GOEDE ZAKEN IN BIAFRA OLIE ZORGT VOOR WAPENS Oorlog - van buiten onzichtbaar- zit diep in de botten Directeur van Caritas ik heb de massagraven zelf gezien illegaal werk u n... bij haagse politie Han van Dijken aan executie ontkomen 'Strafblad" uit bezettingstijd onuitwisbaar SPEYER „Natuurlijk hebben onze piloten ook verbindingen met Lagos. Als de machines aanvliegen, spreken ze via de mo bilofoon met de achtervolgers. Een van hen berichtte mij van een dialoog met een Belg: „Land nu eindelijk eens". Onze man: „Ja, gooi jij eerst eens je bommen af". „Sorry", antwoordde de Belg, „dat kan ik niet. Ik moet eerst zien waar je landt, zodat ik mijn eieren kan leggen; denk je dat ik mijn baan wil verliezen?" De piloten van Lagos en van Biafra kennen elkaar meestal persoonlijk, zo vertelt dr. Staufer, Caritasdirecteur in Speyer en in opdracht van Caritas re gelmatig in Biafra. „Ze ontmoeten el kaar in hun vrije tijd en spreken met elkaar. Via deze kanalen is ons ter ore gekomen, dat de Nigerianen onlangs Oostduitsen piloten ingezet hebben. Ge zien hebben we ze echter nog niet. Als een machine op het Biafraanse vlieg veld aanvliegt, gooien de achtervolgers lichtbommen. ..kerstbomen" heten ze, in het pilotenj argon. De aanvallen wor den alle bij daglicht uitgevoerd. Over dag worden ook de vliegvelden gebom bardeerd, bij voorkeur kort voor zons ondergang. Er komen gaten in de lan dingsbanen. We hebben daarom een ei gen bulldozer aangeschaft, die dan vlug de gaten dicht maakt. Er komt een klei ne laag asfalt over en na twee, drie uur kan men weer landen". Dr. Ludwig Staufer: in 1911 als Duit ser in Neuenhof in Zwitserland gebo ren, een markant profiel, zilvergrijze haren, een hoofd vol plagende Biafra- herinneringen. De man die massagra ven voor kinderen zag, die zich met halsbrekende toeren een weg door het oerwoud baande, met Ojoekwoe sprak en toezicht hield bij de opbouw van de luchtbrug naar Biafra voor Caritas, kwam eigenlijk door puur toeval aan zijn job. „Ik kwam ertoe, zonder dat ik het wilde. Toen Caritas de eerste vliegtuigen kocht, heeft de Freiburger centrale mij opgebeld, of ik snel naar hen toe kon komen vliegen, om te zien, of de brug juist functioneerde. Sinds dien ben ik met regelmatige tussenpo zen in Biafra, vooral ook om nieuws in het land zelf te horen". Twee vissen De door dr. Staufer naar Biafra ver voerde vliegtuigen werden in Frank fort gekocht, voor een prijs van 70.000 US-dollar per stuk. Twee kocht Cari tas, twee het diakonale werk, een kwam erbij om de bruikbare onderdelen er uit te halen. De machines dragen aan de zijkant een blauwe en een gele vis, het teken van de verenigde ker kelijke werken. Dr. Staufer: „De blau we vis is natuurlijk de protestantse en de gele vis de „katholieke". Daarbij kwamen nog chartermachines voor de luchtbrug. Vier verkocht de US-rege- ring voor een prijs van 4000 dollar per stuk. Twee superconstellations stel den de verenigde kerkelijke werken van Canada ter beschikking". Staufer: „Onze machines zijn al lang kapot, drie zijn geëxplodeerd door bommen ge troffen, versleten, de vierde is voor re visie naar Europa: in plaats van eigen machines, moeten we nu gebruik maken van chartervliegtuigen. Het was niet gemakkelijk piloten te vinden. Sala risproblemen, risico, u weet wel. Het team is internationaal, Amerikanen, Ieren, Engelsen, zelfs