DOE HET ZELF Helikopter van staat in de huiskamer S2 D< ,AI doende leert men' .(10) r OE-HET-ZELVEN, uiting van hobbyisme of van economische noodzaak Volgens deskundigen ook voor „doe-het-zelf" zijn die er (het is bijna vanzelfsprekend, dat dit self-made deskundigen zijn) is het beide. Wellicht is „doe- het-zelf" het best te omschrijven als de (in materiële zin) nuttigste vrijetijdsbesteding, die men zich kan denken. Het is onmiskenbaar, dat de doe-het-zelver een steeds grotere economische betekenis gaat krijgen. Het is even onmis kenbaar, dat het zelfdoen tege lijkertijd een grote mate van vol doening geeft, los van het feit of de bedrijver ervan er (geldelijk) voordeel van heeft. Daar zijn vele beweegredenen voor, zoals de heer M. Groen, hoofdredac teur van het blad „Doe het zelf" in een gesprek opmerkt. Aanvankelijk stond de arbeidsvreugde voorop: ver schillende mannen vonden het leuk iets zelf te maken. Altijd naar de televisie kijken is tenslotte ook niet alles en als je geen tuintje hebt om je in te ontspannen, dan ben je bijna gedwongen om het te doen door de handvaardigheid te beoefenen. Maar die zuiver ontspannende functie van het doe-het-zelven werd weldra on dergeschikt. Er kwam een veel be langrijker en zwaarder reden om zelf te doen in en rond het huis: de kwaliteit van de nieuwbouwwoningen. De moderne bouw is momenteel de voornaamste reden van het zelfdoen. aldus de heer Groen. Een worting wordl thans afgeleverd als half fabrikaat. de afwerking geschiedt in zulk een wervelwindtempo, dat er ternauwernood sprake is van een afgewerkt huis. Iedereen die in een nieuwe woning komt, ondervindt dat deuren en sloten niet goed werken, dat het schilderwerk snel afbladdert. Dan kan men twee dingen doen er een vakman bijhalen, op wie men soms maanden moet wachten en die bovendien enorm veel geld kost; of men kan het zelf doen. En steeds meer mensen kiezen voor het laatste. En hel merkwaardige feit doet zich voor, dat het economisch voor velen noodzakelijk karwei een doe-het- zelvenliefhebberij v/ordt. Wanneer Door Hans Lutz 'noodzakelijke voorzieningen zijn ge troffen en die omvatten meer dan louter en alleen schilderwerk en deuren bijschaven heeft men de smaak te pakken. Dan breekt het moment aan waarop de eigen creati viteit gaat meespreken. Men gaat zelf „mooie" dingen rrtaken. eerst voor eigen gebruik, latei- ook voor familie en vrienden. Het is immers leuker om een zelfgemaakt verjaardagsgeschenk .te geven dan iets in de winkel te kopen, dat kant-en-klaar in hef pak papier gaat. Het staat dan ook vast, dat het doe- het-zelven een steeds groter econo mische kracht wordt. In Amerika be droeg de omzet in de doe-het-zelf- artikelen vorig jaar 200 gulden per hoofd van de bevolking. In Duitsland was dat 50 gulden. In Nederland ligt dat iets lager: hier bedroeg de omzet vorig jaar 100 miljoen gulden. Maar de verwachtingen zijn nog veel hoger gespannen: binnen enige jaren ver wacht men een omzet te halen die boven de 500 miljoen gulden ligt. Duidelijk waarneembaar voor ieder een wordt de groei in de doe-het- zelverij in de toename van het aantal zaken, dat zich in deze branche heeft gespecialiseerd. Grote toekomst Het is zonder meer duidelijk, dat de doe-het-zelver nog een grote toekomst tegemoet gaat. Daarvoor zal echter wel aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan. Allereerst is er uiteraard een toename van de vrije tijd. Maar daarnaast zal een aantal ruimteproblemen moeten worden op gelost. Er zullen in de moderne wo ningen werkruimten moeten worden geschapen. En als dat in de woningen zelf niet mogelijk is. dan zullen er in de wijken centrale werkplaatsen moeten komen, waar de doc-het- zelvers uit de wijk elkaar treffen en elkaar adviezen kunnen geven. Want dat is het merkwaardige in de doe-het-zelverij: ondanks alle handboeken, week- en maandbladen