V, VIJF JAAR -MODE O BLOED, ZWEET en TRANEN UNIEKE SOUND VAN mini 1 jaar geleden werd de gelanceerd door Mar.v t Londen. Tot dan toe werd ons vooral lilt Parys en Rome nieuwe kleding voorgescho teld. Toen vond plotseling Enge land de tyd gekomen een geheel nieuwe stijl te presenteren. Gelijk met deze minimode rezen honderden boetieks als paddestoe len uit de grond. Hier vinden we de grootste sortering van de ge liefde kleding voor tieners en twens, voor de vrouwelijke alles in mini. Aanvankelijk werd mini- mode het meest gezien in de drie grote steden. De rage breidde zich langzamerhand uit over het hele land. Praktisch ieder meisje tus sen 12 en 25 jaar heeft wel een minirok of -jurk in de kast of rond haar heupen. Maar... kan ieder meisje wel aan deze mode meedoen? Meisjes met dikke benen moeten niet te ver boven de knie gaan. Die meisjes echter, die kunnen pronken met slanken benen, staat deze kleding als geknipt. Deze groep staat an dere mode trouwens wat styf. Hoe lang zal het verschijnsel „mini" nog voortduren Wel, dit kan een jaar, het kan ook tien jaar zijn. Velen dachten met het verschijnen van de Bonny en Cly de rage, dat de z.g. maxirok de overhand zou krygen. Een enke ling zagen we inderdaad in het lang. De mini was echter zo'n be grip geworden, dat slechts weini gen erop reageerden. Kyken we om ons heen op het werk, waar tegenwoordig de vrouw een byna even belangrijke plaats inneemt als de man, dan zien we dat zeker de helft in mini gekleed gaat. Er zyn mensen, vooral van de oudere generatie, die beweren, dat de minirokjes afgrijselijk staan. Dit komt naar hun smaak niet te pas. Heel vaak horen we zeggen: Die meisjes kijken nog gek op als er iets gebeurt. Het is geen won der, zo uitdagend als ze er bij lo pen. Deze mensen vergeten, dat mensen, die per se fout willen, niet eens een uitdaging afwachten, maar ook zonder dat hun kansen wel schoon zien. Het is natuurlijk wel zo, dat je voor mini mooie benen moet heb ben. Maar kan je nu van een meisje verwachten, dat zij door geen mini te dragen openlijk toe geeft geen mooie benen te heb- DE KINDEREN VERTELLEN WEER Tonnie Kallenberg, Leiden. Ik hét je Verhaal gelezen Tonnie over' die jongen die altijd grapjes maakte. Er staan wel eerdige din gen in, maar dat een jongen in twee dagen een miljoen gulden heeft opgehaald, dat is toch wel wat overdreven. En dan over die auto van 5000 kilometer per uur en nog meer van die dingen. Nee Tonnie je moet met beide benen op de grond blijven. Als het een sprookje was, waarin b.v. dieren spreken, ja dan had het wel in de krant gekomen. Jammer van die zeven bladzijden. Je hebt er veel werk aan gehad. Verzin eens iets anders en dan niet zolang. Dag Tonnie. OVER DIEREN De aalscholver is een water vogel met bijzondere vangtalen- ten. Bliksemsnel duikt hij onder water en vangt zijn voedsel met zijn lange spitse snavel. De aal scholver is gemakkelijk te dres seren en in het Verre Oosten is deze dressuur algemeen. Men leert de vogel vissen te vangen én dat is het verschil direct af te geven. Om de hals van de vogel wordt een strik gelegd. De vogel kan nog wel ademhalen, maar de strik verhindert, dat hij zijn vangst doorslikt. De aalscholver is heel werkwillig, zodra men hem los laat, duikt hij en enkele seconden later levert hij zijn vangst af. Mijn leventje Ik ben geboren in 1960 in Lei den. Ik woonde toen in Rembrandt- straat bij mijn oma. Toen ik één jaar was. ging ik eens met mijn broertje de eendjes voeren. Ik had een groot stuk brood in mijn hand, maar liet het op de grond vallen. Er kwam een eend op af maar ik pakte het brood weg. De eend hapte in mijn hand. Ik riep hard: „Au!" Met m'n tweede jaar mocht ik met andere kinderen buiten spelen maar mijn broertje moest wel op mij letten, dat ik niet wegWep. Ook ging ik in dat