COR-
RES-
PON-
DEN-
TIE
JEUGDFESTIVAL STEP-IN
OVER HET WILDE WESTEN
DIEREN
AMBITIEUZE ZANGERES
MARTI DEGENS
HOUDT VAST AAN EIGEN STIJL
Elsje in kabouterland
Pinocckio
Tub en Joep
met de
olifant
Mijn leventje
De
gelaarsde
kat
GRANDIOZE
HAPPENING
Mariskal
ZATERDAG 26 APRIL 196!
„Ik wil iets meer dan al die beat. Ik vind het wel
leuk, daar niet van, maar er gaat zoveel verloren.
Je hebt een opleiding gehad en je wilt gewoon iets
meer. Ik treed daarom ook niet graag op in een beat-
kelder". Marti Degens is geen snob. Ze is geen
meisje dat hautain zegt: ,,Ach zeg, stel je voor. Met
zo iets zou ik me inlaten? Hoe kom je er op?" Nee,
Marti Degens, 19 jaar, voelt zich te veel tiener om
zich van de beatklanken te distanciëren. Maar ze wil
bewijzen dat haar optreden van scholing getuigt.
En de beat biedt haar daarvoor te weinig mogelijk
heden. Daarom!
Zij is een meisje dat ambities
bezit, zich boven de middelmaat
te willen verheffen. Ze kiest dan
ook niet de teksten waarin het
,.ik hou van jou" niet alleen cen
traal gesteld wordt, maar er ook
van overlopen. Bij een eigen stijl
past dat nu eenmaal niet Marti
Degens, die bij de Leidse Sleu
teltjes Henk Franken al opmerk
zaam wist te maken op haar ta
lenten en samen met Janneke
Ligte (presentatrice van „Doe-
bidoe") het duootje „The Day
lights" vormde, wil nu hoger
reiken. Dat lukt haar tot nu toe
tamelijk goed. Alede dank zij Ma-
riëtte Serlé. haar huidige lerares,
begon zij de toonladder te be
schouwen als 'n schommel waar
in zij zich snel op en neer be
weegt
Haar sprong op de muzieklad-
der heeft iets weg van een lift,
waarin zij omhooggeschoten is.
De lift.is voorlopig gestopt bij
de KRO-studio waar zy in pro
gramma's verscheen als „Spring
plank" en „Tussen twaalf en
twee," dat Felix Huizinga en zijn
medewerkers lot een volwassen
tegenhanger maakten van Jan
Veens „Muziek bij de lunch".
Marti Degens daarover: „Ik
werd 's morgens om negen uur
opgebeld. Of ik om elf uur in de
studio kon zijn. Nou dat kon. Ik
werk niet. ik heb vorig jaar
examen gedaan voor de MMS en
ben daarvoor geslaagd. Sinds
dien heb ik nog geen baantje
gehad. Ik verdien wat met zin
gen 's avonds. Erg veel is het
niet. Ik zou graag een auto wil
len hebben, maar ja dan zal ik
er iets voor moeten doen. Maar
enfin, ik was dus op de afgespro
ken tijd in Hilversum. Wat een
dolle boel was het daar.
begint b.v. met 'n klassiek werk
je en eindigt dan heel onver
wacht met hoempamuziek. Dat
ik daar niet in de lach geschoten
ben begrijp ik toch niet. Ik zat
daar op een kruk. middenin de
zaal en steeds werden er grollen
gemaakt. Iedereen zat gekke bek
ken te trekken. Toch moet ik er
wel respect voor hebben. Er is
eenmaal geoefend en toen was
het meteen life."
De onbezorgdheid en 'n zekere
brutaliteit komen Marti Degens
goed van pas. De talenkennis die
zij zich op de Middelbare Meis
jes School eigen maakte komt
haar ook goed van pas. Zij kiest
Duitse, Franse en Engelse num
mers en voorziet ze als het zo
uitkomt van een Nederlandse
tekst. „Ideetjes doe ik ook vaak
in de trein op. Je ziet wat. je
neemt het goed in je op en werkt
het dan later uit. Goed, soms lukt
het dagen niet, maar als je zo
's avonds op je kamer zit te tok
kelen schiet je wel iets te bin
nen. Soms past de melodie niet
bij de tekst, maar meestal maak
ik tekst en melodie tegelijk."