die erover verschijnen blijkt het bijna onmogelijk een algemene informatie te geven. In Duitsland heeft men ge tracht doe-het-zelfcursussen te geven. Ze werden geen succes. Ook niet ver wonderlijk; het gaat hier immers om een verschrikkelijk veelomvattend Doe-het-zelven. ■conomische noodzaak. gebied, dat bijna alle „oude" am bachten bestrijkt. Bovendien beperken de doe-het-zelfactiviteiten zich nog dikwijls tot eenmalige karweien, waarvoor een cursus wel erg veel van het goede is. Er is natuurlijk nog een belangrijke factor, die een algemene benadering van de doe-het-zelverij bemoeilijkt. Iedere doe-het-zelver is creator. Hij trekt zich het liefst terug in zijn werkruimte om daar vele avonden en vrije zaterdagen te be steden aan het werkstuk, dat hij onder handen heeft. Desnoods aan het konijnehok, waarover al eerder sprake is geweest. Want de oprechte doe-het-zelver blijft streven naai de perfectie, ook al lukt het niet d° eerste of tweede keer. „Al doende leert men" is een spreek woord, dat in deze eeuw uitgevonden zou kunnen zijn. „Doe-het-zelf" is zonder enige twijfèl de beste slogan die in jaren is bedacht. „Doe-het-zelf" heeft dezelfde magische kracht als „Sesam open u" had voor Ali Baba: wanneer je er maar heilig in gelooft, dan komt het resultaat vanzelf. Nou De poorten, die de aspirant-doe-het- zelver afhouden van de bewondering ZEEEN VRIJE TIJD MAAR DAN. van kennissen en verwanten, van het zelfvoldane gevoel iets te hebben ge maakt met eigen handen, dat boven dien nog functioneel is ook, gaan niet zonder meer open. Op de duim Daarvoor moet men zich veelvuldig op de duimen timmeren, moet menige plank zijn verzaagd. Daarvoor moet ook en daar gaat het hier om een toch vrij grondige kennis van materialen en gereedschappen worden verworven, moet men zich met enige studie bezig houden. Je hebt natuur lijk altijd van die flinkerds, die vinden dat voorbereiden op een doe-het-zelf- karwei onnodig is. Dat zijn de lieden, die hun kinderen plechtig beloven een konijnehok te timmeren een poppenhuis doet het ook aardig, maar vereist te veel handvaardigheid. De belofte is snel gedaan, maar de uit voering blijkt onverwachte problemen met zich mee tc brengen. Spijkers zijn er wel. maar een hamer en hout dient te worden aangeschaft. Nu Is hel zo, dat doe-het-zelven grotendeels om economische redenen wordt beoefend, zodat de kosten wel gedrukt dienen tc blüven. Hout is onontbeerlijk, maar in plaats van een hamer kun je ook de achterkant van een bijl gebruiken. Wanneer dan bovendien het hout op maat is ge zaagd is het in elkaar zetten een koud kunstje. Achterkant, boven- en onderkant en de zijkanten zijn er snel. Maar dan komt de voorkant en die is een stuk lastiger. Daarin immers dienen spijltjes ver werkt te worden en hoe kom je daar aan? Je hebt er bij de voorbereidingen helemaal niet aan gedacht. Nu zijn ijzeren spijltjes het meest ideaal, maar als die er niet zijn, dan volstaan houten ook goed. Denk je. Maar dan reken je buiten de waard, die in dit geval konijn heet. Want als het hok er eenmaal staat, in een fris groen kleurtje, en het beest zit erin, dan ontdek je nog in de wolken om de strelende bewondering in de ogen van vrouw en kinderen dal een konijn een verwoed knager is. Het verse gras in de ruif vindt hel dier kennelijk zo lekker, dat het binnen enige dagen een stuk of wal spijlen ook heeft doorgeknaagd. En dat daarna de vrijheid lokt. ligt voor de hand. zelfs voor een konijn. De stap van het eerste ondoelmatige konijnehok naar de echt grote pro jecten als het aanleggen van centrale verwarming of waterleiding, het ver bouwen van een woning, is uiteraard zeer groot. Er gaat ook nogal wat tijd mee heen voor het zo ver is. Maar de echte doe-het-zelvers hebben die tijd er ruimschoots voor over VERLEDEN JAAR ver baasde de Wormerveerse eigenaar van een zaak in herenkleding. Hans