E.L.A.M Ule zetten'n kwartje op uw proefrit met de RENAULT IB Tonny Pronk terug in oranjeselectie NIJMEGENS HOOFDCOMMISSARIS MR. F. PERRICK: De vrees voor de nationale politie als „opperbaas" houdt ontwikkeling tegen Maar de nieuwe wet zal wel weer alles 'n beetje bij het oude laten Concentratie van opleiding, materiaal en voorzieningen is een dwingende eis VRIJDAG 2 MEI 1969 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 LUCKY LUKE: CALAMITY JANE Ik' HEB HET AL DOOP IK KAM AL - LEEM MAAR OP MEZELF REKÉNEM VAMACHT HOUD Ik DE kWACHT IM 06 SALOON MAG WEL VOORTMAKEN MET DIE KOEKJES, WIL IK DIE ©V.f*© THEE - SALON KUNNEN INWUDEN IK HEB ZOVEEL MOGEL'JK VET GEBRUIKT DAN ZUN ZE MAKKEL'JK TE VERTEREN B3GGLES: DE TERUGKEER VAN HAWK SUSKE EN WISKE: DE JUNGLEBLOEM ALKMAAR 1 Vil ACILA 1 te Curacao AMELAND 2 te Jarrow ANGOLAKUST 2 te Greenbaj ADONIS 1 pass Sicilië nr Pira ASMIDISKE 1 vn Casablanc CHEVRON NEDERLAND Mena Al Fahal nr Singapoi ESSO AMSTERDAM 1 GEESTERKERK 2 vn Bahrein nr Han GABONKUST 1 vn Cutuco nr Launio GOOILAND 1 ten anker rede Santos GORREDIJK 2 te Bremen HOLLANDSDREEF 1 vn Tslngtao nr KABYLIA 1 KATENDRECHT 1 te Hamburg KOPIONELLA 1 vn Singapore nr Kt KONINGSWAARD 2 te Swansea KRYPTOS 2 te Montreal KATSEDIJK 1 vn Monrovia nr Free LIBERAKUST 2 te Luanda LOPPERSUM 2 te New Orleans MOERDIJK 1 vn Glasgow nr Londer OMMENKERK 2 SOLON 1 te Estado Boliv: STRAAT FLORIDA 1 te Kaapstad STRAAT COLOMBO 1 vn Port Kembia J t SPORTTOTO DEN HAAG Bij het bureau van de sporttoto in Den Haag hadden zich van morgen nog £een deelnemers gemeld met een foutloze kolom. Voor de tweede prijs (12 goed) waren zes, voor de derde prijs (11 goed) 201 gegadigden. Voorts komen 220 personen in aanmerking voor de extra-prijs. Ingevolge artikel 17 lid 1 van het toto reglement is de meldingstermijn voor toto 37 verlengd tot en met vrijdag 9 Van c sportredactie) DEN HAAG Ajacied Tonny Pronk, aanvankelijk „afgeschreven" voor zowel het Nederlands elftal als voor Ajax I, is door bondscoach Georg Kcssler opge nomen in de selectiegrocp van achttien spelers waaruit hij waarschijnlijk zon dagavond het Nederlands elftal voor de wedstrijd tegen Polen zal samenstellen. (Van een onzer verslaggevers) NIJMEGEN Wie een vulkaanuitbarsting ervan verdenkt, de manifestatie te zijn van een veel heviger, griezeliger onder liggend proces, heeft het grootste gelijk van de wereld. Dat wisten de wijsgeren uit de Griekse oudheid al. Maar als men op dezelfde voor de hand liggende manier de wetmatigheid zoekt achter de explosie van geweld, die in 1966 tijdens het Amsterdamse oproer politie en burgerij deed botsen, zodat het er nu nog van kraakt, lopen de gelijkgevers veel minder graag te hoop. Den Haag zette een hoofdcommissaris en een burgemeester buitenspel. Via de bekende weg van het lap middel werd soelaas gezocht voor het personeelsgebrek bij de politie. Er volgden enige halfhartige discussies over het al dan niet aanschaffen van waterkanonnen en over de vraag of burgemeesters al dan niet verantwoordingsplicht jegens hun gemeenteraden moet worden opgelegd. En dat was dat. Minder lange, warme zomers moeten we hebben. Dan loopt alles wel los. Een van de weinigen, die tot de kern van het kwaad durfde afdalen was indertijd en is nog mr. F. Perrick, hoofdcommissaris van het 250 man sterke Nijmeegse politiekorps. Het bui- tenhangen van de vuile was een zeer on-Nederlandse gewoonte, zeker voor ambtenaren schroomde hij daarbij niet. Het maakt hem tot de aangewezen man om te laten spreken over de poli tie, zoals zij nu is en zoals zij, evolue rend met de maatschappelijke stroom versnelling van de