„Wij willen echt geen ferme
jongens, stoere knapen meer'
CONCURREREN IN VAKMANSCHAP
INSPECTEUR PULS VAN POLITIEACADEMIE:
POLITIE
ZAL NOOIT
POPULAIR
WORDEN
Voor schoenlappertje' lijkt werkelijkheid vaak op sprookje
„EENMANS
BEDRIJVEN
GAAN TOON
AANGEVEN"
Aan de Kleiberg in Apeldoorn ligt verscholen tussen de
hossen het nieuwe gebouwencomplex van de Nederlandse
Politieacademie (NPA). De Nederlandse politieofficieren worden
daar sinds mei 19S7 opgeleid. Tot die tijd was de opleidings
school in Hilversum gevestigd onder de naam rijksinstituut
tot opleiding van hogere politieambtenaren. De taak van de po
litie is in de laatste jaren 'in 'n ander daglicht komen te staan.
Heeft de opleiding van de komende leidinggevende politie
functionarissen met de verhuizing uit Hilversum zijn oude ge
zicht behouden?
Ten dele: „De politie is van huis uit
conservatief. Ze is ei voor het hand
haven van de bestaande rechtsorde.
Ze kan moeilijk tot de avant-garde
behoren, omdat ze er nu eenmaal niet
is voor de rechtsvorming
Dit zegt inspecteur H. M. Pijls, staf
docent aar de NPA. ,.Dat wil niet
zeggen dat we tijdens de opleiding
geen voeling houden met de praktijk.
In tegendeel zelfs. Op verlerlei gebied
ls het onderwijs totaal gereorgani
seerd. Daarnaast vinden steeds weer
accentverschuivingen plaats".
Wat het vaktechnische gedeelte be
treft is het onderricht aan de jonge
mensen die worden opgeleid tot in
specteur bij de gemeentepolitie of of
ficier bij de rijkspolitie veel sterker op
de praktijk gericht dan enkele jaren
geleden. Door het beter toegerust ra
ken van de misdaad hebben opspo
ringsleer en criminologie beduidend
meer aandacht gekregen Maar verder
is ook de sociale en psychologische
kant van het veelomvattende politie
werk naar voren gehaald.
In Apeldoorn is pas voor het eerst
iets wezenlijks ondernomen o,m tot
een eigentijdser persoonlijkheidsvor
ming van de aspirant-officier te ko
men. De hele sfeer van het onderwijs
is nog wat schools De staf en de do
centen, waaronder veel deskundigen
van naam, werken echter in de rich
ting van een meer wetenschappelijk-
getint onderwijs.
Het type leerling, waarmee de op
leiders tevinake» |q
duidelijk ;van dat van tien jaaj
leden. Wet rnprme- van de cursus
'67-'70 zullen jongens van 17 jaar al
tot de academie kunnen worden toe
gelaten. Dit in verband met het feit
dat de opleiding, die tot op heden
maar drie jaar bedroeg, met één jaar
is uitgebreid.
Dat extra-jaar zal voornamelijk wor
den besteed aan het opdoen van prak
tijkervaring. De huidige praktijkstages
moeten zeer beperkt blijven. Tijdens de
opleiding is men de noodzaak gaan voe
len van een beter evenwicht tussen
theorie en praktijk.
In de nieuwe opzet zal in de eerste 2'/s
jaar van de opleiding voornamelijk de
theoretische kant aan bod komen, waar
na de cadetten hun kennis tien maan
den aan de praktijk gaan toetsen. In
het laatste half jaar tenslotte zullen
de gedragswetenschappen dan meer
uitgebreid onder de loep worden geno-
Een aspirant-politieofficier mag om
toegelaten te worden niet ouder zijn
dan 24 jaar, n
lang zijn en niet getrouwd. Jongens
die nog niet in militaire dienst zijn ge
weest. kunnen vrijstelling krijgen. De
aspiranten worden degelijk ge
screend.