een Israëliet". Wapens en olie Er bëstaat geen "grote keuze aan. lan- ZATERDAG 24 MEI 1969 Uitgemergeld kind, waar bij alleen verbazingwek kend is dat het nog leeft. dingsbanen in Biafra. Op het ogenblik is alleen Uli in het midden van Biafra bereikbaar voor vliegtuigen. Twintig mijlen noordelijk van Orlu is een ver vangingsvliegveld kant en klaar, dat spoedig in gebruik genomen wordt. Een derde is ergens in de rimboe in voor bereiding men zegt op het ogenblik niet graag, waar dat zal zijn. Waar vandaan komen Biafra's wapens, waar vandaan komt het geld om ze te kopen? Staufer: „De wapens komen van de internationale markt, er zijn Tsjechi sche, Chinese, Duitse, Franse. De vraag van de financiering is tamelijk onduidelijk. Wij kunnen ons voorstellen, dat bijvoorbeeld oliefirma's het geld voorschieten. Men zegt, dat ze daar mee het recht van exploitatie van de olievelden voor tien jaar vooruit be taald hebben. In Biafra ligt tachtig procent van de totale oliereserves van het gehele vroegere Nigeria, voor de oorlog bedroeg de jaarproduktie twin tig miljoen ton. Er worden voortdu rend nieuwe boringen verricht, over de produktiecijfers bestaan er op het mo- Maar met andere olie worden ook goe de zaken gedaan. De rimboe heeft de beste verbindingen: van mond tot mond. Smokkelaarsbenden, zwarthan delaren en oorlogsoverwinnaars drin gen met Biafraanse kokosolie naar het noorden door. Bij de ruil in natura krij gen ze yamswortels en andere dingen, die in het zuiden schaars zijn. Tot nu toe konden ze ook in dollars betalen, maar sinds Nigeria voor de dollar de deviezencontrole vastgesteld heeft, wordt dat steeds moeilijker. De smok kelaars moeten bewijzen, waar de dol lars vandaan komen. De missionarissen doen hetzelfde zon der de vette winst. Dr. Staufer: „De priesters zijn bij hun mensen gebleven. Als een dorp terugtrekt om in het oer woud onder te duiken, dan gaat de mis sionaris mee. Hij blijft bij hen. Als er van Nigeria uit contact opgenomen wordt, gaat dat meestal via de geeste lijke. De eenvoudige man, die niet smokkelt, waagt de gang door de linies niet. Maar de missionaris gaat erheen en vindt aan de andere kant weer ker kelijke organisaties in missiestations, die hem medicamenten en voedsel be zorgen. De kerken kennen geen kloof, die men overbruggen moet, noch in Bi afra noch in Nigeria. Bedonderd De Ibo's gaat het „bedonderd", zoals Staufer het botweg noemt. Twee mil joen hebben zich in Biafra in het oer woud teruggetrokken. Ze leven alleen van 't beetje, dat ze daar hopen te vin den, meer dan ze werkelijk vinden. Van de tweeduizend mensen per vier kante mijl in Biafra bestaat de helft uit vluchtelingen, die ergens hun spullen pakten. „Als men door de omgeving loopt-, maakt alles absoluut een vrien delijke indruk Van buiten ziet men nau welijks nog de oorlog. De mensen doen hun werk, er zijn markten met kraamp jes, waaraan echter weinig en tegen schandalig hoge prijzen wordt aange boden. Als een vliegtuig nadert, dan be- Een beeld van de honger. gint alles in te pakken. De kinderen hui len meteen. Ook bij 't gedonder van ex plosies beginnen de kinderen onmiddel lijk te schreeuwen. De oorlog, soms van buiten helemaal niet zichtbaar, zit allen diep in de botten. De kinderen zijn met deze geluiden groot geworden." De oorlog zit in de botten op de bot ten