GIOVANNI
FATTORI
DE MEESTER EN MARGARITA
EEN LADDER OP DE AARDE
Lucebert
lekker bezig
met verf
FRAAlE
BLADEN
IN
AMSTERDAM
worden. Dat geschiedt even later als
Berlioz uitglijdt en onder 'n tram te
recht komt.
Bij Stravinski
De dichter komt daarvan zo onder de
indruk, dat men hem tenslotte voor
zenuwziek aanziet en hem in de inrich
ting van professor Stravinski brengt,
waar hij zeer goed wordt behandeld.
Professor Woland, die niemand anders
dan. de satan is, geeft terwijl de dich
ter in het zenuwlijdersgesticht ligt, een
voorstelling in het theater van Moskou,
die tot een groot schandaal aanleiding
wordt. Hij doet dit geholpen door zijn
gezellen, door Korovjev, de kater Behe-
Satan in Moskou
moth en de varkensachtige Azazello.
In het zenuwlijdersgesticht geraakt de
dichter Bezdomyj in kennis met een an
dere patiënt, met de Meester, die ook
een schrijver is. Hij heeft een boek ge
schreven, dat het leven van Pilatus tot
onderwerp heeft. Het verhaal van Pila
tus, dat Woland begon, wordt door hem
voortgezet eri men krijgt dus in het
boek het verhaal van de veroordeling
en de terechtstelling van Christus te
horen. Deze meester wordt bemind en
geholpen door een jonge vrouw Marga
rita, die hem blijft liefhebben en hem
blijft steunen bij het werken aan zijn
historische roman. Margarita maakt als
heks een dolle nacht mee met Woland
en zijn trawanten, maar wordt tenslot
te weer verenigd met de Meester, die
ze door alles fantastisch trouw blijft.
Het boek heeft tot motto de bekende
tekst uit Goethes Faust: „Maar goed.
wie zijt ge dan?" vraagt Faust, en het
antwoord is „Deel van die sterke macht
die steeds het kwade wil en 't goede
toch bewerkt." En deze faustische ge
dachte is indprdaad de grondslag van
De Meester en Margarita. Tenslotte
schijnt er zelfs voor Pilatus een uit
komst te zijn. Het gegeven werd hier
slechts in grote lijnen even aangeduid.
De roman is bijzonder rijk aan de meest
uiteenlopende, soms koddige invallen;
men blijft voortdurend gespannen uit
zien naar het vervolg van deze bonte
fantasie. De censuur kon nog zoveel
schrappen, het kon de kern niet fan
tasten, die een verdediging inhoudt van
het bestaan van het individu tegenover
een van boven gedirigeerde samenle
ving. Er worden niet alleen verschillen
de toestanden in Rusland in het zonne
tje gezet, ook is 't in de grond tegen de
instelling van Rusland gekeerd. Het
hoort thuis in de grote traditie van de
Russische roman.
JOS PANHUI JSEN
Markante kunstenaar
uit
vergeten
uit wit en zwart zonder de behoeffe om
elk deel van het vlak te vullen.
Eenvoud
Wat opvalt is de eenvoud waarmee zijn
onderwerpen worden behandeld. Fatto-
ri's etsen zijn geen „schilderijtjes"
maar eerlijke grafiek. Zijn onder
werpen vindt hij vaak in het boeren
leven. Er zijn veel bladen met dieren
bij waarvoor hij. getuige zijn zakboek
jes vol tekeningen, veel interesse had
en die hij vaak en nauwgezet in eigen
omgeving bestudeerde. Als hij zijn
landschappen met figuren stoffeert zet
hij die meestal op de rug gezien neer.
Dat is 'n kunstmiddel waardoor de
Italiaanse periode
mens op zijn prenten "n volledige een
heid met 't landschap kan worden, 't Is
een methode die hij herhaaldelijk ter
hand neemt. Zelfs als de menselijke
figuur domineert, zoals in de kapitale
„Vrouw uit Gabbro" blijft die eenheid
toch bewaard.
Dieren heeft Fattori op vele manieren
geëtst. Wij beelden twee geheel uiteen
lopende bladen af ..Ossen" (bedenk u
dat op de prent zelf het zwart nooit he
lemaal zwart is) en, waarschijnlijk uit
zijn laatste levensjaar ..Vreedzame os".
Zijn dieren bieden interessante vergelij
kingsmogelijkheden. De vroegste etsen
laten veel wit open. .Ossen" is heel
sterk doorwerkt; 't is bovendien prach
tig van tekening in zijn strenge con
toeren die haast doen denken aan die
van voorhistorische rotsschilderingen.
