P
PROGRESSIEVE MUZIEK? OKé, MAAR
VERWAARLOOS DE MELODIE NIET Hè
ZATERDAG T JUNI 1969
ZEGT GITARIST
HANS VERMEULEN
(SANDY COAST)
Voorburgse Hans Vermeulen (21)
is leider van één der beste Ne
derlandse groepen van dit ogen
blik. Je weet wel, „die groep
die niet kapot kan", omdat ze
daar eenvoudig te goed voor is:
The Sandy Coast.
Gedurende de laatste tijd maken
ze eigenlijk pas het echte grote
hitwerk. Enkele jaren geleden,
toen alles wat maar enigszins
popgroep was een plaat maakte
en merkwaardig genoeg nog
succes had ook, ging het met
hen maar zo-zo. Hun eerst plaat
werd geen succes. De tweede,
„Subject of my thoughts", be
haalde weliswaar een respec
tabel verkoopcijfer, maar een uit
gesproken hit werd het niet.
„Toch wel", zegt Hans. „Als ieder
een zo'n nummer zingt, dan ia het
voor mij een hit. Dan hoef-ie echt
niet op de top-40 te staan.
Die plaat is overigens van grote
betekenis voor onze verdere ontwik
keling geweest. We hadden destijdB
gewoon geluk dat we een van de
eerste groepen waren, die een plaat
mochten maken. Nu zou dat wellicht
moeilijker zijn. We zijn lekker mee
gegroeid, ook wat het componeren
betreft. Vroeger maakten we het al
lemaal veel te moeilijk. Als je je
eerste piaat maakt denk je, dat je
er al bent. Maar daar kom je gauw
op terug.
Je komt er niet alleen met een goede
melodie. Daarom zijn we veel pro
gressiever geworden. Dat kan geen
kwaad, als je maar blijft vasthouden
aan het melodieuze. Doe je dat niet,
dan ga je te gronde. Het is trou
wens voor jezelf ook veel fijner. Je
moet niet vergeten, dat je drie, vier
avonden in de week staat te spelen.
In dat opzicht is het gewoon prettig
als je de kunst verstaat om muziek
te maken, die weliswaar „in" is.
maar die tegelijkertijd weldegelijk
muzikaal verantwoord is. Verder be
vatten onze huidige composities ook
veel meer sfeer dan vroeger. Capital
Punishment is hier, dacht ik, wel
een voorbeeld van".
„Daar laat ik me niet over uit. Wel
kan ik zeggen, dat de Earrings
enorm gegroeid zijn. Ik vind ze erg
goed tegenwoordig".
Vanzelfsprekend valt het gesprek
op de Beatles.
„Enorm. Vooral qua composities.
Neem nou dat nieuwste plaatje (Bal
lad to Yoko Ono). Dat is net zo pro
gressief als mijn schoenzolen. Maar
het spreekt iedereen aan. Gegaran
deerd. dat het weer een hit wordt.
Het zijn juist telkens weer die nieu
we dingen, waar ze mee op de prop
pen komen. Niet zozeer moeilijk,
maar nieuw. George Harrison is
feitelijk helemaal niet zo'n geweldig
gitarist, maar zijn vondsten zijn ge
woon het einde.
Zij genieten ook het voordeel, dat er
veel minder aandacht aan de plaat
opnamen wordt besteed. Sergeant
Pepper bijvoorbeeld, is zo'n 365 keer
overgedaan".
onze laatste lp. We moeten nog twee
nummers opnemen. Als dat gebeurd
is, hebben we er ongeveer twee maan
den over gedaan. In Nederland moet
alles zo snel mogelijk gaan.
„Ik zal je wat laten horen." Hy
draait een proef band af. We luiste
ren naar „I may happily forget"
berstensvol sfeer en melodie. Een
geraffineerde uithaal op de gitaar
herinnert me er plotseling weer aan
dat ik tegenover een zeer muzikale
jongen zit. Zijn zeer charmante gade
schenkt koffie in.
„Weet je", zegt hij peinzend, 'het is
zo belangrijk, dat je de juiste men
sen vindt.' Hij bedoelt hiermee uiter
aard de overige leden van de Sandy
Coast, zijn broer Jan (basgitaar).
Pwon Westerbeek (orgel en fluit) en
Onno Bevoort (drums).