Marti Degens „Ray Charles,
Charles Aznavour en de Supre-
mes zijn mijn favorieten. En dan
Martine Byl. Geen protestzan
gers. Ik zou ook geen protest
liedjes willen zingen Dat ruwe
is meer voor jongens En wat
heeft het voor zin?" begeleidt
zichzelf op de gitaar Maar ter
wijl ze haar zangkwaliteiten pro
beert uit te breiden volstaat ze
met enige akkoorden op de gi-
Dreamland en Lonesome tra
veller maakten ook op Wim Son-
neveld indruk. De ijle zang, dat
even later gevolgd wordt door
heel wat zwaardere klanken en
(Foto: Pander)
dat allemaal met overgave en een
vlotte presentatie waarbij de
teksten goed gearticuleerd wor
den, maakten Marti, volgens de
cabaretier, meer geschikt voor
een musical. „Hair" b.v., maar
helaas voor de Leidse kwam Jan
Kijzer in financiële moeilijkhe
den, zodat die kans verkeken
was .„Dat vond ik wel jammer.
Ik houd van ballet. Ik geloof
dat wanneer ik een nieuwe kans
krijgt in een musical dat ik zeker
in het vak zou gaan, maar nu
blijf ik het voorlopig maar als
een hobby beschouwen."
Wat gebeurde: In haar droom
stapt Elsje met kabouter
Prikkebeen kabouterland bin
nen. Iedereen is bezig met de
voorbereidingen voor de 50ste
verjaardag van koning Goud
oog. Elsje kijkt naar een cir-
kiklcers. Ze bezocht de banket
bakkerij, de timmerwerkplaats.
„Elsje", „zegt kabouter Prik
kebeen, „beb je wel goed geke
ken naar de mooie kronen die
daar aan de muur hangen?"
De eerste kroon is de doorde
weekse kroon. Hy is van zil
ver met parels. Dan komt de
zondagse kroon. Van zuiver
goud met diamaten. De tuin-
kroon hangt er ook. Hij is
van groen jade. Koning Goud
oog draagt hem als hij in de
tuin gaat zitten zonnen. De
groene kleur is om de vogesl
niet te laten schrikken. Goud
glinstert zo in de zon. De
slaapkroon is weg. Juist komt
de kamerdienaar binnen. Hij
haalt de doordeweekse kroon
van het haakje en hangt de
slaapkroon erop. Elsje ziet,
dat die kroon van zacht me
taal is. Bovenaan hangt een
zijden puntmuts met een lange
kwast. De koning kan zo des
nachts niet kou vatten, als het
raam in zijn slaapkamer open
Kabouter Prikkebeen loopt
naar een deur in de schat
kamer. Erop staat: „Verboden
Toegang". Twee stoere ka
bouters met rietstengels in de
hand, die ze als lanzen gebrui
ken, staan er op wacht. Prik
kebeen toont een pappiertje
met de handtekening van de
koning en de wachters laten
hen door. Prikkebeen trekt de
deur open en daarin zit, in 'n
vierkant vertrek, de goudsmid.
Hij is bezig van grote diaman
ten een kroon te maken. Het
is een heel precies en moeilijk
werk. Er moet gebeiteld
geveild worden. Elsje en Prik
kebeen gaan vlug weer weg.
Want de diamantsplinters
springen
in het rond. En dat is gevaar
lijk. De lakei neemt hen
mee naar de eetzaal. Da
wordt juist de tafel gedekt. In
het tafellaken is, op de plaats
waar de koning zit, een kroon
geweven. De kroon is
gouddraad met pareltjes op de
punten. Daar staat ook het
speciale koninklijke bord. Er
is een portret van de koning
op geschilderd met zijn staat-
siemanel aan en zijn zondagse
kroon op. Het was een
schenk van de elfen, toen hij
het koningschap aanvaardde.
Er was aan de tafel nog voor
twee andere personen gedekt,
want Elsje en Prikkebeen zou
den met de koning lunchen.
Hun borden waren beschilderd
met vogeltjes. In hun messen
en vorken waren allerlei
steentjes ingelegd. Omdat het
nog geen tijd was voor de
lunch gingen ze nog even kij
ken naar de wapenkamer.
