GUUS HERMUS 1 Don Quichotte gaat kapot aan zijn eigen verlangen MAN VAN 1 LAMANCHA j WACHT <0P DE BAKKER DOET 1 EENS EEN BOODSCHAP EN LEEST EENS EEN BOEK ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1969 BADHOEVEDORP Guus Hermus thuis. Een ridder te voet, die in open sport hemd door het zorgelijk niemandsland tussen twee voorstellingen dwaalt. Tot nader order heeft hij de strijd tegen de Spaanse wind molens opgegeven en vecht hij alleen nog om het behoud zijn tuinparasol, die buiten op het terras siddert i de lauwe passaat en alleen door zijn krachtig ingrijpen •en plotselinge hemelvaart gered wordt. De volzinnen van Cervantes zijn ondertussen vervangen door een beitelscherpe tekst van goede huishoudkwaliteit, die zijn vrouw hem voor het weggaan als een wacht woord heeft overgedragen. „Als de bakker komt, Guus, neem dan een halfje bruin". Hij heeft geknikt en de clause gelaten herhaald. „Een halfje bruin. Oké. Komt voor elkaar." Vervolgens heeft hij zich in de uiterste hoek van zijn driezitsbank teruggetrokken en zorgvuldig een pijp gestopt van een knoestig model, dat niet uit de toon valt bij zijn gepijnigd hoofd. De kamer is gevuld met de aarzelende kleuren i een herfst, die al eeuwen duurt. Eén wand is begroeid met boeken, veel vak litteratuur, veel leer met gouden opdruk, aan de andere kant de stereoradio, die hij tijdens het gesprek enkele malen aanzet voor Ihet weerbericht. „Die hitte", zegt hij, „die dertig graden, breken me de nek. Ik moet op het toneel mijn wenk brauwen en mijn sik aan plakken, maar de pleisters pakken allang niet meer. "Het zijn dezelfde pleisters waarmee je een toupetje op i kaal hoofd bevestigt. Man, ze drijven na een paar minuten al van mijn gezicht af. Na afloop voel je je j' alleen maar vies. Alles nat, alles kleeft asm Je lijf. Dit is een ellende, die met acteren niks meer te maken heeft. Je rijdt als een gele naar huis en gaat een uur in bad zitten. Dit is geen temperatuur om een dergelijke rol te spelen. Don Quichotte, extreme figuur, die heeft grotere dimensies dan een mens. Don Quichotte is een idee. Als je niet genoeg inpact hebt, als ie halfwas tegen zo'n rol aangaat, dan haal je het niet. Je moet alles, wat je aan talent hebt, er tegenaan goöien om hem tot leven te wekken, om het tot het einde vast te houden. Gewoon die kraan wijd opendraaien en dan maar hopen, dat er 100, 120 procent uitkomt. Je hebt voor jezelf allang een ideaalbeeld gecreëerd. Je weet, hoe Don Quichotte is, hoe hij adem haalt, vecht, hoopt en een enkele avond lukt het ook om hem zo op het toneel te zetten. Ik ben ongelooflijk kritisch, op het ziekelijke af. Elke avond stort ik me d'r in, maar na afloop ben ik maar zelden tevreden. Voor mijn eigen gevoel ben ik dan net onder de streep gebleven, dan is die bezetenheid er niet geweest. Op een gegeven moment moet er een bevlogenheid over je heen komen, het zal wel weer een woord zijn, dat niet bestaat, maar misschien begrijp je het. Ik weet, dat het er in zit, ik wist op mijn dertiende jaar al, dat. ik het zou halen. Ik had nog niks bewezen, niet eens meegedaan aan het schooltoneel. Zelfs mijn eigen vader wist niet, of ik enig talent had, maar ik wou het gewoon. Ik begreep ook niet waar ik het vandaan haalde, maar ik had geen andere keus. Kinderachtig Ik zou het achteraf ook verrekte kinderachtig hebben gevonden, als ik tevreden was geweest met een lager niveau. Als je een bepaald talent in huis hebt, als je na jaren komedie tot die ontdekking komt, dan moet het ook blijken, dan moet het er uit komen. Ik doe het niet eens alleen om het succes. Als je jong bent, als je aan het begin staat, droom je daarvan, je droomt van machtige ovaties, maar geloof me, dat gevoel gaat gauw over. Ik vind succes allang niet meer zo'n heerlijk romantisch gebeuren. Het is gewoon je plicht. Mensen betalen voor je en die hebben er recht op, dat je er alles uitperst. Daarom is die vrije sector ook zo fijn, je weet, dat je voor je brood