Het volgende nummer bevestigt zijn
uitspraak. Pas nu blijkt, dat de jon
gens enorm op elkaar zijn ingespeeld.
'Voor my is dit het hoogtepunt van
de laatste lp', zegt hij. Het betreft
hier een ware symfonie (lengteduur
15 minuten). Het heet „shipwreck".
Wat houdt het int
'Schipbreuk', zegt Hans laconiek.
Het begint met mysterieuze, zeeïge
klanken, waarna de groep met stu
wend Instrumentaal werk inzet.
Hans: 'Dit is de ouverture'. Onze
belangstelling stijgt. De vele ritme-
veranderingen vormen een uniek
sfeertje. De melodie gaat echter
niet verloren. Plotseling houdt alles
op. Met een flinke dosis echo in zijn
stemgeluid vertelt Hans over de
laatste 12 dagen vóór zijn dood. En
op de 4e dag Sjee, het lijkt wel
of iedereen me haat, want de dood
komt steeds naüerbij
Een geweldig stuk muziek.
Hans was nauwelijks uit de wieg.
toen hy al actief aan muziek deed.
Met zijn 14e jaar begon hij op te tre
den. Zoals dat bij veel aankomende
musici het geval is, ging dat ook
hier ten koste van de school. Hij deed
twee jaar MULO en twee jaar Han-
dels-ULO maar kreeg het al spoedig
te druk met i
THE SANDY COAST
taarlessen bij René Nodelijk (des
tijds vermaard met zijn Alligators)
totdat deze hem niets meer kon le
ren. Daarna vervolgde hij zijn mu
ziekstudie gedurende drie jaar aan
het Conservatorium.
Ondertussen was het ieder weekend
optreden geblazen.
„De leukste ervaring was eigenlijk
wel ons optreden op paleis Soestdijk.
Op verzoek van prinses Christina
werden wij uitgenodigd de muziek te
verzorgen op het bal, dat zij gaf ter
gelegenheid van haar 21ste verjaar
dag. Nou, dat doet je toch wel wat.
De hele koninklijke familie was daar
aanwezig en stond daar op jouw
muziek te dansen! Geweldig."
Wat is eigenlijk jóuw favoriete mu-
ziek T
„Nou. dat is vrij omvangrijk. Er is
zoveel goede muziek, dat het moeilijk
is een bepaalde voorkeur uit te spre
ken. Ik ben wel een beetje verkik
kerd op Bach en Tschaikowski. Maar
daarnaast is er genoeg plaats voor
andere dingen. José Moto (flamenco
gitarist) bijvoorbeeld. Ben ik hele
maal weg van. En Traffic. Jammer
dat ze uit elkaar zijn.
Oh ja. die nieuwe Byrds-lp, zeg.
Vreselijk goed. Alleen die „drugs
teksten" hoeven voor mij niet. Je
lacht je dood. Ze zeggen wel eens
tegen mij: „Je weet niet wat je m#st!"
Wel, als ik dat niet weet, dan mis ik
toch niks! Het gaat bij mij net zo
goed zonder."
Nog plannen T
„Weinig. Ik leef bij de dag. We heb
ben erg veel werk en de verdiensten
zijn goed te noemen. In de toekomst
zien we wel weer. Het blijft in ieder
geval muziek of iets wat daaraan
verwant is. Je kan nou wel zeggen,
ik heb conservatorium en ik kan
overal terecht, maar het is geenszins
de bedoeling om brood-muzikant te
worden. Dan is de aardigheid er gauw
af. Ik hoop alleen, dat ik hierin zo
veel kan verdienen, dat ik voor de
rest mijn (muzikale) levensloop zo
veel mogelijk zelf kan bepalen."
Hans en zijn makkers beschikken
daarvoor over voldoende muzikale
capaciteiten. Dat kunnen we bij ieder
live-optreden vaststellen.
Willem Schrama.
Correspondentie
Vandaag komen de verhaaltjes
o»er* r.Mjjn leventje!' aan dA beurt
en dan vertelt
Josanne Wolters:
Ik ben geboren op 12 mei en dat
was in het jaar 1959. Als kleuter
tje heb ik al veel streken uitge
haald. Het begon al in de box.