komende jaren zal moeten worden. De hoofdcommissaris blijkt het in wezen een simpele zaak te vinden. „Men moet in Nederland een nationale politie aandurven", zegt hij, „dat idee moet men kunnen verzoenen met een gedecentraliceerde taakuitvoe ring en verantwoordelijkheid, hetzij plaatselijk, hetzij regionaal. De Neder landse politie is even groot als de Lon- dense zó klein is ons land. Maar de gemeentepolitie is opgesplitst in niet minder dan 123 gemeentelijke korpsen, in sterkte variërend van 2310 man in Amsterdam tot 19 in Harlingen. En daarnaast opereert nog het ene, centraal door Justitie geleide korps rijkspolitie. Niet doeltreffend Dat is te dol. Alleen een doeltreffende politie is in staat de achting en het ver trouwen en daarmee de medewerking van het publiek te winnen, die voor de uitvoering van haar taak zo broodnodig is. Aan deze eis is in ons land onvol doende voldaan. JDe organisatorische voorwaarden, waaronder de politie in ons land moet werken, maken het haar als geheel onmogelijk aan de eisen van de maatschappelijke ontwikkeling op adequate manier te voldoen. We zijn or ganisatorisch bij de eisen des tijds ach tergebleven. Dit feit is er enerzijds aan sprakelijk voor, dat werving en verzor ging van het personeel niet naar lande lijke, uniforme, hoge normen plaats vinden en dat andere broodnodige lan delijke voorzieningen zowel op personeel als op materieel gebied niet of onvol doende tot stand komen. Anderzijds betekent het een ernstige handicap voor de uitoefening van de politiefunctie, die hoe langer hoe minder zuiver plaatselijk bepaald is en hoe langer hoe meer om eenheid in orgaan en leiding vraagt." D. Brouwer en zoon. Arnhem). Hij heeft voor zijn denkbeelden geijverd gedu rende de zes jaren, dat hij voorzitter was van het landelijk contact hoofd commissarissen en commissarissen van politie en hij ijvert er nog voor als hoofdredacteur van het nooit een blad voor de mond nemende tijdschrift voor de politie. Gevraagd om dit interview zuchtte hij telefonisch: „Ach. wat zal het helpen?" Heeft hü zo weinig hoop? „Er bestaat in Nederland", zegt hij, „vrees voor macht, vrees voor concentratie in één hand. Dat zou, redeneert men, strijdig zijn met de historische ontwikkeling en met de volksaard. Dit is het enige be langrijke argument, dat tegen de ge dachte van een nationale politie wordt ingebracht. Ik vind het in wezen een gevoelsargument, waarbij de rationele merites van de zaak buiten beschou wing blijven. Zulke argumenten zijn hel moeilijkst te bestrijden. U zegt. dat totalitaire staten het van hun staatspolitie moeten hebben. Dan vraag ik: Wat is gevaarlijker? Wat komt een bezetter beter van pas dan een voedingsbodem van ontevredenheid Nijmeegse hoofdcommissaris politiebestel. Pleidooi voor nieuw bestel Ziedaar, volgens hoofdcommissaris Per rick, de ziekte, die de Nederlandse po litie onder de leden heeft en die, zoals latente kwalen plegen te doen, op ieder dag en ieder uur kan uitbreken. Zo bezien is het Amsterdamse oproer een onvermijdelijke les geweest. Hoe nu verder? Hij heeft er een boekje over geschreven, getiteld: „Naar een nieuw politiebestel" een pleitnota (N.V. Uitgeversmaatschappij S. Gouda Quint- en dan nog politiemensen ,die elkaar niet kennen of wantrouwen? Het appa raat, dat wij nu hebben, zou voor een eventuele bezetter een makkelijker naar de hand te zetten werktuig zijn dan het gecentraliseerde apparaat, dat mij voor ogen staat. Ik heb een duide lijke aanwijzing daarvoor gezien in het krachtdadige verzet van de gecentrali seerde Deense politie tegen de arres tatie van joden. Ze konden dat doen, omdat