zal moeten knokken. Bij het gesubsidieerde toneel geeft het niet, of je voor lege zalen speelt, want je ge'd zit toch safe. Als wij avond aan avond voor.150 man spelen, dan is het gebeurd mèt de aap. Ik zie het nuchter. Toneel spelen is hard werken, keihard werken, het is een vak, waar je constant met het zweet op je voorhoofd staat. Natuurlijk wil je dan ook nog de beste zijn, dat wil iedere acteur. Ik ben een leeuw, ik zou nooit genoegen hebben genomen met een bestaantje ergens in dc middenmoot. Dan was ik er net zo lief uitgestapt. Alleen duurt het in dit land zo lang. voordat ze erkennen, dat je een topacteur bent. Ook alweer zo'n woord: toparteui. Het doet me denken aan televisiereclame. Dwarsgebakken brood of zo. Twee witmakers. Ik heb zelf een keer meegewerkt aan een spot van C. A., maar je voelt je wel zwaar genomen, als je jezelf opeens op de STER ziet verschijnen. Ik heb niks tegen acteurs, die reclamefilmpjes n.aken, maar persoonlijk breng ik het niet op. Ik krijg dan meteen het gevoel, dat over de hele linie mijn kwaliteit achteruit gaat. Als je 's avonds een grote rol moet spelen, kun je er stomweg niks anders bij doen. Ik ben echt niet de hele dag van toneel bezeten, het is gewoon je vak, je brood, maar tegen vier uur heb je toch geen rust meer. Daar doe je niks tegen. opeens komt die spanning terug, je ziet die verantwoording op je afkomen, je gaat zitten tóbben. Hoe zal het vanavond gaan? Dat zorgelijke gevoel blijf je houden, ook na de 100e voorstelling, de 200e. Als je op zo'n moment ook nog moet denken aan een televisiestuk of een reclamefilmpje, houd je geen adem over voor de avond. Als ik 's morgens wakker word, weet ik al, dat ik over tien uur Don Quichotte op poten moet zetten. Dat beperkt je mogelijkheden. Je kunt wat lezen, een boodschap doen in de buurt, maar daar blijft het dan wel bij. Betonnen muur Weet je, wat er hier in Holland gebeurt, als je talent hebt? Dan zeggen ze: „We moeten het eerst nog eens zien, laat die jongen eerst maar eens wat bewijzen". Dan heb je al een hoop fijne rollen gespeeld, maar die tellen niet mee. Dat noemen ze in dit land het rijpingsproces. Je moet eerst door die betonnen muur van scepticisme heen. Laat eerst maar eens wat zien. Dat heeft bij mij precies 21 jaar geduurd. En dan ben je cr nog niet. Dan wachten ze nog op het moment, dat ze je kunnen verslinden. Ik ben bij de première van De Man van La Mancba midden in mijn eerste lied het toneel van Carré afgerend. Een ordinaire samenloop van omstandigheden, een stuk paniekvoetbal, dat iedereen in zijn leven wel eens speelt. Maar er waren aanleiding gelijk aangrepen om cr een nummer van te maken. Het leek net, alsof ik alleen maar 27 jaar komedie had gespeeld om het Nederlandse volk die rotstreek te leVcren. Ik vind het een onbegrijpelijke reactie op een moment van pure zwakte. Gelukkig heb je op dat moment altijd nog je eigen geweten. Het publiek en mijn eigen geweten die maken voor mij de wet uit Wat is trouwens een topacteur? Als ik vanavond met mijn helm het toneel opstorm en de rest verdomt het, dan begin ik niks. Zelfs de prachtigste rol maak je alleen niet meer waar. Ik heb in een stuk van Shakespeare gestaan met een lange, woedende clause tegen twee anderen, die het volledig met me eens moesten zijn Het was een opruiende tekst, die alleen maar zin had, als er op ingehaakt werd. De eerste avonden zag ik ze gespannen luisteren, ze geloofden in me, het was los van het toneel gekomen. Op een gegeven moment merkte ik, dat die gezichten tegenover me helemaal leeg waren, ze verveelden zich, terwijl ik bezig was, ze zaten met hun gedachten mijlen ver weg. Je hebt dan het gevoel, dat er een matje onder je voeten wordt weggetrokken, je bent opeens nergens meer. Op zo'n manier kun je de boel grondig verpesten, een collega in moeilijkheden brengen. Strindberg heeft een stuk geschreven, waarin één vrouw drie kwartier lang aan het woord is, terwijl een tweede vrouw luistert. Ze