Luister maar: Aan de muur hing
een mooi schilderijtje. Het hing
erg laag en het was heel mooi. Ik
zag het schildrijtje en greep er
naar. Het wipte van de spjjker en
ik had het in mijn handjes, maar
ik liet het vallen en het kwam heel
hard op de grond terecht. Mijn
moeder hoorde het. Ze kwam
haastig naar binnen en zag de
scherven op de grond. „Stoute
meid", zei ze boos, „daarheb ik
nou zoveel voor betaald". Ut snap
te niet wat mijn mijn moeder be
doelde. Ze ruimde de boel op en
ging verder met haar werk. Op
mijn tweede verjaardag kocht
moeder een taart met twee kaars
jes er op. De eerste blies ik uit
en de tweede bleef branden, maar
daar deed ik mijn vingertje ln.
Er kwam een heel grote blaas op.
Moeder trok het vingertje weg en
deed er een pleister op. Toen werd
de blaas steeds kleiner en kleiner,
tot hij eindelijk weg was. Ik werd
drie jaar. Op een keer had ik
stiekum een aardappel gepakt en
at hem helemaal op. Later op de
dag kreeg ik buikpijn. Ik ging
spugen en was er ziek van. Na
een weekje was het over. Ik werd
vier jaar en ik ging naar de kleu
terschool. Daar vond ik het leuk.
Ik ging naar de tweede en latei-
naar de derde klas. Toen ging ik
naar de grote school. Dat was ook
erg leuk. In de eerste klas zat ik
bij juffrouw Van Velzen en in de
tweede bij juffrouw v. d. Krogt.
Nu zit ik in de derde bij juffrouw
de Leeuw. Dat is een aardige juf
frouw en het is er heel gezellig.
Dat komt door de vogels. Het zijn
er twee. Ze hebben mooie kleuren.
Ze hebben ook een mooie grote
kooi. Zo, dit ls iets over mijn le
ventje. Tot het volgende verhaal
tje.
10 erwten. Iedere erwt apart weegt
precies 1 graiji. In 1 van de scha
len weegt iedere erwt echt 1,1
gram. De vraag is nu: kun je -n-
door maar 1 keer te wegen
de schaal vinden, waarin de iets
zwaardere erwten liggen?
'uaSSi[ uajAua djapaesMz
ap [BBips ania.u ut snp af jqai.wag
jaq jpBBXiaA oz zua uiBok' j/gg
jqoiAtaS }aq si uep l pjeqos ut az
uaSSq 'uibjS g'cg uba ïBBJineaa
uaa uaSa.w jaq yaa3 uap 'z (eBips
ui uajAua aaapjBBMZ ap uaSUiq
uaSa.w uibjS gg uep aaaiu uaui
-BB uajAua azap uajaoux uieoS i'I
uba uavvua óp joop ubbui 'uaqqaq
ua;Aua uiboS gg sapaad jaiueui
azap do af noz 'uaSaA\ noz uibjS
sapaad nu :pn.ia aaapai sjv -zua
uajAua aup g (BBqos 'uajAvaa
aaMi z iBuqos '^Aua u^a
af uxaau i (BBqos jjn. :Sui8soido
René Wernars
MIJN LEVENTJE
EEN MOEILIJKE OPGAVE
Als je deze moeilijke opgave
kunt oplossen, mag Je echt wel een
beetje trots op jezelf zjjn.
In ieder van de 10 schalen liggen
Toen ik geboren werd, was ik
een heel lief jongetje. (Ben je dat
nu nog René? tante Jo). De zo
mer begon juist want ik ben op 21
juni geboren. De oma's, opa's,
ooms en tantes kwamen allemaal
naar mij kijken. Als het mooi weer
was, zette mijn moeder mij altyd
buiten in het zonnetje op het bal»
kon. Ik had ook nog een zusje.
Ze heet Desiré. Ik werd gauw
groot en kon toen fyn met haar
spelen. Toen ik vier jaar was,
ging ik met mijn zusje naar de
kleuterschool, dat vond ik fijn,
maar toen zij naar de grote school
ging, moest ik alleen naar de kleu
terschool en toen wilde ik er niet
graag meer heen. Wij zijn een
keer met de hele kleuterschool
naar Duinrell geweest, daar kon
je van de bergen afrollen. Daar
na ging ik naar de grote school.