ze zich een voelden en steun hadden aan elkaar. Zijn er krachtiger democratieën dan de Scandinavische landen? Toch hebben ze onbevreesd voor een nationale politie gekozen. De sleutel is: men moet onderscheid maken tussen het beheer de orga nisatie en de bevelsbevoegdheid. Naar mijn mening is een centraal be heer, dat streeft naar de vereiste na tionale voorzieningen, eel goed verenig baar met een gedecentraliseerde bevels bevoegdheid. Daarbij zie ik dat beheer die organisatie vooral als het middel om het niveau en de kwaliteit van de Nederlandse politieman te ver hogen. Die moeten in Nederland hoog zijn, want we zijn een kritisch volk. Het beeld van de ondermaatse politie van vroeger moet verdwijnen. We moe ten ons rehabiliteren. Dat eist een keur korps. Dat eist een elite, die zonder een grotere eenheid in organisatie en be heer onbereikbaar is. We zijn geen mi litair apparaat er moet bij ons lenig heid van geest zijn en flexabiliteit. Van de straat-agent wordt heel iets anders gevraagd dan van de rechercheur. Bo vendien wordt het eigenlijke werk ge daan door de mannen in de laagste ran gen. Die moeten bewust gemaakt wor den van hun individuele verantwoorde lijkheid. Daarin zie ik een belangrijke taak van de leiding. Het niveau van de politieman in de straat, die in allerlei individuele situaties optreedt, moet om- Hoop op concentratie HU zegt: „bü de herziening van de po litiewet de presentatie van een voor ontwerp van wet als algemeen discus siestuk is binnenkort te verwachten zal de minister de oude grondslagen wel willen behouden. Ik vrees, dal het onderscheid tussen gemeentepolitie en rijkspolitie gehandhaafd bluft. Maar wel hoop ik op een neiging tot grotere concentratie .Opgaan in samenbangende leefverbanden dat is althans, wat de Nederlandse hoofdcommissarissen en commissarissen willen. Ik schat, dat er op de duur 40 korpsen zullen overblijven met een gemiddelde sterkte van 500 man. In Engeland wordt dit laatste getal als een minimum be schouwd voor een effectieve politie organisatie. Daarbij zal de politie over wegend lokaal gericht blijven. kan ventileren, zal daaruit een veel grotere betrokkenheid met de politie In het boekje van hoofdcommissaris Perrick vindt men concreet de na delen geformuleerd, die het huidige politiebestel aankleven. Hij schrijft: „De aanstelling van het personeel in de ge- meentepolitiegemeenten geschiedt met uitzondering van de commissarissaai var. politie door de burgemeester. Afge zien van enige zeer globale, centraal voorgeschreven eisen is de burgemees ter geheel vrij in zijn keuze. Hij zal daarbij veelal op et oordeel van zijn korpschef afgaan, doch diens invloed is een variërende factor. Er is geen wettelijke verplichte voordracht van de korpschef. De aanstellingseisen voor meerderjarige applicanten bevatten geen eis van een bepaalde voorpolei- ding, evenmin is een psychologisch on derzoek verplicht. Er bestaat dus geen waarborg dat er landelük naar uniforme hoge maatsta ven wordt geselecteerd. De vorming van een naar binnen en naar buiten inspi rerende elite is onmogelUk. wanneer men die in handen laat van 123 burge meesters met soms zeer individualis tische opvattingen over de politie en de eisen .die de politiefunctie stelt." Burgemeester is sleutelfiguur Er wordt wel gezegd .dat ik de burge meesters afval. Dat is helemaal niet waar. Ik vind de burgemeester juist een sleutelfiguur, een prachtige, boeien de figuur in ons bestel. Onafhankelijk, eenhoofdig en daardoor krachtig. Mij en veel van mijn collega's staat een re gionale politiecommissie voor ogen van burgemeesters .waarbij de burgemeester van