Er komt een nieuwe
Kerk, daar ben
ik zeker van
Belastinggeld wordt niet over de balk gesmeten
3ISSCHOP JANSEN
Voorzitten Peschar van Rekenkamer:
pede Tl
ff
NSDAG 6 MEI 1969
PAGINA 9
lOTTERDAM „Geen rooie
ent wil ik hebben van die col-
icte. Ik heb altijd een boter-
am gehad en die zal ik wel
ouden. De helft van de op-
rengst gaat naar het Afri-
aanse bisdom Tabora en de
elft wordt besteed voor pas-
orale doeleinden in ons eigen
sdom". Aldus mgr. M. A.
ansen, bisschop van Rotter-
am, over het geschenk, dat
hem bij zijn 40-jarig
riesterfeest op 22 mei a.s. wil
anbieden. En hij méént het.
ok al vindt hij het wel leuk,
at enkele priesters het initia-
ef hebben genomen voor
et aanbieden van een per-
oonlijk geschenk, buiten de
ollecte om. „Laat ik dat dan
oor mezelf besteden", zegt
j eenvoudig. Net als de kape-
aan, die bij het huisbezoek
en tientje in de hand krijgt
edrukt.
isschop Jansen is werkelijk de
:nvoud in persoon. Hij telt hoeveel
jpjes koffie er moeten zijn en geeft
sjes sherry rond alsof het de
•woonste zaak van de wereld was.
'il ook best de kwaliteit van de
oekjes even aanprijzen. En praat
issendoor over de dertien jaar, dat
?hop van Rotterdam is geweest,
et begon met een groot project, dat
invankelijk een succes en later een
(rijfelachtige zaaJHiSëêH*të*2ijllfï'"45è
an het seminarie Leeuwenhorst.
;ioen het er na enkele jarèn ston<3.'
«i gebouw van acht miljoen, helemaal
rij van schuld, cash and carry, toen
jeht ilk: dat is iets om trots op te zijn.
(aar die illusie is maar kort blijven
Hij perst de lippen op
kaar, de onderlip iets naar voren
E"token, als een zakenman, die een
keerde gok heeft gedaan. En die het
rr het beste vindt, dat aan zichzelf
bekennen.
n kwam het Vaticaans concilie en
de stroomversnelling, die eruit voort
vloeide. De bisschop werd er een
beetje door overdonderd. „We dachten
allemaal, dat het een paar maanden
zou duren: wat plechtigheden, wat
handtekeningen, wat formaliteiten.
Maar de eerste vijf minuten van de
eerste werkvergadering bleek, hoezeer
we ons vergist hadden". Het concilie
werd het begin van het moeizaam
zoeken en tasten naar een nieuw kerk-
Waar dat op moet uitlopen, weet bis
schop Jansen nog niet. ,,We zitten in
de mist met onze idealen", zegt hij.
„Op de lange duur zal er wel iets
goeds uit voortkomen. Maar op korte
termijn zitten we midden in de be-
roerdigheden. En die zullen nog toe
nemen. Je weet niet waar je heengaat.
Er komt een nieuwe Kerk, daar geloof
ik vast in. Maar hoe die Kerk eruit
zal zien, dat wordt maar heel geleide
lijk aan een ietsje duidelijker". Hij
wijst naar buiten, waar een sirene het
eind van de werkdag aankondigt over
het wroetende Rotterdam. „Daar wordt
ook gebouwd", zegt hij, „maar daar
hebben ze een plan, daar weten ze
precies waar ze naartoe moeten".
Van excessen op kerkelijk gebied houdt
hij niet, dat is duidelijk. Maar wat is
een exces? Dat kan hij niet direct
onder woorden brengen. Hij denkt aan
experimenten, die te veel een indivi
dueel karakter dragen, aan naaperijen
zonder een hechte fundering. Van de
andere kant weet hij, dat er opzien
barende dingen nodig zijn, om de zaak
vooruit te brengen. Als ze gebeuren,
maak je je er kwaad om. achteraf vind
je ze toch wel gelukkig.
En weer denkt hij aan Rotterdam. Toen
de binnenstad in 1940 verwoest werd,
was iedereen woedend. Maar achteraf
blijkt Rotterdam er goed mee te zijn,
beter dan andere steden. „Soms zeg ik
bij. mezelf: laat ze de hefle binnenstad
^jyan Den Haag in dc-fik zetten, dan zijn
alle problemen opgelost. Maar dat kan
natuurlijk niet. Het is maar bij wijze
van spreken".