Daar hingen tientallen bogen
en twee kabouters waren be
zig de gebruikte pijlen u
scherp te maken. „Gebruiken
jullie die wapens om oorlog te
voeren", vroeg Elsje. „Wel
nee, we houden er alleen maar
schietwedstrijden mee", zei
een van de kabouters. Net
wilde de kabouter gaan vertel
len, hoe de bogen gemaakt
werden, toen er een gongslag
klonk. „Lunchtijd", zei Prik
kebeen. Elsje en Prikkebeen
liepen naar de eetzaal.
Wordt vervolgd.
Vandaag vertellen de kinderen
z Christi Krom vertelt over
Er was eens een houtsnijder.
Hij heette Gepetto. Hij woonde
in een bos en van het hout sneed
hij mooie beeldjes. Op een keer
had hij een prachtige grote hou
ten pop gesneden. Gepetto noem
de hem Pinocckio. Het vreemde
van die pop was, dat hij echt kon
lopen, dit merkte Gepetto pas de
volgende morgen. Hij vertelde het
aan iedereen, maar niemand ge
loofde hem, behalve een mevrouw
die geen man en geen kind had.
Ze vond de pop zo prachtig en ze
vond dat Gepetto zo'n knappe
houtsnijder was, dat ze tegen Ge
petto zei: „Ik wil met je trou
wen". „Dat wil ik ook wel", zei
Gepetto, „maar we hebben geen
geld genoeg om voor een groot
feest te zorgen".
De mevrouw ze heette Erma, zei:
„We zullen samen heel hard wer
ken. Jij maakt de beelden en Pi
nocckio en ik brengen zé rond
om ze te verkopen".
Zo dat was dus afgesproken. Maar
in het bos woonde ook een heel
slimme vos, Lowieke genaamd, en
die had alles afgeluisterd.
Op een zaterdag, toen Erma en
Pinocckio op de markt hun beeld
jes verkocht hadden en ze met
een zak vol geld naar huis gin
gen, had Lowieke zich verstopt,
achter een heel dikke boom. Hy
had een pikzwarte doek -bij zich.
De vos wachtte tot Pinocckio
vlak bjj was en toen gooide hij
opeens de zwarte doek over Pi-
nocckio's ogen en hield z'n poot
voor Pinocckio's mond.
„Geef me je geld!" zei Lowieke,
„of anders eet ik je op".
„Dan moet je eerst je poot van
m'n mond halen", siste Pinocckio
„en die vieze doek van mijn ogen
Lowieke deed het meteen en toen
nam Pinocckio de kans en rende
het bos in naar huis. Als ze voor
taan weer naar de markt gingen
hield Pinocckio altijd goed de
hand vast van moeder Erma,
want Gepetto en Erma trouwden
samen en ze leefden nog lang en
gelukkig.
Jos van Schagen:
Uit Plukkie's
dagboek
Plukkie had wel het idee, dat va-
der's wandelstok hem van pas
zou kunnen komen.
Kijk, wie lopen daar? Dat zijn
Tup en Joep, twee grote apen.
Ze hebben een jas aan en een
en een gele muts en Joep een
gele jas en een rode muts. Hoe
komen ze aan die kleren? Wel,
die hebben ze bij het Nikkerdorp
gevonden. Joep heeft een grote
scheur in zijn jas, hy vindt het
gelukkig niet erg. Misschien
weet hij het niet eens. Op een
morgen gingen ze samen spelen.
„Zeg Joep, weet je dat je een
grote scheur in je jas hebt?",
vroeg Tup.
„O, dat hindert niet", zei Joep.
„Maar weet jij hoe je zo'n scheur
moet maken?"
„Ja", zei Joep. „dan heb je een
naald en een klos garen nodig".
„Hoe komen we daar aan?"
„Wel, bij de nikkers natuurlijk".
„Hoe komen we in de hut van de
nikkers?"
„Ik weet wat! Wanneer de nik
kers op jacht zijn, gaan we in de
hut zoeken naar een naald en een
„Kun jij dan die scheur maken?"
„O ja, best hoor. Dat heb ik bij
de nikkers gezien. Kom mee. Ik
hoor de nikkers al zingen, dan
gaan ze op jacht".
Ze verbergen zich achter een bos
je en als de nikkers weg zijn,
gaan ze in de hut zoeken. Daar
zien ze al een naald glinsteren.
Nu nog een klosje. Ook dat vin
den ze gauw.
Ze gaan weer naar buiten en ho
ren een vogeltje fluiten. Twiet!
twiet! Het is de gele nachtegaal
van het bos. Deze vertelt dat de
Nikkers op jacht zijn naar oli
fanten.
