Hindus IIHAM ter gelegenheid van een modieuze uitbreiding van ons stadsbeeld met M. j.Witleveens M< xlen ïagazjjnen i ia. 50 JAAR MODE-GESCHIEDENIS. Hoe, (wat in Heerenveen begon, uitgroeide tot een het hele land omvattende organisatie. Extra eenmalige mode-bijlage september 1969 In september 1969 worden in de annalen kan Witteveen bijgeschreven: Het 50-jarig jubileum van Witteveen Eindhoven. Een nieuwe vestiging in 's-Her togenbosch. Een nieuwe vestiging in Leiden. Reden genoeg om eens aandacht te schenken aan M.J. WITTEVEEN'S MODEMAGAZIJNEN N.V. •j 1 Eindboven: Rechtestraat 50 's Her togenbosch: Hoge Steenweg 22-26 Leiden: Breestraat 139 Heerenveen, dinsdag 6 mei 1883. Sinds de dag, waarop de grondlegger van M. J. Witteveen's Modemagazijnen N.V. een zaak in manufacturen opende te Heerenveen, is er veel veranderd. Die allereerste Witteveen-collectie bestond voornamelijk uit overhemden-katoen van 7 cent per el, baai voor onderrokken en pilo voor mannenbroeken, alsook een kleurige verzameling pluchen band om de rokken, die zo lang waren dat ze over de grond sleepten, mee af te zetten. Wèl een verschil met de huidige collecties, die er voor zorgen dat de Nederlandse vrouw tot in de finesses de mode van van daag - èn die van morgen - kan dragen. Hoe is die ontwikkeling tot stand gekomen? Eindhoven: de bakermat van M. J. Witteveen's Modemagazijnen N.V. De zaken in Heerenveen breidden zich snel uit, en in 1919 werd een beslissing genomen die tot één van de belangrijkste uit de Witteveen-historie gerekend mag worden: de opening van een speciaalzaak in damesconfectie te Eindhoven. Aanvankelijk werden op de bescheiden ruimten alleen damesmantels verkocht, maar toen Witteveen de beschikking kreeg over meer vierkante meters, werd de collectie uitgebreid met japonnen cn kinderkleding. Hier in Eindhoven deed de Heer Gré Witteveen de ervaring op, die hem deed besluiten een tweede zaak te starten: op 15 maart 1940 opende hij voor het eerst de deuren in Nederlands Winkelstraat Nr 1: De Kalverstraat te Amsterdam. Precies S weken later brak ook voor Nederland de Tweede Wereldoorlog uit. De gedeeltelijke overschakeling van tex tiel op - puntenvrij - bont was voor het jonge filiaal een der weinige zakelijke lichtpunten in de duistere oorlogstijd, Na 1949, toen de textieldistributie werd op geheven, was Witteveen in staat zijn krachten te ontplooien. Dat uitte zich al snel in de opening van nieuwe filialen, zoals in 1952 in Maas tricht en Utrecht en toont duidelijk aan, dat de stap van Eindhoven maar het toen al internationaal belangrijke confectie- centrum Amsterdam een heel verstandige was. In 195a vond ook de vestiging plaats van het hoofdkantoor van Witteveen, bewust gekozen op de Herengracht Nr 8S, bij de Blauwburgwal in het centrum van Amster dam, waar ook de grote confectionairs hun kantoren hadden. Ruimte-tekort^ parkeer- en expeditie problemen noodzaakten het groeiende bedrijf al snel uit te zien naar een nieuwe behuizing, en zo werd op 19 september 1966 het nieuwe hoofdkantoor in Sloter- vaart feestelijk en officieel in gebruik ge nomen. Een hele vooruitgang, dat moder ne, uiterst efficiënt ingerichte en toch zo gezellige pand, waar alle Witteveen acti viteiten hun oorsprong hebben "Witteveen nèt even anders. Het is- niet z6 maar dat Witteveen deze zin voor alle activiteiten naar buiten gebruikt. Iedereen in het bedrijf werkt eraan mee dit streven in praktijk te brengen. De inkoop-afdelingen bijvoorbeeld. Het is heel gebruikelijk dat het model van een fabrikant speciaal voor Witte veen wordt veranderd. Een nog betere kwaliteit stof, waardoor de kleding een betere pasvorm krijgt - en houdt! -, andere knopen of ceintuur, een geheel nieuwe kleurcombinatie, deze „eisen" zorgen er voor dat een mantel of jurkje van Witte veen niet ergens anders in de rekken hangt. Witteveen weet heel goed dat juist deze details bij de Nederlandse vrouw zo in de smaak vallen. Zij wil persoonlijk gekleed gaan, en wie onderkent dit ver langen beter dan dit bedrijf, dat tot in de wortels Nederlands is? Toch leidt dit Nederlands zijn niet tot een eng chauvinisme. Witteveen is inter nationaal georiënteerd, en op geen enkele belangrijke buitenlandse mode-manifes tatie ontbreken de inkopers, goed him ogen de kost gevend, met in hun achter hoofd het beeld van de mode-bewuste Nederlandse vrouw van elke leeftijd. En dit is maar één aspect van dit nèt even anders". Ook in de service-gedachte moet dit tot uitdrukking komen. Daarom wordt in de opleiding van verkoopsters zoveel aan dacht besteed aan haar taak als „gast vrouw". U moet zich bij Witteveen thuisvoelen, rustig kunnen rondkijken, kiezen en pas sen. En wilt u een advies, dan wordt u vakkundig en eerlijk te woord gestaan. Want u èn Witteveen zijn er alleen maar bij gebaat, wanneer u iets koopt dat U '^net plezier draagt. j/L ^^1940 Amsterdam Kalverstraat 1957 Haarlem 1961 Amstelveen J 1964 Amsterdam,Osdorp 1954 Nijmegen Of wel: bet verhaal van de wandelende taille. Toen in