jaar verhuizen naar Sophiastraat. Daar kreeg ik veel vriendjes. Mijn oma woonde een paar straten verder en daar ging ik met myn broertje dik wijls naar toe. Ik was ook wel eens stout. Ik heb eens het bad omgegooid. Toen ik drie jaar was ging ik met myn vader naar het strand. Daar was een jongen van 12 jaar, die zó ver de zeer inging, dat het vader tot z'n nek kwam en de golven over zijn hoofd sloe gen. Toen ik vier jaar werd kreeg ik een" mooie rode wagen met lichten die konden branden. Ik ging ook naar de Méüterschool, daar ben ik een keertje met de hele school gaan wandelen. In de tweede klas van de kleuterschool heb ik leuke dingen gemaakt voor mijn vader en moeder; een grote ster, een mooie paashaas en nog heel veel, ik kan het allemaal niet opnoemen. Ik moet nog vertellen, dat ik er in die tijd twee broer tjes heb bijgekregen: Marcel en Hans. Nu zou ik haast vergeten, dat ik op mijn zesde -verjaardag een rode fiets gekregen heb. Eerst ging het niet zo goed, maar de tweede dag ging het veel beter. In de eerste klas vond ik het ook wel leuk. We kregen sommetjes van 1 en 2 en tien en woordjes als miep, zus, keer, oom. Dat ging goed. In de tweede klas was het moeilijker, zo van die sommen 35 -f- 16 5L Ook de woordjes werden moeilijker. Nu zit zit ik in de derde klas en schrijf dit ver haaltje. WUly Steenbergen Mijn leventje Toen ik vier jaar was, ging ik naar de kleuterschool. Ik was er een paar weken, toen ik iets stouts deed. Ik gooide een vaas om. De juffrouw was boos en ik moest na blijven. Ik moest zeggen waar om ik dat gedaan had en ik wist het niet. Ik zat wel een half uur na te denken en ik wist het nog niet. Toen mocht ik naar huis. Ik ging over naar de tweede klas van de kleuterschool en met myn zesde jaar. ging ik naar de grote Ik kreeg daar sommen van 3X5=15. Nou vind ik die som men gemakkelijk, maar toen vond ik ze natuurlijk moeilijk. Onze juf frouw heette juffrouw Van Velzen. Ze was best aardig. Op 26 juni was ik jarig. Ik mocht toen trak teren allerlei snoep door elkaar: spekkies, lollies, dropstaven, ve terdrop, zuurballen, kauwgom en toverballen. Ik zit nu in de derde klas en ben acht jaar. Het is er fijn. Er staan mooie planten en er zyn vier par kietjes. Onze juffrouw de Leeuw is ziek geweest, maar nu is ze weel beter. dat vind ik fijn. Ik ben bijna negen jaar. Henk Sohradcr, Oog*tgee.«»t Het gestolen Prinsje In de stad Korsen. het staat niet op de landkaart, maar ja. daar hebben we het niet over. nou dan in die stad woonde een prinsje. Op een maandag was het groot feest in de stad. De koning was jarig. Alle mensen kwamen op het feest. Bij het paleis was een .grote tuin, daar waren tafels en stoelen ge zet en de mensen hadden veel ple zier. Er werd veel gelachen, de mensen zouden het feest niet gauw vergeten. Het prinsje wilde hel pen om de mensen te bedienen. Hij was verkleed als kelner. Maar in al die drukte had niemand ge merkt dat er een dief was bin nengeslopen, die het prinsje wou EISJE IN KABOUTER- LAND Wat gebeurde: In haar droom stapt Elsje met kabou ter Prikkebeen het kabouter- land binnen. Iedereen is bezig met de voorbereidingen voor de 50e verjaardag van koning Goudoog. Elsje kijkt naar 'n circus nummer van slakken en kikkers. Ze bezoekt diverse werkplaatsen enz. Aan de rand van de kabou- terstid ligt de lampionnenfa- briek. Het is wel een uur lopen. Daarom heeft kabouter Prik kebeen een voertuigje besteld. Elsje hoort een getingel van kleine belletjes in de verte. Even later komt van de hoek een ezel aandraven. Op zijn hoofd draagt hij een muts met belletjes. Zijn lange oren ste ken door de muts heen. Hij trekt een karretje. Kabouter Paardenhoef springt van de bok en met 'n armzwaai nodigt hij Elsje en Prikkebeen uit om in te stappen, 't Wagentje is rood gelakt en heeft groene