Koene, Nederland door de eerste onder delen van een helikopter in zijn woonkamer te planten. Voor de 34-jarige Koene de geboorte van een nogal spectaculair plan om zich van Neerlands over volle wegen terug te trekken en zijn heil te zoeken in de lucht. Met een zelfgebouwde helikop ter. De huiskamer is zijn werk plaats. Het kan net. De kamer van de modebewuste Wormer- veerder laat nog ruimte over voor zijn piano, tafel, bankstel en nog wat ander spul. Koene: „Ach. het koptertje is nog niet helemaal klaar." Maar het ijzing wekkend gevaarte in de huiskamer draagt reeds de rotorbladen, de cock pit zit er op, de staart is met veel vijven en ze&en aan het toestel ge monteerd, alleen de motor wacht nog op verzending naar Neerlands enige huiskamer met ingebouwde heli- Misschien is het snobisme. Misschien is het weldoordachte research wat Hans Koene aan het verrichten is. Hij weet het zelf niet. Koene: „Zo verschrikkelijk bar in teressant is het ook niet. Ik heb ja ren bij Fokker gewerkt, bezit mijn HTS-diploma en wat staat me dan nog in de weg om een koptertje te bouwen. Fokker hielp me een handje met allerlei dingen en de Hoogovens bemoeien er zich mee". Koene toon de zich tevreden over deze hulp. want „elk onderdeel moet uiterst precies worden gemonteerd Overigens heeft hij wel een aardig snufje in zijn koptertje gefabriceerd. Helikopters bezitten namelijk twee stuurknupels en een gashandel. Koe- ne's machine bezit slechts, één stuur- knuppel waarmee alle bewegingen gemaakt en gecorrigeerd kunnen worden, terwijl hij bovendien als gas handel kan worden gebruikt. Daar naast bezit de kept er nog het con ventionele voetenstuur voor de staartrotor. Hans Koene bedacht dit eventjes, toen hij het moede hoofd ter ruste legde op de bank en naar zijn vliegding staarde. De helikopter zal worden aangedre ven dooi- een Volkswagen 1600 motor. De overbrenging geschiedt via een centrifugaalkoppeling met behulp van DAF-snaren. De gehele con structie weegt 350 kilo. Koene us vast van plan op een dag. waarschijnlijk volgend jaar, want ook de mode vergt zijn welwillende aan dacht, de aarde zon tien meter on der zich te laten. Zijn proeftochtjes zullen beperkt blijven lot een braak liggend lerreintje van 50 bij 100 me ter, want om door het luchtruim te vliegen heb 11 een vliegbi eve: nodig, wat de Wormerveerder niet in bezit heeft. Op welke wiize de helikopter uit zijn huiskamer verdwijnt is nog niet he lemaal zeker. Koene: „Misschien sloop ik er een muur uit of demon- leer het hele geval. Precies weten doe ik het nog niet." Koene hoopt er in de toekomst een lief eindje mee te vliegen. Het vlieg- bereik is twee en een half uur bij een snelheid van 100 kilometer per uur. Och, het is wel aardig, vindt u niet? Hans Koene lacht als hij het Henk Koenen in een voor hem karakteristieke houding. Ondanks zijn leeftijd is hij nog een geducht scherpschutter. „Ik vraag me af of ik in mijn leven iets anders gedaan heb dan dingen gemaakt om anderen te vernietigen" OMS denk ik wel is. dat kan Onze Lieve Heer toch nooit 5zo bedoeld hebben. Als ik naar de televisie kijk en ik zie hoe het er in de oorlog in Vietnam toegaat of in Biai'ra. Al die verminkin gen. En dan denk ik weer terug aan de t(jd dat ik com pagniescommandant was, aan de jongens die ik na afloop van de gevechten opzocht in het ziekenhuis, verschrikkelijk om te zien. Ja en toch ben ik nu al zowat mijn hele leven geweermaker". Henk Koenen uit Heerlen, martiaal, met het typische uiterlijk van de oud-beroeps militair, zegt het zonder pathos. Hij is 74 „ik voel ook niet dat ik zo oud ben hooi-" vitaal, nog elke dag van de vroege morgen tot de late avond actief. Hij kan terugzien op zo'n 45 jaar diensttijd bij het leger en bij de rijkspolitie. Is nagenoeg al die tijd belast geweest met het herstellen en onderzoeken van wapens en is de rechter hand