zegt in dal hele stuk niet één keer ja of nee. Als een acteur onder dergelijke omstandigheden toch de spanning kan vasthouden, dan heeft hij een formidabele prestatie geleverd. Nou moet ik eerlijk toegeven, dat Strindberg een ongelooflijk sombere kwanl is, Cervantes doet het heel anders, die heeft een figuur gecreëerd, waar de tragedie van de hele mensheid in zil. Don Quichotte is een M-eld Buiten het theater is Guus Hermus am door het leven gaat en zijn fans i ridder te voet met pijp en open sporthemd, die bedacht- n een deugdelijke handtekening voorziet. ontzettend graag beter zou willen maken, maar hij kan het niet. Hij gaat kapot aan zijn eigen verlangen. De manier, waarop Cervantes die wanhopige strijd heeft beschreven, is een vondst, zijn Don Quichotte is een poëtisch gebeuren in de wereldliteratuur geworden. Het is ongelooflijk schoon van taal en gegeven. Verschrikkelijke bijbel Het is ook begrijpelijk, waarom nooit iemand geprobeerd heeft om er een stuk van be maken. Pieter Langendijk heeft het, geloof ik, geprobeerd. Don Quichotte in Purmerend of zoiets. Het kan ook Heerenveen zijn geweest. Maar verder was er niemand, die zijn vingers wilde branden aan die verschrikkelijke r- '.m?? bijbel. En dan opeens komt er iemand met een musical over zo'n figuur op de proppen. Een musical, toe maar. Gelijk zijn er mensen, die roepen, dat het kitsch is. Goed, nou zal hét kitsch zijn, wat geeft dat dan nog? Het kan mij niet schelen, zolang de idee er onbeschadigd uit komt. Don Quichotte is in De Man van La Mancha een herkenbare figuur gebleven, waar je als acteur je tanden in kunt zetten. Die man zegt dingen, doet dingen, die in mezelf leven. Dat is voor mij een criterium. Don Quicholte komt heel sterk, op me af, je moet nooit rollen accepteren, die te ver van je afstaan. Ik heb het zelf meegemaakt, ik heb rollen geweigerd, omdat ,ik wist, dat ik er mijn nek op zou breken. Je kunt voor je publiek nooit iets acceptabel maken, waar je zelf niet in gelooft. Burgermannetje Ik zou na Don Quichotte graag eens een komische rol spelen. Het mag best lichte kost zijn. Een gewoon mal burgermannetje, waar je een mens van kunt maken. Ik heb het gevoel, dat ik het kan, dat het me goed zal afgaan. Tot nog toe waren het meestal tragische, problematische rollen, die ik kreeg toegespeeld. Ik heb zeven jaar bij Centrum gezeten en ik heb in die tijd drie schizofremen op de planken gezet. Doktor Kersjensov zag slangen, Orestes zag slangen, je werd alsmaar gedwongen om je te verdiepen in de rare. krankzinnige geestestoestanden van die mensen. Ik heb vier rollen gespeeld jn stukken van Pinter, zijn Thuiskomst is een anatomische les van het menselijk denken, je ziet de rauwe darmen liggen, hij gooit de emoties ruw op tafel. Als je daar steeds mee geconfronteerd wordt, dan gebeurt er wat in je eigen denkwereld. Dat ls onvermijdelijk. Je hebt'mensen, die gelijk zeggen, dat alle figuren van Pinter vieze mensen zijn, die al zijn stukken smerig vinden, maar dat is een leugen. Het is juist een ongelooflijke bewogenheid, die deze man tot schrijven heeft gedwongen. Pinter doet wat met je, die drukt je steeds maar met je neus op de feiten. Het is een geweldige tijd, waarin zulke dingen kunnen gebeuren. Ik moet er niet aan denken, dat ik voor hetzelfde geld geleefd zou kunnen hebben in de tijd van camera obscura met zijn gezapige, vastgelopen troep. irschijnlijk stikken. Dit i i tijd, i alle fca boes omver worden gegooid. Alles kan exploderen, maar er kan ook iets goeds uil komen. Er kan iets wezenlijks gebeuren. Dat ls geweldig. De figuren van Pinter zijn alsmaar bezig met het opruimen van geestelijke grenzen, ze barsten van de menselijke emoties. Maar ook een Nathan de Wijze heeft diezelfde drang om grenzen omver te lopen. Dat is nou een stuk uit de vorige eeuw, maar hij blijft wei heel erg van deze tijd. Gewichtheffen Ik wil die komische rol ook alleen maar, omdat je op een gegeven moment doodmoe kunt worden van