Nu zit ik in de derde klas by juf
frouw de Leeuw. We leren daar
geschiedenis, aardrijkskunde en
aardrijkskunde en natuurkunde.
Ernst-Jan Groenendijk
MIJN LEVENTJE
lk ben geboren in 1960 op He
melvaartsdag. Eerst was ik een
baby en later een kleutertje. Mijn
moeder nam me dan op haar
schoot om pap te voeren. Op een
keer zat ik zo te wiebelen dat
het bordje pap omviel en alles op
de grond terecht kwam. Ik had
leuke krulletjes. Toen ik één Jaar
was leerde ik al gauw lopen. Een
paar jaar later, toen ik drie jaar
was, kreeg ik van mijn oma een
aapje. Met mijn vierde jaar ging
ik naar de kleuterschool, daar
leerde ik plakken, tekenen, verven
en kleien. Ik zat toen bij juffrouw
v. d. Fluit. Het was daar fijn bij
die aardige juffrouw. Ze noemde
me wel eens Jantje, maar lk heet
te Ernst-Jan. Toen lk zes jaar
was, ging ik naar de grote school
bij juffrouw v. Velzen, daar leer
de ik lezen, schrijven en rekenen.
Het was echt leuk op die school
Bij Juffrouw v. d. Krogt zat ik
in de tweede klas. Nu in de derde
zit ik bij juffrouw de Leeuw. Het
is een strenge juffrouw, maar als
ie hard doorwerkt en als je geen
onvoldoendes haalt, is ze heel aar
dig. We hebben twee vogeltje in
de klas. Dat ls heel gezellig. Die
vogeltjes hebben vier eitjes gelegd
Karina de Gouw
MIJN LEVENTJE
Ik ben ln 1960 geboren. Toen ik
1 jaar was, kon ik al goed lopen.
Ik kreeg van mijn moeder een
driewielertje en dan mocht ik op
de stoep fietsen, maar mijn moe
der was er bij. Toen ik twee jaar
was, kreeg ik een step en dat
vond ik leuk. Ik kreeg al direkt
veel stepvrlendjes. Voor onze deur
waren dan veel stepjes. We zet
ten de stepjes dan onderste boven,
om heel hard aan de wielen te
kunnen draaien, want dat vonden
we het leukst. Soms hadden we
ruzie om wie het hardst kon
draaien, maar dan riep mama me
naar binnen. Dan werd ik ver
kleed en, dan gingen we lekker
uit. Eens ben ik met mijn moeder
naar ScheVeningen geweest, daar
mocht ik ezeltje rjjden. Ik ging
veel met mama uit. We gingen
eens naar Driel, daar wonen mijn
neefjes en nichtjes. Mijn moeder
weet overal de weg. Ze laat me
dan veel mooie dingen zien. In
Arnhem heb ik een mooie fontein
gezien, daar zwommen witte en
zwarte zwamen in het water.
Ik ben op de Antoniuskleuter-
school geweest. Daar heb ik het
heel leuk gehad, eerst bij juffrouw
Engels in de klas. Toen die juf
frouw trouwde, gingen we met de
hele school in de bus naar Was
senaar, want daar trouwde de
juffrouw. We hebben toen een heel
fijn feest gevierd. Toen ging ook
juffrouw Cras trouwen. We zijn
toen met de hele school naar de
Antoniuskerk geweest. We vonden
onze juffrouw toen heel mooi.
In de eerste klas van de grote
school leerde ik Spaanse dansen.
Ik was wel eens bang voor een
slecht rapport, maar mama
troostte me altijd en zei dan: „vol
gende keer beter" en dan kreeg
ik toch nog altijd een kadootje. In
de derde klas leer ik aardrijks
kunde, geschiedenis en natuurkun
de. Dat is erg fijn. Ik hoop dat
het zo blijft.
Marjan Brocaar
MIJN LEVENTJE
Ik ben geboren 3 december 1959.
Toen ik nog heel klein was, had
mijn moeder een grote plant op
een tafeltje staan. Ik vond hem
altijd erg mooi. Op een keer, toen
mijn moeder weg was, liep ik naar
de plant en haalde hem uit de pot.
Er zat nog een heleboel aarde
aan. Ik haalde alles er uit en liep
er mee do.or de kamer. De hele
kamer lag vol aarde. Wat schrok
mijn moeder toen ze terug kwam.
