de mens maakt zich los 53 maanen verder WIJ mensen zijn nu eenmaal zo erfenis van columbus en copernicus Als er een mens op de maan stapt, doet de mensheid zo'n reuzenschrede voorwaarts dat het werkelijk wel zin heeft om nog eens achterom te kijken, om het verleden door te gaan, vol ver wondering en eerbied en ook wel hui vering omdat het ons zo ver gebracht heefr, zo „herrlich weit" zoals Goethe ietwat ironisch zegt. Die gang door de geschiedenis moet dan ook wel met grote stappen gebeuren, met zeven mijlslaarzen, alsof wij bevleugeld zijn met de geest van zoveel rdimte, alsof wij opmarcheren op de maat van de muziek der sferen. Het is, zo menen wij te horen, uitbundige muziek, feest muziek, een soort slotkoor van de Negende van Beethoven. Een bezoek aan de maan lijkt inderdaad wel een soort vervulling van een achttiende- eeuwse droom, waarin het heelal ver heerlijkt wordt als onze grote spiegel en speelruimte. De omgang met de kosmos leert ons het ware kosmopo litisme. Om nu het verband met het verleden goed te leggen, kunnen wij ons bijvoor beeld een zin van de grote Jakob Burckhardt. de vermaarde Zwitserse cultuurhistoricus uit de vorige eeuw. in de gedachten brengen, namelijk: „Der Kosmopolitismus ist eine höchste Stufe des Individualismus". Burckhardt gebruikt die woorden in zijn boek over de Italiaanse renaissance. „Wat et- gebeurt in die tijd", zo zegt hij. „is een losmaking van de mens uil zijn ge sloten verbanden, uit zijn middeleeuw se hiërarchieën, een ontdekking van zichzelf, van de aarde en daarmee ook van de ruimte." „Die Entdeckung dei- Welt und des Menschens" is één van de beroemdste hoofdstukken uit zijn schit terende werk. Renaissance betekent dan veel meer dan herontdekking van de oudheid. De wereld wordt geopend, wetenschappe lijk en praktisch en idealistisch, alles in één grote wisselwerking. Colum bus ontdekt Amerika, Thomas More schrijft zijn Utopia (geïnspireerd dooi de ontdekking van een nieuwe wereld) en Copernicus beschrijft een nieuw we reldbeeld. Daarmee was er dan in de zestien de eeuw een dergelijke verbazingwek kende stap naar de toekomst als wij thans ook beleven. Maar eigenlijk is de hele geschiedenis van de mensheid natuurlijk een aaneenrijging van der gelijke stappen, telkens weer stout moedig ondernomen na perioden van stilstand en bezinning. Het is mogelijk de geschiedenis zo te schrijven, als een voortdurende spanning tussen inkeer en expansie. Of laten we het anders zeggen: de mensheid is in een niet af latende strijd gewikkeld om zich los te maken uil de beslotenheden waarin zij oorspronkelijk heeft geleefd. En die losmaking, die bevrijding, is een element in het bijzonder van onze Euro pese geschiedenis. Als wij over de reis naar de maan spreken die in Amerika op touw wordt gezet, dan hebben wij het eigenlijk over het raadsel van de cultuur van Europa, over wat Jan Ro mein noemde de grote uitzondering op het algemeen menselijk patroon. Want het is niet de hele mensheid gezamen lijk, die deze dappere weg in is gesla gen, het is de Europese mens, die dat gewaagd heeft, ten goede en ten kwa de, in een nog altijd adembenemend avontuur. Primitieve volkeren en oude culturen hebben geleefd in een voor ons merk waardige stilstand, in een stenen stilte zonder ontwikkeling, een heilige afge slotenheid. Zij hebben geen generali saties gekend over de mensheid, zij hebben zichzélf" dikwijls als stam de naam „wij mensen", of „echte men sen" of iets dergelijks gegeven, in vol ledige afzondering, in volledige ge meenschap. Enkeling en mensheid wa ren hun beide vreemd. En het geheim zinnige is nu dat er in het oostelijk bekken van de Middellandse Zee is be gonnen wat Marsman noemde het ruisen van de creatieve geest. Daar zijn mensen buiten de heilige kring van de mythe, van de vruchtbaarheid en de zekerheid gaan staan en hebben voor het eerst