zit nauwelijks nog iets. Het com mentaar van een vrouwelijke arts, die driehonderd kinderen in vijftig bedjes samengeperst verzorgen moet: „Deze kinderen zijn reeds allen dood. Zij we ten het alleen nog niet." Staufer bericht van zijn bezoek aan dit hospitaal. Drie kinderen stierven in het eerste half uur. Zes lagen in doodsstrijd, 's Nachts wer den uit het oerwoud nieuwe kinderen gebracht, iedere dag ongeveer evenveel als er overdag stierven. „Maar in het oerwoud is het heel erg. Daar sterven ze bij tientallen. Ik heb de massagra ven zelf gezien, waarvan nu een jour nalist beweert, dat ze er nooit geweest zijn," zegt Staufer. Hoevelen zijn er tot nu toe gestorven? Er bestaan alleen schattingen. De ge tallen bewegen zich tussen een miljoen en 2,2 miljoen. De nog levenden zijn zwaar getekend. Dr. Staufer: „Vorig jaar mei heeft „Terre des Hommes" de Biafraanse lei der Ojoekwoe gevraagd om kinderen naar Europa te mogen laten vliegen. Ojoekwoe weigerde. Wij kwamen in de eerste hongermaanden eind augustus 1968 ook naar Ojoekwoe ik zelf was delegatieleider van de Caritas interna- tionalis wij kregen toen wel toe stemming. Wij hadden hem duidelijk gemaakt, dat wij de kinderen in Biaf ra niet meer konden redden. Ze moes ten naar San Tomé gevlogen worden en Gabon, waar wij huizen klaarge maakt hadden. Wij hebben deze vluch telingen zeer nauwkeurig voorbereid. De eerste vlucht heb ik zelf meege maakt. De ouders hebben een schrifte lijke verbintenis getekend, dat ze ak koord gingen, dan werd een kaart aan gelegd, ieder kind kreeg een armband je met een nummer, dat overeenkwam met dat op de kaart, waarop stond wie en waarvandaan het kind kwam. Ojoekwoe zei mij bij een audiëntie: „Dan moet ik Terre des Hommes ech ter ook toestemming geven". Wij had den niets daarop tegen, wij juichten het zelfs toe. Maar midden september, ongeveer drie weken nadat wij begon nen waren, begon Terre des Hommes en transpoi'teerde de kinderen met groepen tegelijk, zonder voorbereiding. De getransporteerde kinderen werd al leen hansaplast op het hoofd geplakt, ook de kleine kinderen, die nog niet spreken konden, er werd niet eens on derzocht, of ze dat uit zouden houden. Er is een hele rij gestorven. En na tuurlijk was de pleister voorde kleine kinderen lastig. Ze hebben hem eraf gehaald en weggegooid. Toen ze in Ga bon aankwamen, ontbrak voldoende huisvesting. Er bereikte ons een nood kreet: „Stuur ons onmiddellijk tenten". Wij hebben tenten gestuurd, zodat de kinderen ondergebracht werden. Wij hebben ook onderkomens, die wij in de katholieke tehuizen voor onze actie ge reserveerd hadden, ter beschikking ge steld en de kinderen een dak boven hun hoofd gegeven 750 kinderen. En nu hebben we veel kinderen, waarvan wij niet weten, bij wie ze horen. Ze waren met het vliegtuig vervoerd en aan land gezet moesten wij ze niet opnemen?" Koel Een audiëntie bij Ojoekwoe. Wie is deze man, die gezegd heeft, dat hij het zijn volk niet kan aandoen, al is het maar voor onderhandelingen, Biafra voor korte tijd te verlaten? Zijn leef tijd is niet precies bekend. Een man tussen dertig en veertig, in zijn beste jaren, zoals men zegt, met een weel derig groeiende baard, die het joviale gezicht omkranst. Hij is beroepssol daat, zoon van een rijke Ibokoopman Dr. Ludwig Staufer, directeur van Caritas, is regelmatig in uit het