Hoofdzaak bij alle experimenten is, dat
de dialoog tussen leiding en pioniers
op gang wordt gehouden. Maar doet de
bisschop dat van zijn kant wel? Neemt
hij niet een houding aan van: vraag
asjeblieft niet te veel, ik sta welwillend
tegenover jullie pogingen maar als je
mij uitdrukkelijk om permissie vraagt,
moet ik die weigeren?
De bisschop vindt inderdaad, dat vol
wassen mensen self de verantwoorde
lijkheid voor hun daden moeten
dragen. „Toen ik professor was op het
probeerden de studenten mij
jor hun karretje te spannen
als ze kattekwaad wilden uilhalen.
Nooit heb ik mij in die strik geworpen.
Ik zei: ,JJoe het of doe het niet". En zo
(staat hij er nog steeds tegenover.
Priesters, die zich voor alles en nog wal
met het bisschoppelijk gezag willen
dekken, kan hij niet appreciëren.
Of mgr. Jansen gelukkig is met de
invoering van de democratie in de
Kerk? Dat is hij zeker, hoewel hij zich
realiseert dat het bestuur daardoor
wordt bemoeilijkt en vertraagd. Neem
de benoemingen. Vroeger stuurde je
eenvoudig een briefje en daarmee af.
Je polste natuurlijk wel wat en het was
echt niet zo „dat je de benoemingen
ex cathedra rondstrooide". Maar het
liep toch vlotter dan tegenwoordig.
Een van zijn grootste zorgen is de
veroudering en de inkrimping van het
priesterbestand. Wat moet dat worden
over vijftien of twintig jaar? Nu geeft
hij graag toe, dat ons land vroeger
wel erg rijk aan priesters is geweest
en dat zich in sommige opzichten een
luxe-zielzorg heeft ontwikkeld: denk
aan de vele adviseurschappen en aan
het frequente huisbezoek. Er is zelfs
een tijd geweest, dat de bisschop met
zijn priesters geen raad wist. „Je moest
een pastoor vragen of hij een kapelaan
wilde nemen. Die kreeg dan, als hij
arriveerde, te horen: ,Ik heb niet om
je gevraagd, maar je bent niettemin
welkom".
Nu is dat anders. Veel oude geestelijken
sterven of bedanken, in de midden
groep treden er velen uit en de wij
dingeer worden ieder jaar minder. „Ik
begrijp dat best", zegt de bisschop.
„Wanneer ik jong was, ik weet nog
niet óf ik dan priester zou willen
worden". In welke richting de op
lossing moet worden gezocht, is hem
allerminst duidelijk. Hij noemt diverse
mogelijkheden op om ze meteen weer
te verwerpen of van vraagtekens te
voorzien. „De meest haalbare kaart is,
dat we mensen, die al gehuwd zijn, tot
priester wijden. Die kunnen dan als
part-timepriester beginnen, in het
weekend en later hun werkkring wat
uitbreiden". Maar hoe dat allemaal
dat is hem niet
Volgend jaar augustus hoopt de bis
schop zijn ambt aan een ander te
kunnen overdragen. „Het is geen
vlucht", zegt hij met nadruk. „Ik heb
het van het begin af aan zo gewild.
Toen ik bisschop werd, ontmoette ik
heel wat oude pastoors tegen wie al
meermalen gezegd was, dat ze moesten
gaan rusten. Ik rust toch al, was hun
antwoord. Maar dat sloeg natuurlijk
nergens op. Ik heb vaak met succes
geprobeerd hen tot bedanken te
brengen. En nu wil ik zelf niet achter
blijven. Een bisdom als dit kam alleen
maar gediend zijn met betrekkelijk
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Een
man als Alfrink bijvoorbeeld, die moet
in deze omstandigheden niet heengaan.
Maar Jansen kan gemist worden, daar
is hij helemaal van overtuigd. ..Tijdens
hel concilie heb ik mij vaak geërgerd
aan al die oude kardinalen wrakken
soms. die amper meer uit de voeten
konden. Ik zei bij mezelf: moet het
daar nou van afhangen En dat is de
reden, waarom ik met mijn vijfen
zestigste ga. Ook al ben ik bang, dat
sommigen het anders zullen uitleggen".
Hij hoopt op een goede opvolger.
„Iemand, die televisaeminded is of
liever televisiegeniek. Een tweede
mgr. Bekkers. Maar die vind je niet
een, twee, drie". In het huidige episco
paat is zo iemand niet te vinden.