Animo
In de brochure van de NPA wordt nog
steeds gesproken over „jongens, die
recht van lijf en leden" zijn. Inspec
teur Pijls: „Dat moet u niet te nega
tief zien. Wij willen niet meer die fris
se Hollandse jongen. Dat negentiende-
eeuwse element van ferme jongens,
stoere knapen hoeft er niet meer af te
druipen. De aspiranten moeten wel
flink zijn, maar dan in de betekenis
van „niet snel het hoofd verliezen
in enerverende, gevaarlijke, moeilijke
omstandigheden, het opgewassen zijn
tegen precaire situaties". Dat wel".
Ondanks de moeilijkheden in Amster
dam (kwestie-Van der Molen) is de
animo voor hel beroep van politieoffi
cier de laatste jaren sterk gegroeid.
Het aanbod varieert van vijf- tot zes
honderd per jaar. De kans om op de
school te komen is vrij gering. Jaar
lijks zijn er maar 35 tot veertig plaat
sen vrij. Niettemin gebeurde het vo
rige jaar, dat er van de veertig open
plaatsen slechts 26 konden worden be
zet. De ballotage is dus niet mis.
Met heel veel nadruk zegt de heer Pijls.
dat de cadetten alleen uit degelijke
uit de goed-gesitueerde. „Ze zijn
natuurlijk niet uit de uiterst linkse mi
lieus afkomstig. Daar heeft men ove
rigens al geen behoefte aan een baan
bij „het gezag". Daarnaast hebben we
ook betrekkelijk weinig zoons van aca
demici.
Voor de rest zijn het de doorsnee Ne
derlandse jongens. Wat minder atheïs
ten, daar zitten al de extreem linksen
bij".
„We hebben echt ook arbeiderszoons,
dat is wel te verklaren. Als zij van de
hbs kmen, kunnen ze meestal niet
meer naar een universiteit, maar wel
naar deze academie, omdat de opleiding
korter is, men snel een goed salaris
verdient en niet in militaire dienst
hoeft. De tijd, dat we alleen mensen
aannamen die in het leger officier wa
ren geworden is voorbij"
De laatste jaren heeft er zeker een de
mocratisering plaats gevonden. Juist
door de goedkoopte van de opleiding.
Mensen uit lagere milieus waren daar
door in staat officier te worden", al
dus de heer Pijls.
Hij zegt: „We willen het militaristische
element zoveel mogelijk uitbannen. Als
u straks met mij door het gebouw loopt,
zult u niemand in de houding zien
springen. We willen zoveel mogelijk de
burgerlijke verhoudingsvormen nale
ven", zegt inspecteur Pijls.
Uniform
„Zoals een mannequin moet leren met
een boek op haai hoofd te lopen, zo
moet een jongen hier een uniform dra
gen. Hier komen jongens die niet in mi
litaire dienst zijn geweest en die sjok
ken. Dat is 'n aanfluiting voor iemand
die in uniform moet lopen. Hij moet dus
wel een beetje houding hebben. Dat
hoort bij een gezagsdrager. We moeten
ook wat aan exercitie doen. omdat we
soms in groepsverband optreden.
Maar dat wil niet zeggen dat we mi
litairen zijn", aldus inspecteur Pijls.
Op het plein vóór de academie doet
zich een „onmogelijk" schouwspel
voor. Twee opperwachtmeesters komen
met een groot spandoek aangewandeld:
„Weg rector weg senaat". „Dat is
voor een praktijkoefening", legt de
heer Pijls uit. „We leren de jongens
genuanceerd denken. Bij een „sit
down" gaat de knuppel er niet direct
meer over In het verleden hebben we
te gauw gedacht dat de orde was ver
stoord. Er moet echter veel gebeuren,
wil het zo ver komen Dan moet het
rustniveau worden verstoord tot een
graad die maatschappelijk niet meer
aanvaardbaar is Dat is niet alleen af
hankelijk van plaats en tijd maar ook
van het tijdsgewricht. Dit is een poliva-
lente samenleving met steeds meer
heer Pijls.