van de justitie als het bij een misdrijf ging om te bepalen met welk wapen en hoe er geschoten was. „Nu ik zo oud ben, vraag ik me wel eens af wat ik in mijn leven anders gedaan heb dan dingen gemaakt om anderen te vernietigen. Vroeger was ik altijd met wapens bezig. Ik droomde ervan. Nachten lag ik wakker en dat was in de tijd, dat er nog maar twee tanks in het Nederlandse leger waren om te bedenken hoe ik die rups banden kapot zou kunnen krijgen. Nachten lang denken aan verniebigen". Ander deel „Ja, en nu ik 74 ben, bijna 75, ben ik nog met wapens bezig. Maar het ia voor een ander doel. Nu leer ik het bank personeel schieten om zich te kunnen verdedigen tegen overvallers. De mijnpolitie geef ik ook schietlessen. Hel is nog steeds zo dat onze banken te weinig beveiligd zijn, hoewel daar de; laatste tijd een beetje verbetering in begint te komen. Trouwens, onze vuurwapenwet laat niet toe, dat een particulier zijn bezit gewapenderhand ver dedigt. De vuurwapenwet van 1919 beschermt de boosdoener De betrouwbare burger levert zijn wapens in en de boos doener houdt ze. Dat ligt in Duitsland heel wat. gemakke lijker en heel wat anders Henk Koenen heeft de mijn politie en het personeel van de Nederlandse Bank onder zijn hoede genomen. „Het enige wat ilc wil bereiken is. dat elke man a la seconde kan vuren op een overvaller. Ik heb die mensen nu zover ge kregen. dat er een bij is die alleen tienen schiet. In an derhalve seconde moet je je wapen kunnen pakken, je om draaien en gericht vuur af geven. Op de schietbaan op Sint-Pi eter heb ik poppen aan touwtjes. Ik zeg dan ..handen omhoog", dan ko men de schutters in actie. Ik draai de pop zo, dat hij een doelwit vormt en binnen twee Seconden, meneer: „raak". „Kijk, het gaat er niet om zo n overvaller te doden. Hij mag niet meer kunnen ontvluchten. En ate hek schot niert raak zou zijn, dan heeft zo'n over valler meteen wel de angst in de benen, dat hij verdwijnt. Mijn hele training is erop ge richt om het bankpersoneel durf bij te brengen. Ze moeten zelfverzekerd zijn. Wapen grijpen en schieten. Niet aar zelen. Dat is de enige manier om overvallers op een afstand te houden. U moet niet ver gelen. dat er miljoenen op die bureaus liggen opgestapeld. En zo'n overvaller gaat er van uit, dat er op een bank geen vuurwapens aanwezig zijn. Laat staan dal er iemand mee kan schieten". De vuurwapenwei zit Henk Koenen wel erg hoog. „Een alleenstaande in Nederland, iemand die kostbare schilde rijen in huis heeft bijvoor beeld, die niets doen kan om zijn bezit te beschermen. Als die mensen in staat werden gesteld om 'n wapenvergun ning te krijgen, zou 't dieven heel wat moeilijker gemaakt worden. In België en Duits land i» het die mensen heel wat gemakkelijker gemaakt, in Duitsland heeft men "twee soorten vergunningen. De ene voor wapenbezit bij liet ver voeren van kostbaarheden en de andere maar alleen bij gebruik binnenshuis bij bedreiging". Gepensioneerde beroepsmilitair geeft schietles aan bankpersoneel wapensmokkel wijt Henk Koenen aan de te consequente toepassing van de wapenwet van 1919 In liet buitenland, en weer noemt hij dan België en Duitsland, is het maar al te gemakkelijk om een uxapen te kopen. .Daar toorden de wapens niet, zoals hier, mei r gert Mei een bijna liefdevol gebaar pakt Henk Koenen zijn Mau serpistool. „Ik moei toch eens naar de markt in Luik, de houder is een beetje bè- schadigd en ik denk wel, dat ik er daar nog een vind". Hij is er een beetje verliefd op. „Hel is een prachtpistool. een van de beste die ik ooit gehad heb". Vierenzeventig jaar is hij en wat hij niet van wapens weet, is niet de moeite van het weten waard. Maar zijn ken nis staat nu niet meer ten dienste van hen, die oorlog maken, maar van hen die het beat van de veede moeten beschermen. GERARD CRONE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9