Alfrink heeft het ook niet. Die wint het
door de kracht van zijn argumenten en
door zijn superieure intelligentie. „Eerst
krijg je Alfrink", zegt Jansen, „dan een
hele tijd niets. En daaronder krijg je,
nou ja, een van ons, ik weet niet wie ik
zou moeten noemen".
Als hij afscheid heeft genomen, gaat
Jansen lekker niets doen, eens kijken,
hoe lang hij het uithoudt. Ergens
midden in Amsterdam, want hij is een
Amsterdammer en wil dat weten. Hij
gaat zich bezighouden met alles waar
voor hij tot nog toe geen tijd heeft
gehad. Klokken repareren. Kunst
boeken lezen. Met zijn treinen spelen.
Wat dat laatste betekent, wordt me
pas duidelijk als hij me meeneemt
naar het heiligdom waar het grote-
mensenspeelgoed staat opgesteld. Een
emplacement van ettelijke vierkante
meters met bruggen, spoorwegover
gangen, wissels en stopplaatsen. Drie
„Een kamer waarin wordt geleefd", zo kenschetst
de voorgrond voor de foto te ontruimen. Het mag e
ss chop Jansen zijn woonvertrek. Hij weigert de tafel op
allemaal op, ook de sigarenkist.
treinstelden. waarvan een in het kop-
station, twee ergens verforen op de
rails. Bisschop Jansen begint te stralen
als hij het ziet en zet zich meteen
achter de bedieningstafel. Eea.<lruk op
dé knop, een draai aan de weerstand
en daar gaan ze al, over de bruggen,
ónder de tunnels, schuin door de bocht.
Er vliegt er een uit de raiils. „Dart zal
je altijd hebben", zegt de bisschop
spijtig, „net als je het wilt laten zien".
Hij vindt het kennelijk prachtig.
„Niet dat rijen", zegt hij. „Ik rij be
trekkelijk weinig. Maar het repareren
als er iets kapot is. En het bouwen
van een nieuw onderdeel. Het doet je
al je zorgen vergeten". Wanneer pre
mier De Jong hem straks komt be
zoeken, hoopt hij samen met hem een
fijne middag te hebben. Die heeft thuis
ook zo'n emplacement. En die schijnt
heel wat van treinen te weten.
Dan is er not e&h Verzameling' kunst-
boeken, hele baSïèn (vol. Bij yyorkeur
over de Vlaamse méésters. maar de
modernen als Chagall en Picasso zijn
toch ook vertegenwoordigd. Alleen de
allermodernsten ontbreken. .,Die be
grijp ik niet", zegt de bisschop, „al die
kipetische dingen, die zeggen me niets".
Kortom, Jansen is een man zonder
enige pretentie. Die weet wat hij kan
en wat hij niet kan, die daar rond voor
uitkomt zonder enige gêne. „Het klinkt
misschien wart triviaal, wat ik allemaal
zeg", oppert hij een tikje onzeker. „Zo
Hij is kennelijk bang, dat de
lezers hem niet erg „bisschoppe
lijk'' zullen vinden. Maar ons
inziens heeft hij dat bij het ver
keerde eind. Vandaar dat we hem
toch maar getekend hebben zoaLs
wij hem bij het gesprek hebben
gezien. Een ware Israëliet. In wie
geen bedrog is gevonden.
DR. ALFRED VAN DE WEIJER
(ADVERTENTIE)
CONTROLE OP
NED BANK GREEP UIT FINANCIËLE GRABBELTON
MOEIZAAM Koffie
Er zijn
veldheerachtige
vaders
maar er zijn
alleen maar
lieve moeders
en lieve
moeders zijn op
moederdag
een
elektrische
pede
snijmachine
waard
.(Van, onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. „lk heb niet
het gevoel dat de rijksgelden met
handen de deur worden uitge
gooid. Nee, het geld wordt niet
te royaal uitgegeven. Er vindt
trouwens bij hef, rijk een gevecht
om het geld plaats. De ministeries
hebben lange waslijsten met wen
sen, waar men nauwelijks aan toe
komt. Dat gevecht om liet geld Biljartlaken
stimuleert een voorzichtig beheer.
Steeds weer moet worden gekozen
uit een veelheid van belangrijke
zaken".