wielen. Elsje en Prikkebeen gaan achterin zitten en kabou ter Paardenhoef klimt weer op Met een vaartje rijden ze door dé stad naar buiten. De belletjes rinkelen vrolijk. Maar opeens staan ze met een schok stil. „Wat gebeurt er," roept Elsje verschrikt. Prikkebeen kalmeert haar en zegt: „Stil maar, de ezel heeft kuren." De ezel staat stokstijf bij een boom aan de kant van de weg. Hij buigt z'n hoofd naar beneden en begint rustig een graspol op te eten. Kabouter Paarde- hoef probeert tevergeefs de ezel weer aan 't lopen te krij- gne. Als Prikkebeen merkt, dat het niet lukt, zegt hij te gen Elsje: ,,'t Laatste eindje zullen we maar gaan lopen. We zijn er toch zo." Paardehoef plakt nijdig een papier op de rug van de ezeL „Deze ezel is koppig," staat er op. Er zal nog lang over ge praat worden in de hele ka- bouterstad. Daar ligt de fabriek. Elsje en Prikkebeen stappen naar bin nen. Ze komen in een grote hal, waar lange tafels staan. Er wordt onder hoogspanning gewerkt. Op de eerste tafel lig gen houten rondjes. Op ieder rondje zitten houtwormen. Met hun spitse tandjes knagen ze kleine gaatjes in de randen, daar moeten straks de touwjes door, waaraan 't lampionhuis je wordt opgehangen. De vol gende tafel wordt nog druk ker bezocht. Citroenvlinders vliegen af en aan met verf- potjes. Ze beschilderen 't lam pionpapier in allerlei kleuren. „Oh wat is deze mooi," zucht Elsje en ze wijst naar diep blauwe met oranje stippen. Een bruine vlinder vliegt rond met een potje goudverf in zijn poot met een fijn penseeltje schildert hij 50 op de lam pionnen, die klaar zijn. Hy doet het voorzichtig. Er mag geen verf verknoeid worden. Want de verf is gemaakt van echt goud en dus heel kostbaar. In een andere hoek van de hal worden de lampionhuisjes aan de houten rondjes genaaid. De werkmieren zijn weer versche nen met hun kromme tapijt- naalden en bolletjes dun touw. Ze naaien vlijtig en al gauw staat er een rij lampionen te wachten, om naar de kaarsen fabriek gebracht te worden. Iedere lampion krijgt daar 'n kaarsje. Elsje mag de mooiste uitzoeken om mee te nemen. Ze kiest natuurlijk die blauwe met oranje stippen. ben. Daarom zal er misschien niet gauw een eind komen aan deze populaire moderage. stelen. Terwijl het prinsje in de keuken bezig was de glazen te vullen, sloeg de dief een stevig touw om het ventje en wilde hem zo meeslepen. Het prinsje schrok zo, dat hy het hele blad met gla zen liet vallen en alles kletterend op de grond vjeL Daar schrok de dief ook van en vlug nam hij de benen en vluchte weg. De gas ten hadden het gerinkel gehoord. Ze snelden naar de keuken en von den het prinsesje op de grond met het touw om zich heen. Het prins je kon gelukkig alweer lachen, toen hy van de overval vertelde. Dat was nog goed afgelopen. Anita Zwetsloot, Leiden vertelt 2 3 5 6 7 8 10 11 PAP£ 12 B 15-61 01 fiq 8 '6 fiq De week daarna zou het gebeu ren, maar ja, toen was helaas de halve klas ziek. De week daarna ging het ook weer niet, want juf frouw was ziek. Maar de week daarna kon het dan toch doorgaan. Ik had een bandje gemaakt van 4 kinderen, Willy. Anneke, Yvon ne en ik, Anita. We hadden alle vier witte plooirokken aan en oranje truien. Wij waren het tweede aan de ITT PUKKIE'S DAGBOEK Wat heeft Pukkie pech! Maai tegelijkertijd schoot hem iets te binnen en iedereen was weer te- Song Festival op school Ik zit in de derde klas bij juf frouw Uljé op de Hartebrugschool. Op een donderdagmiddag, we had den zangles, zei juffrouw: „Jon gens we gaan een songfestival houden. Ik heb het verleden jaar ook met de vorig® klas gedaan." leesboek en mochten ook bt de tweede klas optreden. Met succes! Daar kregen we ©en schrift. (Het is jammer Anita, dat je het versje niet voor ons hebt op geschreven, dan hadden we er ook van kunnen genieten. Of komt