Maar hij gelooft niet dat het ooit zo
ver zal komen dat de politie in Neder
land populair zal worden. „Men zegt
wel dat de Engelse bobby zo populair
is, maar ik geloof daar weinig van".
Pittig
De opleiding op zich is „pittig",
vindt de heer Pijls, maar ook „afwis
selend en aantrekkelijk" Het vakken
pakket is bijzonder uitgebreid. De
opleiding is in vier secties te verdelen.
Instructie (rook)-granaten schieten met de karabijn op de Apeldoornse politieacademie.
Ze is ten eerste gericht op de functie
van de hogere politieambtenaar. Ze
dient als een voorbereiding op het
werk van inspecteur bij de algemene
dienst van een gemeentepolitiekorps of
van toegevoegd officier bij een district
van de rijkspolitie. Daarnaast vormt
de opleiding ook een basis voor (late
re) specialisatie.
De eerste periode wordt vooral be
heerst door de persoonlijkheidsvor
ming. Het opvoeren van flinkheid,
moed, zelfbeheersing, aankweken van
verantwoordelijkheidsgevoel, waarheid
liefde, onpartijdigheid, enzovoorts. „Al
lemaal grote woorden natuurlijk, maar
men moet ze goed verstaan", zegt de
heer Pijls.
De jongens moeten hun eigen gebouw
bewaken, niet om dieven en inbrekers
te pakken, maar meer om het eigen
verantwoordelijkheidsgevoel te verstc-
vigen, commando's te leren voeren,
veel zelf te doen om daardoor straks
in de praktijk van wanten te weten.
Tijdens de vakken die onder het hoofd
„ambtelijke opleiding" zijn te vangen,
worden de meningen getoetst over de
beroepsethiek. „Wat is ethisch in een
verhoorsituatie? Hoe lang mag men
een verdachte achtereen horen en mag
dat 's nachts? Het is vooral belangrijk
dat de psychologie van het verhoor
goed duidelijk wordt", zegt de heer
Pijls.
Die „ambtelijke opleiding" houdt zich
ook bezig met de politieman als verte
genwoordiger van de overheid en die
naar van de bevolking. „Om dal te
kunnen, moet hij weten wat democratie
en waVvrijhêfd is. Ën moet de politie-*
man het verschil leren kennen tussen
macht en gezag"
„Heel belangrijk is dat hij relative
rend leert denken. De NPA'ers komen
uit beschermde milieus, ze leven
hier in internaatsverband en boven
dien vrij ver van de „bewoonde we
reld" We moeten oppassen dat ze
zich niet gaan afzetten tegen die mi
lieus. die zij later in hun werk zullen
treffen", zegt de heer Pijls.
Omschakelen
„We leren ze afstand te nemen van
hun eigen normen. Ze moeten leren
zich om te schakelen. Vooral bij jon
gens uit streng christelijke milieus
speelt dat. Een gereformeerde jongen
zal elk stukje bloot aanvankelijk porno
grafie ■willen noemen".
Een ander aspect van de opleiding is
de voorbereiding op de taak als leider.
Jongens van 21, 22 jaar krijgen gelijk
commando's te voeren Gespreks-,
zijn oog niet voldoende laten gaan
over het werk van de knechts. Het re-'
sultaat is dikwijls: haastig knoeiwerk.
En het vervelende voor baas en klant
is: aan de buitenkant zie je daar wei
nig van. Maar de klant voelt 't aan zijn
voeten en aan het feit. dat zijn schoe
nen binnen de kortste keren wéér ka
pot zijn en de baas voelt het in zijn
portemonnee: hij verliest zijn klanten".
ker zesgen de sprookjes. Het na
re voor schoenmakers is. dat sprook
jes zo vaak op de werkelijkheid lij
ken. „Weverkens" en „schoenlapper
tjes" hebben eeuwenlang hetzelfde lol
gedeeld: hard werken en honger lijden
En alleen in sprookjes hielden ze er
nog wel eens een rijke prinses aan over.