Oei! daar horen Joep en Tup vlak
bjj getetter. Dat doen olifanten al
tijd als ze kwaad zijn. Daar ko
men de nikkers al aangehold. Nu
zullen ze de olifant gauw vangen,
want ze hebben een diepe kuil ge
graven en daarover takken en
blaadjes gelegd. De olifant zal
gemakkelijk over die takken lo
pen en dan in de diepe kuil val
len. Maar wat doet Joep? Hij
springt op de rug van de olifant
en fluitsert in zijn oor, dat hy
niet rechtdoor moet lopen. De
Nikkers mikken hun pijlen op
Joep en hup! daar vliegt een pijl
in de muts van Joep. De olifant
maakt een sprong en samen ren
nen ze weg. Als het gevaar voor
bij is, rusten ze even. „Hoe heet
jy?" vroeg de olifant. „Ik heet
Joep en mijn broertje Tup". „Nou
bedankt hoor. Jullie hebben me
het leven gered. Als je me niets
gezegd had, was ik zo in de kuil
gelopen".
„Ja, maar het gele vogeltje had
ons gewaarschuwd, die moet je
dus ook bedanken".
6 Augustus 1960 ben ik gebo
ren. Op een keer zat ik in mijn
bed, toen ik een speeltje liet val
len. Ik wou het pakken, hing
over de rand van het bedje en
plof, daar lag ik op de grond. De
volgende dag zat m'n ene oog
dicht. Gelukkig duurde dat niet
lang, na een paar weken was het
Met m'n vierde jaar ging ik naar
de kleuterschool. Ik kwam bij
juffrouw Engels, dat was een aar
dige juffrouw. Irnxto tweedè klas
zak ik by juffrouw Cras, en toen
ben ik vriendje geworden met
René. Juffrouw Cras speelde vaak
op de piano, dat vonden we erg
fijn. Toen kwam er iets heel leuks
We gingen op schoolreisje naar
Duinrell. We gingen daar eten.
Ik woonde toen op de Hoflaan.
Eerst hadden we in een andere
straat gewoond. Na het school
reisje kregen we grote vakantie
en daarna ging ik naar de grote
school. Ik kwam het eerst bij
Juffrouw van Velzen. Een leuke
juffrouw, ze had een bandrecor
der. Als we een leesbeurt kregen
nam ze het wel eens op. Geluk
kig ging ik over naar de tweede
klas bij juffrouw v. d. Krogt, dat
was ook best leuk. In de derde
klas hebben we veel planten en
vogels.
Onze juffrouw is pas jarig ge
weest. Het is nu bijna grote va
kantie.
Mar ja Bakker, Nieuwe Wetering:
Ze is pas zeven jaar en heeft toch
i verhaaltje te ma-
STEP-IN De 30 april-kreet van dit jaar.
En daarmee bedoelen we dan het oude
postkantoor aan de Breestraat 40, je weet
wel, tegenover de Trianon. Want daar is
woensdag 30 april a.s. het lang verwachte
Jeugdfestival, waar werkelijk alles te doen
is en waar niemand zich kan vervelen.
Waar een dikke 100 jongeren al weken
mee bezig zijn en waar je voor een riks
van 's morgens 10 tot 's avonds 12 uur kunt
toeven. De organisatoren hebben gezorgd
voor een waterdicht program, dat onder
meer vier beatgroepen, een toneelgroep,
een mini-bioscoop en talrijke andere akti-
viteiten biedt. Kortom, het Jeugdfestival is
het evenement, waarop heel jong Leiden
heeft gewacht.
Ja, groots opgezet is het. Het
gebouw beschikt over ongeveer
40 grotere of kleinere zalen en
een binnenplaats, welke ruimten
alle volledig zullen worden be
nut. Je krijgt de indruk in een
doolhof te wandelen, maar je
hebt geen zin om de uitgang te
zoeken, omdat het er overal even
Het is de bedoeling van de
organisatoren, dat ieder doet
waar die zin in heeft. Men kan
zich vermaken in de cineac, bij
of op de speakers-corner, in het
journalistiek centrum of bij de
voordrachten van de toneelgroep.
Daarnaast is er gelegenheid tot
het spelen met klei, hout, schroot
en steen, pottendraaien, dansen,
kreatief spel, verven en ga zo
maar door.