In kantines van de t.h. Delft bleek het
aantal koppen koffie en thee per ser
veerster soms belangrijk beneden het
gemiddelde te liggen, waardoor de
serveerkosten per kop relatief hoog
lagen, van 15 tot 37 cent, bü een ver
koopprijs van tien cent per kop koffie
en vjjf cent per kop thee. Een nieuwe
chef van de kantine moest voor een
betere efficiency zorgen. De Reken
kamer had intussen voorgesteld de prjjs
voor een kop koffie ol' thee een paar
cent te verhogen. Dal brengt per jaar
vijftigduizend gulden meer op.
aan de eisen voldoet. Jaarlijkse be
sparing: 10.800 gulden. Doordat de
cadi voortaan de koffie via de dienst
kwartiermeester-generaal betrekt,
wordt een besparing per jaar van
12.500 gulden verkregen.
Uitzendbureaus
De Algemene Rekenkamer meent, dal
de overheid alleen uitzendbureaus moet
inschakelen in de gevallen, waarin
vacatures daartoe nopen, dan wel als
onvoorziene werkzaamheden van tijde
lijke aard op korte termijn moeten
worden verricht. Dit heeft de Reken
kamer onder de ogen van de minister
van Landbouw en Visserij gebracht.
Morovia (Liberia) werd voor 21 jaar
een stuk grond gehuurd. De huur van
140.000,- gulden werd vooruitbetaald.
Later werd besloten van de bouw af
te zien, omdat de ligging van de grond
minder aantrekkelijk was geworden.
De Rekenkamer zegt in een paar
kritische opmerkingen te „betreuren",
dat die 140.000 gulden weggegooid geld
Kanselarij
Hoeken
De militaire kantincdienat jaarlijks IU bciSSClde
tekort ongeveer 100.000 gulden is
overgegaan tot het aanschaffen van Voor de bouw var
goedkoper biljartlaken, dat kwalitatief een kanselarij voc
j Dat zegt de voorzitter van de Alge-
j mene Rekenkamer, dis. H. Peschar, in
j een toelichting op het verslag van de
i Rekenkamer over 1968, dat aan de
Tweede Kamer is uitgebracht.
Drs. Peschar is bijna zestien jaar lid
van de Tweede Kamer voor de Partij
I van de Arbeid geweest. Hij was een van
de financiële deskundigen van de fractie,
ploos ieder jaar de rijksbegroting gron
dig uit en kwam als man van de oppo
sitie zo nodig met een tegenbegroting.
Per 1 februari van vorig jaar werd hij
benoemd tot voorzitter van de Algemene
Rekenkamer.
De belangrijkste taak van dit met 200
man werkende rijksinstituut is: de con
trole op de rechtmatigheid en doelmatig
heid van de wijze waarop met rijksgelden
wordt omgesprongen. Voor die controle
beschikt de Algemene Rekenkamer over
een eigen bureau op de verschillende
ministeries.
De Rekenkamer is bevoegd bij de
rijksdiensten de boeken, rekeningen, be
wijsstukken en andere bescheiden te
onderzoeken. De ogen van de deskundige
accountants tasten kolommen cijfertjes
af om te zien of de belastinggelden goed
worden besteed. De ervaringen worden
neergelegd in het jaarverslag. De Tweede
Kamer bestudeert ieder jaar dit verslag,
zal zonodig aanbevelingen van de Reken
kamer onderschrijven en eventueel een
minister op zijn vingers tikken. De Re
kenkamer kan wel kritiek leveren op
de besteding van rijksgelden, als met
die kritiek geen rekening wordt gehou
den moet de volksvertegenwoordiging in
het geweer komen.
Het verslag van '68 vermeldt ruim
110 zaken waarover de Rekenkamer op
merkingen maakt, kritiek levert of be
sparingen voorstelt. In het ene geval gaat
het om kopje» koffie, die op de Ul la
Delft veel te goedkoop worden verkocht,
in het andere geval om het achterblijven
van de rijkskeurlonen voor ingevoerd
De controle van de Rekenkamer levert
besparingen op. In ieder geval zoveel,
dat de kosten van de Rekenkamer, totaal
vijf miljoen per jaar, er meer dan dik
uitkomen.
Die besparingen zijn moeilijk te be
cijferen, want in sommige gevallen gaat
het om bedragen die steeds weer terug
komen. Er worden bijvoorbeeld tarieven
en prijzen van overheidsbedrijven ont
dekt die jarenlang rijn achtergebleven.
De aanpassing van die tarieven komt
de rijkskas niet alleen nu maar ook over
zoveel jaar ten goede. Verder gaat van
het bestaan van de Rekenkamer een
preventieve werking uit.