zichzelf gezien, als enkelin gen als mensen. Dat is gebeurd in Is raël en in Griekenland, in godsdiensti ge hartstocht en wijsgerige bezinning. Meesterlijk is dat proces beschreven door de dichter Guillaume van der Graft in zijn vers aangaande Abraham. HOUSTON. Waarom proberen wij toch op de -maan te landen terwijl er op de aarde nog zoveel problemen opgelost moeten worden? Is het de taak van de mens om nog verder dam de maan te gaan, steeds dieper het heelal in? Zal de maan ooit bewoond worden? Charles W. Mathews, een vooraanstaand Amerikaans ruimte- deskundige, verbonden aan de N.A.S.A., geeft o.m. antwoord op deze vragen die iedereen overal in de wereld bezighouden. Hij doet dit voor ons blad in een interview met een Ame rikaanse journalist, Walter Froehlich. De reizen naar de maan zijn nu wel erg spectaculair en gedurfd, maar toch vragen 'ele mensen zich af waarom er zo nodig ien landing op de maan uitgevoerd moet •vorden, terwijl er op aarde nog zoveel problemen dringend onze aandacht vragen. Mathews: de landing op de maan, op zich, is belangrijk niet. Belangrijker is, dat we lang zamerhand de kennis vergaren om het uit te voeren. Hiermee dragen wij bij aan de op bouw van de technische wetenschap en vergro ten daardoor het menselijk kunnen. De mens wordt nu in de gelegenheid gesteld in een ge- nieuwe wereld te gaan opereren, de wereld de ruimte. Tot voor kort beheerste de mens alleen, zoals men dat algemeen pleegt san te duiden, „het land, de zee en de lucht Hieraan wordt nu de ruimte toegevoegd. zolang op aarde nog dringend op te lossen noden blijven bestaan? Mathews: De verkenning van de ruimte zal waarschijnlijk een geheel nieuwe dimensie ge ven aan de oplossing van deze noden. Wanneer men teruggaat tot de tijd van Columbus, dan staat wel vast. dat slechts weinig mensen zich toen gerealiseerd hebben, dat de ontdekking van Amerika een uitermate belangrijke zaak was Later is gebleken hoezeer deze ontdekking de mensheid letterlijk en figuurlijk verrijkt heeft. Evenzeer hebben de mensen zich eind iegentiende eeuw niet gerealiseerd, dat de lucht vaart die toen zij het in zeer bescheiden mate ,,van de grond begon te komen", la ter een zo grote rol in het leven van de mens zou gaan spelen. Waarschijnlijk hebben toen vele mensen helemaal niet geloofd aan een toe komst van de luchtvaart. Maar toen eenmaal de luchtvaart zijn intrede had gedaan in het leven van dc mens, werd de behoefte eraan en de noodzaak ervan pas duidelijk. Geen land ter wereld zou 't heden ten dage nog zonder de luchtvaart kunnen stellen. In feite volgen we nu het .spoor van de ge schiedenis van de menselijke vooruitgang te rug. En nog realiseren zich vele mensen niet. dat ze eens zullen moeten leven in een wereld waarin de ruimtevaart een grote rol gaat spe len. Maar dit besef groeit met de dag en we verwachten, dat de mens binnenkort zal gaan inzien, dat al onze pogingen om de ruimte te veroveren later vruchten zullen gaan afwerpen. Kunt u enkele voorbeelden geven van dc voorde len die de mensheid uit de huidige eventueel nog toekomstige ruimtev aartactiviteiten zal kun nen putten? Mathews: Het ruimteonderzoek heelt vele fa cetten. Het :s zeker, dat enkele daarvan voor delen zullen opleveren voor het leven op aarde, al zal men daarvan niet altijd direct iets kun nen merken. Directe voorbeelden zijn er ech ter stellig. Neem bijvoorbeeld eens de commu nicatie- en weersatellieten die dagelijks van onschatbaar nut zijn. Wanneer deze satellieten plotseling zouden verdwijnen zouden ze zeker en niet in geringe male gemist worden. Een interessant voorbeeld is onder andere de ontwikkeling van de zogenaamde „body sen sors" (apparatuur die het gedrag van de mens in alle omstandigheden en tot in de kleinste details controleert, red.) voor astronauten, die nu in wat gewijzigde vorm in ziekenhuizen ge bruikt worden