In 1945 waren er nog 14000 zelfstan-
aantal slinkt nog steeds Maar de voor
zitter van 't landelijke schoenmakers-
gilde, de heer A Stöckschen uit Utrecht
kijkt daar niet zo moeilijk tegen
„alleen de echte vakman blijft c
„De eenmansbedrijven", zegt hij,
„gaan de toon aangeven. De schoen
makerij is nu eenmaal een ambacht
Je kunt er geen industrie van maken.
Maar in het ambacht is vakmanschap
den te veel geknoeid. Begrijpelijk ove
rigens. De prijzen waren veel te laag
Maar nu doet zich deze moeilijkheid
voor, dat je in een wat „industrieel"
opgezette schoenmakerij te veel op de
tijd moet gaan letten, want het arbeids
loon is een bepaald niet te verwaarlo
zen [actor. Van de knecht wordt dus
snel werken gevraagd. De baas kan
!ot is een vertrou ■•ensvak, zo goed
dat van de juwel er. Als ik bij de
?n gouden
het goud-
merk zien. dat 't in oide is Iets der
gelijks willen wij ook. Daarom zijn we
korsgilde Er zijn inmiddels zo'n 200
schoenmakers in het gehele land bij het
gilde aangesloten Allemaal gecontro
leerde vaklui"
„Er wordt daarbij niet alleen gelet op
1 <t werk dat aan de klant wordt afge-
h ord Kwaliteit en afwerking zijn na-
tuvrliik wel 'I eerste, maar heel be
langrijk vinden we daarbij ook: de ont
vangst van klanten, 't voorkomen
van do schoenmaker, zijn werkruimte
En kijk' /egt de heer Stöckschen. ter
wijl hij een gerepareerde schoen van
de plank haalt, „dit blauwe merk is
ons keur. het gildemerk"
„Nog niet zo lang geleden kroop de
schoenmaker nog weg in een achterka
mertje in een achteraf huis. Met een
baard van drie dagen werkte hij dag
en nacht en bleef arm. Van oude
schoenmakers (ik zit trouwens zelf pok
al veertig jaar in het vak, vanaf m'n
veertiende) van die oude schoenma
kers dus, kon je verhalen horen over
hun armelijk geploeter. Vaak hadden
ze hun schoenmakerijtje niet aan huis.
En om maar zoveel mogelijk klanten
te kunnen helpen, bleven ze aan het
werk tot de slaap hen letterlijk over
viel. Dan gingen ze maar even op een
paar stukken leer liggen om te slapen.
prijzen zou voorbij moeten zijn;
i in vakmanschap". Een uitspraak
van de Bredase schoenmaker M. J. van lYIastricht. 44 jaar.
3(1 jaar in het vak. 10 jaar als eigen baas. „De revolutie-
schoenmaker verdwijnt en de betere schoenmaker kan
niet voor niets werken". „Toch is het opvallend, hoeveel
mensen gaan ontdekken dat liet dragen van wat je een
weggooischoen kunt noemen eigenlijk veel duurder is.
Ik heb klanten, die schoenen van 70 tot 100 gulden dra
gen. Maar daar lopen ze dan ook v(jf jaar op; na een
reparatie van een tientje kan zo'n schoen er weer een
half jaar tegen. De goedkopen lopen op goud en op
klompen van schoenen"- „Mijn stille hoop is. dal de i
en ze gaan ook voor hun voeten aan komfort
Er komt natuurlijk een hele hoop
En al die kiinststofschoenen zijn slecht
„De prqzen O ja veel te laag. Vergelijk het verschil
eens met de kapprr en de glazenwasser. Maar wjj schij
nen nog steeds niet normaal te mogen verdienen. Het is
ook de schoenmaker zijn eigen schuld natuurlijk. Vroe
ger keek hii er alleen maar naar of hij wel véél werk
had. We moeten naar goed werk kijken. Je wint de klant
daar wil hjj best voor betalen".