Eindhoven in het jaar 1919 de viktorie van Witteveen begon, wcra naast de fraaie gevel van het voormalige loge ment nog druk gebruik gemaakt van het koetshuis. Paardetram, wespentaille en wijde klokrok typeerden toen het stads beeld, en wie er eens uit wilde, ging ten nissen in een japon tot op de voeten terwijl een platte strohoed beschutte tegen de zon. Zwemmen was nog zeer ge waagd, maar wie persé moest, kleedde zich in een hooggesloten zwempak met pijpen en mouwen. Had de crinoline in 1890 z'n grootste omvang bereikt, omstreeks 1900 toomde de mode zich in tot een zandloper achtig silhouet, en toen Witteveen in 1919 van start ging, vlak na de eerste wereldoorlog, had zij zich drastisch be dacht tot zakelijk en sportief. De minimode van de twintiger jaren. Langzamerhand begint de taille zich nu te bewegen, tot over de heupen. Hoe lager zij kwam, hoe korter de rokken werden, om in 1924, tot grote veront rusting van de meer degelijk ingestelden, zowaar de knieën het daglicht te laten zien. Dat was een historisch moment in de mode, doch wie denkt dat onze mini- mode daar rechtstreeks uit voorkomt, vergist zich. Van wuft naar degelijk. In charleston-stijl, want zo heette die lage taille - korte plooirokjesmode, dan sen we de twintiger jaren in. 's Avonds haalt de plankrechtc, kortharige „gar- Sonne" haar behoefte aan romantiek in. Zij draagt dan lange avondjaponnen met blote rug. Onder haar pothoed laat ze stiekem haar korte Etonkapscl weer groeien. De tweede wereldoorlog is ook voor de mode een duistere tijd. Nijver maakte men thuis van twee één, en van oud wat voor nieuw moest doorgaan. De reactie op deze sombere tijd uitte zich, na de oorlog, in de neiging tot het zake- lijk-sportieve, het praktische. De vrouw vertoonde zich, kolossaal als een ijs hockeyer, in stoere, mannelijke pakken, die zelfs van zware kamgarens, vaak met kostuumstrepen, vervaardigd waren. De door enorme vullingen vervaarlijk-brede schouders mogen wel als een dieptepunt in de mode beschouwd worden. Dior brengt redding Na enige tijd vond modekoning Dior het Welletjes, bn nm maar drastisch een' einde te maken aan dit onvrouwe lijke modebeeld, lanceerde hij in 1948 de New Look. Boven zeer lange, wervel- wijde rokken bevond zich de taille na drukkelijk op haar plaats. Rank rees het lijfje daarbovenuit. Het was even wennen aan deze plotselinge romantiek. De eerste progressievelingen die zich in New Look vertoonden, werden nagekeken. Maar ge leidelijk daalden de rokzomen alom -ca in 1953 was het in alle straten een vrolijk gewapper in de wind. Mode-alfabet Dior heeft het na deze vriendelijke geste voor het zeggen, maar wat doet hij? Hij grijpt terug naar 1924 en doet de hemd- lijn nog eens dunnetjes over, die' hij lan ceert als H-lijn, met een lang lijfje en een aangezette plooirok, die echter veel langer was dan in de „gay-twenties". Weer was de taille de dupe, en méér vrouwelijk schoon, want iedereen moest, zo proclameerde de mode, voor deze hemdlijn maar even een beetje platter worden. Dat werd er, toen Dior na de H-lijn de A-lijn lanceerde, wel iets maar Vrijheid, blijheid De laatste jaren komt Parijs steeds min der extreem uit de hoek. De mode koningen schijnen tot inkeer gekomen te zijn en steeds meer rekening te hou den met de vrouw zoals zij werkelijk is. Zij proclameren een heel natuurlijke, uiterst draagbare mode, terwijl de exen- triekelingcn hun „eigen" grootheden niet veel beter op. De taille zat nog hebben, zoals Paco Rabane met z'n uit steeds onder het middel, maar al wie lederen of metalen stukjes bestaande een tikje royale hcupwijdte had, juichte: jurken, terwijl Carnaby-Street bij monde' van Mary Quant een tijdlang druk van zich deed spreken. Iedereen is volkomen vrij zich te kleden zoals haar dat zint, zoals dat past bij haar smaak en per soonlijkheid. Wie geen korte rokken wil dragen, hoeft dat niet. Een broekpak is niet verplicht. Elke vrouw vindt nu iets van haar gading in de vele moge lijkheden en de gemakkelijke, prettig draagbare materialen. Kombinecr-moge- lijkheden zijn ingecalculeerd. Alles mag. Zelfseen taille hebben. De terugkeer van de taille wordt feestelijk gevierd met prachtige ceintuurs, van stof, van leer, van bont, van metaal, al of niet met fraaie versierselen. De wandelende mille». schijnt tot rust gekomen te zijn. haar maakte die lijn, die het lichaam losjes volgde en naar beneden toe wijder uitliep aanzienlijk slanker. Het mode alfabet gaat verder met de S-lijn, die door een bloezende rug vooral bij die genen die dc mannequin-loop met naar voren gekantelde bekken kunnen naboot sen, inderdaad transformeert tot een wandelende S. Langs die S wandelt de taille, onopvallend, van ver onder tot iets beneden haar natuurlijke plaats. In f961 maakte zij weliswaar een „op dc plaats rust", doch niet tot ieder's vreug de, want het was om de lampionlijn ofwel de tulplijn te markeren, die zich voornamelijk kenmerkte door eea rok als een tonnetje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11