noorden. Ojoekwoe studeerde in Groot-Brittanië, kreeg de master of arts. Dr. Staufer sprak een uur lang met de Biafraan. „Hij maakte een zeer ontwikkelde indruk op mij. Een supe- riore en bedachtzame man, die koel berekent, maar zich sterk bewust is van zijn verantwoordelijkheid. Geen wilde krijger, precies het tegendeel. Ik was aangenaam teleurgesteld". Is er een politieke oplossing voor Biaf ra en wat denkt de man op de straat, die al zo vaak zijn spullen moest pak ken om te vluchten? Dr. Staufer meent, dat het volk vastbesloten is te strijden en zijn vrijheid te bewaren: „Ze wil len liever verhongeren dan zich la ten afslachten". Ojoekwoe zelf is principieel bereid tot een onvoorwaar delijke wapenstilstand. Hij is ook be reid tot een verblijf van Biafra binnen de grenzen van Nigeria, maar slechts op economische basis. Dat zegt hij uit drukkelijk. Maar hij wil geen gecen traliseerde staat, hij wil een ze kere onafhankelijkheid in cultureel, mi litair en politiek opzicht, zoals het vroe- Vroeger had in Nigeria ieder van de vier grote regionen haar eigen leger en haar eigen politie. Ironsi heeft dat toen afgeschaft. Hij wilde het gebied van de Ibo's, die nu hun staat Biafra noemen, opdelen, versplinteren in vele kleine gebieden en geheel Nigeria in 18 provincies opdelen. Voor de Ibo's had dat het nadeel, dat hun gebied in vier delen uiteenviel. In ieder van hen hadden de Ibo's dan de minderheid en daartegen zijn ze in opstand geko- Geen „dieren" Met 1280 „feeding centers" (eetsta- tions) probeert de Caritas de gevolgen op sleeptouw van de politieke strijd te verzachten. Bijna anderhalf miljoen voedselporties worden dagelijks uitge geven. Deze stations zijn gedecentralU seerd, in hoge mate zelfstandig, anders zou zo'n apparaat helemaal niet functio- tioneren. Enorme hoeveelheden grote Dr. Ludwig Staufer is direc teur van Caritas in Speyer. Hü is een van de weinigen, die nog regelmatig In het bezette land vliegen kan. Dat doet hü al sinds vorig jaar, toen hü in Frankfort tweedehands vliegtuigen voor een prüs van 70.000 US-dollar per stuk kocht en de luchtbrug naar Biafra opbouwde. De laatste keer was bU er midden april. Deze man kent de gesprek ken die binnenvliegende pi loten van de hulpvluchten met hun achtervolgers voe ren. Hü zag de massagraven voor kinderen in de rimboe, hü sprak meer dan een uur lang met Ojoekwoe en kreeg van hem toestemming kinderen uit Biafra te transporteren. Dr. Staufer weet te berichten van ge ruchten volgens welke gro te oliemaatschappüen wa penen voor Biafra betalen, tegen concessies op olie voorraden voor tien jaar. Wü spraken met deze in sider van het Biafraanse pannen werden aangevoerd. Jonge mannen en vrouwen bereiden het eten al 's middags voor. Gekookt wordt dan 's avonds, het eten wordt op het haard vuur warm gehouden, want in de vroege ochtend, nog voor zonsopgang, moet het naar de mensen gereden wor den. In tegenstelling tot de televisiebe- richten gaat het er zeer beschaafd toe. De Ibo's zijn in nood, maar het zijn geen dieren. Ieder kind heeft zijn vaste plaats en zijn kaart, er wordt een lijst bijgehouden. Men weet zo zeer nauw keurig of er een kind ontbreekt en als het nodig is, wat eraan scheelt. Lera ren en leraressen nemen aan het eten deel, vaak is er ook een dokter bij". In Enoegoe, de vroegere hoofdstad van Biafra, moesten