En i
te kloppen en te hameren".
„Die tijd is voorbij. Die moet ook voor
bij zijn De schoenmaker is een vak
man. die met zijn tijd is meegegroeid
Na de oorlog heeft ei een stille strijd
gewoed tussen de schoenindustrie en
de schoenmaker Bi i die strijd moest
aanvankelijk het ambacht het loodje
leggen. Maar nu is het duidelijk gewor
den. Dat we elkaar niet kunnen mis-
met z'n mond vol spijkers, is ver
dwenen. Er is een ander voor hem in
de plaats gekomen: de ambachtsman
Vergeet niet, dat een jongeman, die
schoenmaker wil worden, er zeven
jaar over doet voordat hij zijn rijks
diploma van schoenreparateur kan ha
len. Twee tot drie iaar dagschool,
twee jaar part-time bij een baas en
op school en dan kan hij beginnen te
werken voor zijn A-diploma materia-
lenkennis en vakbekwaamheid. Weer
twee jaar. Maar er wordt ook nog twee
jaar avondopleiding van hem gevraagd
voor zijn commerciële vakdiploma. We
hopen dan maar dat hij'intussen tijd
heeft gevonden om zijn middenstands
diploma te halen".
„Wil hij zich zelfstandig vestigen, dan
derne machine in de schoenmakers-
werkplaats. kost hem al zo'n 30.000 gul
den. Dan heeft hij nog geen leest, geen
stuk leer en dan hoop ik dat hij al
een ruimte gevonden heeft".
Moderne prijs
„Ik vind dat de schoenmaker die
zich aan zijn (moderne) leest houdt,
ook een moderne prijs mag vragen. Voor
een goeie schoen betaal ie tegenwooi-
dig vijftig gulden. Maar dan is het ook
echt de moeite waard, dat je er elf gul
den reparatiekosten voor betaalt. „De
„weggooischoen" is daarbij natuurlijk
wel een concurrent. Dat zijn in hoofd
zaak damesschoenen Maar een veel
grotere concurrent is de fiets en de au
to, want wie lóópt er tegenwoordig
nou eigenlijk nog?
„De schoenmaker is ook heel erg van
de mode afhankelijk (met de naaldhak
hebben we even een gouden tijd gehad)
Maar het is niet alleen de mode. Het
leer heeft allerlei kunstbroertjes naast
zich gekregen Syntetische materialen
vragen om andere bevestigingsmiddelen
dan lijm en spijkers. Toch geloof ik dal
op den duur hel leer zal winnen. Syn-
leiisehe materialen hebben allemaal het
nadeel, dat ze de voet hermetisch af
sluiten mei alle nare gevolgen van di<»ii
Daar komt langzamerhand iedereen wel
„Onze klantenkring is veel groter dan
vroeger. Niet alleen omdat het aantal
schoenmakers kleiner is, maar ook om
dat men eerder een schoen laat
herstellen. Het werk dat we leve
ren is beter dan dat van vroeger en
onze prijzen zijn ook hoger, in het gehe
le land, behalve in enkele Brabantse
gemeenten, waar de schoenmaker nog
voor afbraakprijzen werkt. Hoe hij het
kan begrijp ik niet
Kijk. een leek kan met succes een
fietsband plakken en een kastje timme
ren kan hij ook nog wel, maar wie zijn
eigen schoenen maakt, verpest niet al
leen zijn schoenen maar op den duur
ook zijn voeten. De vakman is zijn loon
Jan Hüsken.
Hef nemen van vingerafdrukken
wordt de politieman-in-de-dop op de
academie bijgebracht.
discussie- en vergadertechniek zijn
voor hen elementair.