In Vreedzame os" toont de ruim tach
tigjarige kunstenaar zich nog ongebro
ken. Technische problemen als het ver
kort, de plaatsing van de horizon be
staan voor hem niet en de markante
wijze waarop hij de lichte partij tegen
de rest van zijn prent afzet tonen hem
op zo'n hoge leeftijd nog als een voor
naam kunstenaar.
Er zijn zo tal van kwaliteitsbladen.
Ook een paar tekeningen die tonen dat
de kunstenaar met heel weinig lijnen
heel veel kon doen. Giovanni Fattori:
naam waar u waarschijnlijk nooit van
gehoord hebt. Goed dat het Prenten
kabinet deze bladen naar Amsterdam
haalde.
Vg.
Fantastische roman van Boelgakov
Michail Afanasjevitsj Boelgakov werd
op 15 mei 1891 te Kiev geboren als
eerste zoon van de theoloog Afanasi
Ivanovioj Boelgakov. Hij had een zeer
gelukkige jeugd. In 1916 deed hij cum
laude zijn artsenexamen. Als platte
landsdokter leerde hij door en. door
het gewone volk kennen, beter, ver
zekert Marko Fondse, dan zijn prole
tarische critici van later. Hij maakte
de opstand van 1917 mee in de
Oekraïne. In 1919 geeft hij zijn prak
tijk op en begint te reizen en wordt
zich bewust van zijn schrijversschap.
Hij spot met zijn eerste toneelstuk.
Aantekeningen op dc manchetten dat
hij 'n record in het slecht schrijven acht;
maar hij werkt door. Zijn toneelstuk
De Dagen der Toerbins wordt door
Stalin vijftien maal bezocht in het
Kunsttheater. Hij schreef verder verha
len en romans: Hondebart, De witte
garde, De fatale eieren, dat hem ook
buiten Rusland faam deed verwerven,
De Zwarte sneeuw en De Meester en
Margarita, waarvan de publikatie voor
het eerst begonnen werd in Rusland in
het tijdschrift Moskva in de november
aflevering 1966. Dat was zesentwintig
jaar na de dood van Boelgakov, die in
1940. stierf. Er werd in die Russische
uitgave door de censuur geschrapt,
maar omdat de Italiaanse uitgever
Einaudi de hele tekst bezat, kunnen we
nu zien hoe de censuur te werk is ge
gaan in De Meester en Margarita, de
voornaamste roman van Boelgakov. Er
zijn politieke toespelingen in geschrapt,
vergrijpen tegen wat men de Sovjet -
moraal zou kunnen noemen, en toespe
lingen op sociale verhoudingen, waar
van iedereen het bestaan kent, maar
die niet besproken mogen worden.
Er zijn echter ook verschillende frag
menten geschrapt zonder dat men de
reden daarvan achterhalen kan, en er
zijn er blijven staan, die men zeker
onder de Russische censuur zou achten
te vallen.
In de prachtige vertaling van Master
I Margarita, door Marko Fondse, die
bij de Arbeiderspers te Amsterdam ver
scheen, zijn de door censuur geschrap
te gedeelten uiteraard wel opgenomen,
echter cursief gedrukt.
Vooral ook door deze roman verwierf
Boelgakov zich de naam van de nieu
we Russische Gogol en in sommige op
zichten is De Meester en Margarita
ook met het werk van zijn voorganger
te vergelijken. Het doet zowel denken
aan de Dode Zielen als aan de Revisor,
in zijn pathetische en zijn komische
kwaliteiten en in de vindingrijkheid van
de auteur die 'n uiterst grillig verhaal
van realisme en surrealisme steeds
bijzonder goed in de hand houdt en de
veranderingen en transformaties in de
geschiedenis steeds goed voorbereidt.
In het eerste hoofdstuk verschijnen
in het park rond de Patriarchvijver de
auteur en voorzitter van de letterkun
dige vereniging Massolit, Michail Alex-
androvitsj, Berlioz, een veertiger en
een jongere man Ivan Nikolajevitsj
Ponyrev, die onder schuilnaam Bezdom-
nyj gedichten heeft gepubliceerd.
Zij zijn druk aan het redeneren over
de christelijke godsdienst, die volgens
hen een illusie is, want zij zijn beiden
atheïsten. Bij hen voegt zich een
vreemdeling die zich in hun gesprek
mengt en die zegt dat ze zich vergis
sen als ze menen dat Christus niet be
staan zou hebben en nooit door Pilatus
zou zijn verhoord en veroordeeld. Hij,
professo? Woland, zoals hij zich noemt
is daar zelf bij tegenwoordig geweest.