Op zaterdag- of zondagmiddagen
gingen we wel eens naar de Vliet.
Toen ik daar voor het eerst kwam,
keek ik myn ogen uit, naar dat
grote water. Als ik thuis was
speelde ik vaak met mijn vrien
dinnetje. Op de kleuterschool zat
ik eerst by juffrouw Schaap, daar
mocht je zelf weten, wat je wou
doen. Ook bij juffrouw v. d. Fluit
was het fijn. In de eerste klas van
de grote school zat ik bij juffrouw
v. Velzen. daar was het erg leuk.
Ze draaide Spaanse grammofoon
platen- In de klas zitten 41 kinde
ren. Dit is «en stukje uit mjjn la-
Figuur b VIER SOORTEN EIEREN
Hier zijn vier dieren: een haai, een kievit, een kikvors
Ze hebben ieder een ei gelegd. Wie heeft welk el glegd?
Oplossing: 1 4 2 1 3 3 4 2.
ELSJE
IN
KABOUTER-
LAND
Wat gebeurde: In haar
droom stapt Elsje met kabou
ter Prikkebeen kabouterland
binnen. Iedereen is bezig met
de voorbereidingen voor de 50e
verjaardag van koning Goud
oog. Elsje kijkt naar 'n circus
nummer van slakken en kik
kers. Ze bezoekt de banket
bakkerij, de timmerwerkplaats
Elsje en Prikkebeen gaan 'n
jeetje wandelen. Ze lopen door
allerlei straten, langs winkels
en over pleinen.
„Daat gaat 'n wagen met
lampionnen." zegt Elsje. „Die
gaat natuurlijk naar de kaar
senfabriek. Laten we daar 'ns
gaan kijken." Prikkebeen vindt
't goed. Vlug lopen ze, achter
de vrachtauto aan. Ze komen
juist op tijd. De laatste lam
pionnen worden binnen afge
geven. In iedere lampion moet
nog 'n kaars worden gezet.
Dan gaan ze naar 't magazijn.
Ze worden daar bewaard tot 't
feest van koning Goudoog. Een
dag van tevoren komen alle ka
bouters 'n lampion halen voor
de optocht.
De kaarsenmakerij werkt op
volle toeren. Een pan bijenwas
staat te pruttelen op 'n bran
dend fornuis. Kabouter Drup
pel staat op 'n stoel en roert
ijverig met 'n houten pollepel
in de pan. De was smelt dan
eerder, 't Moet vloeibaar wor
den. Ale de was eindeltfk dun
genoeg is. halen 6 sterke mei
kevers de pan van 't vuur. Nog
veel meer meikevers scheppen
nu met bolle lepels de dunne
bijenwas in de kaarsenvormen.
Meikever Zwartkop struikelt
en met lepel en al valt hij mid
denin de pan. Pijnkreten en au-
au geroep klinken door de zaal.
Elsje roept ook al: „Prikke
been, zoek vlug een touw, dan
kunnen we de meikever eruit
halen, 't Is niet nodig, want
de Rode Kruispost is al ge
waarschuwd. Na enkele minu
ten vliegt de deur open en 2
in 't wit geklede kabouters ren
nen naar binnen met 'n bran
card. De meikever wordt met
'n visnetje uit de pan geschept
en in 'n teil met warm water
gelegd. Hij wordt flink schoon
gewreven en gemasseerd. Al 't
vet moet van de vleugels af,
anders kan hij niet meer vlie
gen. De voelhorens worden
voorzichtig met watjes afge
droogd. Meikever Zwartkop
voelt zich heel naar en rillerig.
De Roode Kruis kabouters
draaien hem in 'n wollen deken
en zo wordt hij op de bancard
gelegd. „Prikkebeen, vind je 't
goed, dat ik meega, Zwartkop
naar huis bregen, dan kan ik
hem in bed stoppen?" vraagt
Elsje, 't Is goed en Elsje stapt
ook in de ziekenauto. Ze mag
naast de meikever zitten en
houdt z'n pootje vast. „Arme
Zwartkop, wees maar niet ver
drietig. Je bent heus wel gauw
weer beter," zegt ze. Met haar
eigen zakdoek veegt ze de tra
nen weg. die uit Zwartkop z'n
oogjes rollen.