voor de behandeling van hart patiënten. Mathews: Het antwoord daarop is eenvoudig, wij mensen zijn nu eenmaal zo. De „body sen sors" zijn, evenals andere produkten die voort komen uit de activiteiten van het ruimteonder zoek, ontwikkeld toen zij in het programma van een bemande ruimtevlucht noodzakelijk en onvermijdelijk werden. Er ontstaat plotseling vraag naar en die vraag leidt tot vooruitgang op technisch gebied. Bedenk bijvoorbeeld maar eens. dat in het verleden sommige van de be langrijkste technische vorderingen tot stand zijn gekomen tijdens oorlogen of als gevolg van intensief onderzoek in oorlogstijd. En thans is ons „vreedzame" ruimteprogram in 't bijzonder 't Apolloprogram, dat tot doel heeft mensen op de maan te brengen als 't ware 'n krachtig „brandpunt" geworden van alle aspecten van de gehele technologie. Moet daaruit geconcludeerd worden, dar de be langrijkste bijdrage van het ruimteprogram voor de mensheid, ligt in het kader van sti mulering van de technische vooruitgang? Mathews: Zeker en zelfs meer dan dat. Het ruimteprogram schept een zeker klimaat waar in bepaalde personen aangemoedigd worden om op allerlei terreinen onderzoekingen te gaan gere eisen aan zichzelf stellen. Di zeker onbehagen waaruit 'drang keling voortvloeit. En hieruit blijkt wel. dat het ruimteprogram ook indirect voordelen heeft. Wanneer we nu van dit standpunt uitgaan, wel ke voorspellingen kunt u dan doen wat het ruimteprogram betreft. Wat zijn de plannen bij het maanonderzoek? Mathews: De landing van mensen op het maan oppervlak is'slechts het begin van het maan- project. Hierop volgt uiteraard een uitgebreid en veel omvattend „ontdekkingsprogram" dat er op gericht zal zijn onze kennis van de maan te vergroten. Dit zal ons in niet geringe ma te helpen 'n beter begrip te krijgen van de aarde en van 't zonnestelsel. De maan heeft geen atmosfeer en kent derhalve geen weersomstandigheden. Hierdoor heeft de maan de slijtage van de tand des tijds niet ondergaan die de geschiedenis van de aard bol zo „in nevelen" gehuld heeft. En ons onderzoek op de maan zal ons ongetwijfeld veel informaties verschaffen op het terrein der geologie en de kennis der delfstoffen. len te constateren tussen de werkelijkheid ter plaatse en de kennis die hij had voor de start. De mens kan als „ontdekker", als onderzoeker, niet door machines vervangen worden. Daarom zullen mensen de ruimte in moeten, tenmin ste als wij de ruimte werkelijk ter plaatse willen exploreren. Wat zal volgens u de meest belangrijke en spectaculaire vooruitgang zijn in het ruimte onderzoek na de landing op de maan? Mathews: Belangrijk zal ongetwijfeld een ver laging van de kosten van het ruimtetransport zijn. Belangrijk is echter ook de mogelijkheid die we hebben om steeds zwaardere ruimte schepen de ruimte in te sturen. Wij zijn be gonnen met kleine satellieten. Sommige wa ren zelfs niet veel groter dan 'n pompelmoes. En vandaag de dag beschikt Amerika over de Sa- turnus 5-raket die in staat is 135.000 kilogram in een baan om de aarde te brengen of 45.000 kilo in de richting van de maan te sturen. De plaatsing van telescopen in de ruimte zal even eens van grote importantie zijn. Ik voorzie zelfs in de toekomst een onderwijssysteem waarin gebruik gemaakt zal worden van com municatiesatellieten. Ik weet dat het moeilijk is om het zich voor te stellen, maar waar schijnlijk komt het ooit nog eens zo ver Denkt u dat er in de toekomst op grote schaal maanreizen ondernomen zullen worden. Wan neer men bedenkt, dat noch de maan noch dc ruimte een vriendelijke en gastvrije ruimte is om te leven, gelooft u dan dat er in de toe komst op grote schaal maanreizen onderno- Wat n zullei Matliews: Ik heb al gewezen i i de de itale icatie aar waarom is er ten dergelijk groots opge- n ruimteplan nodig om tot de ontwikkeling ju ..bodg sensors" te