Hij vertelt hun uitvoerig wat er des
tijds heeft plaats gegrepen. Hij doet ook
een voorspelling. Hij voorspelt name
lijk dat Berlioz binnenkort onthoofd zal
Nieuwe rsman van Helene Nolthenius
„Jacob dan toog van Ber-seba en hij
ir Haran. En hij kwam op een
plaats waar hij overnachtte, want de
i ondergegaan, en hij nam van
de stenen die daar lagen, en maakte
*Ün hoofdpeluw, en legde zich te sla-
i op die plaats. En hij droomde: en
t, een ladder was gesteld op de
»rde, waarvan de sporten aan de he
mel raakten; en de engelen Gods
klommen daarlangs op en neder; en
'let, de Heer zelf stond aan zijn zijde.
Toen nu Jacob van z\jn slaap ontwaak-
zeide hij: Voorzeker is de Heer op
deze plaats en ik heb het niet gewe
ten. Hoe ontzagwekkend is dit oord:
het huis van God en de poort des
hemels! En hij nam de steen die hij
'°t zijn hoofdpeluw had, en zette hem
een opgericht teken, en goot er
op; en hij noemde die plaats:
Jeugd, Daarna hief Jacob zijn voeten
°P en hij vervolgde zijn reis naar Ha-
'an.'Weer ging de zon onder, en hij
•««de zich neer om te slapen. En
opnieuw had Jacob een droom; en ziet
de ladder ging dieper dan de aarde; en
de ladder liep de afgrond in; en de
onderste sporten verdweqen in zwavel
damp. En ziet, die daarlangs op en
neder klommen waren duivelen; en de
afgrond was gevuld met ontzetting. Toen
nu Jacob van zijn slaap ontwaakte,
was hij bevreesd en hij riep: Heer God,
moet ik uit Ber-seba vertrekken om uit
te komen bij de poort van de hel? Ont
ferm U over mij en verlos my van
do tweede ladder!"
Dit is een citaat uit liet nieuwste boek
van Helene Nolthenius, haar eerste
grote roman, en het geeft aan, waar
over het boek handelt, het geeft ook
enigermate aan in welke stijl het ge
schreven is, al wordt uiteraard de stijl
van de bijbel niet steeds zo gevolgd.
Het heet: Een Ladder op de Aarde en.
verscheen bij Querido te Amsterdam.
Beatrice
Tussen
hemel en
hel
ladders, die op de aarde staan, kennis.
Bij de aanvang van het verhaal ver
blijft ze in een klooster bij de zee. Ze
is daar nog heel jong door haar fami
lie heen gestuurd. De pest is in hel
land uitgebroken. Ze heeft in het kloos
ter de zieken virzorgd en ze heeft zelf
de ziekte gekregen. Op een bepaald
ogenblik was de ladder die van de
aarde naar de hemel leidt een reële
mogelijkheid voor haar geworden. Maar
ze zei nee tegen de dood, ze bad God
om nog in leven te blijven en haar ge
bed werd verhoord. Kort daarna haal
de haar broer Guido haar uit het kloos
ter weg. Hij had nieuwe bedoelingen
met zijn zuster. De geschiedenis van
Beatrice da Polenta speelt in Italië in
de veertiende eeuw. Haar broer is heer
van Ravenna, toen een kleine plaats.
In de veertiende eeuw. In Italië was
het voor een heer van een plaats
moeilijk die plaats te behouden. Iedere
vorst zag zich omringd door vijanden.
Helene Nolthenius. die alles van de
veertiende eeuw in Italië weet, laat dit
duidelijk uitkomen. Vorsten leefden
toen daarginds meestal in een tragi
sche situatie. Het was noodzakelijk om
naast vijanden vrienden te bezitten.
Die vrienden kon men zich vaak ver
werven door het sluiten van een huwe
lijk. Guido da Polenta van Ravenna
besloot daarom zijn zuster uit te hu
welijken aan de oudste natuurlijke
zoon van Can della Scala, heerser van
Verona, Bartolomeo of Bartolo.
Ia Verona
Beatrice wordt door hem naar Verona
gestuurd, waar ze haar toekomstige man
maar ook haar toekomstige schoonva
der Can della Scala ontmoet. Ze vindt
haar verloofde een beminnelijke, een
voudige jonge man, sportief en trots
op die sportiviteit en geneigd om in de
mensen het goede te zien. Maar ze
wordt geïmponeerd door diens vader
Can della Scala.
