainings-
mogeiykheid te helpen, over het al
gemeen afwyzend reageerden.
Het gevolg is dat slechts één avohd
voor 't voetbal is uitgetrokken. Toch
waren voetballers de eerste introdu-
cé's in de hal. De bedrijfsverenigin
gen genoten namelijk de eer als
eersten de grote ruimte te „testen".
Enkele tekortkomingen vielen daarbij
onmiddellijk in het oog: een harde
vloer en een energievretende warmte
Van der Reyden: „De ventilatie is
uitstekend. Men was alleen vergeten
haar in werking te stellen. Toen men
dat later op de avond door had, woei
er meteen een fris windje door de
hal. Er zyn namelijk volop luiken
over de gehele lengte van S meter
lang en 50 cm breed. Er zijn aan-
blazers, die tydig voor koelte zorgen."
Vloer verontrust
Verontrustender is de vloer waarby de
nadruk is gevallen op de geschiktheid
voor het vee. Ter navolging van
Hamburg, waar een grote veemarkt
is, zou de constructie van een zwem-
badvloer worden genomen, die om
geslagen zou kunnen worden. Dat
was echter te kostbaar. Vee en sport
lieden zullen nu van dezelfde vloer
gebruik maken. De vloer veroorzaak
te tijdens de bedryfswedstrijden acht
gevallen van schaafwonden. Hoewel
men daarbij dient te bedenken dat en
jongens aan het werk waren die zel
den voetballen, is dit aantal toch
wel opzienbarend. De opmerking van
de heer Van Egmond, voorzitter van
de commissie binnensporten, „Als
het zand er eenmaal af is zal het
allemaal wel meevallen" kon niet
alle onrust wegnemen.
De ervaringen in de loop der maan
den zullen duideiyk moeten maken
of we inderdaad met zgn. „kinder
ziekten" te maken hebben, dan wel
met 'n ernstig gebrek. Van de groot
ste importantie zal het worden dat
er nauwkeurig wordt schoongemaakt.
Terwijl overdag het vee in de hal
vertoefd en een glibberig vlak ach
terlaat, zal de sportbeoefenaar moe
ten worden ontvangen in een proper
sporthome, waar hij niet het risico
loopt een infectie rijker te worden.
Blijkt dat allemaal mee te vallen dan
kan men met een gerust hart stellen
dat de zaalproblemen zijn opgelost.
Op dit moment althans. Van Egmond:
„De problemen beginnen nu pas. De
ontwikkeling hebben we gezien in
dat kleine halletje (Vijf-Meihal -
red.). Er komen steeds meer belang
stellenden." Van der Reydens reactie
daarop: „De heer Van Egmond denkt
wat beperkter. Zijn antwoord is wel
juist, maar ik zet er een „maar" ach
ter.
Nu overdekt bud
Drs. J. P. v. d. Reyden
De grote prioriteit is nu een over
dekt zwembad. Ook zou er een spe
ciale hal voor badminton moeten
komen. Nu zyn dc badmintonners
ondergebracht in de Groenoordhal,
maar zy hebben een aparte vloer
nodig en speciale verlichting. En bo
vendien is het zo dat als iedereen zou
biyven zitten waar hy zit je uit de
moeiiykheden zou zijn. Ze willen alle
maal echter beter. Er komt nu weer
een fase van \*yf jaar waarin je een
nieuwe planning zal moeten maken.
Waar komt de volgende hal?"
Die vraag zal niet meer beantwoord
behoeven te worden door v. d. Rey
den. In januari laat hij de sport de
sport en werpt zich op zakelijke be
sognes.
Toekomst zunlsport
Zonder twijfel gaat de zaalsport in
Leiden in de toekomst een groter
concurrent voor de veldsport bete
kenen. Impliceert dat ook dat de zaal-
sport een grotere vlucht gaat nemen
Van der Reyden: „Op de eerste plaats
is het een sociaal aspect. Het niveau
wordt niet ineens hoger. Dat om-
hoogstuwen is een fabel."
Dc massa laten sporten. Dat is in
principe het belangryknte wat qua
sport met de veemarkt-sporthal be
oogd wordt. Vandaar ook dat het
openingsprogramma geen toppers
vermeldt. Op de eerste plaats zal het
publiek zelf ingeschakeld worden,
o.m. met een bedryfsvoetbaltoernooi.
Dat neemt niet weg dat het wel de-
geiyk in de bedoeling lag de hal in
te wyden met enkele sprekende de
monstratles. Holland wilde graag een
atletiekfestijn, doch de datum bleek
niet al te gelukkig; de Europese atle-
tiekkampioenschappen in Athene
worden terzelfdertijd gehouden.
Feijenoord tegen een Duitse vereni
ging bleek een te kostbare aangele
genheid en bovendien kon Ernst Hap-
pel indertijd niet verteld worden op
welke vloer zijn team zou moeten
In de tloofpot
Ook had men het publiek gratis wil
len laten ryden op een kunstijsbaan
gedurende drie dagen. En dan is er
nog een project dat altyd nog ten
uitvoer kan worden gelegd namelijk
het organiseren van amateur-indoor-
wedstrijden op een demontabele baan.
De plannen, die in een prenataal sta
dium verkeerden, maar intussen weer
in de doofpot zijn gestopt, zyn al
eens bekeken met de ontwerper van
de baan in Mexico, Schuurman. Men
kwam toen uit op een bedrag van
165.000.-. Maar niemand spreekt
er meer over, zodat dit aan Leidens
neus wel zal voorbijgaan. Wil er in
Leiden iets groots opgezet worden
dan zullen, aldus v. d. Reyden, „de
verenigingen vriendeiyk agressief
moeten zijn tegenover de gemeente".
JAN PREENEN