komen. Was het niet ogelijk dergelijke apparatuur uit te t'inden ..de doen. hierdoor wordt vooruitgang gestimuleerd. De televisieuitzendingen vanuit de Apolloca- bines zullen bijvoorbeeld vele jongelui aange sproken hebben. Zij hebben hen geïnspireerd om de horizon van hun belangstelling wat te verruimen. Het nedium televisie werkt stimu lerend. En als men ziet wat anderen al bereikt hebben, dan gaat men onwillekeurig ook ho mogelijkheden tot vroegtijdige weersvoorspel ling met behulp van satellieten. Het gebruik van mogelijkheden zou verbeterd kunnen wor den door de vestiging van een basis in een baan om de aarde. Vanuit zo n basis zou men bij voorbeeld in staat kunnen zijn de stand van de belangrijkste voedingsgewassen te controle ren, waterstanden en eventuele onderaardse waterreserves kunnen opsporen. De afwezig heid van zwaartekracht in de ruimte verschaft ook de mogelijkheid tot het .uitvoeren van pro- cédé's die op aarde niet mogelijk zijn. Zou het niet beter zij om dit alles tii( te voeren met geautomatiseerd materiaal in plaats daar- Mathews: Op deze vraag wil ik bepaald in de meest positieve zin antwoorden. Om de ruim te te exploreren en misschien ook de opper vlakte van een hemellichaam met onbeman de ruimteschepen, dan moet men als het ware al bijna weten of in ieder geval vermoeden wat de resultaten van het onderzoek zullen zijn voor dat men er heen gaat. Hoe kan men anders de benodigde uitrusting ontwerpen om het on derzoek te volbrengen De waarde van de mens in het ruimteonderzoek is zijn gave om te onderscheiden wat „normaal en niet nor maal" is, en de buigzaamheid van de mense lijke geest zal hem in staat stellen de verschil den er velen ziek en stier- vin. Amerika zag er toen verlaten en armoedig uit. Beslist geen land om zomaar te gaan wo nen. En kijk nu eens wal het geworden is. 'e hebben uit de geschiedenis geleerd, dat de ont dekkers uit het verleden zelden de omvang en de waarde van hun ontdekkingen konden over zien. Dat ligt nu wel een beetje anders. Denkt zal Mathews. Onze kennis is nog altijd te be perkt om hierover een zinnig woord te kun nen zeggen. Maar ik geloof, dat de jongelui van tegenwoordig nog mee zullen maken dat onderzoekingsbases op Mars gevestigd worden. Het lijkt belachelijk, vooral omdat we nu al weten, dat de omstandigheden op Mars be paald niet gunstig zijn voor de mens. Maar ook in dit verband herinner ik even aan wat ik zojuist gezegd heb over de zoge naamde „ongastvrije kust van het oude Ame- De mensen zullen eens naar Mars gaan en daar de mogelijkheden om er te blijven ont wikkelen. Het nut en doel om er te blijven zal dan gerechtvaardigd zijn. Ik ben cr zeker van dat we er ons allen over zullen verbazen hoe dc mensheid er in geslaagd is fe lenen ooordaf het de mogelijkheid had ge bruik te maken van de ruimte WALTER FROEHLICH waarin hij diens vertrek uit Ur als volgt beschrijft Een stem doorbrak de stomme ring van het bestaan waarin hij was besloten, hij wordt waterpas geschoven op de lange baan waarlangs hij voortaan zal gaan. Horizontaal, niet meer verticaal, gaat de mens dan leven, en dat betekent denken en ontdekken en in een ontzag lijke ruimte terechtkomen. En geschie denis is dan de wisselwerking tussen angst en verlangen die die mens gaat bezielen en afremmen en dan weer voortstuwen en ontdekken dal hij zich zelf moet zijn en dat hij daarmee be hoort bij de mensheid. Wat met Abraham begonnen is en met de Grieken heeft zich niet naar het oosten verder verspreid maar naar het westen, met de zon mee om zo te zeggen. Zo zou men deze zelfde ge schiedenis van de menselijke ontwikke- keling ook kunnen zien, als een geo grafische verschuiving westwaarts, rond de globe heen, alsof de fakkel van de expansiecultuur wordt verder gedra gen in een eindeloze estafette, met toch een doel, namelijk het sluiten van de kring. Van