Helene Nolthenius heeft getracht twee
tijdperken tegenover elkaar te stellen
in Beatrice en haar aanstaande schoon
vader, de middeleeuwen in de gewezen
kloosterlinge, de renaissance in de
heerser van Verona. Wij weten elkaar
te waarderen. Beatrice is zich bewust
dat Can della Scala door vijanden om
geven is en dat het regeren in de veer
tiende eeuw een moeilijke en ernstige
taak is.
Ze krijgen nog meer waardering voor
elkaar als de pest opnieuw uitbreekt
en Beatrice de verzorging van de
pestlijders op haar neemt. Omdat zij
de ziekte doorstaan heeft, loopt ze
daar persoonlijk geen gevaar meer
door. Zij verwerft er zich de bijnaam
van de engel van de Adria mee. Maai
de tijden zijn zo, dat men haar zorg
en haar weldaden weer even spoedig
vergeet.
Helene Nolthenius heeft in cursief ge
drukte hoofdstukken de bewegingen en
de overwegingen van het andere kamp,
van de vijanden geschetst. Zij zijn veel
minder bekwaam dan Can della Scala,
maar ze zijn niettemin listig. Ze weten
Bartolomeo te overtuigen, dat zijn va-
de/ Beatrice da Polenta tot minnares
heeft verkozen. Bartolomeo en zijn
broer Antonio staan tegen hun vader
•op en verbinden zich met diens vijan
den op dit onjuiste gerucht.
Tragisch slot
Beatrice is inderdaad van Can Delia
Scala gaan houden, ze ondergaat dit
als de andere ladder, de ladder die van
de aarde naar beneden voert. Maar Can
della Scala wil haar geenszins tot ge
liefde, hij wil nog altijd dat ze met
Bartolo zal trouwen
Het einde is tragisch: Can della Scala
wordt vergiftigd door Malespina. Bea
trice da Polenta keert naar haar kloos
ter terug ontgoocheld, maar ontsnapt
aan de tweede ladder.
Helene Nolthenius heeft in Een Ladder
op Aarde een zeer leesbare roman in
de beproefde historische romantraditie
geschonken, die aan het werk van Ger-
trud von Le Fort doet denken in de
wijze van benadering. Hij zal de lief
hebbers van het genre zeker boeien,
ondanks de wat te nadrukkelijk plas
tische stijl.
JOS PANHUIJ3EN
In de Galleria d'Arte Moderna te Flo
rence kan men bij wijze van spreken
„toevallig" verzeild raken. Hij is ge
vestigd in het immense Pittipaleis, een
dependance ook van de Uffizi en propvol
met de allermooiste kunstwerken uit
renaissance- en baroktijd. De neergang
blijkt er daardoor te duidelijk en er zijn
maar weinig toeristische bezoekers, die
belangstelling kunnen opbrengen voor
de Italiaanse kunst uit de romantiek en
nog vele jaren daarna.
*Als buitenstaander krijgt men gauw
jde indruk dat de schilderkunst in Ita-
i tussen Tiepolo en Morandi ingesla-
Hi is geweest. Slechts wakker was
x>r zover zij in geïsoleerde figuren te
Parijs bloeide waar de betreffende Ita-
t wezen toch verfranst waren.
Hftzelfde geldt eigenlijk voor de gra-
Italië heeft een heerlijke grafiek-
maar in de negentiende eeuw
die verwaterd. Er werd nog veel
maar dat betrof vrijwel uit-
reprodukties naar de grote
ilderijen van weleer.
Ten onrechte onbekend
Toch zijn er ook in het 19de-eewwse
geweest die, zonder dat
Parijs hoefden, rustig
een vernieuwing in de
n de grafische kunst. De
was onder hen Giovanni
Het
gedeelte van zijn leven woonde
hij te Florence waar hij tot kort voor
zijn dood in 1908 actief zou zijn als
schilder en als graficus.
Fattori's naam is in ons land nage
noeg onbekend gebleven. Dat is jam
mer omdat hij een der weinigen is die
de grote traditie van zijn land op het
gebied van de beeldende kunst in een
moderne richting wist om te buigen.
Hij is daarom bij uitstek geschikt om
met zijn werk de „lege plek" te vullen
die voor velen staat tussen Tiepolo en
Morandi. Dat is ook de opzet geweest
van de leiding van het Prentenkabinet
van het Rijksmuseum te Amsterdam die
een tentoonstelling aan zijn werk wijdt
(tot 15 juni).
De tentoonstelling wordt ingeleid met
prenten van directe voorgangers en
tijdgenoten. Djat geeft al direct zicht
op het markante van Fattori. Bij hem
niet meer de behoefte tot het „plaatje"
zoals bij deze vakbroeders maar echte
etsen: opgebouwd uit lijnen, opgebouwd