Een kleine indruk van het pro
gramma:
10.00 uutr. Opening en verken
ning van het gebouw.
10.30 uur. De cineac begint te
draaien. Tot 12 uur 's avonds
worden non-^op films ver-
'l.OO uur. Modern toneel. De to
neel- en cabaretgroep Hades"
uit Amsterdam werkt een aan
tal korte, flitsende eenakters
af. Tot 3.00 uur non-stop.
Gedurende de gehele dag be
vindt zich op de grote binnen
plaats van het gebouw de Leid
se beatgroep Sixpence.
Ook is er 'n speakers-corner, waar
iedereen nu eindelijk eens kan
zeggen waar het op staat.
Op de 2e verdieping kan ieder
wat rommelen met bandrecor
ders en andere elektrische ap
paratuur.
Hier is ook een speelkamer, inge
richt door de Event-Structure
Research Group (E.R.G.). Deze
internationale groep heeft een
groot aandeel in de inrichting
van het gebouw en organiseert
de gehele dag tussen de be
drijven door z.g „events".
Op de le verdieping wordt ge
danst en kreatief spel gedaan.
Na 3 uuir wordt er 'n thema ge
steld, waarop alle aktieve groe
pen zich kreatief gaan uiten.
Dit thema is het liedje „Glass
Onion" van The Beatles.
En dit is dan de inleiding tot 'n
groot feest, waaraan maar liefst
vier beatgroepen meewerken.
Dit zyn de bekende Leidse
groepen Sixpence, Boys Won
der, The Butts en bovendien
de Tielse undergroundgroep
The Dream, die we vorige week
al in 't t.v.-programma Twien
konden aanschouwen.
Een massa mogelijkheden dus
op het Jeugdfestival, waar ieder
een volkomen ongedwongen zijn
gangetje kan gaan.
Dank zij subsidie van de ge
meente, de inzet van een groot
aantal jongeren van de sectie
werkende jeugd en jongeren
groepen K O en de Leidse
Jeugd Actie, het beschikbaar stel
len van het gebouw door de
PTT én natuurlijk het vele voor
bereidend werk van de organi
satoren, zal dit gebeuren het
meest indrukwekkende jeugdfes-
tijn worden, dat Lejden ooit ken
de.
De toegangsprijs van een riks
is natuurlijk belachelijk laag.
Daarom is het verstandig je nu
alvast van een plaats te ver
zekeren. Vanaf heden zijn reeds
kaarten verkrijgbaar bij de Leid
se Jeugd Actie Stadhuis te Lei
den (tel. 45333); L. H. J., Leven
daal 101 (tel. 30572); K O.
Plantsoen 25 (tel. 31841); de
krantenkiosk op het Wagnerplein
(niet: 5 Meiplein, zoals op de af
fiches staat vermeld); de kran
tenkiosk aan de Stationsweg on
op 30 april aan het gebouw. De
zaal kan ts 500 man herbergen,
maar dit zal waarschyolyh te-
koztt zip. Haast je dunt
Mar gr et van Drost, Oegstgeest:
Bedankt voor je gezellige briefje.
Wat leuk dat je het verhaaltje
in de klas mocht voorlezen. Heb
je ook een plakboek om je ver
haaltjes of versjes in te plakken?
Dat moet je doen en dan de da
tum er bij zetten. Dat ia een aar
dige herinnering aan je school
jaren. Dag Margriet, ik hoor ze
ker weer eens gauw wat van je.
Er was eens een molenaar, die
drie zonen had. De molenaar was
heel oud en op zekere dag ging
hij dood. Een jaar. na de dqod
van de molenaar zei de oudste
zoon. we gaan de boel verdelen.
Ik krijg de molen en jy de ezel
en jy, de jongste, krijgt de kat.
„Wat moet ik nou met die kat
doen?" zei hy. Daar kwam de
kat al aan. „Geef mij je laarzen,
een zak en een hoed", zei de kat.
De molenaarszoon gaf hem alle»
en weg was de kat. Hy ging naar
het land pakte een kool en een
stok met een touw er aan en zo
ging hij met dé molenaarszoon op
stap. Daar kwam een haas, die
ging aan de kool knabbelen. De
kat pakte de haas, deed hem in
de zak en ging er mee naar de
koning.