de mensen vluch ten. Oemoeahia, daarna tot hoofdstad gemaakt, werd ook door veruit de meeste van zijn inwoners verlaten: meer dan 150.000 van de 200,000 men sen vluchtten weg. Oemoeahia was een belangrijke vesting. De stad met haar heuvels en de zeer diep afdalende hel lingen in het zuiden was gemakkelijk te verdedigen. Hierna wordt de toestand van het terrein ongunstiger: vlak en afdalend tot in de mangrovenmoeras- De meeste steden zijn in handen van de Nigerianen. Overdag beheersen xe ook de verbindingsstraten door het land, zo breed bijna als boulevards. In deze straten zijn op bepaalde afstanden kleine verhogingen gebouwd, die een daarover rijdende vijand zichtbaar maken en hem tot een matig tempo dwingen. Toch razen de Nigerianen te gen de avond met grote snelheid terug naar hun veilige garnizoenssteden. Dan wordt de weg vrij voor „illegale" han delaars en chauffeurs: Biafranen, die zich op weg begeven door hun land, ko mend uit de paden van het oerwoud. Zo wordt het land 's nachts weer vrij. WOLFGANG TREES Op het boekomslag heet hü Han van Düken. Zo kende men hem het beste in de illegaliteit. Hü vindt, dat er geen reden te bedenken is om z'n anonimiteit prüs te geven. Mies Bouwman heeft hem met moeite zo ver gekregen dat hü onlangs in haar ,'Scène"-programma verscheen. Tot dan toe was het enige dat hü had goedgevonden dat Evert Werkman z'n levensverhaal navertelde. In het bü'zonder die twaalf uren uit zün jonge leven, welke hü passeerde in een tot cel omgebouwd kolenhok. Wachtend op de hem aangezegde dood voor het Duitse vuurpeloton. Als straf voor door hem begane verzetsdaden. Hü leeft nog. Bü de gratie van bluf en geluk. Zün wederwaardigheden staan nu opgetekend in het boek „Wachten op de morgen", verschenen bü de Leidse uitgever A. W. Süthof. Heel toevallig kwam hij in kennis met de wreed heden, die in opdracht van Hitler over onze oost grens werden bedreven. In de natuurrijke Duits- Nederlandse grensstreek sloeg hij in zijn h.b.s.- jaren graag z'n tentje op. Op zekere nacht wordt hij nagenoeg onder de voet gelopen door een groepje Duitse joden, die, nadat ze een geld- hongerige douanier hebben omgekocht, klande- stien de grens passeren. Gegrepen door de el lende die hem door deze ontmoeting bekend wordt, stelt hij zich regelmatig beschikbaar om de joodse vluchtelingen veilig door de grensstreek te brengen. In het uniform van agent van de Haagse politie geeft hij een zinvol vervolg aan zijn illegale da den. Een tijd lang gaat het goed. Hij helpt joden aan onderduikadressen, waarschuwt op grote schaal voor arrestaties, die hem als politieman bekend zijn en doet mee aan de verspreiding van distributiebescheiden. Het laatste wordt hem noodlottig. De SD neemt hem in arrest. Z'n chefs weten hem uit de Duitse handen te krijgen. Na een maandenlang voorarrest veroor deelt de Nederlandse rechter hem tot een straf, die een maand korter is dan z'n verblijf in het huis van bewaring. In die tijd van gevangenschap wordt hij eerder gesterkt in het verzetswerk dan dat de straf hem afschrikt. Hij gruwelt van de ervaringen, die hij er op doet. In het voorjaar van 1943 duikt hij onder. Van dat moment af leeft hij nog slechts met een doel: zo veel mogelijk afbreuk doen aan de Duitse bedoelingen. Hij doet heel intensief mee aan de acties van de Almelose knokploeg. Spoedig is hij