«Ik heb geprobeerd te becijfer en boe-
Voor twee naar Nederland terugkerende
zoons van een ambassadeur werd ruim
1600 gulden betaald, oindat 90 kg studie
boeken per vliegtuig waren vervoerd.
Als de hoeken per boot waren ver
stuurd, zou dat 300 gulden hebben ge
kost. De Rekenkamer heeft minister
Luns erop gewezen, dat de boeken best
per bool verstuurd hadden kunnen
worden. Desnoods hadden de allernood-
veel door onze controle wordt bezui
nigd", zegt drs. Peschar. „De preven
tieve werking van de Rekenkamer is
natuurlijk niet in guldens uit te druk
ken". Drs. Peschar schat dat dank zij
de controle in het verslagjaar '68 aan
besparingen en extra-inkomsten 90 mil
joen gulden is verkregen. „Maar als we
het zo minimaal mogelijk stellen, gaat
het nog altijd om besparingen van rond
20 miljoen", aldus drs. Peschar
Bjj de rijksdiensten levert de controle
op de centen geen enkel probleem op.
Moeilijker ligt het voor zelfstandige
instellingen, eigendom van het rijk maar
met een eigen beheer, zoals bijvoorbeeld
de Ned. Bank. Deze is volledig staats
eigendom. maar de Rekenkamer levert
een gevecht om de accountantsrapporten
over het financieel beheer bjj de bank
in handen ta krijgen. Tot nog toe ia dat
Op aandringen van de Rekenkamer
heeft de minister van Buitenlandse
Zaken vorig jaar de kanselarijrechten
aangepast, die sinds 1948 niet meer
waren verhoogd. Geschat wordt dat die
rechten hierdoor jaarlijks 300.000 gul
den meer opbrengen.
echter in een commissie van de Tweede
Kamer vorig jaar toegezegd, dat hij
niet met voorstellen tot tariefsverho
ging „in de komende tijd" zou komen.
De Rekenkamer meent niettemin, dat
herziening van verscheidene examen
gelden het rijk een voordeel van 800.000
gulden per jaar oplevert.
Schel]
Ex i
winen
De Rekenkamer heelt er bü de minis
ter van Onderwijs en Wetenschappen op
aangedrongen de examengelden voor de
N-aktcn (nijverheidsonderwijs) te ver
hogen, omdat die sinds 1957 niet meer
waren aangepast. De minister had
oen zuigen
Een onderzoek bij de inspectie van de
domeinen in Goes wees uit, dat het
tarief voor het schelpen zuigen in de
slaatswateren zes cent jfer kubieke
meter bedroeg en in vijf jaar niet was
verhoogd. De minister van Financiën
heeft de vergoeding vorig jaar oktober
op tien cent gebracht, waardoor de
inkomsten van het rijk met 9400 gulden
per jaar stijgen.
niet gelukt. Ouk blükt het moeilijker
om een financieel inzicht te krijgen in
de gang van zaken bü de Staatsmanen,
sinds die een zelfstandige naamloze ven
nootschap zün geworden. Het lükt erop.
dat me» dan de vrijheid van de Reken
kamer om zich een inzicht in het finan
cieel beheer te verschaffen, w
ken. aldus de heer Peschar.
De activiteiten van de Rekenkamer
leveren het rijk niet altijd geld op. Soms
kost de controle geld. „In zo'n geval
fungeren we als ombudsman. Neem het
geval van de chauffeur van een minis
terie. De man moest veel overwerk ver
richten. Hij werd ziek, in welke tijd hij
recht had op volledige bezoldiging. Bij
de controle is gebleken, dat de man zes
duizend gulden te weinig is uitbetaald.
Inmiddels is het te weinig betaalde ook
aan hem uitgekeerd", zegt drs. Peschar.
Stuttgart: geen
NPD-congres
STUTGARTT (Rtr.) De gemeente
raad van Stuttgart wil niet dat de uiterst
rechtse NPD (Nationaldemokratische Par
tei Deutschland) in deze stad een buiten
gewoon congres houdt. De raad liet weten
dat de NPD alleen maar een zaal gehuurd
heeft voor een bijeenkomst tijdens het
komende weekeinde van de plaatselijk»
partijafdeling en dat er zeker geen toe
stemming zal worden verleend voor het
houden van een buitengewoon congres.
Eerder had de gemeenteraad van Bonn al
verklaard niet bereid te zijn de NPD een
zaal te verhuren vooi een buitengewoon
congres op 10 en 11 mei.