de centrale stad als voorzitter fun geert. De angst voor een nationale po litie als opperbaas moet weg. Ik zou juist in de relatie bestuur-burger, die het kernpunt is, veei verder willen gaan dan tot nu toe. De verantwoordings plicht van de burgemeester aan de gemeenteraad, die er wel zal komen, is daartoe een aanzet. Ik denk aan alles, wat met verkeer te maken heeft. Als de burgerij zich over een aantal dingen kan uitspreken, dan zal dit naar mijn mening een goed begrip kweken voor de manier, waarop de politie zijn taak uitoefent. Als de burgerij haar wensen Wij nodigen u uit voor de stabiliteitsproef. Dat wil zeggen: maak een proefrit met de Renault 16 en ontdek zelf het comfort en de puike wegligging van deze waarlijk progressieve wagen. En u zult tot uw verbazing ervaren hoe uitzonderlijk stabiel de wegligging is. De vering strijkt alle wegen voor u glad. Binnen heerst volstrekte rust. Zelfs van buiten is bij trillingsvrij. Het bewijs? Voordat u vertrekt leggen we een kwartje op de neus. We durven er dezelfde 25 centen op te zetten, dat bij uw terugkomst het kwartje nog precies op z'n plaats ligt. T.TTfir—if.iiariM.i Over de opleiding klaagt hoofdcom missaris Perrick: „Het totale aantal op geleide aspiranten van rijks- en ge meentepolitie samen beliep in 1966 nog geen 700 man. Alleen voor de primaire opleiding van dit beperkte aantal hou den we een mengelmoes van niet min der dan acht instituten van allerlei soort in het leven, alle met eigen ge bouwen, staven, hulpdiensten ,alle ook op eigen grondslag en onder eigen be sturen en daarom ook alle met eigen beperkingen." Een voortgezette oplei ding voor de gemeentepolitie ontbreekt vrijwel geheel, constateert mr. Perrick Een kaderopleiding is nog steeds in voorbereiding. Hetzelfde geldt sinds jaar en dag voor de verkeersopleiding der gemeentepolitie. Periodieke bijscho- lirlgs- en vearfrissingscursussen zijn voor het merendeel onbekend. Specia listenopleidingen, tenzij men de recher cheschool in aanloop als zodanig ziet, zijn tol op heden in de verdeelde oplei dingsinstituten niet tot ontwikkeling kunnen komen, noch op verkeersgebied noch op dat van de criminaliteit. De hoofdcommissaris vervolgt de was lijst van gebreken met vast te stellen, dat allerlei voorzieningen waaraan de politie behoefte heeft, maar die niet in het kader van een korps gevat kunnen worden, uitbleven. „Zo heeft de politie als geheel behoefte aan wetenschappe lijke inbreng van psychologen, sociolo gen, verkeersdeskundigen, en anderen, kortom aan een wetenschappelijke staf. Hetzelfde geldt voor de wetenschappe lijke research en centrale documentatie. Hetzelfde geldt ook voor andere op zich logische maatregelen, zoals de pooling van personeel en materieel voor ge- meensehappeiyke taken of voor voor zieningen. die de mogelükheden van een korps te boven gaan." De uilrusting van de politie vergt, aldus hoofdcommissaris Perrick kapitale be dragen. Maar ieder korps gaat binnen de grenzen van zijn eigen begroting zijn eigen gang. Centrale inkoop, die tot aan zienlijke besparingen, maar vooral tot aanpassing aan specifieke politiebehoef- ten zou kunnen leiden, is onbekend. De aanwezigheid van de politie en haar voertuigen van psychologisch belang voor de preventie is even brokkelig als de politie-organisatie zelf. Op het terrein van de recherche en van het verkeer bestaat centraal behoefte aan apparatuur voor „data-processing" (een computer) die alleen rendabel is, als minimaal de gehele politie er gebruik van maakt en die er dus bij het huidige bestel eenvoudig niet is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11