Iets heel anders, maar onontbeerlijk
is de lichamelijke opvoeding van de
aspirant-officier. Hij moet opgewassen
zijn tegen lange werktijden, moet
aanhoudingen kunnen doen. leren uren
lang op één punt te staan, over daken
kunnen klimmen, zich zelf kunnen ver
dedigen. enz. Achter het academiege
bouw is een prachtige hindernisbaan,
die volledig is aangepast aan het poli
tiewerk. In het gebouw is een uitste
kende sportzaal, waar o.m. lessen in
jiu jitsu worden gegeven
Criminologie
Vrijwel alle lessen in de ruime, luch
tige en lichte academielokalen worden
met de meest moderne hulpmateria
len gegeven. De crimonologie. de we
tenschap van de achtergronden van de
misdaad, kan hierbij heel goed model
staan. In het lokaal, waar de opspo
ringsleer wordt bijgebracht staan ultra
moderne uitrukkoffers vooi de recher
che. Het schooltasje, dat enkele jaren
geleden nog werd gebruikt, doet er
lachwekkend bij aan. Bij alle techni
sche vooruitgang wordt het begrip
voor de uit het nest gevallen vogel
niet uit hel oog verloren Daarvoor
staan de lessen in tactische recherche
borg.
Wellicht het zwaarste is het weten
schappelijk. algemeen vormend en po-
iitjevakoaderwijs. In de juridische,
staats-, staf- en verkeersrechtelijke
vakken wordt het niveau van het kan
didaatsexamen gehaald. De stof voor
strafrecht en strafvordering is zelfs
zwaarder dan die voor het doctoraal-
De verkeerskunde en het praktisch po
litieoptreden zijn onderwerpen die zich
voor het rollenspel lenen. In een groot
academielokaal kunnen allerlei toestan
den in scene worden gezet met behulp
van toneeldecors en -rekwisieten. De
leerlingen zelf zijn beurtelings „slacht
offer" en gezagshandhaver.
Het schieten krijgt speciale aandacht.
Onder het academiegebouw in een ge
wapend-betonnen kluis liggen de vele
pistolen, karabijnen en ander schiet
tuig. In dezelfde ruimte ligt de schiet-
bioscoop. Een ruimte, die pas te be
reiken is na het passeren van een gan-
genstel als in een onderzeeër. De ca
detten leren eerst hun wapen te be
heersen met schijfschieten. Vervolgens
komen bewegende doelen onder schot
te liggen. In het derde jaar pas wordt
er geschoten in gecompliceerde situa-
„Onze schietinstructeur looft iedere
keer honderd gulden uit aan degene,
die hem erop betrapt, dat hij een keer
onnodig met zijn vinger aan de trek
ker zit. Hij is nog nooit betrapt. Om
gekeerd betrapte hij ook nog nooit een
leerling". De waarde van dit spelletje
is duidelijk. Als zij ook eens in een
achtervolgingssituatie komen, mogen ze
gerust vallen. Er zal door die val geen
schot afgaan. Vroeger is een val wel
eens aangeroerd als excuus voor een
dodelijk schot.
„Je moet de vingei niet te vlug aan
de trekker hebben", zegt de heer
Pijls.
Al met al, blijkt wel, een opleiding die
de cadetten niet cadeau krijgen. Toch
is het al drie jaar geleden, dat een ca
det tussentijds de school moest verlaten
omdat hij niet mee kon komen. Mo
menteel zitten er 103 cadetten op de
academie. (In het internaatsgebouw,
dat deel uitmaakt van het gebouwen
complex aan de Kleiberg, zijn 104
éénpersoonskamers ondergebracht).
Bij het verlaten van de academie doet
zich voor de geslaagde cadetten één
probleem voor. Ze kunnep niet zelf
uitmaken waar ze heengaan. De mi
nisters van Binnenlandse Zaken en
Justitie bepalen namelijk wie naar de
gemeentepolitie en naar welk korps en
wie naar de rijkspolitie gaat. „Een
moeilijk punt", zegt de heer Pijls.
PIM GAANDERSË.
Schoenmaker r