Griekenland werd de cul«- tuur naar Italië overgebracht van daar verspreidde zij zich naar Frankrijk en Duitsland, naar de land«m aan de zee, Engeland en de Lage Landen, om ten slotte mee te worden gevoerd over de grote wateren naar de Nieuwe Wereld. In deze visie is Amerika niet anders dan een verlengstuk van Europa, een soort vervolmaking van dc Europese dromen. Ik deel die visie, ik geloof dat Amerika bij ons hoort, zoals de daad bij het woord; dat wat daar gebeurt niet uniek is, het is de erfenis van Co lumbus en Copernicus! In de achttien de eeuw schreef een Franse kolonist in de Nieuwe Wereld een nogal bekend geworden boek over zijn ervaringen on der de titel „Letters from an American Farmer" en hij gebruikte daarin ook het beeld dat ik daarnet getekend heb: „Americans arc the western pelgrims, who are carrying along with them that great mass of arts, sciences, vigour and industry which began long since in the east, they will finish the great cir- Geen wonder dat er, zo de grootse op zet zou mogen slagen, gejubeld zou worden aan beide zijden van de Atlan tische Oceaan! Welk een vervulling. De kring van de beklemming gebroken, de cirkel van de beschaving voltooid, en eindelijk zelfs de mens ontsnapt aan c}e ban van de Globe! Wie zou, zo denkend niet meejubelen! En waarom zou niet het oude lied weer worden opgevat vah de Griekse dichter: Veel is geweldig, maar niets is geweldiger dan de mens! En van de joodse dichter: Gij hebt de mens met eer en heerlijkheid bekleed en hebt hem gelijk gemaakt aan de engelen Wij zouden bijna vergeten dat in die oude gedichten ook de grens van de mens is aangegeven. Wij zouden bijna veronachtzamen dat het grote proces dat wij zo gemakkelijk met de naam vooruitgang aanduiden tegelijk gela den is met gevaren, dat het licht waar in de mens opstreeft doortrokken is van schaduwen, omringd is met duis ternis. Wij zien in de geschiedenis dat de mens. sinds hij zijn oergemeen schap is kwijtgeraakt, hunkert naar nieuwe verbanden. Op de achttiende eeuw met zijn grootse beklemtoning van de mensheidsidee volgt de romantiek met haar nadruk op de organische ge meenschappen. In het land van de gro te ruimte en vrijheid, Amerika, krui pen de mensen bijeen in een eindeloos aantal verenigingen en organisaties, al lemaal omdat ze hunkeren naar men selijk contact in kleinere verbanden. Men zou Tammany Hall, de Rotary en de Black Power, met al hun verschil len, kunnen zien ais verschijnselen van vrees, van terugwijken voor de over weldigende openheid Het is niet toeval lig dat daar en ook hier in Europa de regionale gedachten weer opbloeien. Het heeft geen enkele zin daarover de staf te breken. Het is alleen maar hoogst noodzakelijk om de spanning te blijven zien, om te begrijpen dat de mens wel iswaar enerzijds grenzeloos zich kan uitstrekken tot diep in 't heelal, dat hij inderdaad een koning is van de ruim te, maar dat hij anderzijds maar een mens is. die thuis hoort in de lief de en stilte van oen klein geluk, een warm nest. Misschien is dat wel de wortel van onze tragiek. Zoals de En gelse geleerde M. Bodkin heeft geschre- „De vorm van de tragedie het ka rakter van haai meest essentiële the ma weerspiegelt de spanning van ieder zelfbewust individueel mens tus sen zijn handhaving van zijn aparte in dividualiteit en zijn hunkering naar een wording met de groep gezin of ge meenschap waartoe hij behoort". Of om het anders te zeggen, moeten bezinnen nu iemand van ons soort naar de maan reist is, wat Pascal noemde, onze gran deur en onze misère. Waarbij we dan wel erg goed moeten be denken dat niet de stratosfeer onze grandeur en de huiskamer onze misère is. De muziek der sferen is immers niet anders dan een reflectie, een echo van de stem in ons hart, ten goede en ten kwade. Prof. dr. J W. SCHULTE NORDHOLT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9