Prikkebeen blijft in de kaar
senfabriek. Hij helpt mee alles
op te ruimen.
Wordt vervolgd
Guus v. Buuren
MIJN LEVENTJE
Toen ik 4 jaar was, ging ik
voor het eerst naar de kleuter
school. Mijn zusje zat twee klas
sen hoger en nam me mee. Toen
het vier uur was, kwam ze me
halen, maar ik wou niet mee. Ik
was zo boos, dat ik de juffrouw
heb geschopt. In een klas hoger
mochten we met auto's en blokken
Op een keer had ik een hoge
toren gem&akt een hele hoge,
maar die hebben we toen omge
gooid. Toen ik zes jaar was, lag
er een laag ijs op de sloten. Ik
mocht niet op het ijs en daarom
ging ik op het land waar de kui
len bevroren waren. Ik stapte op
het ijs en zakte in de kuil, eerst
met mijn ene been en toen met
het andere. Ook ben ik eens een
keer met mijn vader naar een
museum geweest, daar was heel
wat te zien. In de schatkamer was
een houten pop met een jasje van
goud. Met mijn achtste jaar gin
gen we in de.grote vakantie naar
m'n oom en tante te Herewaar
den. We waren er nog nooit ge
weest. We gingen eerst het huis
bekijken, een heel mooi huis. Het
was er heel gezellig. We bleven er
een week-end.
UIT PUKKIE'S DAGBOEK
Puklde bedelt voor iemand, die
lekkere honger heeftnamelijk
MIJN LEVENTJE
Ik ben geboren in 1960. Ik werd
al gauw groot en op mijn eerste
verjaardag kreeg ik een speel-
goedbeer. Al gauw moest ik naar
het ziekenhuis voor mijn oren, dat'
was wel naar. Toen ik twee jaar
werd lag ik ook in het ziekenhuis.
Terwijl ik sliep kwamen een paar
zusters mijn bedje versieren. De
volgende ochtend was ik heel blij
toen ik de versiering zag: M'n
pappie en mammie kwamen ook
op bezoek met cadootjes en van
een paar aardige zusters kreeg ik
ook wat. Ik was wel blij, maar je
verjaardag thuis vieren is altijd
veel leuker. Toen moest ik naar de
kleuterschool, daar zat ik bij juf
frouw Cras. Een jaar later ging
ik naar juffrouw v. d. Fluit. In
de eerste klas van de grote school,
deed ik mijn eerste communie.
Met mijn peter-en meter ging ik
op de foto. Het was een fijne dag.
In de tweede klas gingen we ver
der met taal en rekenen. Dat
was fijn om zoveel te weten. Ook
in derde klas vind ik het fijn. We
krijgen daar aardrijkskunde, ge
schiedenis en natuurkunde. Als
het grote vakantie is mag ik gaan
logeren, in de bossen, lekker
boompje klimmen. Het is nog niet
zeker, we hopen maar. dat het
mooi weer wordt. Ik wou maar
dat het zo ver was.
De Portugees Ferdinand Magelhaen probeerde als eerste rond de wereld
te zeilen. Nadat hy zeven jaar in het Oosten had gediend, keerde hij
naar Amerika terug en stelde zijn grootse plan voor. Men vond hem
echter een fantast. Woedend reisde Magelhaen toen naar Spanje, waar
hij bij Karei V meer belangstelling voor zijn plan vond.
In september 1519 voer Magelhaen met vijf schepen het zeegat uit.
Slechts één schip van 90 ton, de „Victoria" kwam terug. De reis voerde
eerst naar het vasteland van Zuid-Amerika en in 1520 vond men eindelijk
de zuidelijke weg om Amerika heen, die natuurlijk de straat van
Magelhaen genoemd werd.
Men bereikte een grote zee, die er zo rustig en vredig uitzag, dat men
hem de naam, „Stille Oceaan", gaf. Gedurende zesennegentig angstige
dagen zeilde Magelhaen nu over de grote onbekende Oceaan, zonder
land te zien. Ziekte en moedeloosheid kregen de overhand, maar eindelijk
bereikte hij de Phillppijnen en later de welbekende Chinese Zee. De
ring om de aarde was gesloten. Toch bereikte Magelhaen Europa niet
meer. Op het kleine eiland Matan stierf hy, voor hy de voltooiing van
■Un levenswerk kon beleven.