Met nog? Tant Jo.) Leo Kuiters Hoe de dennen iets nieuws kregen Het was een mooie voorjaarsdag. De bloemen kregen knoppen en weer mooie groene blaadjes. Het begon nu echt mooi weer te wor den. Iedereen kreeg iets nieuws. Nee, niet iedereen. De dennen en de sparren in het bos keken som ber. Zij kregen niets nieuws. De Margriet met haar mooie gouden hartje en witte blaadjes vroeg: „Waarom kijken jullie toch zo somber?" „Ach wij houden altijd maar de zelfde naalden." „Dat is niet leuk," zei de margriet, „ik zal 's nachts eens aan een kabouter vra gen of hij iets weet voor jullie." En diep in de nacht kwamen de kabouters. De margriet had veel moeite om wakker te blijven, maar het ging toch. Zachtjes riep ze: „Hé kabouter kom eens!" „Wat. slaap je nog niet, het is al zo laat." „Ik moet je iets vragen," zei de margriet. „Toe zeg het maar." „De denen zyn zo bedroefd, om dat ze nooit iets nieuws krijgen. Weet je er iets voor?" „Ja, daar kan ik wel wat aan doen." zei de kabouter en hfl liep snel weg om naar de verfkabouter te gaan. Daar vertelde hij het hele verhaal van de margriet. „Daar moet ik goed ovef na denken.'.' Hij stopt zijn pijpje en dacht na. Opeens wist hij het, hij zou de dennenaalden een rood puntje geven. De kabouters vonden het een goed plan. De verfkabouter zei: „ik zal een flinke pot rode verf moeten maken, want ik heb veel nodig," en hij begon te roeren, an ders werd de verf te dik. Dat duurde een hele tijd en hij werd zó moe dat er een knechtje moest komen helpen. Eindelijk was de verf juist dik genoeg. Een hele boel kabouters kwamen helpen met verven. Ze hadden allemaal een kwastje meegebracht. Zo kregen alle dennen mooie rode puntjes. Nu hadden ze ook iets nieuws en ze staan nu met trotse gezichten te kijken. Dag kinders. We gaan volgende week weer verder met verhaaltjes, Tante Jo. Er kwamen ook nog goede op lossingen in van: Liesbet Dissel dorp, Hoogmade, Ria Oömen, R A. veen, Els de Jong. Zoeterwoude; Leontine Straver, R.A.veen; Mar- gret Caspers, Stompwijk; José v. Velzen, Zoeterwoude: Ris en Nan Straathof, Rflpwetering. 16 De eerste Europeaan, die vaste voet kreeg in Amerika, Columbus, maar de Viking Leif Eriksson. Vanuit Zuid-Groenland hij in het begin van de 11e eeuw met ongeveer 35 mannen naa I westen, om het land te zoeken, dat zyn vader, Erik de Rode, ontelbare zwerftochten aan de horizon had gezien. Leif kwam toA| Labrador en New Foundland en voer daarna langs de kust naa •zuiden. Hij bereikte een grote rivier, waarin het wemelde en hij constateerde, dat de dag hier regelmatiger in dag en nacht deeld was, dan in Groenland. De Vikingen noemden het land „Wijn! en zij bleven er tot de volgende lente. Aan de beschrijving te zien, waren de Vikingen in New Jers4 Virginia neergestreken. Later volgden meerdere expedities, i onbekende oorzaak koloniseerden de Vikingen het nieuwe landl Misschien hebben de sluwe indian... hun zoveel grijze haren bezoii De ontdekking van Leif Eriksson bleef in Europa onbekend, mondeling verslag werd pas verscheidene eeuwen later in de berc sagen opgeschi-even, maar toen waren de Spanjaarden, EngelsepB Portugezen er al om het nieuwe land in het westen te vei geleerden zijn het, tot op heden, er niet over eens. wie n Amerika het eerst ontdekte. De laatste wetenschappelijke beu schijnen toch aan Leif Eriksson de eer te geven. Was hij daar gebl gj dan zou alles veel beter opgetekend zyn. DIERENVERHAAL Veel mensen denken, dat a mensen kunnen glimlachen! lachen. Maar de beroemde gelJ Sir Ray Lankester dacht ders over. Hij constateerde! apen kunnen lachen, enkele lt| zelfs hoorbaar met open i maken daarbij een geluid veelop Met lachen va lijkt. Tijdens zijn onderzoékj dekte de geleerde, dat zijn q pansees brulden van het la| als hij ze onder de ar Honden kunnen ook lachen de