daar de springstoffenexpert. Op weg naar het belangrijke spoorwegknooppunt Zwolle het was in de septemberdagen van 1944 valt hij weer in handen van de Duitsers. In twee auto's koersten ze van Twente naar Zwolle. Bij kamp Erica in Ommen ging het mis. In dat kamp was juist een groot transport vluch tende Duitsers en NSB'ers met hun gezinnen aangekomen. Er stonden zeker vijftig wagens langs de weg. Een paar Duitsers gaven een stop teken. Ze negeerden het. Schietend baanden ze zich een weg. Hun vuur bleef niet onbeantwoord. Han van Dijken en de chauffeur raakten ernstig gewond. Een betrouwbare boer zorgde voor dekking. Van daar uit bracht een ambulancewagen de chauf feur naar het Zwolse ziekenhuis. De tweede reis, met de bedoeling Han van Dijken naar Zwolle te brengen, mislukte. Hij werd door een Duitse patrouille uit de ambulancewagen gehaald. On danks z'n ernstig verwonde hand en ogen. Hij wordt opgesloten bij de SD in Arnhem, waar de gevreesde August Albrecht de lakens uitdeelt. Z'n verhaal, dat hij met de illegaliteit niets te maken heeft en dat hij op voedseltocht is aan gereden door een auto vindt aanvankelijk geen gehoor. Albrecht, die met duidelijk leedvermaak hem het doodvonnis heeft aangezegd, raakt aan het twijfelen wanneer een Duitse arts na een vluchtig onderzoek vaststelt, dat de verwondin gen veroorzaakt zijn door „Schmutzigkeit vom Weg". Niettemin werd hij naar een executieplaats bij Arnhem gebracht. Alleen het salvo, dat voor hem bestemd was, bleef uit. „Ik was geheel voorbereid op de dood en wachtte op het laatste commando. Toen hoorde ik een auto stoppen. Iemand riep iets tot de soldaten en zij lieten de geweren zakken. Aïbrecht, de SD-commandant in Arnhem, kwam samen met twee andere SD'ers aanlopen. Hij zei tegen mij dat ik nog één kans kreegals ik wilde praten zou mijn leven gespaard blijven. Toen heb ik mijn zelfbeheersing verloren. Ik heb Albrecht uitgescholden en wilde hem te lyf gaan. Een paar soldaten grepen mij vast en sleurden mij in een auto. Enkele uren later werd ik over gebracht naar het huis van bewaring in Arnhem. De Nederlandse SD'er Wamelink, die mij vroeger eens had verhoord, kwam de volgende dag bij mij en vertelde dat ik zou worden vrijgelaten. Dat is ook gebeurd. Op 15 september kreeg ik mijn vrijheid terug. In het ziekenhuis in Zwolle heb ik negen ope raties ondergaan. Op 31 januari 1945 werd ik ontslagen. Ook Harry heeft het er levend afge bracht. Direct na mijn ontslag uit het ziekenhuis heb ik mij weer aan het verzetswerk kunnen wijden, hoofdzakelijk spoorwegsabotage. Op 3 februari kwam de SD in het ziekenhuis om te informeren waar ik was gebleven. Ze hebben mij niet gevonden. Op 13 april 1945 beleefde ik de bevrijding in Zwolle". Een kwart eeuw nadien leeft Han van Dijken gelukkig in zijn Drente, samen met zijn vrouw en hun twee kinderen. Zo nu en dan wordt hij pijnlijk herinnert aan z'n illegale werk. Z'n ver oordeling voor het in bezit hebben van distribu tiebonnen betekent dat er een strafblad voor hem werd aangelegd. Geen instantie blijkt bij machte te zijn om tot een revisie van het vonnis te komen. Zo gaat Han van Dijken voor de over heid in het vrije Nederland door het leven als een getekende! h. Jachtbuit in Biafra. De buit is niet altijd even groot als de hongor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 13