„Dit is een cadeau voor u, van de
markies van Carabas" zei de kat
tot de koning. De koning vond
het fyn en daarom ving de kat
later nog eens een haas weer als
cadeau van de markies van Cara-
Op een dag ging de koning met
zyn dochter ryden. De kat zei
tegen de molenaarszoon: „spring
in het water en dat deed hy.
Toen de koning langs kwam, be
gon de kat te roepen: „de mar
kies van Carabas is in het wa
ter gevalen".
De koning stopte en redde de
markies. Hy liet droge kleren
brengen en nodigde de markiea
uit mee naar het paleis te komen.
Intussen was de kat vooruitge
lopen en tegen alle mannen, dit
langs de weg werkten gezegd
„Als de koning vraagt v£
deze landen zijn, dan moeten jul
lie zeggen: Deze landen zijn
de markies van Carabas.
Zo gebeurde het. De markie
mocht een poos op het palei
blijven en na enige tyd trouwe
hij met de dochter van de kc
ning. De kat mocht natuurlijk b
hem blyven.
Dag kinderen, tot de volgent
'Mdrfó. WtSeKersjVOovttout:
Mariska woonde met haar
der en moeder in een mooi huisl
Ze wr.s enig kind. Vriendinnel
tjes had ze niet, al was
een leuk kind. Ze had et
waar ze dag en nacht van droonl
de, een broertje of een zusji
Haar moeder wist dat ook. Daai
om had ze veel poppen. In he
begin speelde ze er veel
maar dat was gauw afgelopen.
Morgen was ze jarig en steel'
dacht ze: misschien krijg ik wel
een broertje of zusje. Toen z
morgens wakker werd, zat 5
spanning. Na het ontbyt k
ze haar cadeau, een hondje. Het
was een poedelt je en ze noemde
het Dinky. Ze was er erg biy mee,
maar toch, haar liefste wens
gat ze niet.
Op een dag werd Mariska's
der ziek en omdat het nogal erg
was, moest Mariska naar tante
Loes. Daar moest ze een week
blijven, totdat vader opbelde dat
zy thuis mocht komen. Direct
ging zij haar spullejes in de kof
fer doen. Thuisgekomen ging
naar boven. Vader zei, dat
heel stil moest doen. „O", dacht
ze „mischien En ja hoor in
de wieg lag een klein broertje.
TANTE JO.
De vliegende eekhoorn, kan niet
vliegen, ondanks zyn naam. Het
dier, dat in Indië en op de Malei-
se eilanden voorkomt, kon beter
de zwevende eekhoorn heten. Hij
is namelijk in staat van een hoge
boom naar een lagere te zweven,
dankzij enige huidplooien tussen
zijn voor- en achterpoten. Als een
kleine zweefvlieger zweeft het
dier van boom tot boom en haalt
wel 60 meter. Het kan zelf een
nieter lang worden.
De prairie-indianen wonen in ten
ten die ze „teepees" noemen. Deze
primitieve vorm van wonen was
tegeiykertyd eenvoudig en prac-
tisch. De indianen volgden de
grote kudden buffels, hun voor
naamste jachtbuit. Dikwyls
moesten ze in een paar uur van
kampplaats verwisselen. Twee
mannen konden hun wigwam bin
nen 15 minuten inpakken en weer
opstellen. In het jachtseizoen
reisden de prairie-indianen soms
wel 1000 km; hun kamp werd dus
in de loop van de zomer zeer dik
wijls verplaatst. Het principe van
de wigwam is zeer eenvoudig.
Hoge dunne takken werden in de
grond gestoken, in de vorm van
een cirkel met een doorsnee van
ongeveer acht meter. De takken
werden aan de top dan met stuk
ken leer samengebonden. Dit ge
raamte werd nu met buffelhui
den bedekt. Het konden er wel 40
stuks zijn, die met de behaarde
zijde naar binnen aan elkaar ge
naaid zijn. Met houten haringen
wordt het „tentdoek" in de grond
vastgestoken. Een opening in de
top dient als schoorsteen. Een
stukje buffelhuid voor de opening
kan in de richting van de wind
gedraaid worden opdat de rook
niet in de tent terugslaat. De ope
ning wordt gesloten door een pri
mitieve houten deur, waarop buf
felhuid gespannen is. De buiten
kant van de tent werd met fel
gekleurde religieuze symbolen
versierd. Alle tenten hadden één
ding geüjk. De deur was naar het
oosten gericht: Een eerbewijs aan
de zoo.
,iii'