hyena een kreet slaakt, difl lachen doet denken weet r hij een prooi op het oog heej Nii 'Zl fiq V 'fi fiq 'II fiq Z '9 fiq I :3u|8soid(> beurt. De juf vond het leuk, dat we allemaal hetzelfde gekleed wa ren. Het liedje hadden we ook zelf gemaakt. De naam van ons clubje was: Dé Brio's. De jury, die uit vier jongens van onze klas bestond, gaf ons een 9. Hoewel er nog veel jongens en meisjes waren, die optraden, zijn wij toch eerste geworden. Gé en Ronald werden tweede met: „We drinken". We kregen allemaal een VERSTOPPERTJE Zullen we verstoppertje spelen? vroeg de aap aan de andere dieren. Lk doe mijn ogen dicht, terwijl jullie je verstoppen. Waar zijn de 5 dieren? Oplossing: Het konijntje zit achter de boomstronk, de vogel rechts in de boom, het hert achter de houtstapel, de kat achter een boom stam, de muls achter de vliegenzwam. Toen in de herfst van 1967 in het puriteinse Boston inder rebellerende studenten een muzikale revolutie ontstond kortweg „underground" genoemd, omdat het produkt ongrijpbaar leek beijverden groepen als „The Moby Grape". „The Iron Butterfly" en „The Ultimate Spinach" zich om met de hoogste eer te gaan strijken. Op het elpee-front kregen zij inderdaad erkenning, maar het single-front liet het vooralsnog afweten. Niet echter voor Blood, Sweat Tears", lie met het intrigerende „You've-made me so very happy" in de Amerikaanse top-tien verzeild raakte. De opname werd getrokken van de elpee „Blood, Sweat Tears", die qua sound en muzikale opvat ting uniek is voor het popwezen. De groep, bestaande uit Fred Lipsius i saxofoon/pianoChuck Winfield trompetLew Soloff trompetJerry Hyman (trombone), David Clayton-Thomas (zang), Dick Halligan (orgel/piano/fluit/trombone/zang), Steve Katz (sologitaar/zang). Bobby Colomby (drums) en Jim Fielder (bas), is bij het opnemen van deze elpee zeker niet over één nacht ijs gegaan. Aller eerst werd gezocht naar een aantal geschikte num mers. Uit het arsenaal eigen composities overleefde alleen het „Blues part 2" de strenge voorselectie. Daarnaast werd o.m. een klassiek thema bewerkt tot „Variations on a theme by Eric Satie". Toen kwam het meest tijdrovende deel van' de opname: de arrangementen. Beschikbaar voor het maken waren Fred Lipsius. Dick Halligan en als extra-versterking de fameuze musicus Al Kooper. Fred Lipsius nani „Smiling Phases" (met Halligan en Kooper), „More and More" (met Halligan en Kooper), „Spin: wheel", „You've made me so very happy" (met per) en „Blues part 2" (met Halligan) voor rekening. Dic-k Halligan tekende voor de ove songs: „Variations on a theme by Eric Satie", ,.Sc times in winter", „And when I die" en „God the child". De arrangementen van laatstgenoemde zijn s fineerder, afwisselender ook. Lipsius houdt van recht-toe-recht-aan-werk, duidelijk geënt op eenvoudig bluespatroon. Piano, bas. drums en voeren bij hem de boventoon (uitgezonderd het galoos knappe „Spinning wheel", waarin een van een partij voor de kopersectie zit), terwijl H gan liever experimenteert met de blazers. Riepen de „Blood, Sweat Tears"-kuapen toe nog de hulp in van medecomponisten of een vriende arrangeur, de rest van de opname puur muzikale gedeelte verzorgden zij geheel Uniek, als we bedenken, dat het allemaal jaa jazzy bewerkte blues is, wat de klok slaat, jongens spelen 't uiterst strak, uiterst muzikaal goed eigenlijk vdor het peil, waarop de huidige muziek staat. Te moeilijk ook voor de doors tiener, die het gekrakeel van de Beatles nieuwste single „Get back" is werkelijk niets c - of Stones of Kinks als maatstaf hanteert. V daar ook, dat „Blood, Sweat Tears" nooit hoogte zal bereiken, waarop het muzikaal/C ni6ch gezien recht heeft. Een hitgevoelige schieter als „You've made me so very happv" spijt. als i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 10