het gewichtheffen. Je wordt een knippatroon, een cliché van het zwaarmoedig denken. Het beangstigende is namelijk, dat die paranoïde schizofrenie In ieder mens aanwezig is. Die vijfvoudige moord in Los Angeles Is waarschijnlijk gepleegd door een Je wordt moe van het gewichtheffen' fatsoensrakker. Gewoon een keurige man, die altijd op tijd bij het eten is". Hermus legt zijn pijp op tafel en kijkt met een cursief geheven hoofd naar zijn vrouw, die door de zijdeur links weer in het beeld is gplcomen. ..De bakker is nog niet geweest", zegt hij, „en het wordt koeler zegt de radio. Minstens twee graden". Ze knikt en veegt een vage glimlach van haar lippen. „Het werd wel tijd", zegt ze, „ik zou naar de première in Sclieveningen gaan, maar ik heb niet eens de moed gehad om dat Circustheater ini te gaan. Ik vind het een afschuwelijk gezicht om die man zo te zien lijden. Dat heeft niks meer met theater te maken. Hij zwemt zijn kleren uit en het zweet spat van zijn gezicht Ik heb rustig op de boulevard gewacht, totdat het afgelopen was'\ Hij kijkt haar met korzelige vertedering aan en verlegt zijn introverte blik dan weer naar zijm gast. „Ik ben nu 50". zegt hij mei een even slippende stem, „ik ben gewoon niet flexibel genoeg meer om van baan te veranderen. Ilc heb trouwens een beroep gekozen, waar ik geen hekel aan heb. Het mooie van een artiest vind ik, dat hij macht heelt om iets tot leven te wekken. De schrijver is alleen de leverancier, of het nu Pinter is of Shakespeare. Hij kan geen donder beginnen, als er geen man in de buurt is, die zijn tekst uit het hoofd wil leren. Dat is de autonomie van de acteur. George Vitaly regisseerde in Parijs een stuk van De Montlierlant met Pierre Brasseur in de hoofdrol. Nou is het bekend, dat Brasseur een eigenzinnig heer is. Ik heb daar zelf weinig last van, maar het komt onder topacteurs meer voor. Op de generale wilde De Montherland wat zeggen, mag ie even, hij was toevallig de schrijver, maar Brasseur riep: „U moet zich stil houden meneer De Monbherlant het stuk is Morsdooie letters op het kost me ongelooflijk veel moeite om een tekst uit mijn hoofd te leren. Ik ben m dat soort dingen erg langzaam, als ik een nieuwe rol krijg, dan zit ik er eerst dagen mee te klunzen. Het is een meditatief proces, waarin morsdooie letters tot leven moeten komen. Daar is geen methode voor te bedenken. Een rol moet langzaam groeien, die kun je niet maken zoals een moorkop. Het begint met een aantal vlekken en die worden langzaam opgevuld. Na een paar weken vraag ik dan aan mijn vrouw, of ze me wil overhoren. Met Don Quichotte is het ook zo gegaan. Het is qua tekst geen grote rol, maar wat hij vertegenwoordigt is meer dan levensgroot. Ik vind het ook geen bezwaar, dat de handeling zo nu en dan onderbroken wordt door een liedje. Als ik een echte zanger was. zou ik waarschijnlijk wel moeite hebben om die figuur vast te houden, maar ik blijf onder het zingen gewoon de acteur. Ik breng geen aria's dat zou ik niet eens kunnen met de paar zanglessen, die ik gehad heb. Voor mij is het belangrijkste, dat de draad in het stuk doorloopt". Hermus zwijgt voor de zoveelste keer van harte. Hij pakt een lucifer en kijkt naar de zon, die zijn grasmat blakert. Zijn functionele bungalow onder het malend geweld der overvliegenrip straalvliegtuigen is voor hem een geriefelijk voorgeborchte, van waaruit hij elke avond tegen zeven uur door de engel van het succes naar de hemel van het theater wordt gebracht. In afwachting van dat moment wacht hij op de bakker en luistert hij nauwgezet naar de weerberichten. „Misschien komt er straks een man", zegt hij, „die onbehoorlijk veel geld biedt als ik straks reclame maak voor zijn tube tandpasta. Ik weet echt niet, of ik dan niet karakterloos door mijn knieën zal gaan. Geld kan soms erg fijn zijn en het i3 trouwens niet ongezond om je tanden te poetsen". I.J:O THURING FOTO'S: SIMON E. SMIT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9